Een verkiezing onder de
wapenen.
Bij de stemming voor een lid van de Tweede kamer
der Staten-Generaal op 16 Angnstns 1. 1., werden
in 't geheel uitgebracht 1771 stemmen
Van onwaarde werden verklaard 11 billelten.
Het aantal geldige stemmen bedroeg alzoo 1760.
Bij gevolg was de volstrekte meerderheid 881.
De beide candidaten ontvingen elk 878 stemmen
Vier stemmen werden op andere personen uitge-
bracht. Er was dus geen meerderheid, en op den
daartoe aangewezen dag, moet de herstemming plaats
hebben.
Die stemming is in verschillende opzichten
merkwaardig.
Allereerst trekt de aandacht het groot getal
kiezers dat van de stembus wegbleef. In het vorige
jaar, bij een stemming tusschen dezelfde candidaten
kwamen van de 3052 kiezers 2333 op, alzoo 562
meer dan thans. In 1868 werden bij de verkiezing
voor een lid der Tweede Kamer, bij de eerste
stemming 2065, en bij de herstemming 2196.
geldige steramen uitgebracht. In 1866 bedroeg
dit getal 2256. Waarom werd nu in de laatste
stemming zooveel minder belang gesteld dan in
die van de vorige jaren? Waarom was de opkomst
zooveel flauwer? Het antwoord schijnt voor de haud
te liggen, maar is desniettemin alles behalve be-
vredigind. De vreeselijke oorlog, die tusschen twee
machtige volken in onze nabijheid woedt, houdt al
onze aandacht bezig. De pijnlijke gedachte aan
dien bloedigen strijd vervolgt ons overal, dag en
nacht, en doet ons minder belang stellen in andere
zaken.
Verklaarbaar mag dit verschijnsel zijnonver
schoonbaar is het zeker. Het is een blijk van zwak
heid, van wankelmoedigheid, van onrust. Mag men
dan in bange tijden zijn plicht verzuimen? Moest
niet veeleer de ernst van het oogenblik een hooger
plichtbesef doen ontwaken Een manlijk volk mag
ja, met weemoed zijn vervuld over zooveel jammer
het mag zich het hart beklemd gevoelen en over
stelpt van deernis met al dat naamloos lijden en
die gruwelijke verwoesting, maar het zal wakker
zijn, opgewekt u t den slaap der zorgeloosheid, uit
den dommel der vadsigheid. Het zal op zijn post
niet ontbreken, het werk waartoe het geroepen
wordt niet veronachtzamen. Het volksleven zal zich
onder zulke omstandigheden bij een kloeke natie
krachtig openbaren, en elke uiting daarvan zal
sterker zijn dan gewoonlijk. Elk burger zal zijn
betrekking tot den staat levendiger gevoelen, dui
delijker inzien dat hij een deel is van het groote
geheel, zijn burgerschap beter begrijpen. Onder
de werkzaamheden waartoe de Nederlandsche staats
burger geroepen is, staat het kiezen van zijn ver
tegenwoordigers bovenaan. Hebben de kiezers in
het district Alkmaar in deze ernstige tijden teeke-
nen van leven gegeven? Er zijn slechts 1771
stemmen uitgebracht
De stemming heeft plaats gehad tusschen dezelfde
„candidaten als in het vorige jaar. Bijzondere om
standigheden gaven aanleiding tot een vacature.
Den generaal Knoop werd een commando bij het
leger opgedragen. Hij nam die betrekking aan,
trad in actieve dienst, en moest daarom voor het
lidmaatschap van de Kamer bedanken. Dit eischt
de wet. En werd het niet uitdrukkelijk in de wet
bepaald, wie zou er tegen hebben, dat een volks
vertegenwoordiger in 's lands belang zich tijdelijk
verwijdert, dat hij uit vaderlandsliefde zich terstond
beschikbaar stelt voor de verdediging des lands en
nogtans lid van de Kamer blijft, om zijn plaats te
hernemen als het gevaar geweken is Nog eens
wie zou daar iets tegen hebben Een lid van de
Kamer, die te gelijk in eenigerlei burgerlijke be-1
trekking den staat dient, en daardoor tijdelijk ver-j
hinderd wordt de zittingeu bij te wonen, blijft lid i
van de Kamer, en herneemt bij zijn terugkomst
eenvoudig zijn plaats. Bij militairen alleen is dit
anders. De wet eischt dat zij bedanken, wanneer i
zij in actieve dienst willen tredenmaar de wet
belet niet hun onmiddellijke herkiezing. En zoo
kwam men zeer geleidelijk tot het plan, den ge
neraal Knoop weer tot candidaat te stellen. Het
vond ingang op de vergadering der Centrale Kies-
vereeniging en 50 stemmen van de 51 ledeD die
tegenwoordig waren verklaarden zich er voor.
De conservatieve bladen bestreden dit denkbeeld
met die soort van gehuichelde verontwaardiging, i
die steeds het kenmerk is van gebrek aau goede
gronden en redelijk betoog. Het Dagblad was wel i
zoo goed, deze handeling niet te willen vqualifice-
ren zooals zij eigenlijk zou verdienen Ieder 1
eerlijk man zal weten beweerde het wat hij
van zulk een partijlist te denken hebbe. *De
nationale waardigheid wordt grievend miskend.* La
kenswaardig gedrag der radicalen,* vonedele han
digheid,* reen kiestaktiek, welke wij niet aarze
len een schande voor ons land te heeten
ziedaar de uitdrukkingen waarvan het Dagblad zich
bediende, de lage scheldwoorden die het de Cen-
trale Kiesvereeniging naar het hoofd wierp. En
waarom dat alles Omdat die vereeniging een
i candidaat voorstelde, die, wanneer hij gekozen werd
niet dadelijk zitting zou kunnen nemen,
i Heeft de kiesvereeniging dit dan niet aan de
kiezers meegedeeld Ongetwijfeld. Zij heeft hen
I van alles behoorlijk ingelicht. Zij heeft gezegd
i De generaal Knoop werd in het vorige jaar voor
1 vier jaren gekozen. Om het land te kunnen dienen
i moet hij bedanken. Uit vaderlandsliefde gelijk
de heer van Forkest zegt verlaat hij de Ka
mer. Hij is echter terstond herkiesbaar, en daarom
kiezers, brengt hulde aan den wakkeren Gene
raal, die zijn mandaat nedcrlegde om in deze bange
tijden zijn land te dienen geeft hem dat mandaat
terstond terug, opdat hijzoodra de tijdsomstan
digheden het vergunnenop zijne plaats in de
Kamer terugkeere, waartoe hij voor den tijd van
vier jaren werd verkozen. Laat ons allen neen
niet allen, want wij weten te goed dat velen
te zeer door vooroordeel verblind zijn om zelfs
in dezen tijd tot zulk een daad van vaderlands
liefde in staat te wezen maar laat ons met
groote meerderheid bij de stembus den heer Knoop
toeroepen: Braaf, GeneraalZoo behoort het. Man
nen die de daad bij het woord voegendat zijn
de mannen die wij noodig hebbendat zijn onze
mannen. Dat was goed gehandeld, dat ge uw ou
den degen weer hebt aangegord, toen de Koning
u riep ten dienste des lands. De man des Konings
zijt ge, maar ook onze man, ook de man des
volks. Generaal en Volksvertegenwoordiger, dat is
het kenmerk van een waarlijk nationaal legerhoofd
dat is een echt Nederlandsch denkbeeld, waardig
opgevat en in toepassing gebragt te. worden in
Nederland, waar het leger nooit van den burger
mag vervreemden, waar beide door nauwe banden
vereenigd behooren te blijven.
Den Generaal, die den bevelhebbersstaf in de
hand draagt als blijk van het vertrouwen des Ko
nings, een mandaat als volksvertegenwoordiger in
den zak te geven als blijk van het vertroifWen
der natie, dat was het denkbeeld der Centrale
Kiesvereeniging, en het was een schoon denkbeeld
wel waardig om door de overgroote meerderheid i
begrepen en toegejuicht te wordenwel waardig j
om juist tegenwoordig ten aanzien van landgenoot
en vreemdeling te schitteren als een krachtig tee-
ken van den geest des volks, als eeu getuigenis
hoe zeer ons onze verdediging ter harte gaat, als
een verzet tegen alle lauwheid waar het de hand
having geldt onzer onafhankelijkheid. En zulk een
denkbeeld wordt een partijlisteen onedele han
deling, een schande voor ons land genoemd De
Generaal, wien buiten zijn voorkennis natuur
lijk, want zulke dingen spreekt men niet met
elkander af wien buiten zijn voorkennis
deze candidatuur als een openbaar volksgetuigenis
voor een krachtige handhaving onzer onzijdigheid
werd aangeboden, wordt in een twijfelachtig dag
licht geplaatst en men vraagt openlijk, of zijn
eer hem niet verbiedt de lijdelijke medeplichtige
te zijn van zulk een knoeierij 1 Schande over
het blad dat aldus onze verkiezingen vergiftigt
maar ook schande over de mannen in wier dienst
dat blad staat, schande over de partij die het
steunt.
En zoo spreken de bladen, die in huichelach
tige zoetsappigheid deu kiezers toeroepen: ont
houdt u toch van politieken hartstocht, vrede,
eendracht in deze dagen, laat het een waardige
verkiezing zijnalles nadat zij reeds vooraf
zoo vrij waren geweest te kennen te geven, dat
de kiezers dezen keer aau niemand anders hunne
stem behoorden te geven dan aan een conservatief.
Thans geen politieke strijd; de politieke
richting van den candidaat komt onder de tegen
woordige tijdsomstandigheden niet allereerst en al
lermeest in aanmerking. Zoo spreken de conser
vatieve bladen. Welnu, als gij er zoo over denkt,
waarom dan niet juist onder de tegenwoordige
tijdsomstandigheden, juist om te toonen hoe u
's lands verdediging ter harte gaat, met algemeene
stemmen den man herkozendie altijd voor een j
voldoende verdediging heeft geijverd, die thans uit1
vaderlandsliefde de Kamer verliet? Waarom hem,
niet in staat gesteld, wanneer de omstandigheden
het veroorloven, terstond in de Kamer terug te i
keeren Omdat hij waarschijnlijk nog een week
of wat in actieve dienst zal blijven en dus ver
hinderd zal zijn eenige zittingen bij te wonen Dat
voorwendsel is belachelijk. Neeniets vau zoo
ondergeschikt belang kan niet in aanmerking ko
men tegenover de groote beteekenis die de ver
kiezing van den Generaal Knoop met groote meer
derheid van stemmen hebben zou. 't Is reeds ge-
1 zegd, en het wordt hier herhaaldals uw candi-
I daat door ongesteldheid of afwezigheid verhinderd
werd gedurende een week of wat de zittingen bij
i te wonen, zoudt gij er niet aan denken hem daarom
uwe stem te onthouden. Gij, conservatieven, wilt
van den nood des lands gebruik m:<ken oin weer
een conservatief meer in de Kamer te krijgen.
Daarom hebt gij voor het tijdelijk lidmaatschap
van den heer van Foreest veel meer geijverd,
dan zulk een plaatsvervangerschap zou verdienen.
Daarom hebt gij gesproken van een edelen wraak
neming over uwe nederlaag van het vorige jaar.
En gij verklaart tevens van deze verkiezing geen
politieken strijd te willen maken I
Daarom is dan ook de heer van Foreest slechts
ten halve met u mee gegaan. Hij schreef u: «rlu
deze ernstige oogenblikken komt het er niet vooral
op aan de conservarieve partij tijdelijk met een
enkel lid te versterken, maar om alles te vermijden
wat tweedracht zou kunnen zaaien" enz." #de
verkiezing die thans in het district Alkmaar nood
zakelijk geworden is, behoort in mijne oogen een
geheel exceptioneel karakter te hebben." Hij
verklaarde dat het hem tegen de bor3t zou stuiten
«om het terug keeren in de Kamer onmogelijk te
maken aan een man, die haar uit vaderlandsliefde
verlaten heeft." Met zulke beschouwingen zal
wel ieder rechtschapen man zich kunnen vereenigen.
Op den grond van die beschouwingen maakte de
heer van Foreest zijn voornemen bekend om mocht
hij gekozen worden, zijn mandaat weder neder te
leggqn, zoodra de omstandigheden den generaal
Knoop zullen veroorloven om de actieve dienst
te verlaten en zijn zetel weder in de Kamer te
komen innemen."Hetzij echter gevraagdhad
de slotsom zijner beschouwingen niet anders
moeten zijn bij voorbeeld nu de generaal Knoop, voor
vier jaren gekozen werd, en dus onder gewone
omstandigheden ook vier jaren lid van de Kamer
zou gebleven zijn, haar uit vaderlandsliefde heeft
verlaten, wil ik niet medewerken oin van deze
gelegenheid gebruik te maken tot tijdelijke verster
king van de conservatieve partij met eeu enkel
lid: deze verkiezing mag geen partijstrijd worden;
dat zou zij worden door mijne candidatuur, want
ik stond vroeger tegenover den heer Knoop; er moet
door deze exeptioneele verkiezing geen veranderiug
gebracht worden in de onderlinge verhouding der
partijeu en daarom kan ik thans geen candidaat
zijn.
Maar er is nog iets anders. De heer van Fo-
REKst heeft zijn voornemen te kennen gegeven om,
zoo hij gekozen wordt, zijn mandaat weder neder
te lcggeu, zoodra de omstandigheden den Geueraal
Knoop zullen veroorloven om de actieve dienst te
verlaten en zijn zetel weder in de Kamer te komen
innemen. Dat vind ik nu zoo mooi schreef
daarop een nieuwe Rotterdamsche courant in een
oogenblik van beginselloosheid dat men den
heer van FoRESst nu maar met algemeene stemmen
benoemen, en tijdelijk in plaats van den Generaal
Knoop naar de Kamer moest zenden. Het dagblad
was aangedaan over zooveel goedertrouw bij een
tegenstander. Ondertusschen bleek er een groot
verschil te ontstean tusschen de uitlegging die de
Nieuwe Rolt. Ct., en die het Dagblad aan de
woorden van den heer van Foreest gaf. Als de heer
van Foreest met dit voorbehoud gekozen wordt
zeide de N. R. Ct. bedankt hij, zoodra de Generaal
Knoop weer in de Kamer kan terugkeeren, en stelt
zich natuurlijk tegenover deze geen candidaat.
Neen zegt het Dagblad zoo is het niet bedoeld;
de heer van Forerst wil den Generaal Knoop later we 1
weer een kans geven om in de kamer te komen, hij wil
het hem niet o nmogelijk maken maar hij zal zich
wel degelijk weer candidaat stellen.
Welke opvatting de ware is, kan uit den brief
van den heer van Foreest niet met zekerheid worden
opgemaakthij is dus nadere opheldering aan de
kiezers schuldig. Doet hij dit niet, dan moet men
aannemen, dat de uitlegging van het Dagblad de
ware is. De brief van den heer van Foreest
is het eerst in het Dagblad publiek gemaakt
dat blad mag dus beschouwd worden als het best
Niet vooral. Toch wel een beetje? Toch wel
eenigzins?