i 1 DECEMBER
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
BERIGT.
TIJDSBESCHOÜWIXGEN.
M 580.
a.
Twaalfde Jaargang.
SCHAGER
COURANT
ABONNEMENTSPRIJS VOOR DRIK MAANDEN
Voor Schagcu f 1,00.
Franco per post door liet gehe»le Rijk #1,15.
Afzonderlijke Couranten#0,10.
Verschijnt iederen Donderdagmorgen.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.»
TJIT3-EEPSTEE WED. JP. CT. O. ZDIZDEZRIOIH:.
PRIJS DER ADVERTENTlëN:
Van een tot vijf regelsf 0,75.
Iedere regel meerder#0,15.
De 35 cents zegelregt niet mede gerekend.
Groote letters naar de ruimte die zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
BRIEVEN
Te bef/innen met 1 o. Januari) e. k.
zal ons weekblad in een vergroot for
maat verschijnen en zulks zonder ver
hooging van den abonnementsprijs 4
ij blijven daarbij rekenen op de on
dersteuning onzer plaalsgenooten en
op de sympathiedie ons blad ook in
wijderen kring ondervinden mogt Een
paar kleine wijzigingen in de uitgave
waaronder ecne verandering in den
dag der uitgaafzoodat de jongste
marktberiglen zullen zijn opgenomen
doen ons de hoop voedendat ons blad
nog meer dan vroegerzich in de be
langstelling der lezers zal mogen ver
heugen.
Terwijl wij in dadelijke bruikbaar
heid hierdoor hopen te winnenzal de
grootere beschikbare ruimte aan opstel
len blijven gewijddie de verspreiding
in de hand kunnen werken van die
beginselen van staatkundige eerlijk
heid waaraan de redactie zich gewijd
heeft.
Be ui oe ij in gen van ambtenaren met de
verkiezingen. Onlangs is in de Tweede Ka
mer weder ter sprake gebragt het misbruikdat
door sommige ambtenaren van hun ambt zoude zijn
gemaaktom op de verkiezingen te werken. De
minister van biunenlandsche zaken heeft daarop de
verklaring afgelegd dat hij diegenen welke on
der zijn bestuur zich daaraan schuldig maakten
outniddelijk zoude ontslaan.
Ofschoon dit gezegde des ministers misschien
wel wat al te kras iskeureu wij het echter in
zooverre goed als het kan strekken om een ein
de te maken aan de pressiewelke ter zake van
de verkiezingen door de meerderen wel eens op
hauue minderen wordt uitgeoefend. Tut heden
werd echter de vraag in hoe verre de ambtenaren
het regt hebben om zich met de verkiezingen te
bemoeijen niet grondig behandeld veel minder be
antwoord. Het zij ons vergund een enkel woord
je daarover in het midden te brengen.
Niemand betwist voorzeker aan de ambtenaar.
de bevoegdheid oui bij het uitbrengen hunner stem
hunne eigene overtuigiug, of eigen wil op te vol
gen. De ambtenaar blijft tochondanks zijn
ambt, even goed staatsburger als ieder ander als
kiezer heeft hij de onbeperkte vrijheid oin naar
zijn goedvinden over zijne stem te beschikken het
spreekt dan ook van zeiven dat hijter voorlich
ting van zich zeiven of van anderenlid eener
kiesvereeniging mag worden. Want wil men zijne
vrijheid in deze eenigzints beperkenzoo zoude
het beter ziju hem geheel eu al de bevoegdheid
om te kiezeu te ontnemen daar toch alsdan zijn
stem meer aan de regering dan aan hem zelve
zoude toebehooren.
Ook de bevoegdheid om anderen voor te lich
ten hetzij in geschriften hetzij mondelingmoet
hem worden toegekend. Art. 3 onzer grondwet
staat aan iederen staatsburger het regt toeom
door de drukpers zijne gedachten of gevoelens te
openbarenbehoudens ieders verantwoordelijkheid
voor de wet.
Deze bevoegdheid moet dus ook op de onbe-
paaldste wijze aan den ambtenaar worden toege-
kenden daar onze grondwet verder alleen ge-
waagd van ieders verantwoordelijkheid voor de wet
i zoo volgt daaruit, dat, wat die ambtenaar ook
schrijve, znlks dan alleen als een reden voor zijn
outslag kan geldenals de wet zuks gebiedt. On-
dertnsschen is het in het belaag der vrijheid raad
zaam dat de ambtenaar van deze bevoegdheid bij
de verkiezingen zoo weinig mogelijk gebruik ma-
keimmers is het zoo moeijelijk den ambtenaar
van den burger te onderscheiden.
Is hij een hooggeplaatst ambtenaar dan zullen
zijn woorden een invloed krijgen op zijn minderen,
niet omdat zij waar zijn maar omdat zij afkomstig
zijn van bun chef. Door den invloed van ziju ambt,
zoude hij dus onwillekeurig een grooten invloed
kannen uitoefenen op de verkiezingen maar vooral
moet bij zorgendat hij in zijne kwaliteit van
ambtenaar niets zegge of doe, wat op die verkie
zingen van invloed kan zijn.
Zoo b. v. zonde het voorzeker ten sterkste ziju
af te keureningeval een burgemeester de hem
ondergeschikte agenten van policie uitzond, om
een candidaat aan te bevelen. In bet algemeen
gelooven wijdal iedere ware vriend der staatkun
dige vrijheid de ambtenaren zal ontraden om
zich bij de verkiezingen op den voorgrond te
stellen. Die vrijheid wordt toch van hunne zijde
beter gediend door eene lijdzame houding, dan
door eene ijverige werkzaamheid.
De aard der menschelijkc natuur toch brengt
mede dat de meerderheid der ambtenaren der
regering, als hunne belangen kunnende bevorde
ren gaarne welgevallig zal willen zijn de invloed
dien de ambtenaren op de verkiezingen uitoe
fenen, zal dus in het persoonlijk belang der be
windsleden zijn. En het bthoeft niet gezegd te
wordendat dit voorzeker niet in het voordeel
der ware volksvrijheid is.
De waarlijk liberalen onder de ambtenaren doen
dus het bestom bij de verkieziugen niet al te
veel ijver ten toon te spreiden door eene be
dachtzame houding zullen zij een voorbeeld geven
aan anderen en dus mede werken om de verkie
zingen de ware uitdrukking van den volksgeest te
doen worden.
Godsdienst-vervolgingen. Sommige or
thodoxe leden der Tweede Kamer hebben er over
geklaagd dat gewezen predikanten van de moderne
iigting zijn aangesteld tot leeraren der burger
scholen. Die klagt bewijst dat de vrees voor eeue
nieuwe godsdienstige vervolging van de zijde hun
ner partij uit t geheel en al als een hersenschim
mag worden beschouwd. De wensch dier leden
was toch geene andere dan dat die leeraars ter
wille van hunne godsdienstige overtuiging zouden
worden afgezet.
Men zie dus wel toe, of wij gaan terug tot de
dagen van 1619, dat de verstandigen en wijzen
van alle partijen toch de banden in een slaan, om
het opkomend gevaar tegen te gaan. En dat de
aanhitsers der nieuwe godsdienstige vervolging,
voor dat zij verder gaaneen weinig bedenken wat
zij doen. De geschiedenis des vaderlands heeft
ons ten duidelijkste geleerd dat elke vervolgiug
ten nadeele van de partij die haar aangestookt
beeftis uitgeloopen.
De remonstrantsche leerdie door de synode
van Dordrecht werd uitgebannenheeft ten slotte
eene roemrijke overwinning op de synode behaald,
daar toch zij de eenig heerschende in de kerk is
gewordenen de naam der dordsche vaderenge
durende een lang tijdverloop overgegeven was
aan de verachting en verguizing des nageslachts.
Wij dochten de vervolging, welke tegen de mo
derne rigting in aantogt isniet zoo zeer voor
haar zelve als wel voor de onheilendie daardoor
over het algemeen zullen komen.
De moderne rigting gaat een donkeren tijd te
gemoetmaar zij heeft die noodigin jeugdigen