5 JAB0ABIJ. Vijftiende Jaargang. Ao. 1871 '1870. Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. M 693. ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland door tusschenkomst van de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebben te: Hamburg, Frankfort a/d Main Brleijn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne. GEMENGl)E BEIUGTEN. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt met een bijvoegselbevattende het jongste Schagcr- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Paus per jaar 8,Franco per post f 8,60. Afzonderlijke nummers f 0,0 7 J. ADVBRTBjmës van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder 0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd to dingen Is arbeid aan een rots te biên. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Wij zetten ons niet met genoegen neder, wan neer wij in de volgende regelen een kort overzigt willen geven van het afgeloopen jaar. Geheel be- heerscht door den verschrikkelijken oorlog, waar van het einde nog altijd zich niet laat voorzien roept het moordtooneelcn voor den geest wier akeligheid alleen geëvenaard wordt door hunne on zinnigheid. Het is waar dat het laatste gedeelte van den strijd de fransche natie in een edele rol plaatst. Het vaderlandslievend gevoel dat voor geen onspoed zich overgeeft wekt een edelaardiger sym pathie dan de wufte oorlogsroem der Pruisen in den aanvang van den oorlog. Die roem vervliegt als de kruiddamp; alleen de weduwen eu weezen der verslagenen blijven. Doch de voldoening, waarmede een later geslacht zal wederzien op de heldhaftige verdediging van Frankrijks grond, zal een billijk gevoel van zelf waarde in het hart der fransche natie werpenbij welks licht het haar gemakkelijker zal vallen echte roem van valsche glorie te onderscheiden. Doch voor ons is dit gevolg niet af te scheiden van hetgeen wij hebben zien voorafgaan. Een volk als het fransche dat met zich spelen liet als een kind en dat alle regt op zelfregering had inge ruild tegen den waarborg dien een naam gaf ter bestendiging van een toestand van welvaart, welks bronnen meestal dienstbaar gemaakt werden aan ijdelheid en vermaak. Een heerscher, die si nis 20 jaar Europa in vrees hield, plotseling tot een zwakken onwetende ontkleed en in zijn val nog meer schande bren gend over Frankrijk en Europa dan over zich zelf. Een sluw spel met schoone woorden in den aan vang van het jaar; een belofte van vrijheid en eene toezegging van een nieuw tijdperk, in blijd schap aangenomen door verstandige mannen en dat alles beëindigd met eene plotselinge oor logsverklaring, zoo onbedacht als ongerijmd. Dit is voorafgegaan en hierdoor maakt zich die wee moed meester van ons hart bij hetgeen het thans voor Frankrijk gevoelt, welke nimmer nalaat zich te doen hooren wanneer wij het goede eerst gebo ren zien uit het kwade. Is alzoo thans de houding van het fraDsche volk in het algemeen een lichtpunt te noemen in dit zoo jammerlijk jaar, omgekeerd mogt de aanvan kelijke houding van Duitschlanddat bedreigd als een man opstond om zijnen Rhiju te verdedi gen, svmpathie verwekken, terwijl de voortzetting van den oorlog tot een der ergerlijkste feilen van eer en heerschzucht geteld moet worden. Nog altijd woedt de strijd voort en het einde laat zich nog immer niet voorzien. Doch het blijkt meer en meer dat het in dezen vuurproef gloeijend geworden staal der vaderlandsliefde alle krijgskunst te sterk zal wezen en dat helaas 1 Duitschlands zonen met schande nog zich zullen moeten terug trekken uit den strijd. Lang kan de tegenwoor dige toestand niet meer duren. Er is uitputting aan beide zijden en hoe betreurenswaardig dit einde ook zij de zedelijke orde der dingen heeft hierbij het laatste woord gehad. Ons vaderland tusschen de oorlogvoerende mo gendheden gelegen heeft zijne onzijdigheid weten te handhaven en de massa van onkundigen moge medelijdend hebben neergezien op ons krachtsver toon, terwijl enkele deskundigen hunne wetenschap passend meenden te kunnen openbaren in een kritiek die het onvermijdelijk gebrekkige aantoonde, zeker is het dat 50 60000 man onder de wa penen gestaan hebben, wier pligt het was eiken aanvaller te keeren. "Wij gevoelen zeer goed dat dit geene imposante magt was maar keuren het in ieder af, vriend of vijand, wanneer wij den toeleg ontwaren om door het belagchelijk maken van de absolute waarde van het goed dat wij doen, den drijfveer tot het goede te verlammen. Zonder aarzeling heeft de regering gehandeld op het oogenblik des gevaars en bedaard en vertrouwend is de natie gevolgd. Toch doen die enkele bedillers welke u op de vingers uitrekenen dat tegen Pruisen, Nederland niet bestand is, veel kwaad. Ongevoelig winnen zij veld en bereiden zij de natie voor tot een trap van lafheid en saaiheid, waarvan zij zeiven welligt het eerst walgen zouden indien zij het vaderland er op geplaatst zagen. - Dezelfde onwil om het goede waar het zich toontte steunen om liever heil te zoeken bij een kritiek van hetgeen ieder in het oog valt, bragt ons land in de raadselachtige ministeriele crisis, waarin wij verkeeren. Ongemerkt heeft bij onze staatkundige mannen liefde voor het vaderland plaats gemaakt voor wrevel, bij de zwakke mede werking die zij ondervinden mogten, kan het an ders zijn Voor de liefde die bedekt, kent men geene an dere dan die welke uwe woorden openrijt. Mogt vare eensgezindheid, levendig besef dat alleen bij aller zamenwerking aller heil betracht kan worden regt ontwaken in de bewoners van dit gelukkige land, die om het zoo goed te hebben als zij kun nen waarlijk niet meer behoeven. Droomen wij toch bij de ondervinding, die wij in 1870 heb ben opgedaan niet meer van een beter toestand buiten onze grenzen. Waarderen wij het dat de nationale naam nog ongerept is gebleven en span nen wij in 1871 alle onze krachten in om Ne derland zoo gelukkig te maken als dit, bij de zegeningen, welke het geniet, behoort te zijn. De heer Haverschmidt vervulde Dingsdag avond, in de zaal van den kastelein Knikker, de aange kondigde spreekbeurt het auditorium was vrij talrijk. Op uitdrukkelijk verlangen van den gevierd en redenaar zwijgen wij over zijne voordragten doch verwijzen naar het hier achter voorkomende inge zonden stukje dat wij met genoegen opnamen omdat wij niets mogten zeggen. GEMEENTE BARSINGERHOHN. Mann. Vrouw. Bevolking op 31 December 1809 1203 1113 Mann. Vrouw. In 1870 geboren 38 53 Van elders ingek. 100 116 138 169 In 1870 overleden 41 87 vertrokken 107 126 14S 163 Bevolk, op 31 December 1870 1193 1119 2312 De indeeling der bevolking was voor de ver schillende gezindheden als volgt: Nederd. Her vormden 1977; Evangelisch Lutherschen 6; Doop- gezinden 223; Christelijk afgescheidenen 4: Roomseh Catholieken 92Nederd. Israeliten 9, tot geen der genoemde gezindheden behoorende 1. Eenige heeren en dames zijn jl. Maandag middag te Amsterdam door het ijs van het Wan- derpark gezakt. Zij werden bij tijds allen nog uit de ijsschotsen getrokken en met hun nat pak op het droogc gebragt. Omtrent bet gevecht dat tusschen deu »Mc- teor« en den r Bouvet* geleverd werd, ontleeneu wij aan La Quinzena, een blad dat in Havana verschijnt, nog het volgende: Op ongeveer mijlen afstands van Morro heeft eeu voorval plaats gehad dat het onderwerp is van alle gesprekken in onze hoofdstad, en dat de aan dacht van geheel Havana getrokken heeft. Tus schen een fransch en een duitseh oorlogschip heeft een zeegevecht plaats gehad; duizende personen waren daarvan ooggetuige. De loop van het ge vecht was als volgt. In den ochtend van den 7den November liep de pruisische kanonneerboot Meteor onze haven binnen, bet voerde drie ka- nounen en 70 man equipage, ongeveer 50 mi- nuteu later volgde een fransche kanonneerboot Bonvet, gewapend met drie (of vijf) stukken en voerende £0 man. Het pruisische schip hsd voor het vertrek van de fransche stoomboot Nouveau Monde, bestemd naar St. Nazarie, de haven w laten, maar was na eenige dagen in zee te heo- ben gekruist, teruggekeerd, aangezien de kapitein van de fransche passagiersboot aan den wensch zijner passagiers had gehoor gegeven door schip

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 1