De koningin der bende.
GEMENGDE BEIUGTEN.
derschap ten gevolge gehad. Tot dus verre had
alleen de stadhouderlooze partij de gevolgen van
een van bniten komenden rampspoed gevoeld, maar
in 1783 moest ook de oranjepartij ondervinden,
dat zij evenmin, als hare antagoniste kan staat
maken op de vooHdurende ondersteuning en de
onverschilligheid dar burgerij. De treurige afloop
van den oorlog met Engeland had dezelfde ge
volgen als in 1672 de verovering van drie pro
vinciën door Frankrijk, doch in eeri omgekeerden
zin; want de burgerij daagde ditmaal de oranje
partij ter verantwoording en begon dadelijk met
aan te dringen op de besnoeïjing van de stadhou
derlijke magt. De tegenpartij, maakte aanstonds
ten haren eigen profijte gebruik van de stemming
des volks, want zij, die niets vergeten, maar ook
niets geleerd had, wilde zich op eenmaal schade
loos stellen voor de in 1672 in 1717 geleden ver
liezen echter was zij veel minder gelukkig
dan Oranje in haar tijdelijk bondgenootschap
mét de burgerij, want terwijl de kern der natie
zich steeds in haggelijke omstandigheden met
vol vertrouwen aan Oranje had aangesloten,
schaarde de burgerij zich alleen met een blijkbaar
gevoel van wantrouwen aan de wederpartij. En
geen wonder, de schandelijke familie-regering die
meer en meer in bijna alle steden van ons va
derland gebruikelijk werd, viel weinig in den smaak
en den geest der natie. Het verstandigste deel
des volks begreep dat het niets anders zoude zijn,
dan eén vervallen van kwaad tot erger, zoo men
stedelijke aristocratien nog magtiger maakte. Daarbij
hadden de bekwaamste reeds sinds lang aangedron
gen op eene hervorming onzer constitutie, velen
hadden ook in de school van Rousseau en Mon-
tesquiu begrippen opgedaan, die in openlijken strijd
waren met de regeringsbeginsels, die ten grond
slag van het gezag bij ons verstrekten. De ge
lukkige uitkomst van den opstand der amerikaan-
sche volksplantingen tegen Engeland had bij vele
het denkbeeld doen rijpen, dat iedere natie tot
stand kon brengen, wat zij wil. Wilde de natie
eene staatshervorming, dan zoude zij ook tot stand
Mevrouw I gij hebt de woede dezer lieden te
vreezen, zoo gij onwaarheid spreekt.
Zie het dan na 1
Telt! beval Lea. Twee van u. De anderen be
waken den gang.
De Frankforter moet mee tellen, riep Levi
Hirseh.
Help tellen 1 beval Lea den jongen architect.
Hij hielp de beide anderen. De anderen gin
gen met de wapens in de hand op wacht. Lea
beschouwde intusschen met smartelijken blik de
moeder en de kinderen. De barones zat onbewe
gelijk en keek niet eens meer naar haar geld om.
Waarom is nw echtgenoot niet bij u, mevrouw?
vroeg Lea deelnemend.
De barones wilde haar slechts met een trotschen
blik antwoordendoch toen zij in het schoone
weemoedige gelaat der rooversdochter blikte, waarin
zooveel smait lag uitgedrukt, antwoordde zijHij
ligt ziek in zijne kamer.
Lea bezon zich.
Ach ja 1 Ik weet het, hij heeft den voet ver
stuikt. Wat zal het hem zwaar vallen zijne vrouw
en kinderen niet te kunnen verdedigen. Ja me
vrouw, gij hebt een man met een edel hart.
Alsof een adder haar gestoken had, zag de ba
rones Lea verwoed aan.
Ik weet wat gij mij zeggen wilt, mevrouw. Hij
viel, maar hij verhief zich weder. Zie mij aan zoo
veel gij wilt, mevrouw 1 Ziju gedrag jegens u is
slecht geweest, maar sedert lang streeft hij, bij al
wat hij doet, er slechts naar om zijne fout bij u
weder goed te maken en uwe vergiffenis te er
langen. En gij mevrouw? Hebt gij u niets te
verwijten. Sedert hoe lang koestert gij een vreese-
lijken haat jegens hem. Wijst zijne bede en smee
kingen om weder met u verzoend tc worden, niet
af. Dat heeft hij niet verdiend. Dat maakt u en
komen. Nu of nooit was de leus van allen, die de J
hervorming beoogden.
Nooit scheen een tijdperk zoo gunstig voor eene
staatshervorming. In alle landen van Europa zag
men hervormers optreden. Nog werd de naam van
Fombal met eere in Portugal genoemd was
Karei III in Spanje bezig met nuttige hervormin
gen, in Pruissen zat Frederik de Groote, in Oos
tenrijk Josephus II in troon. In Frankrijk begon
men reeds de eerste plannen te maken voor de
groote staatshervorming, die door allen werd be
geerd. In alle landen spiegelde men zich de schoon"
ste toekomst voor, overal wees men op een tijd, die
zoude komen van vrijheid, vrede en welvaart, waar
in geen plaats meer voor priester-heerschappij of
den troon van een despoot zoude zijn. Geen won
der dus dat de zucht voor hervorming ook bij
ons met geweld ontwaakte en een ieder het van
zijne roeping achtte om mede te werken aan de
wedergeboorte der natie en dat niet alleen op po-
litiek gebied, ook in het maatschappelijk leven wil-
de men de handen aan het werk slaan, reeds toch
i had de maatschappij tot nut van het algemeen
begonnen met de hervorming van het schoolwezen,
reeds was met van Alphen, Bellamy en Nieuwland
een nieuwe morgen in onze letterkunde aangebro
ken. Bijna allen die door zucht naar hervorming
werden geprikkeld, schaarde zich aan de zijde van
de anti-stadhouderlijke partij. En waarop kon de
Oranjepartij aldus op het onverwachts besprongen
door een menigte van vijanden, steunen
In een volgend nummer zullen wij zien in hoe
ver zij kan staat maken op hare oude bondge-
nooten.
Wordt vervolgd.
In zeker huisgezin was een hond, die 's
zomers mede naar het buitenverblijf ging en 's
winters met de familie naar de stad terugkeerde.
Op zekeren da? werd er van buiten irv een korf
eene kat gebragt en in de kamer gezet, waar zich
de hond bevond. Daar die houd zich altijd goed
verdroeg met katten, werd de laatste uit de korf
hem ongelukkig, Behandel hem anders en gij zult
nog, zonder het geld dat gij dezen nacht verliest
gelukkig met den vader uwer kinderen kunnen
leven,
Op eens knielt. Lea voor de barones neer, greep
hare beide handen, besproeide ze met tranen en
riep: Mevrouw, bid gij voor mij. Ik ben ook een
ongelukkige. Geloof mij ik lijd nog zwaarder dan
gij. Bid voor mij en voor hem.
Zij blikten op den jongeling, die het geroofde
in een valies moest bergen en die nu een roover
werd. Zij vloog op en viel haren Ferdinand om den
hals.
Vergeef het mij, Ferdinand! Gij hebt nu overwon
nen ter liefde van mij.
Voort? riep zij toen. Alles is klaar.
Het geld was in orde bevonden. Maar Isaak
Loser wilde nog meer hebben.
Er is nog meer geld in huis en nu wij toch
hier zijn Mevrouw heeft zeker veel goud en
zilver, ringen, braceletten en juweeleu. Zij moet ze
hier geven, anders zullen wij dat marmotje daar
ip het bed, maar als pand nemen. Kom Lea gij
zijt de aanvoerdster, beveel maar.
Lea had haar vader laten uitspreken en toen
vroeg zijwas het geld in orde
Jawelmaar
Dan mag hier verder geen stuk meer worden
aangeroerd. Ik beveel het I Voort
Zij verhief hare gestalte, en ja! daar stond
waarlijk eene koningin. Haar vader wilde haar woe
dend aangrijpen, doch nu trad Levi Hirseh tus-
schen beide.
Lea heeft gelijkriep hij
De oude zweeg en allen vertrokken. Lea maakte
eene buiging voor de barones.
Mevrouwbid voor mijbeloof het mijIk zal
God voor u bidden, zonderling wezenopdat hij u
bijstaan moge om op den goeden weg terug te
keeren.
De edele vrouw gaf uit eigene beweging haar
gedaan. Toen er voor een oogenblik niemand in
de kamer was, bekroop poes de lust zich meester
te maken van een kanarievogeltje, dat in een kooitje
op een tafel stond. Door het springen der kat tegen
het kooitje, viel dit op den grond en maakte zulks
veel geraas. Iemand der huisgenooten dat booreode,
ging aanstonds naar de kamer, en vond het vo
geltje zitten in een hoek der kamer, terwijl de hond
heel bedaard vlak voor het kleine diertje zat en
poes met een hoogeo rug en dikken staart, op
eenige distantie, valsch dat de getrouwe en ver
standige hond de oorzaak was, dat zij nu een
lekker kluifje moest missen. Was dat instinct van
den hond of was het oordeel
Vrijdagavond zijn twee boeren, die in eenigs-
zins opgewonden toestand van de markt te Leiden
naar Alpen terugkeerden, met paard en rijtuig in
den Rijn gereden bij de brug te Oadshoorn. De
boeren zijn gered, doch het paard, waar eenige uren
vroeger nog f 400 voor geboden was, is verdronken.
In Posen is eene jonge dame van 22 jaar,
uit eene der rijkste en tevens der oudste adelijke
familiën der stad, met den 25jarigen kok des hui
zes op den loop gegaan. Zij hadden eene som van
11,700 flor. uit de secretaire van papa meegeno
men. De politie vond te Krakan het paartje na een
viertal dagen: in dien korten tijd hadden zij reeds
meer dan 2000 flor. verteerd.
Men meldt de volgende bijzonderheden over
het vinden van bet lijk van Jean Kinck. Het
lijk is gevonden ten gevolge van een nieuw onder
zoek, dat de raadkamet bevolen had, volgens de
aanwijzingen van Kriemp en Trappmann. Als men
bedenkt, dat de weg, dien de laatstgenoemde met
zijn slagtoffer had afgelegd, door een digt bosch
liep, doorsneden van honderden zijpaden, dan zal
men begrijpen hoe moeijelijk de nasporing geweest
is. Toch heeft men dien weg stap voor stap te-
rnggevouden en inderdaad, volgens de aanwijzingen
van den moordenaar, de overblijfselen van Jean
Kinck ontdekt aan den voet van den bouwvallen
van het kasteel Herenflnch, tusschen twee eiken.
De identiteit blijkt reeds voldoende uit de kousen
en schoenen, die men bij het lijk heeft aangetroffen
en die van de zelfde soort zijn als die, welke bi] de
i kinderen zijn gevonden; mevrouw Kinck was gewoon
zelve de kousen voor haar geheel gezin te vervear-
i digen. Een deel der ingewanden zal aan een schei
kundig onderzoek onderworpen worden en het lijk
zal welligt naar Parijs worden vervoerd. Men heeft
aan Trappmann medegedeeld, dat het lijk van Kinck.
den vader, is gevonden. »Dat dacht ik wel, nadat
ik de plaats had aangedoid," antwoordde hij.
Vervolgens begon hij te spreken over zijne
1 medepligtigeu en noemde ze bij hunne doopnamen.
Toen men van hem hnnne woonplaatsen wilde weten,
i zeide hij die niet te kennen evenmin als hunnen
de hand. Lea vloog de anderen na. De jonge bouw
meester was teruggebleven, hij had zijn proefstuk
afgelegd en werd dus niet meer door de anderen
bewaakt.
Kom, Ferdinand 1 bniten zijn wij vrij! Wij ver
laten hen voor altijd. Spoeden wij ons.
Zij greep zijnen arm en ijlde met hem naar be
neden. Bij de keuken gekomen, voegde Schlucher
zich bij hen. Zij liepen naar het poortje toe en
hoorden buiten het geroep van stemmen.
Hier zijn zijl Hier zijn zij! Vooruit! Laat er
niet een ontsnappen.
Met den grootsten haast kwam iemand aanloo-
pen. Het is mijn blaauwtje riep Lodewijk onthutst.
Gendarmen 1 riep zij buiten adem. Gendarmen
en boeren. Lodewijk sloeg zijne armen om haar
alsof hij haar beschermen wilde.
Wat huilt die deern, riep Levi Hirseh. Zij ver
raadt ons. Voort! allen voort.
Maar zij waren achter mijriep zij.
Wij zullen hen nog wel ontkomen. Zij vlogen
naar het poortje, geen tien schreden verder zagen
zij donkere gestalten.
Wij zijn verloren! zeide Levi.
Nog niet! riep eene stem achter hem. Een krach
tige hand wierp hem ter zijde. De hooge gestalte
van Lea vloog hem voorbij naar de deur, sloeg de
deur toe en schoof er den dikken grendel op.
Volg mij, riep zij met bevelende stem.
Zij vloog terug in den gang. Achter haar werd
te vergeefs aan het poortje gerammeld, gestooten,
geduwd. Zij liep vervolgens door het huis, luister
de aan de voordeur en zeideHier is nog niemand,
de deur is vrij.
Zij draaide den sleutel om, een ander schoof den
grendel weg de deur vloog open. Niemand was
er te zien. De vervolgers waren aan de andere zijde
van het hnis.
Maar waarheen verder De vervolgers waren tal
rijk, want de houthakker had ?ijne boodschap goed
verrigt en bijna al de bewoners van drie dorpen