Werkman, Tan hem, die met het minimam kapi
taal zijae werkkrachten als middel van bestaan
bezigen moetis erenzeer als elke andere toestand
niet zoo zeer het werk van de wetgeving waaron-
ler wij leven als afhankelijk van onveranderlijke
vetten van noodzakelijkheid.
Onze arbeidende klassen worden naar wij vree-1
ten bewerkt door hare ergste vijandendoor in
iet duister werkende belagers van de maatschap
pelijke orde die het kapitaal als de groote onder
drukker voorstellende van den arbeidersstand, den
arbeider een regt op dat kapitaal voorspiegelen.
De eerlijke werkman heeft geen andere aspiraticn
dan die, welke elk mensch heeft. Ieder tracht
de vermogens die hij heeft te gebruiken om zijne
stelling te verbeteren en de bezwaren die zich op
zijn weg plaatsen weg te ruimen. Daartoe heeft
de arbeider alle vrijheid.
Toch zijn er, die de sociale kwestie zoeken in
de moeijelijkheiddie de verbetering van zijn toe
stand den arbeider kost. Doch daar deze moeije
lijkheid, trots alle vergaderingen zal blijven bestaan
achten wij dat de drijvers van de groote sociale
beweging niet het heil van den vierden stand,
maar enkel de vernieling van het kapitaal zoeken.
Gevaarlijk achten wij dit pogen niet. Het gezond
verstand van den arbeider kan voor onzin geen
ooren hebben en de reeds zoo vaak ondervonden
nadeelen die hem onvermijdelijk wachten op den
weg, welken zijne vrienden hem aanraden, zullen
zelfs den tijdelijk verblinden de oogen openen.
De aspiratie van den werkman is een stuk eer
lijk gewonnen brood; de aspiratie van zijne op-
stokers is om met hem als werktuig en eerste
slagtoffer een strijd te aanvaarden tegen orde
wet en noodzakelijkheid.
GEMENGDE BE1UGTEN.
Een kolossale koningsarend, van 9 voet in
de vlugt, werd door een houtvester te Louiseuland
in het hertogdom Sleeswijk geschoten; hij had
sedert eenigen tijd een geduchte slagtiug onder
de schapen aaugerigt. Het dier scheen doodelijk
getroffen te zijn en de man bragt het in den stal.
Toen hij 's morgens de staldeur opende, wierp de
arend zich, die slechts verdoofd was geweest, woe
dend op den ontstelden man en greep hem met
zijne kïaauwen in den rug, ten einde hem de oogen
uil te pikken. De houtvester had zoo'n strijd nog
nooit bij de hand gehad, doch ondanks de vree-
aeiijke wonden, die het dier hem in het aangezigt
toebragt, slaagde hij er in den bals van deu vogel
te vatten en om te draaijen, zoodat de dood
en nn werkelijk er op volgde. De arme man
is deerlijk in het gelaat gehavend.
Er uit, er uit I hoorde men, met accom
pagnement van uitgedeelde stokslagen, j.1. Don
derdag in een herberg aan het Groenewegje te
's Hage roepen en een groepje nieuwsgierigen ver
zamelde zich voor de deur, om te zien welke
drinkebroer daar zoo onderhanden genomen werd.
Verschrikt stoven ze echter uit elkander, toen er
een koe naar buiten kwam, die, met andere
voortgedreven, de openstaande deur was binnen
gewandeld.
Een Engelsch blad wenscht, met het oog
op de vervalfching van levensmiddelen, dat in
eiken winkel, waar eet— of drinkwaren verkrijgbaar
zijn, een strenge keuring van staatswege plaats
hebbe, en dat het resultaat van die keuring, hetzij
gnnstig of ongunstig, in den winkel zelf voor ieder
kooper worde zigtbaar gesteld. Het verdnisteren of
schenden van een dergelijk plakaat, zou het blad
met dwangarbeid willen zien gestraft. Voorzeker
zou deze maatregel niet anders dan in het voor
deel werken van zulke winkeliersdie het een
pligt achten, voor goed geld goede waar te leveren.
De spekslager P. S., te Kampen, sedert een
geruimen tijd met zijne vrouw in oneenigheid le
vende, gaf haar jj. Woensdag morgen te kennen
dat hij eldera varkens wilde gaan koopen, er bij
voegende dat het wel laat kon worden eer hij te
rugkwam. Zijne vrouw gaf hem ten antwoord
»ik wenschte dat je nooit terug kwam,* enz. Aan S
dien wensch voldoende, ia de man, iu plaats van
varkens te gaan koopen, naar Amerika vertrokken,
zijne vrouw, die zich bij herhaling schuldig maakt
aan misbruik van sterken drank, en vier nog jeug
dige kinderen achterlatende.
Wij ontleenen aan de in de Kaapstad uit
gaven wordende wZuid-Afrikaans van Maandag
7 Februari] j.1. het volgendeWij hebben een
hoogst welsmakende kaas geproefd, die op de
plaats van den heer J. Brink, aan Bokbaai is ge
maakt, door een Hollander, den heer N. de Ligt.
De kaas was in den vorm van Hollandschen, woog
vier en een half pond, en veertig bottels melk
werden vereischt om haar te maken. De heer Brink
is van oordeel, dat kaas hem beter betaalt dan
boter en dit zal zonder twijfel het geval zijn, als
hij er eene genoegzame hoeveelheid van kan ma
ken. Wij kannen ons niet herinneren, ooit zulk
eene smakelijke koloniale kaas te hebben geproefd.
In een academiestadwij zullen haar L.
noemen heeft zich onlangs het volgende voorge-
gedaan. In die stad zijn 8 predikanten waar
van tot de moderne en 3 tot de orthodoxe rig-
ting behooren. Een der laatste in de P. K. Ch.
steeg woonachtigwerd door een R. C. melkboer
bediend. Op zekeren morgen komt de melkboer
als naar gewoonte, en daar komt juist de predi
kant in den gang. sWel van T. van welke rele-
gie zijt gcr, vroeg de predikant. Dood leuk ant
woordde de aldus aangesprokene sik ben Roomsch,
maar mijne koeijen zijn Gereformeerd.De pre
dikant door dit antwoord geheel uit het veld ge
slagen gaf te kennen dat hij dan maar de melk
van gereformeerde koeijen zou blijveu gebruiken.
De Echo du Luxemburg meldt het volgende:
«Een passagierstrein die jl. Zaturdagdes
avonds ten half negen ure uit Luxumburg ver
trokken was naar Mersch Ethelbrückenz.
stond aan het station Dommeldange stil.
Op het berigt dat de weg vrij waseen naauw-
keurig signaal verlaat een trein van «veertig
waggonsvan tien ton met erts beladenLux
emburg komende van Esch zur 1' Alzettemet
bestemming naar de fabriek Metz te Dommeidan-
ge-Esch. Op zekere hoogte gekomen breekt de
remtoestelde snelheid vermeerdert in groote mate
en een ongeluk ia onvermijdelijk. Van het station
Dommeldange bemerkt men het gevaar en de be
ambten openen de afsluitingen en schreeuwen
red uOp hetzelfdè oogenblik komt de trein
met erts als een bliksem aanzetten en loopt door
den geheelen passagierstrein. Alles spat uiteen
stukken hout en ijzer vliegen rond en wonden een
groot aantal mcnschen op het station aanwezig.
Het is niet mogelijk het akelige van dit ver
schrikkelijke tooneel te beschrijven. Gedurende
den geheelen nacht wordt gewerkt o n den weg te
ontruimen. Dertien lijken geheel misvormd zijn
te voorschijn gehaald. Al de mensrlien die niet
uit den trein konden springen werdeu gedood
behalve de heer Servais en zijne vrouw. De heer
Servais burgemeester van en industrieel te Mersch,
lid van de Kamer en broeder van den minister
van staat te Luxemburg is ernstig gewond. Het
gelaat zijner vrouw is boven het regtcr oog geheel
open. Als een wonder is aan te merken dat
men van het rijtuig waarin de heer en mevrouw
Servais zich bevondenslechts eene plaat gevon
den heeft waarop staat 1ste klasse. Het aautal
gewonden is aanmerkelijk. De machinist van den
goederentrein en de stoker waren van de locomo
tief gesprongen vóór de botsing.
De stationchef van Dommeldangede visiteur
van Lnxembnrgde machinist en de remmer van
den trein met erte zijn in hechtenis genomen.
Ziehier de bijzonderheden die men vernomen heeft
betreffende de ramp die in Luxemburg zooveel
droefheid veroorzaakt en een groot aantaal huis
gezinnen in den vreeselijksten rouw dompelt. Het
meerendeel der slagtoffere zijn arme mijnwerkers
die naar hunne woningen terugkeerden onder den
gelukkigen indruk van bij hunne gezinnen hou
werkloon te huis brengen.
Te Havenbaok bij Coningsby waren eenige
kuapen uit wandelen, toen zij door een hevig on-
weder werden overvallen. Op eens schoot er een
bliksemstraal neder, en allen vielen zij op den
grond. Zij kwamen van lieverlede weer bij nit
hun toestand van verdooving, behalve een knaap
van vijftien jaren, die hevig door den bliksem was
geteisterd. De electrieke stroom was door zijn
hoofd, langs den rog en het regterbeen gegaan,
waarvan de voet bijna geheel was afgereten, De
kleeren van den armen jongen waren letterlijk geheel
vernield.
In het weekblad Recht door Zeelezen wij,
dat een vrouw van meer dan 70 jaren leeftijds, tc
Antwerpen, door broodsgebrek gedrongen, eenige
maanden geleden zich verpligt zag een schilderijtje
dat zij vele jaren in bezit had, te laten verkoopen.
Haar buurman belaste zich met) den verkoop en
vervoegde zich bij een der meest bekende kunst
kenners, die het stukje aaukocht voor de som van
100 frs. De arme vrouw begaf zich daarop naar
den kooper en verkreeg behalve de bedongen som
nog 10 frs. daarenboven.
In dit schilderijtje voorstellende een Ecce Ho
mo heeft men laier een meesterstuk van Quintin
Met«vs herkend het werd toen voor 30,000 frs.
overgedaan aan den heer Stevens te Brnssal die
het naar Parijs zond. Aldaar werd hem reeds
90,000 frs. geboden door een liefhebberdoch voor
die som wil de tegenwoordige eigenaar bet niet
laten.
Zooals Dingsdag jl. te Veenendal boellinisis
gehouden gebeurt het zeker maat zelden. De ge-
heclc inboedeldie daar verkocht is en dienaar
men zejteene waarde had van minstens zestig
duizend" gulden heeft naanwelijks honderd gulden
opgebragt. De inwoners van die plaats hebben
zamen eens duidelijk willen laten zien dat hun,
die het onderste nit de kan willen hebben het
lid op den nens valt. De vork zat aldns aan
den steel. De erfgenamen van eene onlangs over
leden vrouw wilden van eene b'llijke schikking
niet weten en noodzaakten den weduwnaar tot
verkooping. Dezedie in zijne woonplaats de al-
geraeene achting geniet en zulks waardig isheelt
nn zelf, dewijl niemand geld bood, deu geheelen
inboedel als 't ware voor een zuur gezigt kunnen
koopen. Een vreemdeling die nog kooplustig en
misschien niet op de hoogte van de zaak was
werd heel spoedig aan 't verstand gebragt dat
hier niet te koopen viel. Onder anderen bragten
twee gouden horologiën te zamen tien cents op
hetzelfde gold een zilveren servies. Voor paaril
en rijtuig werd drie kwartjes betaald enz. Is
het wonder, dat de onderhoorigen van den kooper
(hier ook kooper) door hunnen patroon kostelijk
zijn onthaald in twee rijtuigen met vlaggen en
wimpels versierd een rijtoertje maakten en ovpral,
waar zij parseerdeu hunne vreugde zingende lieten
blijken
Op den 24sten dezer zal voor het provinciaal
grregtshol in Noord-Holland teregt staan F. S. E.,
med. docter en prakt, geneesheer te Haarlem, ter
zake van valschheid in een onderhanach getuigschrift
waaruit benadeeling van derden kan voortvloeijen
door verzinning van verklaringen, welke het geschrift
moest inhouden en het des bewust maken vbu
het valsche stuk.
Het feit waarvoor hij moet teregtstaan, zoude
daarin bestaan, dat hij op 17 februari 1K70 te
Haarlem in zijoe hoedanigheid van doctor in
de geneeskunde en practicerend geneesheer heelt
geschreven en ondetleekend een certificaat, zooals
omschreven is bij art. 12 der wet van 29 Mei 1SH
namelijk ter aanduiding en omschrijving van krank
zinnigheid en de reden tot opnemiug der aan
die kwaal lijdende in een gesticht voor krankzin
nigen, bij welk certificaat, in strijd met de waarheid
door hem wordt verklaard: dat de heer mr \V.
vroeger reeds in het krankzinniggesticht Meerenberg
verpleegd geweest, wederom in zulk een toestand
verkeert, dat zijne voorloopige opname in een krank
zinnigen gesticht noodzakelijk is te achten, ten eir.de
ongelukken te voorkomen, welke verklamig door
hem is verzonnen, terwijl de heer W., op dat
tijdstip niet krankzinnig was en niet de allerminste
vrees voor het veroorzaken van ongelukken gaf
dat de besch. daarbij gehandeld heeft met liet
bedriegelijk doel om gemelden heer, over wirn hij
nimmer gepractiseerd en dien hij sedert maanden
gexien noch gesproken had, uit diens woning te
verwijderen, omdat deze zich sedert den vorigen
dag verzette tegen zijne bezoeken, aan diens echt-
genoote met wie de besch. iD ongeoorloofde betrek
king tonde staan, en om op die wijze gemakkelijker
omgang met baar te hebben, dat hij op dien
zelfden 17 Febr. het gemelde door hem opgemaakte
certificaat heeft ter baad gesteld aan den procureur
mr. G., te Haarlem, ten einde het te voegen bij
een door dezen, mede op zijne aanwijzing op te
maken en ten spoedigste bij den president der
rechtbatik in te dienen verzoekschrift, tot dadelijk
plaatsing van meergemelden heer mr. W.in het
geneesk. gesticht voor krankzinnigen te Meerenberg
en den volgenden dag, na de indiening van dat
verzoekschrift, persoonlijk bij den snbst-offic. van
justitie bij gemelde rechtbank heeft aangedrongen
op het nemen van spoedige conslnsie tot dat
einde, en hem heeft gedreigd bij verwijl zich hier
over te zullen beklagen bij den minister van
justutie.
De beschuldigde zal worden bijgestaan door den