SCHAGER COURA 001 Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Tijdsbeschouwingen. JIS 517. Llfrfc Jaargang. abonnementsprijs voor drie maanden Voor Schageu f 1,00. Franco per post door het geheele Rijk u 1,15. Afzonderlijke Couranten0,10, Verschijnt iederen Donderdagmorgen. Abonnementen op dit blad worden door alle PRIJS DER ADVERTENTlëN Van een tot vijf regels0,75. Iedere regel meerder0,15. De 85 cents zegelregt niet mede gerekend. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Die timmert aan den wegh, k>k> UITG-EEIFSTIEiR. WED. Verwacht gezegh. (Cats.) IP. J\ Gr DIDERICH. #v w VW A 'VI W» BRIEVEN ZFIR^lSrCO Reorganisatie der militaire akademie. Het verslag der commissie met de beschouwingen der minderheden in die commissie betrekkelijk de hervormingen aan te brengen in de organisatie der militaire akademiewekt bij de tegenwoordige schaarschte van nieuws nog steeds de algemeene be langstelling. De openbaarmaking van dit verslag, een gevolg van de interpellatie van den heer Thorbecke, zal waarschijnlijk ook dien staatsman aanleiding geven tot nadere vragen aan den Mi nister, betrekkelijk het besluit der regering om het gevoelen der commissie niet te volgen. Naar haar oordeel moest, het militair onderwijs een aan vang nemen, waar het middelbaar onderwijs ein digde dit moest den stand van officier in aanmerking genomen het punt van uitgang bij de opleiding der kweekelingen zijn. De voorname bezwaren die tegen dit stelsel worden aangevoerd, liggen in het monopolie dat, volgens de bewering der tegenstanders, hierdoor aan de middelbare scholen voor de levering van aanstaande officieren toegestaan wordt en in den te hoogen ouderdomdie de kadetten zullen be reikt hebben vóór zij op de militaire akademie worden toegelaten. Daar de eind-examens der middelbare scholen afgenomen worden van ieder die zich daartoe aan biedt, en het geregeld volgen van een cursus aan die scholen dus volstrekt geen vereischte is om het gevorderde diploma te erlangen, mist de eerst aangevoerde grond innerlijke waarde. Hoe zeer wij ook bovendien vijanden zijn van monopolie waar wij aan eene staatsinstelling voor het middelbaar onderwijs de bevoegdheid geven om te beoordeelen of een candidaat aan de ei- schen voldoet, die verwacht knnnen worden, indien een cursus aan zoodanige instelling geheel gevolgd i» vinden wij in dit monopolie niets onregt- vaardigs. Met evenveel regt zou men klagen over het monopolie der commissie die de examens van Breda afneemt. Hoewel de tweede grondwaarop het voorstel der commissie door deskundigeninzonderheid door deu heer Kcmpees bestreden is, meer schijn van grond heeft, zouden wij van oordeel zijn dat ook die grond niet sterk genoeg is. De kweekeling is te oud. De betrekkelijke vrij heid reeds aan de middelbare school genoten maakt den leerling ongeschikt voor de opleiding die de militair wil geven. Stond het vastdat de militair eene zoo geheel exceptionele roeping had bij andere burgers van den staat vergeleken, dan ligt het besluit voor de hand dat ook eene 1 geheel exceptionele opleiding voor hem wenschelijk is. Doch dit staat zoo vast niet. Het militaire leven is hoofdzakelijk slechts daarin onderscheiden van het burgerlijkdat het een reeks van nie tigheden oplegt en een bekrompen begrip van dienst in dien stand de vorming van burgers te genhoudt. "Wat is toch de dienst bij de meeste der wa pens anders dan de stipte vervulling van niet te noemen kleinigheden. Daaraan gewent het militair onderwijs en volgaarne gt looven wij dat inen niet te ontwikkeld moet zijn bij den aanvang van zulk een cursus. OugetwijfeL^ telt ons kader van offi cieren hoogst bekwame mcnschen in zichmaar zij zijn dit niet gewordenomdat zij als kind reeds aan militaire discipline zijn gewend doch meerendeels omdat zij na van het toezigt der akademie ontslagen te zijn, roeping in zich hebben gevoeld om maatschappelijk iets te beteekenen. De klagt is waarlijk niet overdreven, dat de vor ming der officieren cn het militair exclusivisme, dat den geheelen stand beheerschtaan het wer kelijk leven der natie van die zijde weinig kracht toevoegt. En waar men zou willen beweren dat dit on- vereeuigbaar is met de roeping eens soldaats, ont zegt men zonder noodzaak aan de morele kracht onzer staatkundige maatschappij eene belangrijke bijdrage. Zonder noodzaakWant de officier wordt hierdoor als officier niets meer waard. De voorname prikkel om zich door voortdurende stu die boven anderen te onderscheiden wordt hem hierdoor ontnomen en dit te meer door het el lendig stelsel van bevordering, dat bij de militai ren aangenomen is. Indien men voor de ver krijging van een koogeren rang een examen vor derde, zou althans de officier zich blijven oefenen in het speciaal vak van wetenschap dat hij zich gekozen heeftmaar terwijl bevordering mits zich niet misdragende hem niet ontgaan kan ook zonder verderen toeleg en de van kind af genoten opvoeding hem te veel militair heeft ge maakt om zich met burgerlijke belangen op te honden gaat bij de meesten al spoedig de aka- demische wetenschap verloren en blijft er niets over dan een man vast in de dienst. Hoe naauwer de militaire stand aan het bur gerlijk leven der natie verbonden wordt; hoe minder specifiek onderscheiden die stand van de andere standen is des te meer zal het vaderland er van kunnen verwachten. Ons leger moet een burgerlijk leger zijn;.onze 'officieren waarachtige burgers van den Staat en hoe minder eenzijdig de opleiding is door hen ontvangenhoe gemakke lijker het hun vallen zal niet de dienst te be minnen, maar het vaderland nuttig te zijn. Visch noch vleesch. De gemeenteraad van Rotterdam had te beoordeelen of de kermis moest worden geschorst wegens eenige cholera gevallen, die zich in die gemeente hadden geopenbaard. De opeenhooping van menschen de dolle kermis pret waardoor zich inzonderheid de Rotterdamsche kermis onderseheidtboezemden natuurlijkerwijs ongerustheid in ten aanzien van het karakter waarin zich de ziekte openbaren zou. Door de omstandigheden was geen derde mogelijk gemaakt, omtrent het nemen van een besluit betrekkelijk het houden of niet houden der kermis. Van de eene zijde, stond de waarschijnlijkheid dat de ker mis ongunstig op den loop der ziekte werken zou en het natuurlijk belang van den Raad om een middel dat in zijne hand lag, het sluiten der kermis niet ongebruikt te latenvan de audere zijdede overweging dat de kermis be gonnen wasdat het te laat was om dit bevor deringsmiddel der ziekte buiten spel te laten dat in één woord, de kermis in de gegeven om standigheden een noodzakelijk kwaad was. De gemeenteraad vau Rotterdam heeft echter toch een derde weten te vinden en wel dit zoodra de ziektedie zich tot nu slechts speoa- disch vertoond hadeen epidemisch karakter kreeg zou men de kermis sluiten. Eerder niet. Om te voorkomen dat de ziekte een epide misch karakter kreeg was het redelijk de kermis te sluitenmaar indien eenmaal deze ziektevorm zich had gevestigd behoefden waarlijk geene voor zorgsmaatregelen meer genomen te worden. Wij zijn inderdaad wel het volk dat de put dempt als het kalf verdronken is en dat met het ern stigste gezigt ter wereld besluit om kermis te houden tot dat de cholera zich epidemisch ver toont. In den Rotterdamschen raad is het al thans niemand opgevallen dat zijn besluit gelijk het ligteigenlijk luidtVoorloopig besloten tot het houden der kermis, opdat de cholera zich epidemisch vertoone. Oostenrijk. Niets schijnt zekerder dan een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1867 | | pagina 1