en lading niet bloot te stellen aan het gevaar
alt goede pryt* te worden opgebragt. Den 8sten
Mor. des middags ten 1 ure koos de fransche
kanonneerboot weder zee, en volgent de bepalin
gen ran het volkenregt volgde de pruitischc Me-
teor eerst den 9den op hetzelfde uur. Verschil
lende personen begaven zich aan boord van de
stoomboot Heman Cortés om het gerecht bij te
wonen. Tien minuten na een ure ligtte dit ichip
het anker. Na dat de Hernan Cortes ten 1 ure
87 minuten den mond van de Morro was gepa<-
secrd, zette het schip koers naar het Noordoosten.
De zee was kalm, de lucht bewolkt men kon
zeggen dat 't mooi weer was. De strijd werd des
middags ten 2 unr 85 minuten geopend de
vijandelijke schepen bevonden zich toen op een
afstand van ongeveer 10 mijlen van de kust.
Het fransche schip opende bet vuur, na eerst de
driekleur te hebben gelie.schen ten teekeu dat de
strijd een aanvang nam. De prnisische kanon
neerboot hecach eerst ook de vlag van den fok-
kenmast en daarna van alle masten; en beant
woordde daarna het vuur van de Bouvet. Beide
schepen zetten het vuren krachtig voort en ma
noeuvreerden daarbij, volgens het oordeel van des
kundigen, zeer goed. Het scheen dat de franschu
kommandant van plan was den Metcor te enteren.
Twee malen werd daartoe eene poging gedaan.
Nadat er in ongeveer 20 minuten dertig schoten
gewisseld waren, had het pruisische schip den
grooten mast en den bezaansmast verloren. Voor
zooveel men aan boord van de Hernan Cortés
kon waarnemen, had het fransche schip voel schade
aan de machine, zoodat de stoom met massa's
ontsnapte. Aan boord van den Mctcor waren
drie personen door granaatsplinters gedood, terwijl
er een door een geweerschot was gewond. De
romp en de machine waren echter onbeschadigd.
Het schip liep echter langzaam, aangezien het
touwwerk met zijn schroef verward was. Midde
lerwijl waren aan boord van het fransche schip
met eene bewonderenswaardige snelheid de zeilen
geheschen, waarop het zich verwijderde. De prui
sische kanonneerboot zond het nog eentge scho
ten na.Ten half vier kondigde de Hernan Cortés
door een kanonschot aan, dat de Bouvet zich in
spaansch water bevond.
De strijd kon toen als geëindigd beschouwd
worden aangezien het fransche stoomschip koers
zetta naar de haven. Toen de Meteor den Her
nan Cortés zoo nabij was gekomen dat zij eikan
ker konden beroepen, zette laatstgenoemd schip
een boot uit om drie doctoren, voorzien van het
noodige naar den Meteor over te brengen ten
einde heelkundige hulp te verleenen. Dat was
echter overbodig, aangezien de eenige gewonde
reeds was verbonden. Aan boord van het fransche
schip hadden twee personen door den ontsnapten
stoom brandwonden bekomen.
De drie gewonden twee Franschen en een
Duitscher werden naar het ziekenhuis van
Gmrcini overgebragt. De Bouvet bereikte zeilende
den ingang der haven en werd daarop naar bin
nen gesleept. Algemeen rekent men dat aan beide
zijden veel moed en beradenheid aan den dag
zijn gelegd. Men verwacht dat zoodra de schade
hersteld is, beide schepen den strijd weder zullen
hervatten.
Aan een particulier schrijven uit Parijs
van een der leden van de ambulance-commissie
ontleenen wij het volgende
«Wij gingen voor een paar dagen een ouden
aergant van de zouaven opzoeken. Door het
ontspringen van een granaat was zijn gezigt af
grijselijk verminktzijn neus was geheel afge
schoten; zijn oogen waren bedekt met bloed
't was een vreeselijk gezicht en hij moet ver
schrikkelijk geleden hebben. Maar toch weigerde
hij op een matras te slapenzeggende dat men
die maar voor heviger zieken moest hondenter
wijl hij verlangde -op den bok van het rijtuig
meé naar Parijs terug te keeren. Op weg sprak
hij «Drommels zij hebben mij mijne pijp gebroken
dat is vervelend 1" De koetsier gaf hem de
zijnedie hij smakelijk ging rooken. Kort daar
na sprak hij wederis er nog iets wat mij
hindertik beb mijne muts verloren en vrees
verkouden t« zullen worden. Plotseling spron hij
van het rijtuig en liep naar de vijandelijke linie.
Wij dachten dat de man gek geworden wasmaar
na tien minuten kwam hij met een Pruisisch
casque op 't hoofd terug en zei«Hij die de
zen gedragen heeftzal er niet meer verkonden
door worden. En hij ging voort zijn pijpje te
iooken.r
't Klinkt wel wat ongeloofelijk.
oor hen die wenschen de aanstaande msans-
i verdnisteriag gade te slaan, geven wij een korte be
schrijving van dit hemelverschijnsel van den beer
Kan te Schiedam.
Deze verdnisterirg verschilt van die in Jnli 11.
daarin, dat de maan niet geheel verduisterd wordt.
maar aan de Noordzijde blijft een lichte sikkel
over, zooals dnidelijk te zien zal zijn. Er komen J
daarom bij deze eclips slechts drie tijdstippen voor j
i die hijzonder de aandacht verdienen, namelijk het I
oozenblik van het begin, midden en einde der eclips,
terwijl bii| eene totale verduistering nog die in
aanmerking komen, waarop de totale verduistering
begint en eindigt.
Het begin der verduistering heeft plaats te 8
nnr en 6 minuten. Om te weten welk pnnt van
den rand der maan het eerst in de schadnw der
aarde treedt, stelle men zich de maan voor, even
als in de beschrijving van de maansverduistering
van 12 Juli II., al* de wijzerplaat van een unrwerk,
met het getalmerk van 12 oor boven. Men zal
dan de verduistering zien beginnen aan den Oos«
telijken of linkerrand der maan, jnist ter plaatse
waar de uurwijzer zich bevindt, als hij half zeven
aanwij«t.
Te 9 uur S6 minuten is de verdaistering het
grootst.
Vnn het midden der verdnistering sf, ziet men
de schadnw over de Westzijde der maan langzamer
hand kleiner worden totdat zij te 11 uur 7 min.
den Westelijken of rechterrand der maan verlaat,
op een pnnt, waar de uurwijzer staat als een uurwerk
kwart vóót vier uur aanwijst.
De tijdstippen van het begin, midden en einde
der verduistering zijn als gewoonlijk opgegeven
volgens den middelbaren tijd te Amsterdam, en
het Zal wel overbodig zijn de middelen aan te wij
zen, hoe men dien met toereikende naauwkenrig-
heid kan te weten komen, dewjjl die in het be
richt over de zonsverduistering vermeld zijn.
Het jaar 1871 is zeer arm aan verduisteringen,
die hier zichtbaar tullen zijn. De aangekondigde
maansverduistering is de eenige, die in dit jaar in
onze streken zal kunnen worden waargenomen. De
drie volgende verduisteringen, waarvan er twee tot
de zou behooren, zullen in Azië en Australië
zichtbaar zijn:
Montmédy heeft zich overgegeven. Men had
algemeen verwacht dat de vijand zijn toevlngt niet
zon nemen tot het beschieten der vesting; doch
men heeft zich vergist. Er heeft een geregeld bombar
dement plaats gehad, waarvan de gevolgen verschrik
kelijk zijn geweest. Het hooge gedeelte der stad is
bijna geheel vernield, het lage heeft weinig ge
leden.
Dingsdag wss er znlk een zware mist, dat het
garuizoen in de onmogelijkheid verkeerde het geschot
van den vijand te beantwoorden, die alzoo van
's morgens tot 's avonds alleen vourde. De vijand
had 50 stokken in batterij, bijna alle van groot
kaliber en bij wierp projectielen van minstens 75
kilogram, die eene afgrijselijke verwoesting te weeg
brachten, naar de stad.
Bovendien bemerkte de commandant dat kolosale
granaten op een pnnt werden gerigt, waardoor de
blinderingen van de kruid-reserve werden beschadigd
zoodat de boveo^ en benedenstad elk oogenblik
dreigden in de lneht te springen. Toen riep hij
een krijgsraad bijeen, die een capitulatie onvermij
delijk achtte.
Men begon te onderhandelen. In de stad liep
het gerngt hoewel de krijgsraad tot de capitalatie
had besloten dat de commandaut de vesting voor
7 millioen verraden had I
Het hooge gedeelte der stad wij zeiden het
reeds is om zoo te zeggen nog slechts een puinhoop;
doch alles kan er hersteld worden, ofschoon geen
hnis gespaard bleef.
De Pruisen hebben bij Montmédy de werking op
nienw getoond van de nieave granaten, waarvan
Diedenhoven de primeur heeft gehad; het zijn bommen
langwerpig, 60 centimeters lang en 78 kilo wegende.
Twee schanseo aan de zijde der Vigoeul hebben
veel door het bombardement geleden.
Het schijnt dat de Pruisische battereijen den 12
Dec. door het geschut van het fort aijn vernield;
zij werden dazroa zbd opgesteld dat de granaten
van Montmédy een paar honderd el er vb&r teregt
kwamen, terwijl het vijandlijk geschat buiten schot
bleef. Die omstandigheid en het gevaar voor het
•pringen der kraidmagazijnen, volgens sommige
door onvoldoende blicdering maakten de overgave
noodzakelijk.
De Proissen zijn ten één unr des namiddags in
de stad g'komen, de voorwaarden der capitalatie
zijn dezelfde als voor Diedenhoven en Verdun xtjn
aangenomen.
Er zijn 30 of 40 Franschen gedood en een 60tal
gewond; de Pru'sen hebben slecits weinige doo-
deo. r'
Men zegt dat het vijandlijk gesd.ut reeds op weg
is naar Mézières. De treinen komer. t^t digt bij
Montmédy aan, tot aan de brug de 'a Cbière, die
vernield is.
Mérières heeft zich insgelijks reeds overgegeven.
De heer Janssen3 geregtvaardigd.
In het jongst verschenen nomtner der Alk-
maarsche courant geeft de heer mr. m van der
Kaav publiciteit aan een brief van den heer jhr.
mr. H. G. C. L. Janssens, houdende mededeeling
van bijzonderheden ten aanzien van. den veel be
sproken maatregel van het Burgerlijk Armbestuur
te 's Gravenhage omtrent het schoolgaan van de
kinderen der bedeelden. De heer v. d. K. acht
het, ofschoon de verkiezing van een lid voor de
Tweede Kamer in dit district reeds lang voorbij
is, toch van belang om deze mededeeling open
baar te maken. Hij "wijst op de oneerlijke wape
nen, waarvan in den jongsten verkiezingsstrijd is
gebruik gemaakt, toen men aan een tegenstander
handelingen heeft toegeschreven waaraan hij ge
heel en al onschuldig is. Op verzoek van den
heer v. d. K. heeft do heer J. de bijzonderheden
aangaande het in 1861 en 1862 te 's Hage voor
gevallene, bijcengebragt naar de aanteekeningen
daarvan in der tijd gehouden. Ook wij achten
het van belang, uit liefde tot de waarheid een
en ander uit het geschrevene onder de aandacht
onzer lezers te brengen.
Tn eerstgenoemd jaar werd, op voorstel van den
toenmaligen wethouder Janssens, in de verordening
op het Burgerlijk Armbestuur te 's Gravenhage
deze bepaling opgenomen: «Het Burgerlijk Arm
bestuur oefent toezigt uit op het gedrag der per
sonen, waaraan het onderstand verleent, en bevor
dert het schoolgaan van hunne kinderen./» Dit is
het eenige voorschrift, dat ten aanzien van het
schoolgaan der kinderen van bedeelden op voorstel
van den heer J. werd vastgesteld en in die jaren
te 's Hage van kracht was.
Hoe met het oog op deze bepaling het mogelijk
is den heer J. te beschuldigen, dat hij in zijne
betrekking als lid van dat Armbestuur zou hebben
gestreefd naar krenking der gewetensvrijheid dit
begrijpen wij niet. Nog blijkt uit de aanteeke
ningen bovenbedoeld, dat een later besluit, om de
bedeelde ouders te 's Gravenhage te dwingen hunne
kinderen naar de gemeente-scholen te zeildenge
nomen is tijdens eene afwezigheid van den heer
J. Verder nog zien we er uit, dat de heer van
der Heim, lid der algemeene conservatieve kies-
vcreeniging, die als inspecteur van het Lager On
derwijs in Zuidholland grooten invloed haddat
juist deze heer de ontwerper, verdediger en toe-
passer is geweest van de door de conservatieven
zoo zeer gewraakte bepaling. In stede dus van
hiervan tegen den heer J. een grief te maken
hadden het Dagblad van 's Hage en de Nieuwe
Alkraaarsche Courant veeleer hunnen hoofdman,
de heer v. d. Heim behooren aan te vallen over
een besluit, dat niet dan met verwringing der
waarheid tot een grief kan worden gemaakt tegen
den heer Janssens. Bij de beoordeeling dezer zaak
dient men echter ook wel degelijk in het oog te
houden, dat de wet van 1857 toen eerst sedert
kort in werking en er van eene beweging tegen
de neutrale volksschool zoo goed als nog geen
sprake was.
Dankbsarheid voor redding uit levensgevaar.
Twee boeren nit Staphorst zakten jl. Vrijdag in
de nabijheid van den zaagmolen van den heer
Kniphorst op de Smildervaart door het ijs. De
heer K. zag dit, suelde hun te hulp, doch ware
welligt het offer zijner menschlievendheid geworden,
zoo niet \YK. hem te hulp ware geschoten. De
beide boeren boden daarop voor hunne redding
den heer K. ieder een dubbeltje aan.
Zatotfdagavond jl. heeft een jongman in een
dorp nabij Groningen woonachtig, beproefd een
nienwjaarwensch gedrukt in den vorm van een
Nederlands* bankbillet, in ^taling te seven in
een winkel, waar hij iets had gekocht. Hij werd
daarin evenwel verhinderd, daar men juist bij tijds
de bedriegen, ontdekte. Zondag morgen beproefde
hij hetzelfde weder in verschillende winkels met
nieuwjaarweuschen, die veel geleken op bankbil
jetten van veertig en van duizend gulden, waaraan
door een der ingezetenen een einde is gemaakt,
die de politie met de zaak in kennis stelde. Dienl
tengevolge werd de dader spoedig ontdekt.
<k1nabijheid van Blokzijl zouden twee
netsnijders, de een op schaatsende ander op
Klompen, een perceel riet afsnijden waaraan een
zeer diepe kolk grensde.
De eerste had het ongeluk door het ijs te ra
ken, de ander hem willende helpen, viel er ook