De koningin der bende. GEMENGDE BEKUGTEN. «iddel tot bereiking van dat doel bestaat in on- verpoosde werkzaamheid. Men geloove ons zoo het nederlandsche volk met kracht aan het werk tijgt, zal het zich spoedig even gezond als in de 17e eeuw voelen. Dezer dagen is te Munchen, de Beijersche hoofdstad, een geschrift in het licht verschenen, dat zeer de aandacht tot zich trekt. Het is van de hand des heeren Döllinger, Proost van het stift aldaar. Hij heeft het geschrift opgedragen aan de leden van het duitsche episcopaat en be wijst daarin, op theologische en geschiedkundige gronden, aan welke dwaasheid diegenen zich schul dig maken, die den Paus als onfeilbaar willen voorstellen en hem zoodanig verklaren. In Moskou bestelde een der grootvorsten voor zich en den prins van Oldenburg een diner in eene restauratie. De ondernemer, er op reke nende, dat zijn hooge gast niet zoude willen afdingen, rekende voor een eenvoudigen maaltijd 690 roebels. Iets dergelijks gebeurde indertijd den hertog van Orleans in eene kleine stad van Frank rijk, wien men voor een middagmaal 500 francs berekende. Deze liet dadelijk den maire komen, stelde hem 1000 francs ter hand en verzocht hem zijne vertering daarvan te betalen en de rest aan de armen te geven. De maire deelde een dag later aan de armen 995 francs uit. Tegenwoordig is er in Californie nog zulke schaarschheid aan vrouwen, dat haar getal staat tot dat der mannen in de verhouding van 13. Nog schaarscher echter zijn ze in Colorado, waar men op 20 mannen slechts één vrouw vindt. h Wat zal 't daar stil zijn// denkt de vrou wenhater. Wat zal 't daar ook morsig en vuil wezen// geeft hem de Noord-Hollandsche en Friesche boerin ja, welke Nederlandsche vrouw niet ten antwoord. De schrijver van de cantate, uitgevoerd bij gelegenheid der onthulling van het nationaal mo nument, dr. N. Beets, is door Z. M. den koning groothertog mede begiftigd met het kommandeurs- kruis der orde van de Eiken Kroon. Als eene historische bijzonderheidin ver band staande tot het feest van den 17 dezer, ver dient vermelding, dat zich onder de aanwezige genoodigden bij de onthulling van het monument bevond de engelsche vice-admiraal Holl, die in November 1813 in dienst was op het britsche oorlogschip de Warrior, aan boord waarvan Z. H. de prins van Oranje voor Scheveningen kwam, en Ik zal bij u en het kind blijven, Augusta. Als ik het u verzoek, Gerard I Zij sprak zoo bezorgd en zoo liefdevol verzoe kend. Dat was in lang zoo niet geweest. Hij zag haar verwonderd aan, toen trok hij haar tot zich en drukte een kus op hare lippen. Mag ik hier blijven Augusta om uw angst en uwe zorg te deelen Hetzij zoo Gerard, maar gij zult op de sopha gaan liggen, niet waar? Zij bragt hem op de sopha, maakte toen om slagen gereed en leidde ze zelf op den verstuikten voet. Zij was ook eene bezorgde vrouw, ten minste heden. Het kind was intusschen rustiger geworden. Gij hebt gelijk Gerard, laten wij op God ver trouwen. Hij zal dit kind ons niet ontnemen, maar Gerard Wat is het, lieve Augusta. De angst voor een lief kind uitgestaan heeft dikwijls echtgenooten met elkander verzoend. Hij zag verwonderd op. Ik meen de harten, GerardDe™ onzen waren lang gescheiden. Dat zal nu niet langer zoo zijn, Augusta 1 Vergeeft gij mij, Gerard? Ik was hard, koud voor u. O Augusta I mijne lieve vrouwIk heb n om vergiffenis te bidden. Ik droeg de eerste schuld. Hij wilde opstaan, naar haar toevliegen, maar zij kwam hem voor. Neen, neenik riep zij. De beide echtgenooten sloten elkander in de armen. I it de oogen der vrouw vloten tranen en het waren gelukkige tranen, misschien sinds jaren de eersten. Ook zijne oogen waren vochtig. De kindermeid kwam binnen. dat hij 't bevel voerde over de sloep, waarmede de prins naar den wal werd geroeid. Genoemde vice—admiraal heeft, zoo men weet, in het vorige en het jongste badsaizoen, te Sche veningen doorgebragtzich bezig gehouden met de verzameling van alle bijzonderheden met de vermelde gewigtige gebeurtenis in betrekking staan de hij heeft onder anderen verscheiden Scheve- ninger zeelieden opgezocht die zich dien tijd her innerden. Toen verleden week de trein van 10.29 van Arnhem de spoorwegbrug te Zutphen kwam op- stoomen, liep van den anderen kant een losgebro ken koe hem te gemoet. Wel trachtte de machi nist nog, haar door het laten vliegen van den stoom te verschrikken en te doen omkeeren, maar te vergeefs; het dier bleef pal staan en wachtte met gebukten kop den trein af. Nadat deze gepas seerd was, lag de koe tusschen de rails in dood, met gebroken hoornen en pooten, doch overigens oogenschijnlijk zonder kwetsuren; toen men het ligchaam opruimde, vond men de ijzeren platen der brug ingebogen. Men vertoont te Alkmaar een nabij Texel gevan gen vreemdsoortige visch, lang 3 voet, breed 2J voet en dik 1 voet. Hij is ongeveer 40 kilogr. zwaar en heeft geen staart, maar eene groote vin onder en boven het ligchaam. Hij heeft wel iets van een heilboot. Door een paar visschers werd dat zeegedrocht rond wijf" genaamd. De onthulling van het nationaal Monument heeft den 17 dezer, te 's Gravenhage, onder be gunstiging van zeer schoon weder, volgens het vastgestelde programma plaats gehad. De toevloed van vreemdelingen was buitengewoon groot, en de stad had een regt feestelijk aanzien, vooral 's avonds toen eene prachtige illuminatie de straten helder verlichtte. Het feestmaal, door Prins Frederik aan de afgevaardigden der plaatselijke commissiën aan geboden, was zeer luisterrijk en heeft bij al de genoodigden den aaugenaamsten indruk achterge laten. Het menu luidde: Potage Tortoe l'Anglaise, Petits patés de ris de Veau truffés. Filet de boeuf piqné roti en macédoine de Légumes, Poulardes aux huitres. Noix de Veau a l' Allemande. Aspic mari- time, Sauce tartare. Faisant piqué röti-charlotte de pommes, Paté de perdreaux h la Parisiene, Salade Pouding de Cibinet it la Fran^aise au Sabaijon au vin du Rhin. Macédoine de fruits h 1'Orange. Gatean Monté, Glacé h la Vanille. Fruits. Dessert. Ook de feestcantate heeft meer dan aller ver wachting overtroffen. Het Monument zelf voldoet zeer goedhet heeft zelfs een grootsch aanzien, zoo als 't zich daar midden in het Willems park, op een kolossaal voetstuk ruim 20 meters hoog verheft. De allegorische en andere voorstellingen, die het versieren zijn flink uitgevoerd en wel geschikt, om de heugelijke gebeurtenis, welke zij in herinnering moeten brengen, den toeschouwer levendig voor oogen te stellen. Men meldt uit Eecloo. Voor negen jaren verliet een braaiwerkman onze stad, om zich met vrouw en kiuderen neder te zetten te Brussel, in de hoop er t bestaan te vinden, dat hem hier, ondanks al zijne naarstigheid, ontbrak. Op zijne deur had bij met krijt geschreven: Ik vertrek in den nacht, 'k laat mijn meubels voor de pacht. Zonder falen Kom ik later mijn andere schuld betalen. Inderdaad, deze week kwam de eerlijke man te Eecloo en bood zich bij zijne schuldeischers aan, en betaalde elk hunner tot den laatsten cent. Tengevolge van de veelvuldige regens zijn twee buurten der gemeente Ambt-Vollenhove gelegen aan het Beulaker-Wijde, bijna geinundeerd. Dage lijks moet men het water uit de woonvertrekken houden. Zelfs op de hoogste punten der gemeente heeft men water in den kelder; terwijl de akkers voor het winterkoorn onder staan. De turf drijft op vele plaatsen weg, terwijl alle overige turf meest overal in t water stast. Men maakt algemeen de opmerking, dat het in geen 20 jaren om dezen tijd reeds, zoo ontzettend geweest is met den aandrang en t rijzen van t water, Woensdagmiddag omstreeks 12 uur beeft er te Marum bij Bouwsma eene vreemde gescheide- nis plaats gehad. Een onbekend persoon wist er in de schuur te dringen en een schuilplaats te zoeken in de naad van de schuur. Eéü jongeu ontdekte het en gaf er kennis van, waarop B en meer an deren zich daarheen begaven en deo man verzochten, beneden te komen deze gaf echter geen antwoord. Hierop werd er met vorken in het hooi gestoken hij kwam eindelijk beneden en gaf voor een slaapje te willen nemen. Bij later onderzoek bleek, dat hij in twee winkels getracht had lucifers te koopeu, dat hem evenwel niet gelukt was. Hij is daarop, ou der geleide van twee man, naar den burgemeester getranporteerd om onderzocht te wordeu Zijiij afkomst kon men tot nog toe niet te weten komen. Aan de Vrsuliner nonnen, die tot nu toe i n Oostenrijk met het onderwijs der meisjes belast waren, is dit thans ontnomen. Eene miuisterieele verordening bepaalt, dat dadelijk eene kweeksehool voor onderwijzeressen zal worden opgerigt. Deze zal reeds 1 December geopend worden. Volgens de Patrie bevat het wetsontwerp op het lager onderwijs de volgende hoofdbepaliugen Het kosteloos lager onderwijs wordt in alle gemeenten van het keizerrijk ingevoerd, van 1 October 1870 tot 1 October 1875; de kosten worden gedeeltelijk gevonden door schenkingen, gedeeltelijk opgebragt door de gemeenten en bijzondere belastingen. Buitendien zal de staat 25 millioen, dos jaarlijks 5 millioen bijdragen. De onderwijzers der lagere scholen zullen eene vaste dezoldiging genieten van 700, 800 en 1000 frs.; en buitenbien eene bijzon dere schadeloostelliug voor elke school. Genadige heer 1 Er is buiten iemand die u ver langt te spreken. In den laten nacht wie is het Een arbeider. Hij zegt een dringende boodschap te hebben, hij komt van den Wantropper molen. Van den Wantropper molen Niemand sprak anders ooit dien naam in zijn huis uit. De baron was vuurrood geworden en zijne vrouw doosbleek. Zelfs de kindermeid stond ver legen. Alle wisten welke beteekenis dien molen voor dit huis had. Laat den man bovenkomen, zeide de baron en stond op, om zich in eene andere kamer te bege ven. De barones duwde hem zacht terug. Blijf ik zal mij verwijderen. Ik zal blijven Augusta, alleen dan als gij ook blijft. Goed. Hij wilde haar nog iets mededeelen, maar te laat. De houthakker Andries trad reeds binnen. Spreek zacht, zeide de baron op het zieke kind wijzende. Uwe genadeik kom van den Wantropper molen. En wie zendt n hier heen Helena, de dochter des molenaars. Zij heeft mij de volgende boodschap mede gegevenDe man die in den molen was hij was er ook reeds toen uwe genade kort voor mij daar waart Op het hooren van deze laatste woorden viel de barones in onmagt. De houthakker ging echter voort: De man is een dief, het hoofd eener dievenbende, welke het dezen nacht op uw huis gemunt heeft. Zij weten dat mevrouw de barones eene groote erfenis ge kregen heeft en die willen zij dezen nacht halen, Daarom moest ik mij spoedig tot u begeven, op dat uwe genade gewaarschuwd zoudt ziju. Heeft zij u ook nog iets anders gezegd Ja, uwe genade zou mij een goed drinkgeld geven. Dat zult gij hebben, onder een beding. Hier hebt gij twee daalders. Ga nu spoedig naar de naaste dorpen en haal daar hulp. Zou uwe genade dus denken dat de boeren ko men zullen Waarom niet? Dan kent uwe genade de boeren niet. Ik wil er heengaan, maar niemand zal komen. Zij zullen wel de stormklok luiden, maar dit zal alles wezen. De houthakker vertrok en nu begon de baron op middelen van tegenweer te denken. Augusta I riep hij zacht. Zij sprong op en ging voor hem staan. Haar lippen beefden. Gij waart dus in den molen Ja Augusta. Gij hebt die deern gezien. Laat ik u vertellen, Augusta. Antwoord mij. Zaagt gij haar? Ik zag haar. En het kind Ook het kind. Ellendeling! gemeene leugenaar! zwijg! verlaat mij 1 Morgen zal ik met mijne kinderen dit huis verlaten. Galaat mij alleen. Augustahoor mij toch even aan. Uit mijne oogen, bedrieger 1 Bedenk toch dat de dieven komen. Denk om uwe kinderen. Zij antwoordde niet, maar nam het zieke kind op, bragt het in de kinderkamer, en sloot de deur achter zich. De baron was alleen. Hij moest handelen. Het gevaarlijke oogenblik zou dan aanbreken eu hij be sloot te redden wat in zijn vermogen was. Hij hoorde de kindermeid den trap opkomen. H'j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1869 | | pagina 2