Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. «OMöERB&G 30 De defensiekwestie. Ao. 1869. Dertiende Jaargang. Jiï. 6'i0. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt wet een bijvoegselbevattende het jongste Schager— marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die znlks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Paus per jaar f 3,—. Franco per poat f 3,00. Afzonderlijke nummers f 0,07|. ADvr.RTRKTiëN van een tot vijf regels f 0,75 j iedere regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan eeu rots te biên. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. GEMEEMEAFÜOMIGIMWI. BEKENDMAKINGEN. Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders van Schagen. Gelet op artikel 19 der Wet van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72). Herinneren hij deze deu ingezetenen «an de vcr- pligting tot het doen van de aangifte ter inschrijving voor de Militie in de volaende maand Januarij, als wanneer moeten worden ingeschreven alle man nelijke ingezetenen, die op 1 Januarij '870 hun 19e jaar zijn ingetreden, en mitsdien al de zoo. danigen, die in 1851 werden geboren, met te kennengeving: Bat volgens de Wet voor ingezetenen worden gehouden le. Hij, wiens vader, of is deze overleden, wiens moeder, of zijn beide overleden, wiens voogd inge zeten is volgens de wet van 28 Julij 1850 (staats blad No. 44) 2e. Hij, die geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste 18 maanden voor 1 Januarij 1870 binnen Nederland verblijf hield; 3e, Hij van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij hiuueu het rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt «iet gehouden de vreem deling, behooreude tot eenen Staat, waar de Neder lander niet aan de verpligte krijgsdienst is onder worpen, of waar ten aanzien der dienstplietigbeid het beginsel van wtdeikeerigbe' 1 is aangenomen. Dat de inschrijving geschiedt; )v Van eeu ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of is deze overleden, de moeder, of zjjn beide overleden, de voogd woont; 2e. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hij woout; Se. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is' achtergelaten, of wiens voogd buiten 's laiids gevestigd is, in de gemeente waar htj woont; 4e. Van den buiten'a lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van'a lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Dat niet voor de militie wordt ingeschreven, le. De ift een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die neen Nederlander is 2e. De in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van eeu vreemdeling, al is zija voogd ingezeten: 3e. De zoon van den Nederlander die ter zake van 's lands dienst in 's Rijks overzeesche bezit tingen of koloniën woont. Dat de verpligting tot het doen der asngifle berust op den militiepligtige en bij ongesteldheid, afwezigheid of onsteiitenis, Op zijnen vader, of is deze overleden op zijne moeder, of zijo beide over leden op zijnen voogd. Dat hij,'die eerst na het intreden van zijn 19e jaar. doch vóór het volbrengen van zijn 20e in gezeten wordt, is verpligt, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar de. inschrijving, volgens artikel l(j der wet, moet geschieden. Pat (ot de voornoemde inschrijving gelegenheid zal worden gegeven Ier Secretarie der gemeeDte op at de werkdagen der maand Jannarij e. k. van voormiddags 10 tot 12 ure. Schagen den 27 December 1869. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Van Dömberg Heiden. De Secretaris A. J. van Cantfort. Burgemeester en Wethouders vao Schagen, her inneren de ingezetenen, dat met 1 Januarij e. k. in werking treedt de wet betreffende de mateD, ge- wigten en weeg werktuigen, van den 7 April 1869 (Staatsblad No. 57). Ten einde de systematische namen der maten en gewigten, die van af dat tijdstip bij uitsluiting in bet Rijk mogen worden gebezigd, algemeen bekend worden en in gebruik komen, noodigen zij de nering doenden nit, in hunue winkels voorhanden te hebben de tabel houdende opgave dier namen en derzelver verkortingen, zooals die door de Inspecteurs van liet lager onderwijs in deze provincie, voor het school ouderwijs is opgemaakt, welke bij de nit- geefster dezer courant te verkrijgen is, voor den prijs vau f 0.20. Schagen den 28 Dec. 1860. Burgemeester en Wethouders voornd. van Dömberg Heiden. De Secretaris. A. J. van Cantfort. TJit een reden van den heer Thorbecke bij de behandeling der begroeting van inariae en oorlog op 18 December 1.1. gebonden, kannen wij, lee- ken, welligt nog het best den stand der defensiè kwestie opmaken. j Zij vangt aan met eene tegen-beschouwing aan het adres vau deu lieer Storm, die aan de leden der Kamer en aan de vele burgers daar buiten, die opkomen tegen de hooge uitgaven voor defensie had toegevoegdGij kunt de zaak niet beoor- deelen. Gelijk door deu heer Thorbecke werd gezegd; het vraagstuk moet eerst worden vrijge maakt van deze opgeworpen bewering. Het is toch duidelijk dat er adders voor ons lreken, geene defensie-kwestie bestaat. Ten opzigte van de leden der Kamer dit valt dadelijk in het oog is de bewering van den heer Storm ongerijmd en verdient zij de eeuigzints satirieke vraag van den spreker, hoe kan een eouflict verineden worden tusschen ons en onzen werkkring, die zoo afwisselend is en over zoo veel handelt en toch ieder vraagt om zijn stem, indien de heer Storm ons zoo mag uitslui ten Maar ook in het algemeen is het woord van Thorbecke waar: wij staan niet meer onder de heerschappij of het monopolie der specialiteiten. Het is een te stout beweren dat een bepaalde wetenschap enkel hare officiële beoefenaars zou heb ben en ten opzigte Tan de krijgswetenschap treedt in de volksalmanak van 1870 onze vertegenwoor diger, de generaal Knoop op als een verdediger van het regt of liever als een verkondiger van den pligt van ieder om zijne gedachten met dit onderwerp van algemeen belang bezig te houden. Maar specialiteiten zijn een lastig ras, volgens Thorbecke en ook zelfs de generaal Knoopdie meer dan eenig ander militair-schrijver getracht heeft de speciale wetenschap te populariseren, ram melde dadelijk met zijn degentoen hij hoorde dingen op het cijfer van uitgaven, en deed den heer Jonckbloet strijdlustig opstaan om tegenover den krijgsman vol te houden het .regt en den pligt van den burger, in een almanak voor het volgend jaar door dien eigen krijgsman reeds toegekend. Doch dit mag niet zoo ver gaan dat de waarde eener specieuse kennis ontkend wordt; neen, volgens Thorbecke, zijn zelfs specialiteiten on< misbaar. Onmisbaar ter voorlichting, gelijk wij ons uit drukten in ons voorlaatste nummer; geroepen om vóór te gaan in den strijd tegen ondoelmatige organisatieechter niet om door hun weten schap als volstrekte meesters te gebieden. Doch bovendienzoo gaat Thorbecke voort er is hier geen strijd over een bijzonder puntzelfs geen krijgskundige kwestiede vraag die de adressanten tegen de uitgaven voor oorlog aan- j voeren is dezezijn onze uitgaven omtrent dit punt in verband te brengen met de productieve kracht der natie. De burgers moeten toch bet talenzijn zij onbevoegdom te oordeelen of zij het kunnen Mogen zij niet uitrekenen wat er al betaald is aan defensie en vragen naar het resul taat en onderzoeken of naar het oordeel van des kundigen ons defensie-wezen op dien voet staat, dif naar de hoogte der uitgaven te verwachten was Hier vlecht de bekwame veldheer op politiek gebied een paar geschiedkundige herinneringen in j zijn rede, die te karakteristiek zijn om nog niet eenmaal voor onze lezers gebragt te worden. Die burgers zouden er op kunnen wijzen, zegt hij, dat het leger der regering van Louis Philippe 100 generaals meer had, dan ten tijde van het eerste keizerrijk en dat het toen een staf bezat ver bo ven de 4000 man, met uitgaven die het dubbele bedroegen van de années van Jena en Austerlitz. Wat heeft dit Louis Philippe gebaat f Die burgers zouden zich kannen herinneren het tijd perk na den slag van Jeua, toen Napoleon aan Pruisen verbood meer dan 42000 man onder de wapenen te hebben en dat toen de Prnissische generaals met het kleinste effectief de grootste re- serven voor de toekomst hebben geformeerd. Heeft dus dat kleine leger aan Pruisen geschaad Op dit oogenblik echter meent Torbecke zich niet geregtigd om de uitgaven voor de defensie te beperkeo. Want sedert den zomer van 1866 loopt naar zijne meening de onafhankelijkheid der kleine Staten grooter gevaar dan ooit. Deze stel ling is wedersproken door den heer van Houten. De plaaU gehad hebbende annexalien waren slechts gevolgen van eene sedert jaren bestaande zucht tot vereeniging. Laatstgenoemde afgevaardigde heeft eene verschooning aangenomen voor een onregt. De oorlog van 1866 heeft noch in zijn oorzaak, noch in zijne leiding, noch in zijne gevolgen iets wat doet denken aan een, in den boezem der door dien oorlog arm geworden Suten, levende b ,erte naar vrijheid oi eenheid:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1869 | | pagina 1