8 Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. M 602. Dertiende Jaargang. Ao. 1869 GEMEE\TEAFkO\DIGI.\GE!\. Anti-Tkorbeckianismus. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avond doch wordt met een bijvoegselbevattende het jongste Schager- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Paus per jaar 4,—. Franco per post f 4,60. Afzonderlijke nummers f 0,10. ADVEUTKNTiëN" van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder f 0,15. De 35 cents zegelregt niet ine- degerekend. Groote letters naar de ruimte dio zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. BEKENDMAKING». Burgemeester en Wethouders der gemeente SCHA- GEN brengen bij deze «er kennisse der belang hebbenden dat de Voorjaars KOE—SCHAPEN—, LAMMEREN- en andere VEE-MARKTEN in deze gemeente dit jaar eenen aanvang zullen ne men op Donderdag, den 8 April aanstaande en voorts eiken Donderdag van iederen week. Wordende heeren Kooplieden verzocht zich daar naar te willen reguleeren. Schagen den 6 April 1869. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester Van Dörnbeug Heiden. De Secretaris A. J. van Cantfokt. De geachte schrijver der philipijnsche redevoe ringen tegen het Thorbeckianismus in de 1'urme- o o render Courant, gaat voort met zijnen haat tegen het door hem met dezen naam bestempelde stelsel bot te vieren. Volgens zijne woorden draagt hij niet den persoon van Thorbecke maar de rigting, welke door dezen staatsman als het ware wordt vertegenwoordigdeen onverzoenbaren haat toe. Misschien zal hij even als Hamilcar ten aanzien van Rome deed zijn jeugdige zoon toeroepen Zweer, zweer, mijn zoon, dat gij haar haten, Haar cind'loos haten zult, mijn kind Geen vrede en rust haar ooit zult laten Tot eens uw wraakvuur haar verslind. Wij willen echter ditmaal dezen aanval onbeant woord laten daar toch elke verdediging even nut teloos als onmogelijk is vermits de schrijver zijn aanklagt niet duidelijk heeft uiteengezet, noch de feiten waarop zijn aanklagt is gegrond heeft ge preciseerd. Liever willen wij den oorlog aanval lender wijze voeren en aantoonendat ook de rig tingdie tegenover het Thorbeckianismus staat voorwaar niet zonder gebreken is. Alleen zal de geachte schrijver ons wel ten goede willen houden, als wij hem opmerkendat er in het hart van een staatkundigen schrijver eigentlijk nimmer eeni ge ruimte voor haat tegen eenig stelsel moet over zijn. De staatsman moet in zich zeiven den arts zien, die met kalmen geheel onhartstogtehjken blik de ziekte-verschijnselen die zich voordoen bij den lijdergadeslaat. Even als de geneesheer mag hij geene moeite ontzien en geen middelen sparen om datgenewat hij beschouwt als het verderf van rijn volktegen te gaan maar zijn ijver moet geheel vreemd blijven aan den hartstogt. Laat hij zijn blik door den haat benevelendan kan het gebeuren dat hij even als een onhandige heel- ffieesterin plaats van zieke leden er gezonden afzet. Naar ons gevoelen zouden de pogingen des schrijverszoo zij geluktenzulk een gevolg hebben. Na de verbanning toch van het Thorbeckianis mus zoude eene algemeene versterving en uitdoo- ving van alle geestkracht in ons vaderland volgen. Gaarne willen wij erkennen dat ook deze rigting hare gebrekenzelfs hare groote gebreken heeft maar met dat alovertreft zij alle andere in ze delijkheid en geestkracht. Wee ons als haar grootste tegenstanderes de con servatieve rigtingmet al haar inconsequentie en onzedelijkheid meester wordt. Men sla toch de ge schiedenis der laatste twintig jaren van ons vader land op en men zal bespeurenwelk een allcr- treurigste rol die rigting bij ons heeft gespeeld. Hetzij zij aan het gezag hetzij zij in de oppositie steeds heeft zij medegewerkt om beginsels van zedelijkheid te ondermijnen. In het laatst van 1847 en in het begin van 1848 had zij verreweg de meerderheid in de beide Kamers der Staten-Generaal maar naauwe- lijks stak de storm der omwenteling in Frankrijk opof de meeste leden draaiden als weerhanen. Ieder scheen zich te haasten om (gelijk men het noemde) rijn staatkundig gevoelen op het altaar van het vaderland ten offer te brengen. Die vrij willige offerhande beweesof dat men vroeger kortzigtig was geweest bij de hardnekkige bestrij ding van Thorbecke's rigting of dat men later uit verkeerde vrees een heilige overtuiging al te ligt— vaardig ten offer bragt. Na deze offerhande had althans de conservatieve rigting van het staatstoo- neel moeten aftreden. Maar van toen aan zocht de behoudende partij langs verborgen wegen te verkrijgenwat haar niet openlijk kon gelukken. Dit bleek vooral in 1853. De conservatieven vuurden toen de angstvallige bekommering der Protestanten aan ofschoon de verstandigsten on der hen natuurlijk w el inzagen, dat die bisschopsvrees even ijdel als ongegrond wasnamen zij toch den schijn aan of ook hun gemoed vol bekommering was. Het gevolg was, dat het ministerie Thor becke moest aftreden en wat deden de toen zoo angstig bekommerde conservatieven Zij volgden denzelfden wegdien zij in Thor becke zoo hadden veroordeeld. De bisschoppelijke hiërarch}- bleef in wezen en het eenigste gevolg van de Aprilbeweging was dat de bisschoppen nu uit 's lands kas moesten worden betaaldterwijl bij de regelingdie Thorbecke had gewild dit althans aanvankelijk niet het geval zou zijn geweest. De conservatieven eens aan het roer zijnde volgden ui alles bet voorbeeld van Thorbecke's bestuur dat zij toch vroeger als den ondergang van het land hadden uitgekreten. Zij gaven ons de armenwet, de afschaffing der belasting op het gemaalde schoolwet en wat niet al meer. Deze inconse quentie moest zich zeiven wreken en voeren tot de zegepraal der liberale rigting, toch bleef zij in hare nederlaag kleingeestig. Volgens het parlementaire stelsel had toch Thor becke als leider der oppositienadat deze de meerderheid was geworden minister moeten wor den maar hij werd stelselmatig uitgesloten. Bos scha geeft in zijn merkwaardig werk Ministers en kroon niet onduidelijk te kennen, dat deze uitsluiting ten believe van cenigc haagsche kringen geschiedde. Is dit zoodan moet het belang des lands onderdoen voor het welbehagen van perso nen aan welke de wet geen meerder invloed op de regering toekent dan aan de minste burgers. Het gevolg dezer uitsluiting van Thorbecke werkte demoraliserend op de liberale partij zij werd in haren eigen boezem verdeeld. Het gevolg daarvan was dat een vrij aanzienlijk getal der li berale leden overging tot de conservatieve rigting. In dit opzigt beging de conversatieve partij eene groote fontzij ontving namelijk al de overloopers met opene armenvoor hare organen bezigde zij uitsluitend schrijversdie nog kort te vorenmet groote heftigheid voor de liberale zaak hadden ge streden tot afgevaardigden koos zij mannendie nog voor weinige jaren de vergaderzaal van hunne invectiven tegen de conservatieven hadden doen weergalmen. Bijna ieder liberaal die het zoowat verbruid had bij zijne partijkon bijna zeker zijn, dat hij bij de tegenpartij in eer en aanzien zou komen. Maar de prikkel tot desertie zoo groot was daar konden de gevolgen niet achterblijven meer en meer werd dan ook die staatkundige overtui ging beschouwd als een kleeddat men naar wil lekeur kan af— of aandoen. Doch ondanks al die kunstgrepen bleef de conservatieve partij de zwak ste zij kon op den dunr Thorbecke niet uit de regering houden. Maar hoezeer ook verslagenal tijd beproefde zij den ouden strijd op nieuw weder te beginnen. Het is bekend dat zij daarbij niet altijd even zniver zedelijke middelen te baat nam; men denke toch slechts aan den particnlieren brief van den minister Betzdie rij zich niet ontzag te publicerenniettegenstaande het vertrouwelijk opschrift, Amice, eene genoegzame beweegreden tot geheimhouding had moeten zijn, men denke voorts aan bet stellen van eenen roomschen en een be houdenden candidaat in een district, ten einde door een candidatuurdie toch niet slagen kon stemmen voor den anderen te winnen men denke aan het telkens opwarmen der onderwijskwestie aan de kunstgreep om uit de veeziekte een stormram tegen het ministerie op te delven. Ge makkelijk zonden wij de lijst dezer staaltjes kun nen vergrootcn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1869 | | pagina 1