Een ter dood veroor deeling.
E vvO.\E IÏEUiTEN
de twee Vrienden of verwarring en list,
een Bankbiljet van duizend gulden
GEMENGl)E BEltlGTEN.
die kunst om onaangename woorden te gebruiken
spruit toch nooit voort uit een goed hart.
Wij weten wel, dat het in onze dagen onge
looflijk moeijelijk is om te schrijven over politiek,
zonder zulke onaangename woorden te bezigen
want de lucht isals het ware bezwangerd met
die woorden. Wij hooren ze dagelijkswij zuigen
ze in, en wij spreken ze uit, zonder dat wij
het zelf weten en tot onze schaamte moeten wij
bekennen, dat wij bij het nalezen van onze stuk
ken veelal ons zeiven op die ongelukkige heb
belijkheid hebben betrapt.
Maar toch mijnheer, laten wij eens beproeven
of het schrijven over politiekzonder het bezigen
van kwetsende uitdrukkingen, onmogelijk is ge
worden. "Voor u moet daartoe nog meer reden
bestaan dan voor ons, gij wilt de anti—revolu'.io-
naire beginsels verkondigengij schrijft dus voor
namelijk voor de hoogere standenwij schrijven
in het bijzonder voor de burgerij. Uit den boe
zem van die burgerij is meer dan eens een stem
tot ons gekomen, die ons aanmoedigde in het
laten varen van die kwetsende woorden zoudt gij
denken, dat de hoogere stand meer dan de burgerij
van schimpwoorden houdt Ja wij weten het wel,
die taal van sommige behoudende couranten
welke voornamentlijk door onze hoogere kringen
worden gelezen is een vreeslijk beschuldigende ge
tuigenis tegen onze hoogere standen want de
dagbladen gebruiken zulke kwetsende woorden al
leen omdat zij welluidend klinken in de ooren
hunner lezers; en die liefhebberij in schimpwoorden
bewijst dat er om met Loots te spreken zoowel
een hoog als laag gepeupel ismaar toch maken
zijdie daar behagen in scheppengoddank de
miuderheid uit. Ook uit de hoogere klassen zult
gij stemmen hoorendie a u toe zullen juicheu
als gij het pad begaatdat uw goed hart u
zal aanwijzen. En zelfszoo dat al niet het
geval mogt zijndan zult gij meer vrede heb-
XI.
(Slot.)
De dag der voltrekking van bet vonnis was
aangebroken.
Terwijl de stoet zich naar de plaats des ge-
regts begaf, brak er een hevig onweder loshet
was als wilde de hemel op de aarde nederstorten.
De wroedeode oikaau wierp de daken van de hui
zen en slingerde de dakpaouen op de hoofden der
toeschouwers.
Tusscheu het rollen van den donder en het ge
huil van den wind hoorde men trommelslagen
die den laatsten gang der veroordeeldeu bege
leiden.
Bij het schavot gekomen kwamen de veroor
deelden uevens elkander.
Nog is het tijd zeide Taillard fluisterend
tot Angelika, nog kan ik u redden. Over een
oogenblik ben ik dood en gij zijt onredbaar ver
loren.
Wend n tot God, ellendeling, wierp de aan
gesprokene hem toered uwe ziel eu niet mijo
leven.
Taillard wendde zich tot zijnen biechtvader
biechtekuste bet crusifis en klom met vlugge
schreden het schavot op waar hij zich begon te
ontkleeden.
Nu liet Angelica haren biechtvader tot zich
roepen en flaisterde hem eenige woorden in het
oorwaarop deze zich dadelijk naar de regters
begaf.
De donder roldede storm woedde bij den
schijn der bliksemstralen zag men de gestalte van
den veroordeelden man terwijl hij voor de guil-
lottine nederknielde. Zijne oogeu waren op Ange
lika gevestigd, die bleek en bevend naast de ver
ben met uw werkdan wanneer gijhuilende
met de wolven in 't bosch, een taal had nage
bootst die de uwe niet ismaar die eener on
fatsoenlijke mode en gij zult bet regt hebben met
verachting neder te zien op die zoogenaamde fat
soenlijken die, onder het kleed van uiterlijke be
schaving, onbeschaafder zijn dan het geraeeQ dat
waar gtkijfd en gescholden wordt, een poos moge
staan te luisteren, maar toch spoedig weggaat cu
zoo het de twistenden al niet poogt te scheiden
toch zeker met verachting op hen uederziet.
J. H. S. V.
Naar wij vernemen zal het tooneelgezelschap
»Geen Roos zonder Doornen" in den loop dezer
maand zijne laatste voorstelling voor dit saisoen
«even de alsdan op te voeren stukken zijn
blijspel in drie bedrijven en na hetzelve
blijspel met zang in twee bedrijveu.
Wij vertrouwen dat het gezelschap zich weder
zal beijveren het publiek een zoo genotvollen avond
mogelijk te verschaffen en hetdaaMoorzich den
roem waardig zal maken bij vroegere gelegen
heden hetzelve zoo ruimschoots geschonken.
Dezer dagen las men de volgende curieuse
advertentie in een der daghinden l,ees dit Een
jong rnenschvoornemens zijnde zich in het hu
welijk te begeren zoekt langs dezen ai meer en
meer gebruikelijk en weg een verstandig man iu
staat en geueigd hein dit uit hel hoofd te pra
ten. Ongefrankeerde brieven worden niet gewei
gerd.
In de afgeloopen week maakte te Enkhni-
ztn eene vrouwelijke dienstbode onverwachts ecu
einde aan haar leven. Zij wierp (zich uit wan
hoop in een putwaarin zij versmoorde. De aan
leiding lot dien wanhopigen stap is onbekend,
Duitsche bladen bevattcu het verhaal van een
vreeselijk ongeluk, dat in Wurtemburg, op de
spoorwegtijd naar Geisslingen is voorgevallen. Het
had plaats den 20 Maart des middags tusschen
twaalf en een ure. De weg van Geisslingen naar
Amstetten vormt eene sterke helling. Van den
goederentrein van Amstette naar eerstgenoemde plaats,
uit 25 wagens bestaande, brak de derde wagen,
schrikkelijke machine stond.
Op dit oogenblik dreunde er eeu verschrikke
lijke donderslag en daarop volgde de stem van
een der regters
De voltrekking van het tweede vonnis wordt
voorloopig uitgesteld.
Taillard slaakte, terwijl hij op de guillotine
lag, een verschrikkelijke!! kreet. Houd op wilde
hij roepen doch de bijl viel neder, de laatste
lettergreep kou hij in de audere wereld slechts
uitspreken.
Een hevige regenbui begon zich op de hoofden
der toeschouwers te ontlasten.
Den volgenden dag werd er een regtbank van
vrouwen gekozen. Twaalf dames uit de voor
naamste fainiüen de* hoofdstadvormden dit
zeldzame geregtshof, dat over Augelika's lot be
slissen moest.
Het oordeeldat dit geregtshof na de zitting
uitsprak luidde Mevrouw Mouce bevindt zich iu
gezegende omstandigheden. Zoolang haar kind
niet i» geboren, kan bet doodvounis niet voltrok
ken worden.
De tijd naderde waarop het verwachte kind
met zijn leven den dood der moeder zoa brengen.
Op zekeren dag kreeg Angelica onverwachts
een bezoek van den openlijken aanklager. Deze vor
derde van haardeels tot rost van baar geweten,
deels uit achtiDg voor de wet, haar misdaad te
bekennen.
Ik zal onschuldig sterven luidde Angelika's
antwoord weder.
Goed wij zullen zien. hoe lang gij deze kalmte
nog zuit behoudenvolg mij.
Zij liet zich geleideDzij liep door eene gang
en kwam door eene kleine deor in de gehoorzaal.
Weder was de zaal met nieuwsgierigen gevuld.
die van fransch maaksel en minder sterk dan de
andere wbs. De locomotief eu tender zetten bun
weg voort met een conducteur en een stoker, maar
22 wagens die volgden en met een groote vaart
de helling afdaalden, verbrijzelden in den schok,
zoodst men over eene lengte vau 500 ellen niets
zag dan uiteengeslagen balken, planken, wielen,
rails, enz.
Al de goederen waren uiteengerukt en vernield
ongelukkiger wijze zijn er ook verscheidene men-
schen het slagtoffer van het onheil geworden. Van
den een was het hoofd onkenbaar verbrijzeld een
ander was plat gedrukt; ook een derde conducteur
was verpletterd. Het lot van dezen was betrekkelijk
nog gelukkig vergeleken bij de gruwelijke ver
minking die anderen hadden oudergaan. Een
bij voorbeeld, had een stang dwars door bet lig-
chaam gekregen die de ingewanden had nitgestooten
en aan weerszijden uitstak. Terwijl men in het
hospitaal trachtte den stang uit te balen stierf de
man onder de vreeselijkste pijnen. Anderen zijn
iigter gewond. Twee der condncteuren zijn als
door een wouder ongedeerd gebleven.
Wij vernemen, dat binnen een paar dagen de
eerste aflevering verschijnen zal eener goedkoope
uitgave van Macaulay's geschiedenis van Engelaud.
De bewerkiug daarvan is opgedragen aan Dr, J.
C. van Deventer. Een belaugrijk ja waarschijn
lijk eeu buitengewoon groot debiet zal aan de
uitgaaf van dit klassieke boek wel niet ontbreken.
De Keizerlijke Prins heeft zijn twaalfden
geboortedag gevierd. Hij is de eerste vermoedelij
ke erfgenaam vau deu franschen troon die sedert
bijna een eeuw zoolang i:i die hoedanigheid heelt
geleefd. De zoon van Lodewijk XVI stierf in
deu ouderdom van wegen jaren. De zoon van
Napoleon I werd op driejarigen leeftijd verbannen.
De hertog van Bordeaux, was nauwelijks tien ja
ren toen de ju lij - revolut ie uitbrak en de Graaf
van Parijs was nog jonger,toen Lodewijk Philips
in 184-8 nit Parijs vlugtte.
In de Citij te Londen heeft men een kel
der ontdekt, gevuld met lijken en doodsbeenderen,
eerst dacht men aan misdaad doch al spoeuig
bleek dat er slechts sprake kou zijn van sinok-
ketpartijom de hooge begrafei isregten uit te w in
nen en in een kelder van een der schouwburgen
aldaar heeft men een monster-rat, die alle katteu
doodde welke op haar afgingen gedood
zij woog 16 pond een natuur-ooderzoeker kocht
Aller oogen rigtten zich op Angelika.
De deurwaarders geleidden haar naar het mid
den der zaal, waar, op eenen wenk van den pre
sident op eens een tot nog toe ouzigtbaar rnensch
te voorschijn trad. Hij had rood stoppelig haar,
blaauwe oogleden en eeD blonden baard. De man
beefde bij het zien der veroordeelde over al zijne
leden. Angelica zag hem koud en strak aan, haar
gelaat bleef rustig en zoo wit al? marmer.
Kent gij dezen man zeide de aanklager die
geen oog van haar gelaat afwendde.
Ik heb hem nooit gezien antwoordde zij.
Misschien zult gij hem ua het noemen vsn
zijnen naam wel kennen, zeide Duval op stren-
gen toon het is mijnheer Tonners.
Het is mogelijkhernam Angelica bedaard
ik zie hem beden voor het eerst.
Maarzeide een der deurw aarders mijne bee-
ren die man draagt een pruik en een valschen
baard.
Oio! werd van alle zijden geroepen hij moet
ontmaskerd worden.
Op een wenk van den president namen de deur
waarders den nieuwen getuige de prnik den bril
en den valschen baard af, op hetzelfde oogenblik
hief Angelica een door merg en been dringenden
kreet aan en wierp zich in de armen van deD
ontmaskerden man.
Ook de iegters en de aanklager hadden hem
herkend en stonden verbaasd.
Dat is Moncedat is Monce, klonk het onder
het volk na wordt het bewezen dat mevrou*
onschuldig is.
Aller harten klopten sneller en in vervoering
werd de vrijgesprokene Angelica naar hare woDing
geleid,
Erij gevolgd naar het Duitich.)
J. v. d. B.