ABVSRTBimihr
AANBESTEDING.
Zaturdag 12 Augustus 1871
Correspondentie.
MARKTBERIGTEN.
Amsterdam 21 Juli 1871.
Moge Amsterdam al bixonder aantrekkelijk zijn
voor velen, en eigenaardig schoon voor n, o vreem
deling, wanneer ge daar met uw familie een dagje
komt doorbrengen en u laat rondrijden langs bee-
ren- en keizersgrachtenwanneer ge dan 's ochtends
komt en 's avonds weer heengaat; ik geloof het
gaarne; ge behoudt dan, zoo als van alle dingen
die men kort geniet, een goeden indruk.
Zoo als ge de hoofdstad daar dan ziet op dien
zonnigen Juli—middag, dan is ze zoo schoon met
haar hartsteenen gebouwen en monumenten met
haar «paleizen van arduiii', met die woelige drukte
die zoo zeer afsteekt bij wat men bij u in de
provincie ziet, waarbij uwe markten zelfs in het
niet verzinken. Allergunstigst doet zich dan de
hoofdstad voor met haar bonte mengelingen, met
al haar groots en betooverends, en het panorama
van pleinen en grachten, van bruggen en straten
blijft ongeschonden voortleven in uwe verbeelding;
want ge verlaat het eer de zon ter kimme is ge
daald. Bij uw afreize houdt ge zoo lang mogelijk
nog die torenspitsen in het oog tot dat ze einde,
lijk niet opgelost worden in de schaduwen van den
nacht, maar samensmelten in het diepe blaauw van
den zonnigen hemel.
Als eeu fotografisch beeld, waarop iu een guns
tig oogenblik, in ódn gelukkigen stand, een heldere
tiutelende zonnestraal is gevallen, die dat beeld
in dat zelfde oogenblik en met dienzelfden gloed
en luister op het glas terugkaatst, waar het on
veranderd bewaard blijft, zoo schijnt u onze stad
ook toe, veel geachte bezoeker
Maar voor ons Amsterdammers heeft al dat
schoon juist een tegenovergestelde werking. Het
drukt ous eenigzins neer niet alleen uit kracht
van de gewoonte, maar tegenwoordig ook uit kracht
van de 80 graden Juli—warmte. Als werktuigelijke
poppen, die moeten dienen om de straten vol te
maken, om er levendigheid aan te geven, dwarre
len wij daar rond; de een met verschrikkelijke
haast, de andere met verschrikkelijke traagheid.
De zon, die in uw oog aan alles kleuren en be
teekenis geeft, die zoo aardig dat beeld in die
slagschaduw afteekent, die gindsche groote wijzers
vau dien hoogen toren zoo fel doet blinken, die
zon heeft voor ons veel van haar poëtisch karak
ter verloren.
'k Spreek natuurlijk van tegenwoordig, 't is geen
December, daarom spreek ik ook niet liever van
Deeemher. Dan is het hier heel wat anders en vrij
vermakelijk. Maar nu, met een warmte van 70
80 graden uit de zon! Ge hebt wel eens rede
nen gevonden om uw gevoel van medelijden om-
logeerde in den ridder, maar hield het in de kamer
niet lang uit. Slapen kon ik niet. Na middernacht
ging ik in den helderen maneschijn naar buiten.
Op den rolsrug waar de zoutkeet staat, en in het I
beneden mij liggende dal, liep ik tot den morgen 1
rond en luisterde in het heerlijke beukenwoud, naar
het gezang der nachtegalen. Toen de zon op ging,
was er ook een vast besluit in mij opgegaan
Ik had beloofd des voormiddags een bezoek bij
den ouden Bartels af te leggen. Stipt verscheen
ik en zocht den ambtsraad op. Ik vroeg hem naar
ziju bevinden.
Uitmnnteud lachte hij maar Eliza heeft weinig
geslapen. Ik weet niet wat het meisje scheelt of
die wandelingen haar te zeer aanstrengel).
Mijn hart klopte. Ik vertelde dat ik ook slecht
geslapen hadt en daarom uaar hem toekwam.
Tot mij? vroeg hij verwonderd, ik ben geen
doctor.
Voor mij echter wel, want het beeld uwer dochter
dreef mij van nacht naar buiten.
Hij zag er niet onvriendelijk uit. Ik schilderde
welsprekend mijn gevoel, sprak over mijne afkomst
mijne betrekking, mijne vooruitzichten en wilde
vervolgens over mijn vermogen spreken. Toen viel
bij mij plotseling in de rede: houd maar op. De
oude Bartels behoeft niet naar vermogen te vragen,
hij vraagt slechts naar het gelnk fijner dochter.
Een goed meiseh, zijt gij, dat hebt gij, voor wij
met elkander bekend waren vrijwillig bewezen en
dat is bij mij de hoofdzaak. Een degelijk mensch
schijnt gij ook te zijn, gij ziji uitmuntend beval
len wil Eliza u hebben, zoa zal ik Li Gods
naam mijne toestemming geven!
Ik weet niet meer, hoe ik Elize vond en hoe
bet geschiedde maar eer er een halfunr voorbij
was, hing eene kleine bruid aan mijnen arm. Papa
Bartels was opgeruimd en vroolijk en wij gevoel -
i trent dezen of genen te moeten lucht gevenmaar
i wanneer ge nu weer eens in het lommer van uwe
abeelen, in uwe laantjes en boschaadjes met uwe
eigenaardige onbezorgheid ronddoolt, o baitenman,
waar ge den spot drijft met weerglazen en zonne
schermen, rlenk dan eens aan uwe arme broeders
in de Amstelstad. Men moet er toch maar door,
door die Kal verstraat, soms viermaal op een dag;
en dat stoot elkaar dan tegen het lijf, en dat
jaagt en rent met volgepropte omnibussen en vige-
lanten, dat ik waarlijk niet overdrijf, wanneer ik
zeg dat het hier niet alles is, bij voorbeeld 's mid
dags oin drie nur tegen beurstiji. Maar die din
gen ziet ge anders ook! Nu ja, maar dan is het
December en nu is het Juli; en al denkt gij er
nu zoo Diet over, ik ondervind het dagelijks, dat
het zien van iets, dat «hors de saizon* is mij
altijd hoogst onaangenaam aandoet.
Ik heb nu zoo iets over me, bij voorbeeld, wan
neer ik in December hier of daar uitrustingen
voor Oost en West zie, dan krijg ik een rilling
door mijn leden, en ik kijk op bet weerglas of
het plotscliug ook eenige graden het vriespunt,
genaderd is of overschredeu heeft, dan wel of het
aan mij ligt. Zoo ook wanneer ik in dezen tijd
van het jaar voorbij een magazijn van wollen de
kens, bedden en bedveeren moet (en dat gebeurt
tusschenbeide vier maal per dag) dan maakt zich
eensklaps een zonderling gevoel van mij meester,
juist het tegenovergestelde van wat ik in Decem
ber ondervond, en eerbiedig neem ik dan mijn
stroohoed in mijn hand, haal mijn zakdoek te
voorschijn, gooi mijn linnen jast zoo ver mogelijk
naar achteren, en maak met mijn armen een be
weging als iemand, die zwemmen leert, of wel
die zich oefent in kamergymnastiek.
Zulke dingen komen uu in een groote stad tel
kens voor, terwijl gij het u altijd even aangenaam
en eoinfortahle kunt maken.
Die het dan hier ook eenigzins kan doen, en
wiens zaken het toelaten trekt er uit, naar buiten
al is het maar voor een paar uur om eens door
1 te waaien en hier of daar aan het water te zitten
i en Amsterdam «iu de verte te zien liggen.
Benijd ons dus niet, gij man van het land en
i weet dat ik met deze regelen alleen maar heb
willen zeggen: «het is alles geen goud, wat er
1 blinkt.K. L. S.
Metingen ZO Juli) IH71.
Aangevoerd Paarden f a Ossen f 100
a 180, Stieren f 70 140, Gelde Koeijen f 90
a 140, Kalfkoeijen f 140 d 160, Vaarsen 140
a 180, Hokkelingen 60 a 90. 7 nucht. dito. f 8
a 18 Rammen f a 425 Schapen magere
12 a 20, vette 22 a 29, 70 Lammeren f 6 a 12,
den ons hoogst gelukkig.
Toen wij des namiddags aan de open tafel ver
schenen, was die gebeurtenis reeds bekend gewor-
deu. Papa Bartels liet de Champagne kurken kntil-
len op bet welzijn van den bruidegom en zijne kleine
bruid. Gejuich en opgewondenheid heerschte aan
de geheele tafel* Wij bleven nog een paar weken
in Kösen en thaas is de familie Bartels bij Kreij
ten bezoek. Binnen veertien dagen is de bruiloft,
waartoe gij beiden uitgenooligd zijt.
De brutale postbeambte, vroeg ik twijfelende?
Neen, dit oordeel is verbeterd, de plichtgetrouwe
postbeambte, wiens in den postdienst tot spreek
woord gewordene onvriendelijkheid aan het loquet,
de brug tot geluk «oor mij en mijne kleine bruid
is geworden.
Ik liet deze kwestie maar stil rusten. De brui-
loft werd eene zeer vroolijke en ik heb verscheidene
keeren met de kleine bruid gedanst. Deze is niet
meer boos op mij, maar vertelt aan een ieder die
het hooren wil, dat het zeer billijk van mij ge
weest is, dat ik bij die gelegenheid volgens plicht
naar hare ligitimiteitspapieren gevraagd beb, want
voorzichtigheid en stipte opvolging der voorschriften',
zijn altijd een sieraad van den ambtenaar.
Ik geloof gaarne, dat zij dit oprecht meent,
want had ik mij niet zoo voorzichtig en nauwgezet
betoond, was het tien teg«n een geweest, dat zij
beden nog niet de echtgenoot® van den gerechts-
raad genoemd werd. Mijne stipte plichtsbetrachting
alleen dankt zij den besten man van de wereld.
Dat bekent ook iedereen, slechts het ondankbare
gelukskind, Ledig zelf, loochent hardnekking mijne
groote verdiensten.
Het is even als ik in het begin reeds verzekerde:
Ongeluk niet dan ongeluk, als of ik er op ge
abonneerd was.
4 Bokken en Geiten f 1 a 7, 26 magere Varkens
f 10 a 14, 81 Biggen f 8 a 5, Konijnen 10 a
40, Duiven 20 a 35, Kippen 40 a 60 Eenden
25 a 35 cents per stuk. Boter 133 ets. per Klg.
Kaas 30 a 45 ets. per kilo, Kipeijereu 2,80,
Eendeijeren f 3 per 100.
P u r m e r e n d e, 25 Julij. Boter f 1,15 a 1,25
per N. P. 126 vette Kalveren 60 a 80 ets. per
N. P. 35 nucht. dito f 8 a 20, 111 vette Varkens
39 a 50 ets. per N. P. 18 magere dito f 8 a
12, 302 Biggen f2a 4, kipeijeren f 2,80 eend
dito f3,30 per 100.
H oo r n 22 Julij Aangev. 5 hectoliters Rogge
f8, 12 heet. Gerst f7,75 5 heet. Haver f 6,
5 hect.r bruine Boonen f 13, op Monster ver
kocht Mosterdzaad f 28 Karweizaad f 16, alles
per hectoliter.
Me de inblik, 19 Julij Aangev. 300 kop Bo
ter f 1,34 per kilogr.
A 1 k m a ar 17 Julij Aangevoerd 26Koeijen f 105
a 240, 349 Kalveren f 33 a 90, 12 nucht. dito
f 8 a 16, 329 Schapen f 20 a 33, 100 Vette
Varkens f 88 a 52, ets. per kilogr.
Burgerl. stand der gemeente Barsingerhorn
Ingeschreven van 18 25 Jnlij 1871.
GEBOREN 21 Julij. Grietje, dochter van Arien
Bakker en van Aafje Horst; 23 dito. Pieter, zoon
van Jacob Smit en van Maartje Pool.
ONDERTROUWD: Geene
GEHUWD: Ceene
OVERLEDEN22 Jnlij. Jan Breed, oud 5
maanden.
Burgerlijke staud der gemeente Schagen
Ingeschreven van 18 24 Julij 1871.
GEBOREN: 18 Julij. Anna dochter van Cor-
nelis Franken en Elisabeth Lindebaum.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWD: Geene.
OVERLEDEN: 17 Julij. levenloos kind van
Cornels Marees en Antje Steen. 21 Julij. Antje
Smit, oud 50 jaren, weduwe van Ulrich Siebrands.
23 Julij. Maartje Grootes, oud 78 jaren, weduwe
van Pieter Menrs.
Heden overleed MAARTJE GROOTES,
Wed. van Pibtbr Mkürs, in den ouderdom van
78 jaren en 9 maanden.
Schagen 23 Jnlij 1871.
Meijert Meurs.
Neeltje Lakeman,
5811 geb. Mecrs.
Eenige en algemeene kennisgeving.
Ingevolge bevelschrift van den Heer Rogter
Commissaris in het Jfaillisement van ARIE JON-
GERLÏNGtimmerman te Zijpeworden alle
schuldeischers, pand-, hypotheek- en voorregtheb-
benden daaronder begrepen opgeroepen ter
tweede verificatie van schuldvorderingen,
welke zal worden gehouden op Vrijdag den 4
Angustus, des namiddags ten een uur in een der
localen van het raadhuis te Alkmaar. 5812
De Curator in het faillissement,
A. P. de LANGE.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Bar
singerhorn c. a. zijn voornemens op
namiddags 6 uur, op het Raadhuis der gemeente,
in 't openbaar aantebesteden
het maken van een gebouwtje be
stemd tot lijkenhuis en bergplaats,
op de nieuw aangelegde begraaf
plaats aan het westeinde van Bar
singerhorn het leveren en plaatsen
vau nummerpalen op die begraaf
plaats en het daarstellen eener
leuning op het voorterrein, buiten
de omgrachting.
Bestek en voorwaarden zullen van af den
8en Augustus a. s. tor inzage liggen op de ge
meentesecretarie. 5818
Barsingerhorn 25 Jnlij 1871.
Namens Burgemeester en Wethouders,
C. MULLER Cz. Secretaris.