ÏÏARKTBERIGT2N, Purmerende, 11 Feb. Boter f 1,05, a 1,15 per N. 81 vette Kalveren 100 a 120 ets. per N. 116 nucht. dito f4 a 12, IS vette Var kens 41 a 50 ets. per N. ffi. 14 magere dito f8 a 18, 59 Biggen f2,50 a 4,50Kip-Eijeren f3,75, Eend dito f4 per 100. Broek in Waterland6 Feb. Kleine kaas f30, aangevoerd 16 stapels, wegende 3406 N. Hoorn 6 Feb. Kleine kaas (gras) f 30 aan gevoerd 19 stapels, wegende 4528 N. ffi: MENGELWERK. Levenslessen van Gothe. ra. Trijntje Wilmsjd. beide wonende te Barsingerhorn. GEHUWD: Gr ene. OVERLEDEN: 11 Feb. Een levenloos aangegeven kind van Baatiaan van der Aarde en van Dirkje Bor ger. Sctingcn den 30 «InnuarlJ IN68, Aangevoerd 2 Paarden f 80 a 50; 5 nucht. Kalveren (4 a 8; 489 magere Schapen f6 a 20; 16 magere Varkens f 12 a 16; 30 Biggen f4 a 6 Konijnen 10 a 60 ets. Kippen 30 a 100 ets. Eenden 30 a 80 ets. Duiven 10 a 30 ets. Boter 80 ets. per kop of f l,0fi| per N. Kaas 20 a 40 ets. per N. ffi. Kip-Eijeren f 3 a 4 per per 100. Alkmaar, 7 Feb. Kleine kaas (hooi) f2850, (gras) f29,75 middelbare dito (hooi) f 31 (gras) 83,50 laagste prijs f 20aangevoerd 58 stapels, wegende 10367 N. 8 Feb. Aangevoerd 6 Paarden f 20 u 50; 1 Koe 40, 34 nncht. Kalveren f2 a 8; 255 Scha pen f4 a 15; 35 magere Varkens f 10 a 15 74 Biggen f 4 a 6 Boter per kop 65 a 73 ets. 10 Feb. Aangevoerd 22 Kalveren f 49 a 80, 15 nncht. dito f8 a 6, 18 Schapen f4 a 14; 27 vette Varkens 38 a 52 ets. het tl'. Amsterdam 10 Feb. Tarwe bij gerijven als voren. Bonte Pools, f 486, 490, 500, naar kwa liteit. Waard en Groet f 455, alles per 2400 kilo. Rogge in loco ruim prijshoudend Berdianski f328 Petersb. f323, dito f315 contant zonder korting, alles per 2100 kilo; op levering iets hoo- ger. Maart f314, 315; Mei f 321 322 351. Juuij f314. Jolij f 306. Boekweit wederom hooger verkocht, 142/2 ffi Amersfoorter f274. Lijnkoeken f 12 a 15. Potroleum f 22 a 23. Londensche Veemarkt. Ter Veemarkt waren aangevoerd 3460 1 Run deren 16,480 Schapen en Lammeren, 106 Kal veren, 860 Varkens, De prijzen waren Runderen 4/10 Schapen en Lammeren 5/2, Kalvertn 6, Varkens 4. Inzonderheid zult gij niemand haten Eu de toekomst den lieven Heer overlaten. Op den avond van mijn leven heb ik een pel grimstocht naar hetzelfde dorpje gemaakt. Ik zocht er den predikant op denzelfden dien ik 30 jaren geleden zijne hoorders had hooren toespreken met den raad: Bekommert u nooit om gebeurde zaken Er was eene zaakeene gebeurde zaakdie mij zeer bekommerde. Een treurig misverstand had mij gevaar doen loopen mijn geheele levens geluk verwoest te zien. Doch laat ik geregeld verhalen. Tien jaren na mijn vruchteloos bezoek te B. en zonder ooit iets naders van dit dorp gehoord te hebbenlas ik het berigt van het overlijden mijner oude vriendin. Eene slepende ziekte scheen aan haar leven een einde gemaakt te hebben. Zeker behoorde dit sterfgevalin den bloei harer jaren onder de weinige zakendie mij verdrieten raogten. Ik had mij als pligtmatig voorgesteld het ge beurde tusschen haar en mij te vergeten en ik was daarin geslaagd. Nooit was de gedachte bij mij opgekomendat het verbreken onzer betrek king, toenmaals naar mijn inzigt, gebiedend ge vorderd haar meer smart kon veroorzaakt hebben dan mij. Ik kwam mij zeiven een echten stoïcijn voorterwijl ik mijne laatste gedachten aan haar wijddedie ik als jongeling had bemind en wier dood daar werd aangekondigd. Maar hel le ven riep mijne denkbeelden elders en spoedig ver stierf de geringe wroegingdie ik in het hart had gevoeld. Het zal omstreeks drie maanden later geweest zijn toen ik een brief ontving van den predikant. Hij berigtte mij daarin dat mijne overledene vrien din hem eenige papieren ter hand had gesteld met verzoek die aan mij te overhandigen. Tevens deelde hij mij mede dat hij zich te kwijten had van een onaangenamen pligt en op haar sterfbed aan de overledene had moeten belovendat zoodra haar zoonden ouderdom van 20 jaren zou be reikt hebben bijdan nog in leven zijndein persoonen overleden door geschriftedezen zou doen wetendat ik het levensgeluk dier vrouw, zijner moeder, verwoest had. De belofte onder zulke omstandigheden gedaanzoo eindigde hij is mij heilig en hoewel ik mij niet te verdiepen heb in de aanleiding van haar verzoek waardoor ik over het min of meer billijke harer aanklagt zou kunnen oordeelenzoo acht ik mij verpligt u te kennen te geven dat aan het verzoek vol ledig zal worden voldaan. Ik las deze regels als door den donder ge troffen. De bijgaande, verzegelde papieren vormden een soort van dagboekwaarin eene lijdende vrou wenziel hare geheimste gedachten had geopenbaard. Maar tochhoe smartelijk ik ook werd aange daan bij deze uitstortingen van een gemoed dat mij eens zoo dierbaar was geweestik kon aan vankelijk geene reden vinden voor de bitterheid die ik gaande weg in bare ziel zag opkomen en volkomen onbegrijpelijk was het mij hoe zij ooit tot de onzinnige handeling had kunnen besluiten, waardoor zij haar lijden bekend maakte aan eeneu haar dierbarfen zoon. Wat toch beteekende haar uitersten wil, waarvan de uitvoering aan den pre dikant was opgedragen Voor de arme Carolina gevoelde ik intusschen een innig medelijden. Wel sprak ik mij vrij van schuld. Mijn gedrag ten haren opzigte mogt niet in alle. opzigten kiesch geweest zijn, doch haar lij den was niet daarvan een gevolg, maar enkel van hare onverstandige neiging en haar gemis aan zelf- beheersching. Zij had voor de gevoeligheid haars harten op eene wreede wijze geboet en de op haar doodsbed opgedragen last mogt ik niet meer heeten dan eene door het ongeluk afgeperste dwaasheid. Honderde malen heb ik deze smartelijke bladzijden herlezen en beschuldigde ik mij ook dikwijls van ligtziu- nigheid van den anderen kant zag ik de treu rige gevolgen voor mij blootleggen van het niet kunnen vergeten eener gebeurde zaak. Langzamer hand ging mij ook een licht op over de laatste handeling der afgestorvene. Zoodra een persoon ge mengd is in onze wederwaardigheden loopen wij gevaar onbillijk te worden. De zachte beminnens waardige levenlustige vrouw was laugzamerhand geheel veranderd. Zij had haar zelve gansch on kenbaar gemaakt door een mom uit zelfzucht ge weven. Haar ongeluk eerst ligt te vergeten, werd, toen het aanhoudend zich stelde voor baren geest, grooter en smartelijker. De herinnering hier-met wellust gekoesterd, werd een slang, die hare edel ste gedachten vergiftigde en terwijl zij liaar levens geluk verwoestte, ontgroef zij met hare eigene hand de steunsels harer deugd. Ik kon het leven harer ziel in die bladzijden volgen. Aanvankelijk was zij mij blijven beminnen met dezelfde liefde en hare gedachten schenen onze scheiding te ontkennen. Slechts somwijlen sprak er eene diepe neerslagtigheid uit hare woorden wanneer de overspanning week voor de waarheid. Toch was zij toen niet ongelukkighet geheim harer liefde was het geheim harer kracht Eerst na mijn huwelijk scheen er eene verandering te zijn ontstaan. Indien niet enkele trekken verraden hadden dat diep in haar hart het vnur nog smenlde zou men den hartstogt uitgedoofd gewaand hebben. On verschilligheid was haar naam, koud haar leven, koel haar harttoen ook zij in het huwelijk trad. Dat huwelijk was niet gelukkigkon het anders En tochhoe raadselachtigdeed het op nieuw de liefde voor mij ontvonken. In de eerste jaren van haar huwelijk had zij mij inderdaad lief als een echtgenoot en terwijl zij zich vervreemde van hare natuurlijke betrekkingen sloot zij zich vaster aan eene schaduw. Mijn God het was in dat tijdperk dat ik onbewust van dat alles haar had willen bezoe- keu Doch de kanker won de gaping werd groo ter tusscken man en vrouwmisverstand stapelde zich op misverstand en de vrouw bleef alleen met hare schuldige liefde. Het dagboek scheen hier afgebroken en eerst na eenige jaren weder hervat te zijn. Geen woord van liefde meer. Duister nis in hare ziel. Knaging van het geweten. Heete tranen om eigen schuld, Onmagt tot herstel. Toen scheen de satan haar gegrepen te hebben. Onzinnige beschuldigingen las ik tegen ieder, maar bovenal was ik het voorwerp van haren afkeer. De engel was eene furie geworden. o Hoe verschrikkelijk, moet het zijn, iemand te haten! In onbewaakte oogenblikkenwanneer het hart dat dit niet laten kan, open staat voor rein genoegen en gulle vreugd rijst plotseling de oude herinnering weder ons toefluisterende e r is eene zaak, denk er aan. Inderdand, vaarwel vreugde, reinheid, geluk, verstandwaar de haat in ons hart post vat. Schijnt ook van tijd tot tijd de hartstogt te slui meren plotseling ontwaakt zij weder en geenc deugd zoo sterk die ten laatste niet voor hare lokstemmen valt. Haat sprak er uit hare laatste handeling. Haat, onjuist als altijd in zijn oorzaak bedervend als altijd voor de zielmistastend als immer in de middelen om zich te koelen. En dat niemand het verband miskenne in de levensspreu ken van den dichter. Waar het hart niet verge ten kannestelt zich het verdrietwaar het ver driet niet verzet wordt, drukt het ten laatste alle meiischelijk gevoel uit liet hart en helaashet is niet noodig dat men zulke groote toegevendheid jegens zijne zwakheid toont om toch ten slotte er liet rampzalig slagtoffer van te worden. Ik mogt haar dan ook daarover niet zwaar vallen. Ik reisde het was in den winter naar 11. De velden waren besneeuwd en de stralen der winterzon poogden te vergeefs eenige warmte aan de landstreek mede te fleelen. Ik was nim mer meer daar geweest. Wel meende ik mij van tijd tot tijd eenige plaatsen vrij naauwkeurig te herinneren maar toeh over het algemeen scheen m;j de gansche omgeving vreemd geworden. Ik had dikwijls mijne gedachten laten gaan over het geen ik aan mijne overledene vriendin verpligt was. Ik mogt er niet in berusten dat het lijden harer eigen schuld ook den aanminnigen band van vertrouwen zou verbreken, dien de goddelijke na tuur weeft tusschen het kind en zijn moeder. Steeds had ik er tegen opgezien den predikant nader over zijn last te onderhouden daar het mij immer voorkwamdat ik zonder eenig gunstig gevolg, den schijn op mij laden zou van schuldig te zijn. Maar toen het noodlottig tijdstip naderde, waar op de wensch der moeder zou worden vervuld had ik besloten mijne zaak met den predikant te hespreken om te beproeven of ik hem een gods- dienstleeraarzou kunnen overtuigen van het on christelijke, dat in de volvoering van zijn last gelegen was. Ikwrist, dat daartegen zijne belofte stond en kon mij niet anders joorstellen of de thans grijze leeraar zon zijn pligt doen en het gevolg den Heer overlaten. Schoon gerust van geweten zag ik zeer tegen de ontmoeting op. Stappende ging mijn rijtuig voorwaarts en de pie- peude sneeuw was het eenige geluid dat mij in mijne gedachte stoorde. Het zal vier uur in den avond geweest zijntoen ik aankwam. Ik kwam ook hier weder voor een gesloten huis. Het was als bergde het een doode. Voor een bovenven ster echter ontdekte ik eenig licht en op het bel len van mijn koetsier werd mij spoedig open ge daan en werd ik in eene kamer geleid. Weinige oogenblikken later, hoorde ik voet stappen en naderde mij iemand. Ik herkende in den grijsaard deu jongeling van vroeger. Onge deerd was hij heengegaan door de stormen des

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1868 | | pagina 3