HERNANDES. Augustus mogen misbillijkenzoo bij gevolg lm 1 gegeven aan zijn voornemen om de republiek te herstellen en even als Sylla in vrijwillige balling schap zijn leven te eindigen. Wanneer wij de blikken om ons henen slaan dan zien wij dat de wet der zedelijkheid nergens heerscht dan in het menschelijk geslacht. De na tuur om ons henen toont zich koud en onver schillig jegens misdaad of deugd. Christus zelve heeft ons dit geleerd wanneer hij zegtdat God zijn zonne doet opgaan over boozen en goeden eu dat Hij regent over regtvaardigen en onregt- vaardigen. In de natuur zelve kan men dus geene bondgenoote vóór of tegen de zedelijkheid vinden. Ook in het menschelijk geslacht heerscht de wet der zedelijkheid alleen voor zoo verre het gehoor geeft, aan zijne hoogere natuurdaar waar de hoogere natuur niet spreektdaar hangt het geluk van zedelijkheid of onzedelijkheid af van de meerdere of mindere middelendie beiden ten dienste staan. Wordt de onzedelijkheid door ovér- magt ondersteunddan zal zij in den regel triom feren. God heeft alleen aan het menschelijk ge slacht het gevoel voor zedelijkheid ingeblazen dus heeft men geen regt om de zegepraal der ze delijkheid van omstandigheden buiten de mensch- heid te verwachten. Alleen door ontwikkeling van het zedelijk ge voel in het menschelijk geslacht, wordt lietmo- gelijk dat wij die ideale wereld naderen waarin de deugd altijd zigtbaar wordt beloond. Welverre van de onzedelijkheid zoodra zij triomfeert te ver goelijkenmoesten de geschiedschrijvers steeds hun best doenoin op deze donkere plekken in de geschiedenis te wijzen ten einde ons aantetoonen hoever wij nog van het ideaal zijn verwijderd. Elke poging om de onzedelijkheid zoodra zij gelukkig isminder hatelijk te maken verlamt iu ons het zedelijk gevoelen brengt daardoor ons verder af, van het doel dat men beoogt. GEWONE IJE1UGTEN. IV. DE DOOD. Plotseling schrikt zij wakker een zware hand ligt op haren arm zij ziet op. Een verschrik kelijke gil klinkt door de kamer. Daar staat Hernandes voor haar met een lang breed mes in de hand en dit mes is rood van bloed. Zwijg zeide hij terwijl hij haar brutaal de band op den mond lag zwijg gij moet sterven sterven door mijne hand. Ik had u kunnen dooden in uwen slaap maar gij moest wetendat ik zoowel weet te straffen als te be- loonen. Ellendige verraderesniet alleen hebt gij nw eed verbrokenmaar mij zelfs verkocht, aan den mandien gij uw echtgenoot noemt. Terwijl hij dit zeide zwaaide hij zijn breed meswaarvan de bloeddruppels afdropen over haar hoofd. Gravin de Benaventahet is nu tnsschen ons. Hij hief haar ophij wilde toestooten toen zich op eens eeu hinderpaal tusschen hem en zijn slagtoffer plaatste. Een geheel misvormd wevenvloog hem aan, scheurde hem bijna de oogen nit en bragt hem diepe wonden in zijn aangezigt toe. Hernandes laat van pijn het mes vallen en tracht zich te verdedigenMaria na eenige oogen- blikken tot zich zelve komendeherkent haren redder. Almagtige God het is haar kind Dit gezigt geeft haar moed en krachtzij schelt, zij schreeuwt om hulpzij roept hare kamenier Juana. Die zal niet meer antwoordenzegt Hernan des terwijl hij het kind een slag toebrengt dat hem het bloed uit neus en mond vloeitgij behoefde niet te wetenwie haar den dood gaf. Zij slaapt voor eeuwig. Monsterschreeuwt Maria hem toe terwijl zij riek voor haar kind plaatst. De politie te *s Gravenliage is op het spoor ge komen van een driemanschap, dat zich reeds verschei dene maanden bezig hield met een misdadiï beheer over den wijnkelder van lift bekende hois Duijm cd de Nocker aldaar. De hoofdpersoon, de wijn- kooperskr.rchtwaarin de patroon sedert vijf jarrn zooals verder zal blijken te veel vertroowen stelde, heeft dit op schromelijke wijze misbruiktdoor eenige maanden achtereen aan deii tweede gearres teerde een bakkersknecht-tapper tegen hoogst geringe» prijs fijne wijn puusch enz. te leveren. De kwade praktijk werd bovendien zoo brutaal mogelijk ten uitvoer gelegd. De bakker kwam iederen morgen ten 8 ore quasi brood in de berg plaats brengen en verliet die dau even alsof er niets gebeurd ware, met zijn met flesschcn wijn of pnnsch gevuld mandje onder den arm dat dan evenwel overdekt was met een groen kleedje. De laatste medepligtige eindelijk had ook den eerste tol leverancier voor een flesch punsch tegen 25 cents iederen dag. Lang kou dit niet onopgemerkt blijven en een andere knecht maakte den patroon met de opstandigheid bekend, dat hij wel wijn zag weghalen maar nooit het geld daarvoor geven. De Hter de N. gaf van een en ander kennis aan de politie, wie het mogt gelukken de twee eerste daders op heeterdand te betrappen. De com missaris van politie Beukman bad aan den inspecteur Haidenberg last gegeven om in eene tegenover het pakhuis gelegen woning post te vatten. Op den bepaalden tijd kwam dan ook de bakker, die bij het heengaan niet weinig opkeek dat zijn mandje werd in beslag genomen en toen het bleek dat daarin wijn aanwezig was werd hij in hechtenis gpnomen. De arrestatie van den andere volgde hierop onmiddriijk en den volgenden avond was ook de derde persoon gearresteerd. De genoemde commissaris heeft iu beider woningen eene aanzieu- lijke hoeveelheid van het gestolene teruggevonden eu in beslag genomen. Te Rotterdam was dezer dagen van elders een nieuwe straatrondventer die met een aardig d leulje zijne waren ten verkoop aanbood. 'Zeg kerel sprak htm een vrolijke kwant toe vje krijgt een gulden van me, maar dan moet #je achter je liedje roepén Ijeve de VletterDe koopman die misschien niet wist, wat dit betee- kende riep met luide stem bij het eind van zijn dneutjeLeve de Vletter Dit wordt gehoord door een politie agent die kwaad in dit feit ver moedde en den koopman eebood hem te volgen naar de wacht. De commissaris ondervraagt den delin- Er volgt een worsteling om het mes. Zij streed met den moed der wanhooptoen verscheidene dienaars op het geschreeuw hunner meesteres toe schoten. Hernandes doet een laatste poging. Hij wringt zich los treft haar, springt op het terras en zwemt over de gracht. De dienaars vonden hun meesteres buiten kennismaar gelukkig buiten levensgevaar. Door zijn drift had hij niet goed getroffen. Hernandes op den anderen oever gekomen wierp zich op den grond en brulde als een wild dier. Hij vervloekte zich zelf, dat hij haar niet in den slaap had vermoord. Op dit oogeblik hoort hij paardengetrappel, Het was de graafdie terug kwam met den biechtvader. Hij greep zijn horentje en spoedig had hij ant woord want in een oogenblik had hij zijne manschappen om zich heen. Verbergt ulaadt uwe geweren en pistolen en schiet als ik u bt veel Naauwelijks had hij gesproken of Alphonso was in zijne nabijheid. Den gids deed hij grijpen en deze wasvoor hij een kreet kon uitbrengen, een lijk. Alphonso reed voort. Vuur Twee mannen vielen dood ter nederonder welke de geneesheer zich bevond.* Vuur! klonk het op nieuw. Ditmaal zeeg het paard van den graaf ter ne der. Alphonso was ongedeerd gebleven hij greep zijne wapens en vloog de bandieten te gemoet. Hel en duivelriep Hernandeszal ik dan nooit deze familie kunnen treffen. Hij wierp zich op Alphonso. Hij schoot zijne beide pistolen af op slechts een paar passen af- standsmaar zijne schoten misten. Door de be weging viel zijn mantel en nu herkende Alphonso den moordenaar. Oriep hij uitzijt gij het Denk om Se- villaen aanleggendetiof hij hem juist in het hart toen de bandiet op nieuw schoot. Hernandes quent en deze verhaalt eenvoudig hoe zich de zsak heelt toegedragen »Een heer zei me dus sprak hij ekoopman roep eens Leve de 'etter en hij gaf me eeu gulden. Geef u mij ook een golden dan roep ik Leve de commissaris De commis saris lachte en liet den snaak ongehinderd weggaan. Dezer dagen is in den omtrek van Londeu een wedren van vélocipèdes gehouden. De af te leggen wea was iets meer dan twee mijlen groot. Voor de winner was een prijs van f "240 uitgeloofd. Toru men de eerste mijl achter den rug had waren vijf minuten verloopeH en de heer Merry was aan het hoofd van de mededineers. De over winning werd hem echter op de laatste helft ernstig betwisten de heer Walowsfei die zijn concurren ten verre achter zich liet, droeg eindelijk de zegepraal weir. Hij had het traject in 9^ minuut afgelegd. De personen, die te paard ventre h terie den weg aflegdenwerden door de vélocipèdisten spoedig ingehaald. Voor bet station van den Westerspoorweg te Parijsviel voor eenige dagen een beer op straat neder. Al spoedig bespeurde men dat hij een aanval van beroerte had en men droeg hem ïn een der naastbijgelegen huizen waar een oogetiblik later eene vrouw huilende en ontdaan en om haar man.... haar lieve man roepende hem kwam op zoeken al weeklagende zijn das los maakte, en de omstanders verzochtals je blieft haar toch maar met haar man alleen te laten want dat zóó veel menschen hem benaauwdeti. Men voldeed aan haar verzoek. De vrouw was zoo lief eu zorgvuldig als maar mogelijk is. Eindelijk doet de docter een aderlating en de zieke herleeft. Ik ben blij dat hét zoo goed afloopt zeide hem de docter ook oin uwe vrouw." Mijne vrouw Ja je vrouw de arme ziel Men had ze wel in bare tranen kunnen baden toen ik hier kwam ze heeft wat goed voor u gezorgd." Hij voelde zijne zakken na. „Jawel ze heeft me gerold ik beu beurs eu horologie kwijt." GEMENG!)E lïEKIGTEN. In de laatste week der maand Januarij zijn de openbare bijeenkomsten te Midwoud totaal veron gelukt; op Zondag morgen den 24 Januarij ging de gemeente, weinig talrijk naar h»ar nieuw bede huis doch de leeraar die van elders moest komen, j verscheen ten gevolge van een misverstand des namiddags toen de hoorders niet meer op het ap pel waren 's namiddags daaraanvolgende konden de opgekomen leden van het Nut onverrigter zake huiswaarts keeren daar èn de bestuursleden èn de viel dood ter neder. Toen zij hunnen aanvoerder zageu vallen gingen de overigen op de vlugt. Breng dit ligchaam op het kasteelzeide Al phonso. Maria had het schieten reeds gehoord en ook de reden daarvan geraden. Zij had alle bedienden onder de wapens geroe pen en ze tot hulp van haren man afgezonden. Toen deze op het kasteel kwamtoonde zij hem haar arm en wees op haar kind met de woorden Alphonso had ik gelijk den moorde naar te vreezenof noemt gij het nu nog ver beelding Maria gij hebt nu niets meer te vreezen. Hoor mij. Ik zelf héb hem gedood. Hij is nu wezent- lijk dood. Hij zal zich nu geen slagtoffers meer kiezen. Zij wilde het niet geloovenen schudde het hoofd. Hijdood hij door een schot van het leven beroofd,.dat is niet mogelijk. Hij kan niet sterven, want hij is op goeden Yrijdag ge boren. Om haar door daadzaken te overtuigen nam hij haar mede naar het vertrek waar de drie lijken lagen. Hij trok het kleeddat hen bedekte, weg. Daar zag zij voor zich liggenlevenloos en koudhet arme kind de moordenaar. Nader lief kind hij kan u nu niet meer deren. Neen, neen, hij slaapt! maak hem niet wak ker. Hij slaaptzeg ik u. Maria, hij is dood, zie eens; hij bragt haar nog nader bij. Zij beefde. Toen zij naast het lijk stond nam Alphonso hare hand en den arm van den doode en bragt die bij elkander. Zijt gij nu overtuigd Maria Zij trad nog nader en lag zelf, uit eigen be weging de hand op het lijktoen viel zij op de knieënhief de oogen ten hemel en zeide Nièves, mijne zuster, bid voor uwen moor denaar v. d. Bos.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1869 | | pagina 2