9
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
'M 663.
Veertiende Jaargang.
Ao. 1870.
Tijdsbeschouwiiigen.
Prijs per jaar 3,Franco per post f 3,60.
Afzonderlijke nummers f 0,07J.
GEMEENTEAFKONDIGINGEN.
NATIONALE MILITIE.
Onderzoek van verlofgangers te lande.
SCHAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt,
met een bijvoegselbevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen
die zolks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Naar volksheil zonder deugd te dingen i
Is arbeid aan een rots te biên.
ADVERTENTiëN van een tot vijf regels f 0,75; ieder»
regel meerder f 0,15. Groote letters naar de ruimte dia
zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Burgemeester en wethouders van Schagen bren
gen ter kennis van de in die gemeente verblijf-
houdende verlofgangers der Militie te lande be-
hoorende tot de ligtingen 186(3 1867 1868 en
I 869, voor zoo verre zij vóór den 1 April 1870 in
het geuot van onbepaald verlof waren gesteld dat
zij zullen hebben tegenwoordig te zijn bij het on
derzoek hetwelk zal plaats hebben te Schagen op
Woensdag den 22 Junij 1870 des voormid
dags half elf urevoor het Kaadhuis dezer ge
meente.
Burgemeester en Wethouders voornoemd ver
manen allen wie dit aangaat om door in achtne
ming van hunne verpliglingenzich voor onaan
genaamheden en stralFen te vrijwaren.
Schagen den 4 Junij 1870.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd
üe Burgemeester,
Van Dornberg lleiden
De Secretaris
A. Th. Burgers.
Afschaffing der doodstraf. Wij dwee-
pen volstrekt niet met de afschaffing der boven
gemelde straf, integendeel zijn wij van gevoelen
dat men uit een regtskundig en politiek oogpunt
bijua evenveel grondeu voor het behoud als voor
afschaffing kan aanvoeren, maar toch schijnt het
ons bijna onbegrijpelijk, dat men uit de christelijke
godsdienst wapenen wil ontleenen tot bestrijding
der humane oogmerken, die de voorstanders der
afschaffing op het oog hebben.
Hoeis de christelijke godsdienst dan ontaard
in eene godsdienst die het schuldige bloed des
misdadigers eischt Heeft de kerk niet door alle
eeuwen geleerd, dat Christus, voor allen ook voor
de verhardsten en schuldigsten onder menschen,
heeft geleefd en gestorven is, en men zal het den
voorstanders der afschaffing teu kwade duiden dat
zij de genade der christelijke maatschappij inroe
pen voor de misdadigers Men beroept zich op
uitspraken in de boeken Mozesmaar zoo deze
nog van kracht zijn, dan moeten ook de stieren
die een mensch gedood hebbenter dood ver
oordeeld worden, want volgens de oude Israëliti
sche wetten, moeten ook deze omgebragt worden.
Zonde Jezusindien hij nog leefde op aarde
een voorstander zijn geweest van de doodstraf?
Wij gelooven het niet. Eens in zijn leven is hij
althans zelfs een bepaald tegenstander van de uit
voering dier straf geweest, het was, toen de hoog
moedige joden eene overspelige vrouw voor
hem bragten, eene vrouw die, volgens de joodsche
wet, den dood had verdiend. En toch spreekt
Jezus, zich beroepende op het beschuldigend ge
weten harer aanklagers, haar vrij.
En wij, zouden wij nog verharder dan de pha.
cizeers het bloed vragen van de schuldigen Heeft
Christus den boosdoener aan het kruis niet zalig
gesproken en heeft hij met dat woord, niet alle
misdadigers in de genade van God en de maat
schappij aanhevolen
Werd het koningrijk der Hemelen niet in de
eerste plaats gepredikt aan tollenaars en zondaars,
aan hoeren en booswichten, en zal eene christelijke
maatschappij dan eenen misdadiger mogen behan
delen, alsof hij geen mensch was Uit een zuiver
christelijk oogpunt moest men dus in de dood
straf sinds lang eene schandelijke vlek der maat
schappij gezien hebben en toch zijn het de regt-
zinnigenzoowel onder de roomsch catholieken
als de hervormden, die ijveren voor het behoud
van de doodstraf, alsof het christendom met de
afschaffing in gevaar werd gebragt. Voor een
groot deel zijn politieke berekeningen daarbij in
het spel, zij spelen daarbij echter een zeer ge
vaarlijk spel met de godsdienst, want zij dreigen
het reeds zoo wankelbaar gebouw daardoor van haar
laatste zuil te berooven.
De stichter der christelijke godsdienst heeft
namelijk aan de in het slijk verzonken menschheid
twee staffen geschonken, waarop zij in haar moei-
jelijke zwerverstogtzoude kunnen steunen en
waarmede zij zich zoude kunnen verdedigen tegen
de aanvallen van hare vijanden. Deze staffen
heeten godsdienst en humaniteit. De
laatste is de sterkste, want in hem ligt de too
verkracht om harten te troosten en zielen te ver
overen, door hem worden de zachtmoedigen uit
alle wereldstreken tot het christendom getrokken.
Wee dat christendom zoo het dien staf uit de
handen wierp. Het heeft dit reeds enkele malen
gedaan, maar aanstonds veranderde dan de andere
staf in een vreeslijk wapen, waarmede het dui-
zende weerloozen verpletterde.
Zoo dikwerf de staf der humaniteit uit zijne
handen vielzag hij den Hemel veranderd
in vuur en bloed en den troon des Hemelvaders
veranderd in den zetel van een alverdelgend
wezen, wiens hart van steenwiens voeten van
ijzer waren, dat in zijn regterhand een van bloed
druipend zwaard hield geklemd en in zijn linker
hand een rol had ontvouwdwaarop de namen
van millioenen veroordeelden stonden geschreven.
Dat vreeselijk wezen werd dan de God der chris
tenen, dan werd de godsdienst, om met een ge-
loovigen dichter uit de vorige eeuw te spreken,
veranderd in een priesteres, die alleen belust op
bloed en moordenmet het razende zwaard in
haar handen de altaren Gods besproeide met het
bloed der ongelukkigen die zij versloeg. Wee de
orthodoxie als zij medewerkt om de» staf der
humaniteit aan de hand des christendoms te
ontwringen.
liet ongeloof is reeds sterk genoeg, maar het
voelt alleen zich zoo sterk omdat de orthodoxie
het goede in den geest der tijden bekampende,
de godsdienst verachtelijk maakt. Het christen
dom kan de wereld zalig maken, maar dan moet
het eerst humaniteit en daarna geloof prediken
het moet Christus voorbeeld volgen, die eerst den
zondaar genas en daarna op verbetering van le
venswandel aandrong. Door de verdediging van
de doodstraf, veroordeelt het orthodoxe christen
dom zich zelve, want het bewijst daardoor dat
het buiten de godsdienst van Jezus staat.
Want eene godsdienst die het bloed van schul
digen eischt, staat geheel vijandig tegenover de
leer van hem, die altijd heeft aangedrongen op
vergeving voor allen en die, toen zijne discipelen
straf eischten, hen terughield met de woorden
gij weet niet van welken geest gij zijt.
Het proces tegen Elders. De strafver
volging tegen dezen heeft wederom bewezen dat
ook de beste zaak hare kwade zijde heeft. De
openbaarheid onzer regtspleging mag als een der
grootste weldaden onzer wetgeving worden be
schouwd, maar zij heeft toch ook hare schadelijke
gevolgen.
Men denke toch eens aan al de nadeelige ge
volgen, die de publiciteit van dat schandelijk pro
ces kan hebben voor de familie-betrekkingen van
het daarin betrokken echtpaar; of kleeft van nu
af geen onuitwischbare schande op den naam
dien zij dragen? Hoe zal het onschuldige kind
dier ouders eens te moede rijn als het in de
dagbladen zoo haarfijn al de schandelijke tooneelen,
waarin zijne moeder betrokken waszal lezen
Het komt ons voor dat de dagbladen die zieh
zoo zeer hebben brijverd om alles wat deze schan
delijke zaak betrof, zoo omstandig raedetedeelen,
daarbij meer den bedorven smaak van het publiek
dan het algemeene welzijn op het oog hadden.
Een procedure als de bedoelde, moet door de dag
bladen wel is waar medegedeeld en besproken
worden, waDt zij staat in een naauw verband met
de algemeene veiligheid, maar alias wat daarmede
niet in betrekking stond, moest zoo veel mogelijk
verzwegen worden.
Onze dagbladen schijnen echter het tegendeel
hebben willen doen. De schandelijke tooneelen zijn
openbaar geworden, maar over de groote regtsvraag:
in hoeverre een geneesheer aansprakelijk is voor
eene door hem afgegevene verklaring, is met vrij
wat ligt vaardigheid henen gestapt. Het gebeurde
heeft ons wederom bevestigd in onze meening dat
onze natie rijper is voor het leven in het pu
bliek dan voor het publieke leven.
Wantrouwen tegen Napoleon III, Met
bijna onverholen weerzin hebben de dagbladen van
verschillende rigtiDg bij ons den gnnstigen uit
slag van het plebiscit medegedeeld. Wat mag de
reden zijn van dien weerzin? Napoleon III heeft
ons land meer bevoordeeld dan benadeeld, regtma-