MM
20
Aki 1!
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Elfde Jaargang.
Tijdsbeschouwingen.
■J\Z 508.
SS.»
SCHAGER COURAW
abonnementsprijs voor drie maanden i
Voor Schagen f 1,00.
Franco per post door het géheele Rijk h 1,15.
Afzonderlijke Couranten*0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Die timmert aan den wegh,
Verwacht gezegh. (Cats.)
TJITG-EEPSTEB "WED. F. 0\ GH DIDERICH.
PRIJS DER ADVERTENTlëN
Van een tot vijf regels0,75.
Iedere regel meerder0,15.
De 85 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die rij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BEIEVEN PEANOO.
De discussien over het ontwerp van wetstrek
kende tot verhooging van de bezoldiging der in-
landsche hoofden op Java, hebben de Tweede
Kamer gedurende de vorige week grootendeels
bezig gehouden. Zij zijn allerbelangrijkst geweest
en de slotsom is bemoedigend voor de vrienden
van regt en vooruitgang ook in de Oostersche
streken waar het Nederlandsch gezag geldt. Aan
de verhooging der bezoldiging is toch door de
aanneming van het amendement Thorbecke de
beperking der heerendiensten verbonden en
deze liberale concessie onder een behoudend bewind
is een triumf der vrijzinnige begrippen. Terwijl
wij onder de menigte redevoeringen over dit on
derwerp in de Kamer gehouden onderscheidene als
hoogst belangrijk vermelden kunnenwillen wij
enkel stilstaan bij die van den heer Franssen
van de Putte.
Door hem werd de geheele afschaffing der
hecrendiensten gevorderd en die afschaffing moest
zijns inziens de voorwaarde zijn waarop de trak-
tementsverhooging kon worden toegestaan. Ook
de heer Keuchenius deelde die meening en in
stemming gebragt, vereenigde het amendement van
de Putte 28 stemmen op zich. Het amende
ment is verworpen met 36 tegen 28 stemmen
maar dit klein verschil duidt genoegzaam aan
dat de toekomst de geheele afschaffing der hee
rendiensten onfeilbaar zal tot stand zien brengen.
De redenen door den v oorsteller van het amen
dement bijgebragtzijn allen ontleend aan het
regt der menschelijke natuur op vrijheid. Het
verschil van toestanden wordt geheel op den ach
tergrond gedrongen door de onder alle toestanden
heerschende wet, dat vrijheid het beste middel tot
ontwikkeling is. Medegesleept door de overtui
gende kracht dezer grondwaarheid heeft de rede
naar op welsprekende wijze zijn gevoelen verde
digd.
Ook wij zien verlangend uit naar den dag waar
op ons gezag zal ophouden onnatuurlijke toestan
den te bekrachtigen en zelf trotsch en naijverig
op de vrijheiddoor ons genotenwenschen wij
niets liever dan dat de hindernissen worden weg
geruimd die zich tusschen den Javaan en de vrij
heid stellen. Eere voor ieder die daartoe het
zijne bijbrengt, en onvermengde sympathie dragen
*ij een man als van de Putte toedie on
verdroten zijne talenten tot dat doel bezigt. Maar
niet minder prijzen wij het in den grijzen T h o r-
becke, dat hij zijn neen uitspreekt, waar de
voorgestelde maatregel wel het einde moet zijn,
maar niet het begin.
Duidelijk is het ons dat de proclamatie der
afschaffing de heerendiensten niet afschaftmaar
dat eene geleidelijke beperkingzoo mogelijk met
de medewerking van den Javaan zelfde weg
is, waar langs de afschaffing alleen verkregen kan
worden. Edele beginselen overwinnen alle tegen
kanting maar de vurige drift eener waarachtige
overtuiging doet somwijl te ligtvaardig de hinder
nissen overspringen, die ze ontmoet op haar weg.
Wat toch was het onmiddelijk gevolg geweest van
de aanneming van het amendement van de
Putte? Intrekking der wet, waarschijnlijk af
treding van den Ministerzeer zekernieuw
oponthoud in de behandeling der Oost-Indische
zaken.
Niets zou meer de bedoelingen der reactie in
de hand gewerkt hebben. Tot een stelsel moest
men besluiten. Aan de weifelende staatkunde der
laatste jaren moest een einde gemaakt worden
wilde Rome niet verloren gaan, terwijl de Senaat
beraadslaagde. Tot welk ander stelsel had men
kunnen besluiten dan tot dat van handhaving van
den bestaanden toestandbij de mislukte proefne
mingen van alle partijen om orde in den chaos te
scheppen. De koloniale kwestie zal als niet rijp
ter zijde zijn geschoven.
De overtuiging zou zich gevestigd hebben een
kabinet behoeft geen partij te kiezen in den
strijd tusschen behoudende en vrijzinnige begrip
pen toe te passen op onze overzeesche bezittin
gen want die strijd zelf is er eene zonder uit
komst eene waarbij het vóór gelijk staat aan
het tegen; eene theoretische kwestie voorloopig
niet geschikt om in de praktijk te worden toe
gepast.
Dit gevaar is voorkomen door het staatkundig
amendement van Thorbeeke. Terwijl het den Mi
nister dwingt voort te schrijden in liberale rig-
ting, houdt het de coloniale kwestie aan de
orde.
Terwijl het de wet tot aanneming geschikt
maakte, opent het den weg tot behandeling van
het mede aanhangig wetsontwerp betrekkelijk de
uitgifte in erfpacht der woeste gronden op Java,
waardoor geheel in liberale rigtiDg naast de gou-
vemements cultuur aan de particuliere industrie
ecu ruisu veld ter bearbeiding geopend wordt.
Intusschcn breidt door de behandeling der In
dische zaken de kennis der leden van de Kamers
en de belangstelling van het publiek omtrent
Oostersche zaken zich uit en met oordeel des
ondersclieids wordt in plaats van ieder afgebro
ken schakel een nieuwe gelegddie liet beslaande
langzamerhand hervormt tot een uit zich zelf be
staanbaren toestand. Stap voor stap wordt zoo
het niet te ontwijken doel emancipatie van den
mensch bereikt en onmerkbaar maakt de sche
mering van den ochtendstond plaats voor het volle
licht van de middagzon. Zoo behoort het te zijn.
De stoutste verwachtingen moeten verwezentlijkt
worden maar ook het tijdperk der voorbereiding
geheel doorgeworsteld. Het is deze rigting die
getriumpheerd heeft ondanks de dichterlijke haast
van een van de Putte en de eerbiedwaardige over
tuiging van een Rochussen dat een staatsman
geene stoute verwachtingen koesteren raag.
Terwijl in ons vaderland de koloniale hervor
ming vast, maar langzaam wordt voortgezet en een
nieuw tijdperk van nationale ontwikkeling op het
punt staat geboren te wordendoor de naauwere
toehaling van den baud tusschen kolonie en moe
derland geeft Fraukrijk ons een merkwaardig
voorbeeld van stilstand in zijne geschiedenis. In
de week van 12 op 20 Junij 1815 werd afge
speeld de rol van Napoleon I. De slag van
Waterloo verbrak de laatste hoop van Frankrijks
keizer en weinige dagen daarna zag hij zich ge
noodzaakt tot een tweeden afstand van den troon
en moest hij zich overgeven aan zijn vijanden.
Vreemde legers drongen in Frankrijk; vreemde
vorsten vereenigden zich te Parijs en terwijl Frank
rijk alleen zuchtte om het verlies van vroegere
grootheidgevoelde het overig Europa zich ont.
heven van den druk der magtige hand, die tot
lamheid geslagen was.
"Weder vereenigen zich vorsten te Parijsmaar
niet om een feest der overwinning te vieren op
een Napoleonmaar om een anderen Napoleon
hunne hulde te brengen. Wij misgunnen die eer
aan den Franschen keizer nietmaar wanneer wij
Frankrijks geschiedenis van het begin dier eeuw
thans zien herspelenuitsluitend zich bewegende
om één naamdan maken wij daaruit een stil
stand in ontwikkeling opdie ons Frankrijks toe
komst duister doet schijnen.