Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
1
Rekest van den heer van Vliet.
M 667.
Veertiende Jaargang.
Ao. 1870.
de Eerste Kamer van de Staten- Generaal.
Ontwerp-wijziging van art. öti van het \etl.
InJ. reg.-regll., voor zooverre betreft de
suikercultuur op hoog gezag.
SCHAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdag avond doch wordt
met een bijvoegselbevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen
die znlks verlangen.
Brieven frapco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar f 3,Franco per post f 3,60.
Afzonderlijke nummers f 0,07 J.
AnvERTEjrnëx van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder f 0,15. Groote letters naar de ruimte die
zij beslaan.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biêu.
Roekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
=3:
De heer S. Woudrichcm van "Vliet te 's Gra-
venhage heeft ons verzocht het volgende aan de
Eerste Kamer der Staten-Generaal gerigte rekest
in onze courant optenemen. Wij voldoen vol
gaarne aan dit verzoek, ofschoon wij ons met de
strekking van het voorstel niet geheel kunnen
vereenigen; in een volgend nommer zullen wij
onze bezwaren tegen dit rekest mededeeleu. Doch
ook al verschillen wij met den heer van "Vliet in
gevoelen wij betuigen volgaarne onze ingenomen
heid met zijn stuk, dat door zijn bezadigden toon
uitmunt boven zoovele geschriften, welke over de
cultuur-kwestie het licht zagen.
Hoe wenschelijk zoude het zijn dat het voor
beeld van den heer van Vliet algemeen werd ge
volgd en dat van den stijl, vol groote woorden
invectiven en pathetische uitboezemingen, die in
alle stukkeu over Oost-Indische zaken een mode
schijnt geworden, voor goed een einde werd ge
maakt.
Aan
Mijne heeren.
Onder de tachtig leden die zitting hebben in
de Tweede Kamer der Staten—Generaal, is er niet
een geweest genoeg doordrongen van het regt van
den Javaan op vrije beschikking over zijn tijd
zijne vlijt en zijn grond om tegenover de voor-
dragt van de regering eene andere te stellen (1)
die, wakende voor instandhouding van de cultuur
en lettende op de eischen van 's lands finantien,
de tweemaal honderd duizend gezinnen bij de sui
kercultuur op hoog gezag .ingedeeld* bij het
verstrijken der contracten tusschen den Staat en de
fabriekanten aangegaan, losmaakt en bevrijdt van
den dwang gedurende reeds veertig jaren op deze
lieden gelegd.
Indien dus de ondergeteekende de vrijheid neemt
de hiernavolgende wijziging van art. 56 van het
regerings-reglement, voor zoo verre betreft de sui
ker-cultuur op hoog gezag ingevoerdonder uwe
aandacht te brengen, nadert hij u, mijne heeren,
als van zeiven met het verzoek, aan de van re
geringswege ingediende en met zeer kleine meer
derheid door de Tweede Kamer aangenomen voor-
dragt tot nadere regeling der op hoog gezag in
gevoerde suikercultuur, uwe goedkeuring te ont
houden.
Geenszins wil de ondergeteekende het ontveinzen
dat hij noode en ter elfde ure dezen stap doet.
Al het gewaagde er van wordt door hem ingezien.
Ook hij had zich nedergelegd bij de welwillende
gedachten in het regerings-ontwerp uitgesproken.
Immers ook hij heeft hoog opgezien tegen het
(1) De heer Stieltjes wees wel op het regt van den
Javaan, maar deed er niets voor (Bijblad vel 422 bL 1602)
tijdverlies verbonden aan eene verwerping van de
regerings-voord ragt en wat daaruit kan voortvloeijen. i
Maar na lezing en herlezing van het schriftelijk
en mondeling debat tusschen de Tweede Kamer
en den heer minister van koloniën inzonderheid
van het debat tusschen de heeren de Lange, van
Houten, Mirandolle, JonckbloetFransen van de
Putte en dien minister iu de zittingen van 27
30 en 31 Mei jl. (2), heeft het gevoel van regt
zich met vernieuwde kracht bij den ondergetee
kende doen gelden.
Het hierbij gevoegde ontwerp-wijziging van art.
56 van het reg.-reglement is daarvan de vrucht.
Uitdrukkelijke toelichting der bijzondere bepalingen
van zijne schets acht de ondergeteekende overbo
dig. Voor zoo verre daaraan nog behoefte mogt
gevoeld worden, heeft de Eerste Kamer uitstekende
elementen in haar midden, bijv. de heeren Duymacr
van Twist en Cost Jordens, die veel beter dan hij
het te dezer plaatse zou kunnen doen de uitvoer
baarheid cn de goede weiking van des onderge-
teekenden ontwerp kunnen ophelderen.
Het ontwerp is van den navolgenden inhoud
en zou, werd het casu quo door de regering of
door een of meer leden der Tweede Kamer over
genomen, na al wat ter zake is voorgevallen, nog
In de tegenwoordige zitting der Staten-Generaal
tot wet kunnen worden gemaakt:
1. Nieuwe invoering van de suiker—cultuur op
hoog gezag heeft niet plaats.
2. Waar zij bestaat eindigtbehoudens het be
paalde sub 9, de beschikking op hoog gezag over
velden door de inlandsche bevolking voor eigen
gebruik ontgonnen en over de werkkracht der in
landsche bevolking, naar gelang de contracten met
de ondernemers afloopen.
3. De grond waarop de fabriek-inrigtingen met
daarbij behoorende loodsen of gebouwen zijn ge
vestigd, wordt, tegen billijke schadeloosstelling aan
de regthebbenden, indien de ondernemer dat ver
langt en daarvan binnen een jaar na het in wer
king treden dezer wet bij het gewestelijk bestuur
doet blijken, aan hem in vollen eigendom afge
staan.
4. Bij het verstrijken der contracten wordt de
opbrengst in natura vervangen door eene bedrijfs
belasting, op te brengen in geld.
5. De aanslag in de bedrijfs-belasting wordt
gedaan voor vijf jaren.
Hij geschiedt per bouwgrond bij den ondernemer
in gebruik, hetzij in huur, erfpacht, koop of an
derzins.
(2) Bijblad vellen 408, 418,421, 422 cn 423,bl. 1552
1554, 1586, 1600, 1602,1603, 1604 «n 1805.
Ter bepaling van het bedrag van den aanslag
per bouwgrond bij den ondernemer in gebruik
heeft eene schatting plaats van het productief
vermogen van den grond.
Bij die schatting wordt gelet op de bevloeijing
der velden, op hunne ligging, op de gelegenheden
tot vervoer van het riet en van het product daarvan
op de meerdere of mindere talrijkheid der bevol
king als anderzins.
6. De Gouverneur-Generaal is bevoegd met
ondernemers die, voor het verstrijken der met hen
aangegane contracten, hunne onderneming verlan
gen voort te zetten op den voet bij deze wet
voorgeschreven, daartoe overeen te komen.
7. De Gouverneur-Generaal is insgelijks be
voegd aan ondernemers die daartoe verzoek doen,
gedurende de vijf eerste jaren na de in werking
treden van deze wet, over ten hoogste vijf jaren
voor de betaling van den aanslag in de bedrijfs
belasting crediet te verleenea tegen beding eener
annuiteit van 64 pCt. 's jaars, te betalen gedu
rende 37 jaren en onder hypothecair verband van
de fabriek-inrigtingen met daarbij behoorende lood
sen of gebouwen en grond.
8. Voor het bedrag van die credieten geeft de
Gouverneur-Generaal losrenten uit, rentende
pCt. aflosbaar in zeven en dertig jaren, bij uitloting.
9. De Gouverneur-Generaal is ook bevoegd de
ondernemers wier contracten in 1871, 1872 en
1S73 afloopen, eene verlenging van contract toe
te staan van ten hoogste drie jaren.
10. De ordonnantiën ter uitvoering van deze
wet worden door den Gouverneur-Generaal, voor
zooveel noodig gewestelijk vastgesteld.
11. De wet treedt in werking uiterlijk den
In het leven van den individu zijn er soms
oogenblikken dat iedere solutie zij het eene
slechte welkom is. Steeds volgt dan het berouw
op de daad. Moge de Eerste Kamer der Staten-
Generaal zich wachten, uit begeerte om het vraag
stuk der nadere regeling van de suiker-cultuur
op hoog gezag ingevoerd eindelijk tot eene op
lossing te brengen, eene regerings-voordragt te
voteren waarmede niemand, zelfs niet de officiële
ontwerper en voorspraak daarvan, ingenomen is
en die, zoo 't schijnt, enkel om consideratien
ontleend aan vooronderstelde hoogere politieke re
denen, eene zeer kleine meerderheid in de Tweede
Kamer heeft verworven. Verbieden redenen van
hoogere politiek dat thans een verwisseling van
titularis aan het hoofd van het departement van
koloniën plaats hebbe, waarom zou dan de heer
minister van koloniën üiet berusten in de verwer
ping eener door hem aanbevolen oplossing van
een economisch vraagstuk, als die verwerping niet
geldt den grondslag zijner voordragtmaar de
toepassing van het door hem daarin gelegd be.