i 27 Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. «ROOTE KOEMARKT Jtè 683. Veertiende Jaargang. Ao. 1870 Tijdsbeschouwingen. ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland door tnsschenkomst van de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebbon te: Hamburg, Frankfort a/d Main Brleijn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne. te SCIIAGEN, op Donderdag 3 November. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt, met een bijvoegselbevattende hot jongste Schager- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Drieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar 8,Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers f 0,07$. Advertenties van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder f 0,15. Oroote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen j Is arbeid aan een rots te bién. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Gedachten over den oorlog. Bij al het afgrijzen, dat ieder regtschapen mensch voor den oorlog moet voeden, moet men toch niet over het hoofd zien, dat ook hij zijn goede zijden en zijne goede gevolgen heeft. In een tijd van vrede ge went de mensch er zoo ligt aan om in aardsche bezittingen, genot en het leven de hoogste goede ren te zien; in den oorlog treedt daarentegen de doodsverachting op den voorgrond. Men leert inzien dat de regtschapen mensch zijn leven voor het vaderland moet veil hebben. De arme soldaat, den gewissen dood met onverschrokken moed tegentredende ia een der edelste vertegen woordigers van de menschheid. Daar geene ware menachelijke grootheid zonder die doodsverachting kan bestaan, kan de oorlog ontegenzeggelijk dienen om den adel in het menschdom te verhoogen. Waar deze doodsverachting geene gelegenheid vindt om zich te openbaren, daar loopen de volken zoo ligt gevaar dat eene te groote gehechtheid aan het leven zich van hen meester maakt. In zoo verre is het dan ook in zekeren zin bemoedigend voor deze eeuw dat bijna nimmer van weerszijden zoo moedig en onverschrokken is gestreden als in dezen oorlog. Ook in doodsverachting schijnt de menschheid vooruitgegaan te zijn, een vijftig jarige vrede hééft dan het menschdom niet ver- weeklijkt. Gelijk iedere andere zaak zoo zal ook deze oor log zijne gezegende gevolgen hebben. Wij heb ben er vroeger op gewezen hoe de oorlogen in den jongsten tijd, in strijd met den wil van de bewerkers, steeds hebben gediend om de vrijheid en gelijkheid meer over Europa te doen heerschen. En ook deze oorlog zal daartoe mede werken. De volken zullen de vrachten plukken van de drie laatste oorlogen, die alleen door den moedwil en de misdaad der regeringen sijn ontstoken. En daar het ongelnk altijd meer ten zegen stiekt dan de voorspoed, zoo zal ook naar alle waarschijnlijk heid de gelukkige gevolgen van den oorlog meer aan Frankrijk dan aan Duitschland ten deele val len. Sinds 1789 is Frankrijk bestemd om het middelpnnt der democratie in Eoropa te worden. Door oorlogsroem en weelde werd het echter tot beden in deze zijne ware roeping belemmerd. De ongelukken van dezen oorlog zullen de thans zoo lijdende natie terugbrengen, tot haar zelve voor Duitschland helaas! vrcezen wij dat het sinds hon derd jaren daar zoo helder brandende licht der verstandelijke ontwikketing van den kandelaar zal worden genomen, strevende naar den noodlottigcn militairen roem heeft het reeds opgehouden het land der godsdienst en des regts te zijn, vreemd geworden aan het waarachtige christendomdat toch in de eerste plaats vergevensgezindheid jegens overwonnene vijanden eischt, zal het vroeg of laat ondervinden dat er buiten dat christendom geen plaats is voor het volksgeluk. Wie is de schnld van dezen oorlog? De regeringen werpen die schuld op de volkeren de volken op de regeringen. Maar naar ons ge voelen is de eenige vraag welke in deze alles af doet en beantwoord moet worden. Wie had het regt van oorlogsverklaren Rustte die bij de ver tegenwoordigers of bij de koningen en vorsten Waren de laatste de eenige bevoegden om daar over te beslissen, dan moet natuurlijk de volle verantwoordelijkheid alleen rusten op de vorsten, de vorsten alleen moeten voor God en het mensch dom alle moorden en gruwelen, die in de laatste drie oorlogen gepleegd zijn, verantwoorden, zij zijn de eenige schuldigen, want wat zou een regt zeg gen, zoo niet de bezitters, maar anderen aanspra kelijk zijn voor de wijze waarop zij van dit regt gebruik hebben gemaakt? Hoe, gij monarchen en koningen van Europaaltijd hebt gij beweerdaan ons, aan ons alleen komt het regt toe om den oorlog te verklaren, wanneer wij het begeereu dan moeten de volken zich naar ons goedvinden laten doodschieten. Wij zijn de herders, gij de schapen, die u gedwee moet laten leiden, naar het bloedig oorlogsveld, verzet gij n dan is een zekere dood uw straf. En als de oorlog u tegenvalt, zoudt gij de onge lukkige schapen nog aansprakelijk willen stellen dan zult gij u nog beroepen op de publieke opinie Gij wildet immers niet dat aan het pnbliek, aan het volk de beslissing over oorlog en vrede werd overgelatengij beweerdet dat het volksoordeel niet kalm genoeg zonde zijn, maar dat het misleid zonde worden door allerlei verkeerde hartstogten, doch dat gij, omgeven door uwe raadslieden boven die hartstogten verheven waart. Als een voogd over onmondige kinderen, zeidet gij tot hen, niet aan n, maar aan mij komt het toe te beslissen of gij uw goederen en leven aan een bloedig oorlogsproces zult blootstellen, gij be- gont het proces en nu het een ongelukkig einde neemt, zegt gij dat is alles uw schnld. Dat noe men wij onregt. Want nog eens, zoo lang het regt tot de oorlogsverklaring alleen bij de vorsten berustzijn zij ook de eenigen die daarvoor ver antwoordelijk kunnen worden gesteld. Al het in de oorlogen vergoten bloed, bedenkt het wel, o oorlogsverklaarders, komt dan alleen over uw hoofd, de volken kunnen grootcndeels hunne handen in onschuld wassclien. En daarom vertrouwen wij ook dat de goddelijke regtvaardigheid niet toe zal laten dat het ongelukkige Frankrijk te veel zal lijden onder dezen oorlog. Gelijk nit ieder on verdienden ramp, zullen uit dezen oorlog voor de volken de gelukkigste gevolgen voortkomen maar de vorsten en regeringen zullen voor den troon van den Regter der wereld, het bloed, dat vergo ten is, moeten verantwoorden. GEMEW;!)!* IIEIUGTEX De heer jS. majoor-kommandant der dd. schutterij te Breda was dezer dagen in zijne wo ning bezig met het naauwkeurig beschouwen van een geladen chassepot-geweer dat hij in de hand hieldtoen het schot eensklaps afging en de ko gel hem in de borst drongmet het nood lottig gevolgdat hij onmiddelijk nederstorte. De ongelukkige was weduwnaar en laat zeven nog jeugdige kinderen achter. Het «Vaderland" meldt dat in de vorige week te Haarlem in den Singel een meisje van 24 jaar als drenkelinge is opgehaaldvermoedelijk is dit eene verwisseling met het meisje van 24 a 25 jaar dat Dingsdag voor 8 dagen te Am sterdam digt bij de Haarlemmerpoort levenloos hoewel nog warm opgehaald is. In eene Woensdag voor 8 dagen te Am sterdam gebonden effecten veiling is een aandeel le serie in de Haarlemsche Brandverzekering Maat schappij verkocht voor 109J pCt. Op de kennis te Steenbergen is een turco gearresteerd die voorgaf goochelaar te zijn, maar die zoo als alras bleek van een der forten van Antwerpen was gevlugt. Door de marchansé naar Rozendaal overgebragt is bij dadelijk naar Esschen (Belgie) getransporteerd. De legitimistische bladen behelzen de vol gende circulaire vau den graaf van Parijs: Frauschen 1 «Gij zijt weder meester van uw lot. Voor de vierde maal in minder dan een halve eeuw, zijn uwe staatkundige instellingen ingestort en aan de treurigste beproevingen zijn wij overge leverd. Moet Frankrijk het einde van die onvruchtba re bewegingen, de bron van zoovele onheilen, aan schouwen 't Is aan u hierop te antwoorden. Gedurende eene reeks van jarenin eene on verdiende ballingschapheb ik nimmer gedoogd dat mijn naam de oorzaak zou worden van vee-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1870 | | pagina 1