Jo. 642.
Ao. 1870.
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
13
Veertiende Jaargang.
Afschaffing der doodstraf.
SCHAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt,
met een bijvoegselbevattende het jongste Schager—
marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen
die zulks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Paus per jaar f 3,Franco per post f 3,60.
Afzonderlijke nummers f 0,07$.
ADVEETENTiëh" van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder 0,15. Groote letters naar de ruimte die
zij beslaan.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Boekhandelaren eD Postdirecteuren aangenomen.
GEMEE\TE-AFIiO\UIGI.\GE>i.
KENNISGEVING.
De Burgemeestsr der gemeente Schagen, brengt
bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat
het inschrijvingsregister voor de nationale militie,
ligting 1870, en de daaruit opgemaakte alphabe-
tische naamlijst, ter inzage zijn nedergelegd op de
Secretarie der gemeente en aldaar zullen verblijven
tot den 22 Januarij a. s.
Tegen register en lijst kan op de wijze bepaald
in artikel 99 der wet van 19 Augustus 1861,
(Staatsblad No. 72) en binnen omschreven tijd van
nederlegging, bezwaar worden ingebragt bij den
Commissaris des Konings in deze provincie.
Schagen den 12 Januarij 1870.
De Burgemeester voornd.
Van Döroberg Heiden.
Reeds voor eenige jaren hebben wij in dit blad
de afschaffing' der doodstraf verdedigd en de door
de tegenwoordige regering gedane voordragt noo-
digt ons uit deze belangrijke kwestie nog met een
enkel woord te bespreken. Nieuw licht kannen
wij over het onderwerp wel niet verspreiden, daar
het van alle zijden besproken is, maar welligt
kunnen wij nog iets bijdragen tot het meer popu
lariseren van de meening dat de doodstraf een
onregt is en hoe eer hoe beter uit onze strafwet
geving moet worden geschrapt.
Hetgeen de afschaffing der doodstraf welligt bij
ons kan tegenhouden, althans haar in andere lan
den verijdeld heeft is juist het populaire van de
meening dat er in de uitoefening van de dood
straf iets al is het dan ook maar weinig
iets regtmatigs ligt. Wy zullen ons verheugen
zoo schrijft do Tijd zoodra het berigt door
ons ontvangen wordt dat de bijl der guillotine het
hoofd van Traupman heeft afgesneden en daardoor
de bloedschuld is verzoend. Het is dit argument
hier in zijn meest plompen vorm voorgedra
gen hetgeen het volk gewoon is te bezigen,
wanneer het geregtigheid wil zien in den moord
op een misdadiger. De schuld moet verzoend
worden. Dit is het referein van de meeste lof
redenaars op de doodstraf, hetzij de woorden van
hun lofzang ontleend zijn aan den bijbel, aan de
volksbegrippen of aan de wetenschap. Bloed eischt
bloed en daarmee uit. Maar in gemoede is er
dierlijker, den mensch meer onteerende logica
denkbaar? Wat wordt er verzoend door die nieuwe
misdaad In wiens t'sng toch wordt zij gepleegd
De misdadiger zeker heeft van dit standpunt
geene regten; het slagtoffer der misdaad kan goed
noch kwaad meer ontvangen nit 's menschen hand
en de maatschappij zelve heeft geen regt op eene
dergelijke vergoeding, daar haar een dergelijk on
regt niet is aangedaan. Het argument der ver
gelding (een anti-christelijk begrip) zou alleen op
gaan, indien het mogelijk ware dat A door B
werd vermoord, nadat B door A vermoord was.
Deze onmogelijkheid wijst naar ons inzien voldoende
het onregt der doodstraf aan.
Anderen redeneren niet uit het begrip van ver
gelding maar spreken van straf. De misdaad moet
gestraft worden. Wie wat verdient moet wat heb
ben. In zekeren zin is dit ook waar. Maar voor
eerst is als straf de doodstraf zeker de meest on
zinnige uitvinding, die men kan bedenken. Om
iemand iets, een straf, te doen ondergaan, ver
nietigt men hem. Denkt men hierbijdan zou
men toch moeten vragen, wat nu eigentlijk de
straf isof de moord het middel is om tot de
straf te komen, zsodat de straf ua den dood volgt,
of wel de moord zelf de straf is, een straf in
eenige minuten doorstaan.
Maar ten anderehet is onjuist dat straf de
beweegreden zou zijn, die de maatschappij han
delend doet optreden. Zij moet iu haar eigen be
lang den misdadiger onschadelijk maken zij
moet door bedreiging en uitoefening van straf
voor de toekomst dergelijke misdaden minder waar
schijnlijk maken maar over de zedelijke slecht
heid der daad heeft zij geen oordeel uit te spreken.
De misdaad is eene zaak buiten haarzij kan
haar zoo min straffen als verzoenen. Bij de
doodstraf is dit natuurlijk volkomen waar, want
de straf heeft als straf geene beteekenis, maar
ook in alle andere strafbepalingen is niet het straf
fen van de misdaad, maar een voorzorgsmaatregi 1
het zich op den voorgrond stellende beginsel.
Wanneer ik steel verval ik in boete of gevange
nisstraf, maar wordt hierdoor een oordeel uitge
sproken over de zedelijke waarde der daad Welke
roeping heeft de regter mijne daden te beoordee-
len en wat voor gewigt heeft dat oordeel bij God,
de eenige regter mijner daden
Maar de regter mag wel mijne daad toetsen
aan de omschrijving, die de strafwet van een
misdaad geeft en bij gelijkheid van daad en mis
daad, daarop de straf toepassen. Hierdoor ech
ter straft hij niet, maar past de wet toe. Die
wet zelf kan onzedelijk zijn en ook bij de zwaarste
misdaden zelfs kan een verschoonend licht over
de ziel des misdadigers geworpen worden doch
de wet en de regter hebben over zedelijke schuld
of onschuld niet te sprekenzij passen de wet
toezij laten aan de daad haar gevolg hebben
maar zij stellen zich niet in God# plaats om ab
soluut over zedelijk verderf te oordeelen.
Het is intusschen eene moedige daad van dit
ministerie om het voorstel tot afschaffing te doen.
Het is de moed der overtuiging die uit de be
langrijke toelichting der wetsvoordragt spreekt. Met
minachting spreekt men van die zoogenaamde
ziekelijke sympathie voor misdadigers. Wij heb
ben met misdadigers geen sympathie, maar wij
komen tegen de misdaad op. De moord, ja de
bedreiging van moord, in onze strafwet, laf als
zij is, is een misdaad, onteerend voor ons regts-
bewustzijn en ons classificerend onder de wilde
dieren. Wat baat het of die straf al niet wordt
uitgevoerdeen van de tweetoepassen of
afschaffen. Gratie behoort niet een slechte wet
goed te maken. Het koninklijk regt van genade,
dat zich niet bindt aan regt of wetdat het
schoonste sieraad is der kroon en dat de koningen
maakt tot goden op aarde, mag niet misbruikt
worden. Het is billijk dat de wet den vorst ont-
helfe van dezen gewetenslast.
Er is geen misdaad zoo ongerijmd, die naar het
regtsgevoel van een verstandig vorst zou moeten wor
den verdaan door den dood. Intusschen de wet gebiedt
den dood, moet de vorst nu de wet opheffen, of
zullen wij niet liever de wet veranderen
C.LMEV.Di; BKIUGTEN.
STAAT van bevolking der gemeente Schagen.
Mann. Vrouw.
Bevolking op 31 Decemb. 1868, 1359 1389
Mann. Vrouw.
In 1869 geboren 39 60
Van elders iugek. 147 169 186 229
1545
1618
In 1869 overleden 34 80
Naar elders vertrokk. 142 171
176 201
1369 1417
Bevolking op 31 December 1869. 2786.
De indeeling der bevolking was voor de ver
schillende gezindheden als volgt:
Neaerd. herv. 1680; Evang. Luth. 26 Her
stelde Luth. 2; Doopsgezinde 142; Remonstr. 9;
Roomsch Cath. 891; Oud Roomschen 2; Nederd.
Israël. 34.
Naar wij van welonderrigte zijde vernemen
zal er op Woensdag 19 Jan, a.s. te Schagerbrug
in de Zijpe, een vocaal en instrumentaal Concert
gegeven worden, waarop o. a. ten gehoore gebragt
zullen worden de beide schoone zangstukken:
1. De Landelijke Avondstond, muziek van J.
E. Schmitz, en
2. Griekeolands Worstelstrijd en Verlossing,
muziek van L. van Beethoven.
Een strandvonderij-ongeluk heeft op een
klein eiland nabij de Iersche kust plaats gehad.
Een buis was aangespoeld met een onbekend vocht
dat eenige eilanders bezig waren onder elkaar te
verdeelen toen het vocht opeens ontplofte, drie
personen doodde en 12 anderen zwaar verwondde.
Het vocht was nitro—glycerine.
Doodstraf zonder vonnis. Een speklustige
Pruis te Karzen, stal een varken dat 's morgens
geslagt was, het beestje was nog niet afgehakt en
droeg als naar gewoonte een hout tusschen de
achterpooten. De vracht was zwaar en onderweg
zette de dief zijn last tegen de leuning van een
brug om uit te rusten, het varken kantelt, slaat
over de leuning, de dief blijft met zijn nek tus-