Een blad papier. m. iti:mGTEN. KARKTBERIGTEN. Borgerl. Sland der gemeente Barsingerhorn, de benamingen van maten en gewiglen noodig tot 1 bet vormen van plastische voorstellingen.' £n wat moeten na in het vervolg onze dich. terj en redenaars doen Moeten zij de nieuwe barbaarsche namen bezigen of ban toevlogt ne men tot ,de oude door den banvloek der wetge vers getroffene woorden Homerus vertelt ons ergens dat Mars, getroffen door een steenworp van Aj ix ter nederviei en dat zijn ligehaam zeven mor gen lands bedekte, zal een toekomstige vartaler dat vertolken door 7 hectaren Onze vader Cats zegt ergens zeer schilderachtig. Wie landgoed koopt, ook slechts een voet Bezie eens wat hij weet en doet, enz. Zon dat nog evenaardig klinken als een dwee- per met de wet van 7 April 1869, die voet wilde vervangen door centiare Zoudt gij het niet foei leelijk in onzen Borger gevonden hebben, als hij in plaats van een morgen grondseene stille woning, had gesproken van een hektare gronds En eindelijk verander het aardig versje van Staringh: Waarom uw boek aan 't licht onttogen, 't Verschijn gerust, al ia 't niet groot, Wordt eikenschors bij 't pond gewogen, Men weegt kaneel bij 't lood, naar den fijnen smaak van onze wetgevers en gij zult er een wanklank van maken. Aan de nieuwe benamingen is dus voor altijd de toegang tot het gebied der schoone letteren verboden. Wat zal hiervan het gevolg zijn Dat men alleen in de officiële taal een leelijk brab- bellatijn zal gebruikenwaarvan de beschaafden een weerzin zullen krijgen en waarvan de min dere man niets zal begrijpen. De Heldersche courant zegt, dat bij de syste matische namen, de naam zelve de waarde aan de hand geeft en dat zij daarom oneindig gemakke lijker zijn dan onze holluudsche benamingen die met de waarde niet in het minste verband staan. Dit is alleen waar voor de m k> n die ervaren zijn in de oude talen, maar deze behoeven door den wetgever niet tegen dwaling en bedrog in bescherming te worden genomen. Alleen voor den minderen onervaren man moet gezorgd worden. En nu zal juist het verpligt gebruik van onveretaaii. bare woorden den listigen dui/.ende middelen aan de hand geven om dezen te misleiden. Een groote fout toch der nieuwe benamingenis dat velen harer zoo zeer op elkander in klank gelijken. Z.-.1 De waardin en de waard, hoe ontsteld ook door dit onverwacht en onwelkom bezoek beklaagden den jonkman opregt terwijl hij een souper en nachtverblijf begeerde, daar het hem onmogelijk was verder te gaan. Terwijl de waardin het bestelde gereed maakte, wreven de waard en zijn knecht de beenen van den jongeling met brandewijn inwaarna zij ze zorgvuldig verbondenhierop begaf de gast zich aan den maaltijd en ging vervolgens naar de voor hem bestemde kamer. Nu werd eindelijk ijverig besproken hoe het lijk van den koopman uit den weg zoude geruimd wor den, zonder dat de vreemdeling zulks gewaar werd. Op eens hoorden zij dezen haastig de trap af komen en om licht roepen. Men gaf het hem en de knecht bragt hem zelfs door den tuin naar de verlangde plaatswaar hij hem de lantaarn liet en naar de gelagkamer terugkeerde. Weinige minuten later ontstond er een hevig geweld in den tuin en werd eene deur met kracht toegeslagen, de waard verbleekte, en op het zelfde oogenblik stormde de jongeling ten hoogste ont roerd de kamer binneu uitroependeMijn God I waar ben ik in den stal ligt een lijk half in eene mat gewikkeld. Zeg hoeveel ben ik schuldig ik wil dadelijk weg, geen minuut blijf ik; niemand een eenvoüdige boer niet ligt bedrogen kunnen wordenals men in een akte spreekt van een deciliter in plaats van een bedoelde decaliter, of van een drciatere in plaats van een dekastere? Wij gelooven daarom dat het gebruik der vreemde woorden zeer in het nadeel van den binnenland. •chen kleinhandel zal zijn, al ware het dus dat j het internationaal verkeer door dat gebruik zou de worden bevorderd, toch zouden wij het in strijd achten met het algemeen belang, want hoe wonderspreukig het ook in de ooren van sommigen moge klinken toch heeft de ondervinding de waar heid bevestigt van de reeds door Adam Smith uitgesproken stelling dat de binnenlandsche klein handel oneindig meer dan de buitenlandsche groot handel bijbrengt tot de algemeene welvaart. Gelijk onze lezers bekend is prediken wij bijna altijd eene onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan de wetten van den Staat, maar ten aanzien van deze i wet dringt zoowel ons nationaal gevoel, als onze i liefde voor het algemeen om een tegenovergestelden i raad te geven. Gelukkigerwijze kunnen wij dat doen i zonder tot een direct verzet tegen de wet te ko men. Want ofschoon de bedoeling des wetgevers moge geweest zijn om de goede hollandsche be namingen der maten en gewigten, na verloop van een zeker tijdsverloop geheel te verbannen, thans is echter haar gebruik nog geoorloofd. Volgens art 44 der aangehaalde wet moet zij binnen 10 jaren herzien worden, de Hemel geve dat bij eene ver nieuwing der wet de bastaardwoorden weder even als eens de carmignolen met gejuich uit onze land palen worden verdreven. In een volgend nummer zullen wij de andere bedeukingen van de Heldersche courant bcant- woorden. S Zondag jl. nam de kapitein-koininandant der j scherpschutters in deze gemeente, de lieer G. IJ. Blaauw, afscheid van het korps. Nadat met de gebruikelijke pligtplegingen het J vaandel aan zijne woning was afgehaald, deed de commandant het corps defileren voor het bestuur. Hoeveel het hem koste van rzijne schutters*,] gelijk hij zich gewoonlijk uitdrukte, te scheiden, i bleek uit zijne hartelijke toespraak. Nadat de le luitenant de heer J. Denijs het i commando had overgenomen, dankte deze den af- getreden kommandant voor alle door hem aange- 1 wende pogingen tot bloei der vereenigitig. Met een i défilé voor den geliefdeu komutandaii', nam deze 1 plegtiglieid een einde. zal vernemen wat ik gezien hebdat zweer ik vermoeid eu met beide handen zijn gelaat bedekken de zonk hij op een stoel neder, i De waard antwoordde nietmaar zag hem woe dend aan de waardin stond dadelijk op sloot de i deur en wenkte haar man in een hoek der kamer, waar zij hem iet* toefluisterde, i Eenige oogenblikken daarna trad de waard op i den jongeling toe eu zeide op gedempte toon 1 wanneer wij u na zoolast in den nacht lieten ver trekken zou dit slechts de achterdocht opwekken, terwijl gij met dit weder toch niet veel verder zoudt komenbovendien is men in het dorp ons reeds niet zeer genegen. Morgen ochtend vroeg kunt ge vertrekken ga dns raar uwe kamer en houdt u rustig bij het minste geruchtdat ge maakt of bij de minste poging die gij beproefd om te ont- vlugten sla ik n zonder genade dood verstaat ge mij Kom nu medeik zal u voorlichten. Geheel versuft volgde het jonge mensch den waard naar zijne kamerwelke deze achter hem slooten vervolgens naar de gelagkamer terug keer de waar zijne vrouw hem verweet dat hij den vreemdeling het licht had gelaten waardoor beiden hevig aan het twisten geraakten. Nu wat is het dan nog, zeide de waard, toornig op de tafel slaandehem moeten wij ook den mond stoppenzoodat er geen liaan naar kraait. Ga naar den stalbeval hij den knecht en maak dat je met den kerel daar spoedig klaar komt hier heb ik je niet noodig nGe zult de i««k— Dingsdagj.1. hield Dr. te Winkle reen rolks- voordragt in deze gemeente. Paar het vooraf bekend was dat ZEd. over i.a- tnorVonde zon «preken scheen «Ie niet too talrijke opkomst als vroeger aaa te toonen dat inen in deze streek dat vak nog niet naar eisfh waardeert. Hoe eenvoudig en ilnidelijk de spreker bok trachtte zijn in zijne beschouwingen over geologie waar toe hij zelfs voorwerpen en afbeeldingen vertoonde, scheen toch zeker drie vierde der aanwezigen weinig geboeid. Zeker veel minder dan toen l)s. Zaalberg eene voordragt hield. Doch hoe het ook zij voor velen zal dan toch [zeker dien avond een goede natuurkundige les geweest zijn. Relingen IO Waart 18fO. Aangevoerd 5 Paarden f 50 a 150, 1 vette gelde Koe f170, 9 Kalfkoeijen f140 a 170, 22 nucht. Kalveren f 4,50 a 12, 296 magere Scha pen fl8a 27, 27 magere Varkens f 20 a 30, 38 Biggen f 10 a 13, Konijnen 50 a 60 ets. Kippen 70 a 125 ets.' Eenden 80 a 100 ets. Boter f l,13è a per kilo, Kaas 30 a 45 ets. per kilo, Kipeiieren f 2.50 a 2,80, Eend dito f 8,25 per 100, Purmcrende 15 Maart. Poter f 1.10 a 1,20 per N. P. 74 vette Kalveren 80 a 100 ets. per N. 1'. 272 nucht. dito f 4 a 8, 28 vette Varkens 50 a 58 ets. per N. P. 70 magere dito f 16 a 28, 250 Biggen f 10 a 13, Kipeijeren f280 Eeneijcrenf 8 per 100. Alkmaarr 11 Maart. Kleine kans f34,25 commissie dito f82. middelbare dito f 33,75, (gras) f 35, laagste prijs f 22, aangevoerd 182 stapels wagende 87631 kilogrammen. 12 Maart. Aangevoerd 9 Paarden f 55 a 170, 11 Koeijed f 180 a 280, 11S nucht. Kalveren f5 a 10, 197 Schapen f 11 a 80, 4 Geiten f 5 a 7, 125 magere varkens f 17 a 32, 100 liiggcn f8 a 15, Boter per kop 72J 85 cis. Hoorn 9 Maart. Kleine kaas f 34,50, aange voerd 58 stapels, wegende 19135 kilogrammen. 12 Maart. Aangevoerd 3 heet. Tarwe f 9,50, 2 heet. Rogge f 7, 45 heet. Gerst f 5,75, 50 heet. Haver 1 4,50, 44 heet. Boonen, bruine f 12, paar den f 8,25, 28 heet. Erwten grauwe f 15, vale f 12, groene f 14, witte groote f 11, op monster verkocht Mosterdzaad f21, Karweizaad f 23,50. lnea«chreven van 8 15 Maart 1870. GEBOREN 8 Maart. Jacobs dochter van Ai- dert Ploeger en van Siberta Gieling. 9 dito. Dirk zoon van Pieter rijkstaal en van Aaltje Stammes. 12 dito. Soutje dochti r van Cornelis Breed Pz. en van Elisabeth Dekker. 13 dito. Toiib Adriana. dochter vbii (Jon elis Adrianns Hoogschagen en van Trijntje Kuiper. ONDERTROUWD; üeer.e. GEHUWD 10 Maart. Jan Schram jra. oud 32 jaren en Grietje Keizer, jd. oud 19 jaren bei de wonende te Barsingerhoro. OVERLEDEN 10 Maart. GuortjeZeeman echt- de knecht te bemerken. «rWat gaat jou dat aan verd schurk! brul de de waard, nog harder dan te voren, op de tafel slaande hij moet er ook aan en waarom ook niet, bromde hij in zich zelf. Slechts op deze wijze zijn wij zeker van hem, het is zijn eigen schuld dat hij naar den stal gegaan isen daar gezien heeft wat niemand zien mag. «Maak, datje wegkomt, je bent toch te laf om te helpen riep de waar din en noodzaakte den knecht het vertrek te ver laten. Langzaam ging deze naar het achterhuis en toen hij kort daarop terug kwamvond hij den waard en de waardin nog bij elkander in de gelag kamer. Kom riep de waard hem toe nu zullen wij eens zienhoe het met bem boven gaat. De waard nam een licht, en zij gingen." Toen zij in de kamer kwamen lag de jonker bleek en met open oogen half aangekleed op het bed. i Zie Philip zeide de waard met een honend lachje. »Jk was spoedig met hem klaar en hij zal i ons ten minsten nu niet meer verraden. Terwijl i hij dit zeide, verscheurde hij een gezangboekdat open op een tafel lag en waarbij de ongelukkige i waarschijnlijk kort te voren nog gebeden had. Hierop sleepteu zij nu ook dit lijk in den stal, i nog in denzelfden nacht bragten zij het lijk van J den koopman op een slede naar de rivier waar i zij het door een gat in het ijs lieten zinken, i Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1870 | | pagina 2