Sckwalbach en do Napoleoniden. n. GEMENGDE BERIGTEN. en best geoefend leger. Is een volk in zedelijken sin verant woordelijk voor de daden sijner rege ring.. Wat de koningen misdoen moeten de Grieken boeten, zegt de latijnsche lierdichteren te regt. Het is het geplonderdeverarmde en vermoorde volk, dat alleen lijdt door den oorlog, welke ontstoken is door de misdadige dwaasheid der vorsten. Het lijden van den Staat ten gevol ge van de fouten der regering, is dus in de eerste plaats het lijden des volks. Even als de schulde-1 loose nakomelingen moeten boeten voor de schuld i der vaderen, moet ook eene natie lijden voor de schuld harer regering. Het is een wet der natunr waaraan men, hoe onregtvaardig zij ook schijne zich moet onderwerpen. Maar is een volk ook in zcdelijken zin aanspra kelijk voor de fouten der regering? Men houdt in onze dagen die stelling voor eene onwederleg- hare waarheid, ofschoon een ieder aanstonds kan zien, dat zij in openbaren strijd met de regtvaar- digheid is. Laten wij by voorbeeld het fransche volk nemen, dat thans zoo vreeslijk lijdt voor de mis daden van zijn onttroonden keizer en dat door zijn tegenstanders ook voor die misdaden aanspra kelijk wordt gesteld. Men deuke zich een echten en welgezinden Franschman. Een Duitscher zegt rGij klaagt over het bjjden dat wij u en uw volk aandoen, maar ten onregte, want uwe Lodcwijks en Napoleons hebben ons veel leed gedaangij draagt uw deel in hun schuld. De Franschman. «Zonder er om te zragen werd Jk Franschman geborenwat vroeger Fransche vorsten misdaan hebbendaar kan ik niets af of aandoen.* De Duitscher. «Maar dezen Napoleon gij hebt hem zelven'toch gekozen, gij hebt gewillig zijn juk gedragengij hebt hein telkenmale eene hem vleijende volksvertegenwoordiging gezonden.* De Franschman. »Ik stemde voor den keizer omdat hy ons rust eu vrede beloofde beeft hij zijn woord niet gehouden; dan ligt do schuld niet bij mij maar bij hem.* De Duitscher. «Maar gij stemdet toch meestal voor de officiële candidaten.* De Franschman. Ja I omdat ik begreep dat Frankrijk voor alles behoefte had aan duurzaamheid van bestuur en rust en omdat de keizer alleen langs dezen weg zedelijk genoodzaakt kon worden, De huwelijksvrede bleef niet lang ongeschon den zoo als het meest altijd gaat wanneer per- ionen die elkander niet door en door kennen «en verbond voor het leven sluiten. Spoedig za- $en zijdat zij te haastig waren geweest en lat zij volstrekt niet in karakters overeenstemden. Toen Thomas Wijse in 1830 als eerste gezant van Engeland naar Griekenland vertrok bleef zijn vrouw achter. Zij wenschte liever op het vaste land na hier dan daar te wonen. Zij had drie kinderen. De beide oudsten er kende Wijse, als de zijne, maar van het derde, Marie geheeten wilde hij geen vader heeten. Toch bleef het den naam Wijse voeren en huwde vroegtijdig met een jongeling die zich vorst van Solmes noemde. Het echtelijk geluk der dochter was echter nog van korter duur dan dat harer moeder. Reeds een jaar na de bruiloft volgde het jonge echtpaar de voetstappen van de onders der bruid. Solmes ging op reis en zijne vrouw ves tigde zich te Parijs. Zij was niet veel onder dan 18 jaartoen zij de geëmancipeerde dame begon te spelen. De prins president Lonis Napoleon Bonaparte begon in die dagen juist zijn rol te spelen. De hooge stelling die hij te Parijs bekleedde kwam zijne nicht in zoo verre te stade dat ieder in haftr huis begeerde te worden toegelaten. Kwam ons de zoo lang beloofde vrijheid terug te geven. Misschien dwaalde ikmaar wie dnrft een dwaling en staatkundige inzigten, gelijkstellen met misdaad.» j De Duitscher. «Waarom hielpt gij niet om de schelmen die den keizerlijken troon omringden J wegtejagen?» De Franschman. «Mij waren die schelmstukken grootendeels onbekendmaar moest ik dan daar enboven hun regter zijn P mogt ik oproer maken was ik medepligtig geweest aan de schelmerijen had ik uit lage en hebzuchtige oogmerken de oogen moedwillig gesloten voor dat stelen en be driegen s ik zou schuldig zijn maar nu ik het niet gedaan heb, kont gij mij en het grootste ge deelte van den landbouwenden en nijveren stand geen deel in de schnld toerekenen even min als men aan het in Duitschland verkcerende volk, het gruwelijk verbranden van fransche dorpen en het vermoorden van weeriooze grijsaards en vrouwen kan toerekenen. De regering, die dat moorden en branden toelaat kan daar alleen aansprakelijk voor worden gesteld. Alleen in geval het Duitsche volk zulke misdaden zoudo toejuichenzoude het de medeschuldige zijn.* De Duitscher. «En toch zeggen onze regering onze oourauten en onze geleerden dat het fran sche volk mede schuldig is aan de misdaden van zijn regering.» De Franschman. «O jaomdat de regering gaarne altijd dc eer en den rocin voor zich zelf zou willen houdenmaar de schuld van het verkeerde op den rug van het arme volk willen laden. De couranten omdat het strcelen van bloeddorst en wraakzucht in dagen vau opgewondenheid grootere populariteit geeft dan hot prediken van zachtmoe digheid de geleerden omdat zij bij het zoeken naar boekcn-geleerdheid de stem der natuurlijke billijkheid in hunne borst hebben verstikt.» De Duitschèr.'«Ik zelf heb een innig mededoo- gen met het lijden- van het fransche volkmaar ik ben soldaaten moet daarom ook de stem der menschelykbeid versmoren. Wanneer zal toch eens een einde komen aan dat jammer De Franschman,. «Wanneer de volken begrijpen dat zij door hunne regeringen al te vaak jammer lijk misleid worden w.yit de volken hebben allen belang bij een duurzame vrede, de dispoten alleen bij den oorlog.' de prins-president heden of morgen zooals zijne talrijke tegenstanders voorspelden in de gevange nis welnu nit den salon zijner nicht kon men zich terug trekkensteeg de prins echter nog hoogerontwikkelde hij zich tot keizergelijk zijne aanhangers openlijk durfden zeggen dan hadden de bezoekers zijner nicht zeker hoogere gunsten te verwachten. Het gelddat mevrouw van Solmes overhield, toen zij van haren gemaal scheiddewas spoedig verbruikt en zij moest er aan gaan denken te borgen. Zoo vinden wij haar op zekeren dag bij den prins-presidentdien een staatsstreek in het hoofd maalde en tot ove» de ooren in schulden stak zoodat het bezoek zijner nicht hem alles behalve welkom was. Goeden dagoom president f zeide mevrouw Solmesdie altijd eenigzins avontuurlijk gekleed was en nooit uitging zonderbaar rijzweep. Waar om zijt gij gisteren niet bij mij geweest ten einde de komedie in mijne salons eens bij te wonen Ik heb de ministers bij mij gehadgij zult dos begrypendat Dat mijne komedie moest achterstaanals men zelf een stnk opvoert. Ik neem dus uwe veront schuldiging aan. Gij hebt evenwel veel gemist door niet te komen. Daar twijfel ik niet aan en betreur het. Het woord bestierf den president op de lippen want hij bemerkte, dat zijne nicht zich op eene sopba neervleide eu een cigarette voor den das haalde. Donderdagmiddag is de 22jarige dienstbode van den heer T. te Dordrechtdoor de politie voorloopig in arrest genomenals verdacht haar kind in het sekreet bij genoemden heer te hebben geworpen. Zoo men zegt heeft zij bereids woens dagavond bekend heimelijk te zijn bevallen. Ile. demnorgen heeft de lijkschouwing plaats gehad en toen is geblekendat het kind levend ter we reld is gekomeo. De misdadige moeder is thans aan de justitie^ overgeleverd. Eene boerenplaats met 21 bunders weiland in den polder Schermeer, Jl. Woensdag ten overstaan van de notarissen Bakker Schnt en Gonwe te Alkmaar verkocht, heeft opgebragt de som van f 58.78725 in 1838 werd diezelfde plaats met nog geen 10,000 betaald. Ala tegenhanger van bovenstaand berigt wordt nit Boskoop gemeld, dat op eene gehouden verkoo- ping van landerijen aldaar een huis en erve benevens 1 een bunder land (in den Middenbnrgachen polder) is ingezet op tien gulden door den heer J, A. i van de Werve, te Waddingsveen. De notaris gaf hierop te kennen, dat hij geen vrijheid had het perceel af te slaan en den verkoop tot nadere aan kondiging uitstelde. Den heer H. Kamp, pastoor te Sneek, is dezer dagen een groot ongeluk overkomen. Toeu Z. Eerw. naar het werk ging kijken van de in aanbonw zijnde R. K. Kerk is een stok bont op gijn hoofd gevallen. Hij ia aan dien slag overleden. Een boer van Asperen is 11. .Dingsdag met paard en chais in de duisternis iu het Zederik-kanaal geraakt; hij heeft de strengen nog los kannen snijden, doch zich niet uit het water kunnen redden en ia verdronken. Een beer en dame nit Brnsael hadden te Boaillon een kleinen reiszak verloren, die door den boschwachter Louis Pochet werd gevonden. Maar hoe den eigenaar te ontdekken De boschwachter kwam op der volgenden snnggeren inval. In den zak bevond zich een portret van een jongen knaap, door een photograaf der hoofdstad gemaakt. Dien zond hij het portret, dat door hem herkend werd. De photograaf zond hij het portret aan den vader van den knaap, en zie daar hoe de photograiie de verloren voorwerpen deed terugvinden. - Mevrouw Hoffmann te Berlijn gaf onlangs een bal, waarbij zij de ontdekkingen van baar echtgenoot betrekkelijk de aniliDe-kleuren op een aardige wijze in toepassing bracht. Elke heer kreeg een booqnet van zijne dame, en deze een lint van i haar cavalier. Bonqnetten en linten waren nit witte tijde vervaardigd. Aan het einde der zaal wa» een eau-de cologne- fontein, waarin elk paar lint en booquet doopteonmiddelijk veranderde dan beiden in een prachtig blaauw, rood groen of violet. Wanneer booqnet en lint vau hetzelfde paar toevallig dezelfde klenr aannamen, werd dat onder luid applaus voor een goed voorteeken gehouden. Men had de linten en bouqetten vooraf met aniline-verf- Wij speelden een klein blijspel, dat ik zelf gemaakt heb ging de Amazone voort. Apropos, oom presidentkunt gij ook wat vuur missen Het stuk heet Als men niet te veel bemint bemint men meer dan genoeg. Een pikantewel beteekenende titel I Niet waar? De titel is goed; jammer dat wij het stnk niet meer zullen kannen geven f Niet meer geven Dat is in der daad jamaier f wat echter verhindert u Een aardige vraagHoe kunnen wij komedie spelenals mijne schuldeischersmijn huis met alle» wat ei in is geregtelijk verkoopen laten Is het zoover murmelde de presidentdie nu al begon te raden wat er volgen zou. Gij zijt mijn laatste hoopoom president 1 Als gij mij niet redt ben ik verloren Dat treft slechtzeide Louis Napoleon met een koud lachjeik had mij heden juist voorgenomen u te bezoeken en om u een paar honderdduizend francs te vragen. Dat kan ik nu ook al niet doen. Steekt den draak niet met mijoom Aan wien zullen wijleden der Bonapartesons in onzen nood anders wenden dan tot u Zijt gij niet het natuurlijke opperhoofd der familie. Heb ben de broeders des keizers zich niet altijd tot den keizer als hun aller vader gewend En hoe lang zal het durenen gij zijt ook keizer Stilriep de president ontsteld. Bedenk dat de wanden ooren hebben Laat de wanden hun ooren houden en volvoer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1870 | | pagina 2