Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Staatkundig Overzigt. Eenige opmerkingen betrekkelijk binnenlandsche staatkundige aangelegenbeden. M 493. Elfde Jaargang. V. 1S67. AHONNBMKNTSPKIJS VOOIt DttlB MAANDEN Voor Schagei» f 1,00. Franco per post door het geheele Rijk 1,15. Afzonderlijke Couranten0,10. Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle Die timmert aan den wegh, Verwacht gezegh. (Cats.) TJITO-EEFSTEE WED. F. J\ Gr. DIDERICH. ======zzz==i: PRIJS DER ADVKRTKNTlëS Van een tot vijf regels0,75. Iedere regel meerder*0,15. De 35 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die rij beslaan. Roekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. BEIEVEN FEANOO. In de beide vorige weken heeft de zaal van de Tweede Kamer der Staten Generaal te 's Gra- venhage weergalmt van redevoeringendie wel eenige gelijkenis hadden met diewelke in Frank rijk gedurende de staatsomwenteling werden uit gesproken. Bij ons was het echter meer een spiegelgevecht dan een ware strijd. Daarom hadden wij het wenschelijker geacht dat een weinig minder ware gesproken. Maar het vermaak om zich zelven te hooren spreken is eene erfzonde van vele (meestal middelmatige) menschen de vertegenwoordigers van het Nederlandsehe volk moesten echter een weinig bedenkeudat de scheldnaam van Z w ij- ger eens door Granvelle aan den grondlegger van den Nederlandschen Staat gegeven later in het oog onzer natie zijn schoonsten eeretitel is geworden. En wij gelooven, dat het nageslacht het onder de schoonste eigenschappen van den voortreffelijkste!! Nederlandschen Staatsman uit onzen tijdzal rekenen dat deze nog beter kon zwijgen dan spreken. W ij hadden daarbij ook liever gezien dat men zich bepaald had tot hoofdzaken en geen ellendige kleinighedenals b. v. de gekleurde rand om de proclamatiehad aangeroerd. Zoo dit Ministerie te veel hield van bonte kleuren welnu men had dit moeten houden voor hetgeen het waseen bewijs van onontwikkeld schoonheids gevoel. In hetb egin der 17e. eeuw werd Gallileï o. a. ook lastig gevallen over een onschuldig niets beteekenend vignet dat de drukker voor een zijner geschriften had geplaatst. Naar ons gevoe len had de minister kunnen vragen of men tot die tijden wilde terugkeeren. Voor het overige is uit de woordenwisseling gebleken dat het een- parig gevoelen van bijna alle leden der Tweede Kamer isdat een minister ook voor alle benoe mingen zonder onderscheid ter verantwoording kan worden geroepen. En het ministerie heeft, schoon schoorvoetend, daarmede ingestemd. Zoodat de nationale vrijheid door het parlementair debat ten slotte heeft gewonnen. Terwijl de volksver tegenwoordiging aldus deel nam aan den strijd werd de natie verontrust door allerlei geruchten betrekkelijk vijandelijke voornemens van Pruissen. Gelukkig bleken die geruchten geheel uit de hicht gegrepen. In de tegenwoordige omstandig heden heeft Pruissen de handen ook te vol met de onlangs geannexeerde Statendan dat het zoude denken aan nieuwe veroveringen. Geen rijk heeft thans meer behoefte aan vrede dan Pruis sen want nog immer blijven handel en nijverheid er in eenen kwijnenden toestand ten gevolge van de geweldige schokkendie zij ten vorigen jare hebben ondergaan. Nu mogen voor ecu wijl de belangen van han del en nijverheid door een roekeloozen Staatsman als von Bismarck ter wille van oorlogzuchtige plannen in de waagschaal worden gesteld op den duur zijn het toch dezewelke in onze eeuw den toestand der wereld regelen. Wij zien dan ooi? in het belang d«r handel en nijverheid bij het behoud van deu vrede hebben een oneindig veel beter waarborg dan in de woordenin de openingsrede uitgesproken door den godzaligen koning van Pruissen. De laatste jaren hebben ons geleerd de woor den van vorsten en staatsmannen te wantrouwen. De rede van den koning vloeide overigens als altijd over van de woorden God en Voorzienig heid. De vrome man beschouwt zich als den door God geroepeu persoon om zijne heilige planneu uit te voeren. Maar een bijbesch man als de koning van Pruissen moest bedenken dat de Heer zijnen Tempel niet door een ocrlogsman, als David maar door een vrede-vorst ab Salomo wilde gebouwd zien, en dat de Heer toi den profeet niet sprak in den stormniet in den donder niet iu de aardbeving maar in het rnisschen eener zachte koelte. De eenheid van Duitschlaud op geweld en bloedstorting gegrond kan niet uit God zijn. Want zoo zij dat ware ian zoude God een ge weldenaar en bloeddorstige Moloch zijn. Het aanroepen van Jeiovas heiligen naam bij het volvoeren van een phndat openlijk in strijd is met het 6de en 8ste der tien gebodenzon reeds bij de Israëlieten als heiligschenning met steeuiging gestraft zijn. "oorwaar de wijsbegeerte onzer eeuw zoude met Qiristus tot den koning van Pruissen kunnen zegen niet ik, maar de man GodsMozesbij vien gij zweert is bet die u veroordeelen zal. Demagogische staatskunsten. Wij kon den onze oogen niet gelooven toen wij in de Ainsterdamsche courant, die zich anders zoo veel op haar fatsoenlijkheid laat voorstaanmet inge nomenheid hoorden gewagen van de toejuichingen, door het publiek op de tribunes toegehragt aan de redevoeringen van de Ileeren Pijnappel en van I1 Nispen. Het ligt minschien aan onze miudcre fatsoenlijkheid, maar wij kunnen in die toejuichin gen niets anders dan ellendige demagogische straat middelen zien om de tegenpartij te overbluffen. Zulke toejuichingen komen altijd van een onbe schaafd publiek dat zich evenmin stoort aan be tamelijkheid als aan «'ettelijke voorschriften. Iedereen weet dat zulke toejuichingen veelal voor weinig moeite of geld zijn te verkrijgen. En de bron der toejuichingen valt te ineer in het oog als men bedenkt dat de Heer van Nispeu zeer zacht en onduidelijk spreektzoodat hij bijna nooit van de tribunen kan verstaan wordeu. Daar enboven is zijn ijskoude betoogtrant weinig ge schikt om een luisterend publiek in opgetogenheid te brengen. Het was door zulke toejuichingen dat de partij van Danton en Marat de Gerondij- nen tot zwijgen bragt. Trouwens de behoudende partij ten onzent staat, tegenwoordig geheel en al op demagogischen bodende middelen waardoor zij werkt zijn optogtenwilde kreten en onwet tige toejuichingen. Sinds die partij zich niet ontzag eenen voorma- ligen medewerker van Asmodé tot haar tolk te kiezenheeft zij grootendeels hare zedelijke kracht verloren. Die zedelijke kracht lag vroeger in haar fatsoenlijkheid. Maar thans ligt die geheel en al in het slijk. Ofschoon wij tot eene geheele an dere partij behooren, betreuren wij deze verlaging zeer, want de behoudende partij had veel goeds, zij, in de eerste plaats, moest onze democratie waarsehuwen tegen de overhelling tot demagogie, zij die toch grootendeels uit aristocraten bestaat moest aan de wederpartij het meest zamen gesteld uit opkomelingen en nieuwe mannende waarda der aristocratische vormen leeren beseffen. Maar zoo als zij tbans onder ons bestaat heeft zij al de nadeelige rijden dpr democratische P&jjiü SCHAGER COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1867 | | pagina 1