Iets over den roman en
liet romanlezen.
Purnierende, 12 Mei. Boter f 0,90 a 1,00
per N. te. lïü vette Kalveren 60 a 80 cta. per
N. ft. 110 nuchtere Kalveren f 8 a 12; 49 vette
Varkens 46 a 54 ets. per N. ft. 30 magere Var
kens f 15 a 22 468 Biggen f 5 a 7 Kip-Eije-
ren f 2,30, Eend-Eijeren 2,85 per 100.
Alkmaar, 8 Mei Kleine kaas f 30,25 com-
missie dito f31 middelbare dito f33, laagste
prijs f 16 aangevoerd 341 stapels wegende 66536
N. ft.
Amsterdam, Mei. Tarwe flaauw, Hoogland-
sche Cleefsche I 430 per 2400 kilo.
HEMELWERK.
a 200: 160 Kalfkoeijen f100 a 120; 61 Vaar
zen f100 a 120; 28 Graskalveren 180 a 70;
27 nacht, dito f2,50 a 4 980 a 1000 magere
Schapen f8 a 22; 130 Lammeren f4 a 8; 25
magere Varkens fll a 16 80 Biggen f6 'a 9;
8 Bokken en Geiten (0,75 o 6; Konijnen 10 a
60 ets. Kippen 60 a 90 ets. Eenden 60 a 80
ets. Doiven 10 a 30 ets. Boter 70 ets. per kop
of. f 0,934 P" N. ft. Kaas 20 a 80 ets. per N.
ft. Kip-ijeren f2 a 2,30 Eend dito f f2.65
per 100.
9 Mei. Aangevoerd 6 Paarden f 15 a 35,16
Koeijen f 40 o 180 38 nucht. Kalveren f3,25
a 9,25 859 Schapen f6 a 27 1100 Lammeren
f3 a 8 9 Geiten f3 a 5 12 Bokken f 0,80
a 0,30; 78 magere Varkens f 10 a 25; 308
Biggen f4 a 10; Boter per kop 574 a 65 cis.
Rogge in loco tot iets lagere prijzen met redp-
lijken har.del. Taganrog f260 Genetschek f 260,
pnike Petersb, f266, alles contant zonder korting,
verder op gewone conditiën Galatz f 270 Tn-
ganrog f 265 Petersb. f 260 265 alles per
2100 kilo. Op lering verkocht merkelijk lsger in
deze maand f253 252, 251 253, 252, 251
250. Jnnij f 240 241, 239 238. Julij f232,
233, 282 ,.281. Aangezegd 253 last.
Lijnkeeken f282.
Londcnsche Veemarkt.
11 Mei. Aangevoerd 3600 Runderen29890
Schapen en Lammeren, 154 Kalveren en 290 Var-
kens. Prijzenbeste Runderen 5/2Schapen
4/8, Lammeren 4/7, Kalveren 5/4, Varkens 4/6.
door J. H. S. V.
UI.
De roman 'is zoo oud als de beschaving of
welligl nog ouder dan deze. Bij alle volken heeft
men dan ook immer zulke verdichte verhalen aan
getroffen, maar vooral was deze vorm van ver
dichting zeer geliefd bij de oostersche volken.
De zoo algemeen bekende duizend en een
arabische nachtvertellingen strekken
daarvoor ten bewijze.
Deze verhalendie waarschijnlijk van oud-in-
discben oorsprong zijnbevatten bijna reeds alles
in zichwat de roman bij ons zoo aantrekkelijk
maakt. De grondtype van menig gevierdetfroman
uit onze dagen kan daarin worden gevonden.
Trouwens hoe onuitpullijk rijk ook de schatka
mer van de menschelijke verbeelding moge schijnen
in werkelijkheid is zij zeer karig voorzien. Want
als men de versieringen en franjes van de ver
schillende romans wegdenkt dan zal men bevinden
dat er hoogstens £0 of 30 leesten zijn, waarop
alle verhalen zijn geschoeid. Het beloop der
verhalen nit onzen tijd komt in hoofdzaak neder
op hetzelfde als in de verhalen van voor 20 of
30 eeuwen. Door het vormen van die 20 of 30
grondtvpen is aan den roman eeue groote dienst 1
gedaanwant de dichter vindt daardoor gemak-
kelijk een grondzuilwaarom hij de slingerplan-
ten zijner verdichting kan heen wikkelen.
In zooverre hebben wij ook in dit opzigt groote
verpligtingen aan de oostersche volkenwant
onze beweering moge wat stout klinken toch ge-
looven wij haar waarals wij zeggen dat de grond ty-
pen van al onze romans eenen oosterschen oor
sprong hebben. Men wane echter geenszins dat
het oosten alleen en voornamentlijk op onze ro
mans heeft gewerkt door middel der arabische
nachtvertellingenneen die werking had hoofd
zakelijk plaats door overlevering en legenden.
De grieksche letterkunde heeft weinig invloed
gehad op onze romanswel vindt meu bij de
1 Grieken reeds vroegtijdig sporen van romannen
maar te oordeelen naar datgene wat tot ons is over-
1 gekomen ademde er alleen een dartele cn wnlp-
sche geest in die geschriften zonder dat zij doj>r
1 voortreffelijke schoonheden dit vergoedden. Een
grieksche roman bleef echter bewaard die niet
alleen nitmunt door belangrijkheid van inhoud en
1 schoone karakter-schildering maar ook door het
1 zedelijk gevoeldat er in uitblinkthet is dc
1 Thesgenes en Charicléa van Ilcliodorus een schrij
ver die waarschijnlijk in de 4e eeuw na Chris
tus leefdemisschien was hij dan ook niet on
bekend met den inhoud des Evangelies sommi
gen zelfs zijn zoo ver gegaan om te beweeren
dat hij een Christenjazelfs bisschop zoude
zijn geweest.
De inhoud van zijn roman wederspreekt echter
naar mijn gevoelen dit beweeren. Van de Romei
nen zijn zoo verre mij bekend is geen romannen
tot ons gekomen. De zncht voor liet ideale was
trouwens bij hen niet sterk ontwikkeld uitmun
tende soldatenscherpzinnige rcgtsgeleerden en
veelal goede regenten als zij warenscheen de
verdichting hun te veel speelwerk om daarin een
levenskracht te zoeken. Toen zijoverheer.-chers
der wereld, bij hun rijkdom,, hun oude wonin
gen en levenswijze wat al te eenvoudig vonden
kregen zij zin in grieksche meubels en grieksche
versen. En even als (junne meubelmakersna
men ook bunne dichters grieksche kunststukken
tot model. Hun twee grootste dichters Virgilius
en Horatius zijn dan ook niet veel anders dan
talentvolle navolgers der Grieken. Bij zulk een
volk kon de roman niet bloeijen.
Het tijdperkdat het meeste heeft bijg> bragt
om den roman zijn tegenwoordige gedaante pn
heerschappij te geven was dat der middeleeuwen
en voornamentlijk de 13e. en 1 te. eeuw. De
ridderromans dagteekenen uit dien tijd. De mees
ten dezerzoo niet allenzijn gedicht door rei
zende gezelschappen van zangers, in Frankrijk he
kend onder den nanm van troubadours of tron-
veresin Duitschland onder dien van mim1e7.n1
gtrs en bij ons minncstrecls genoemd. Dezen
besteedden hun tijd om het leven der vorsten en
baronnen te veraangenamen door het reciteren der
in dichtmaat geschreven verhalen, ten welken einde
zij de hoven en kasteelen dier heeren gedurig be
zochten hunne komst brak voor allen maar
voornamentlijk voor de dames de centoonigkeid
van het oude ridderlijke levengeen wonder dat
zij dan ook bijna overal met de meeste gulheid
werden ontvangen.
De ridderromansdie in ons land het meest
bewonderd werden, waren; I-ancelotWaiewein
de vier HeemskinderenFloris en Biauchetleur
de Griseldis de zeven wijzen van Romeenz.
Al deze romannen muntten uit door vtlerlei
schoonheden, in allen ademt een gee-t van zede
lijkheid en godsdienstzindie aan latere romans
te veel hebben ontbroken. De helden di-zer ver
halen zijn dan ook bijna altijd toonbeelden van
ridderlijke heldenmoed en van deugd de vrou
wen die er in worden geschilderd zijn idealen
van huwelijksliefde en trouw. Van de andere zijde
spreekt echter ook het bijgeloof en de zucbt raar
het wonderbaredie de tniddeleeuwpu zoo eigen
waren bijna uit iedere bladzijde van die romans
want het wemelt er toch in van wonderlijke za
ken en bovennatnorlijke dingenzoo als toove-
naars, heksen, drakeu, betooverde kasteeleu en
wat al niet meer.
Wat echter de ridderromans vooral voor ons
zoo belangrijk maken is de wijze waarop in hen
de liefde wordf geschilderd en de groote ruimte
die deze hartstogt in hunne bladen beslaat. Die
liefde heeft niet langer ten grondslag, noch het
zingenot der oosterlingen, noch het schoonheids
gevoel der Grieken, maar steunt voornamentlijk
op het gevoel voor vrouwelijke teederheid en op
den eerbied voor vrouwelijke deogden. Het is deze
reine liefdedie in den ridderroman een hoofdrol
vervult. Van dat tijdstip dagteekent de groote
heerschappijwelke de liefde in de romantische
wereld voert. Eu de roman is aan die heerschap
pij der liefde een groot deel van zijn opgang ver
schuldigd.
De liefde toch is een hartstogtdie meer dan
alle andere driften aan alle menschcn vroeg of laat
hare magt doet gevoelendie meer dan alle ande
ren invloed uitoefent op ons levensgeluk en op da
vorming van ons karakteren die uin het groote
genotdat zij geeft meer dan alle andere driften
door allen bemind en geëerd wordt. Toen d(j
roman dus aan de liefde een hoofdrol op zijn"
toouecl toekende baande hij voor zich zeiven den
weg tot de wereldheerschappij. Bij het eindigeft
der middeleeuwen stierven de ridderlijke geesten,'-
de zucht naar het wonderbaredie een karakter-
f
trek der europesche volken waren geweestlang
zamerhand uiten met dezen moest ook van zel-
ven de bloei van den ridderroman eindigen. In
Spanje waar het volk zijn middeleeuws karak-*
ter het langst bewaarde bleef de ridderroman liet
langst in zwang.
Doch ook daar werd in liet laatst der 16e. eeuw
een einde gemaakt aan zijn heerschappij door ecu
satire, die eeu spaansch schrijver Cervantcsonder
den naam van Don Quicliotte uitgaf. Deze satire,
geschreven in den vorm van een ridderroman en
waarin al het ongerijmde van liet streven en leven
der dolende ridders in een tijd vim beschaving en
vrede op het duidelijkste werd aangetoondtrof
zijn doel. De ridderroman raakte "geheel in ver
val. De opvolger des ridderromans kon zich ech
ter, wat gehalte betreft, volstrekt niet meten met
zijn voorganger.
Men kan aan liern het geschiktst den naam van
liefdesroman geven, want van liefde en van
niets clan liefde wordt in die romans gespro
ken. En die liefde treedt nietgelijk in de rid
derromans en in onze liedundaagschc sprekende
en handelende op. Neen er wordt over die liefde
slechts geredekaveld. Het is niet genoeg dat de
verliefde held om het hart van zijn beminde te
winnen haar zijn liefde openbaart, neen! hij ont
vouwt haar tot in de kleinste bijzond rhedeu alles
wat hij gevoelt, hij spoort wijsgeerig op, hoe hij
tot dut gevoel is gekomen. Kortom hij openbaart
haar zijne liefde in ecne verhandeling, soms van
30 of 40 pagina's en het voorwerp zijner liefde
verklaart hem hare wedermin in cene even lange
verhandeling. Ja! wat meer is, in die romans
wordt soms ecne" uitvoerige geograpliiscbe beschrij
ving van het rijk der liefde gegevendaar heet
teederheid de hoofdstad van liet land, daar vloeit
de rivier der genegenheid, daar vindt men
liet dorp der verliefde zuchten, daar het
gehucht der tecdere brieven, daar het
kasteel der lieve zorgen.
Dit neemt echter niet weg dat sommige dier
romans nog altiid lezenswaardig blijven, onder an
deren is dat liet geval met de Ast ré van den
franschen schrijver llonorc d'Urfé dagteekenende
van 1010. ilct was echter vooral jufvrouw Scude-
ri die in Frankrijk den meesten roem in dit gen
re iuoogstte.
Onder den naam van geschiedenis van den g roo-
teu Cyrus gaf deze een liefde-roman nit van 8
lijvige Ucelen in quarto. Men kan hier uit na
gaan hoe langwijlig die roman waarin weder uit
sluitend en alleen over de liefde wordt gesproken,
moet geweest zijn. E11 prijkt ook die roman met
den naam van den grooten Cyrusmen denke niet
dat hij iets gemeen heeft met den grooten koning
der Persen den veroveraar vau Babijlonden
overheerscher van Azie.
Neen de persoon aan wien de romanschrijfster
dien naam gaf, heeft veel meer gelijkenis met eeu
saleU-jonker van den faubourg St. Gerinain of een
telzamen winkelier uit den faubonrg St. Antoine
van Parijs, uit de dagen van Lodewijk XIII, zoo
althans was het oordeel van den bekenden hekel
dichter Boilcaudie in eene allergeestigste satire
getiteld: de helden der comedie, den draak
stak met den zoo doodtlijk verliefden Cyrus en
andere helden van mejufvronw Scuderiook de
blijspeldichter Molière hekelde in zijn Précieuses
haar roman op geen minder vinnige wijze.
Even als de Don Quichotte de ondergang was
geweest vau den ridderroman, zoo bewerkten deze
twee satires (en gelukkig) den val der liefde-ro
mans. In eenig opzigt hebben echter de schrij
vers in dit genre de populariteit van den roman