liefelijke namen van ezel en os aangesproken. Ach, de last om eer* radicale staatshervormer te zijn heeft reeds zoo menigeen op een verkeerden weg gebragt. De laaawcren van Miltiades mogtcn aan Themistocles den slaap uit de oogen gedreven hebben, maar dat zoude hem weinig gebaat hebben als er geen Persisehe vloot ware te bekampen geweest en Xersea niet met grooter magt dan Darius tegen Athene ware opgerukt. De zucht om Thorbecke na te volgen moge b.v. een van llouten dag en nacht vervolgen, vermits er slechts kleine gebreken in ons staatswezen zijn aan te wijzen, zal die eerzucht vruchteloos blijven. De groote hervormingen geschieden slechts ééns in een eeuwwij moeten hervormen ieder dag ieder uur, maar niet met ophef en geraas. Lang zaam en trapsgewijze verbetering van het bestaande moet de leus zijn van iederen staatsman, die het wel meent met ons vaderland. Het lot, dat het ontwerp der inkomsten-belasting zal ondervinden zal naar wij hopen, medewerken om de schelklin kende leusradicale hervorming van 't belastingstelsel uit den mond onzer staats lieden te vbrbannen. GEMENGl)E BEIUGTEN. Aan den heer D. Kaan Az. is op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Wieringerwaard, onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten en tot burgemees ter dier gemeente is benoemd jhr. mr. P. van Foreest Den 19en October vierde de Heer P. Ap pelboom, Hoofdonderwijzer te Waardland, gem. Haringcarspel, behalve het feest zijner 25jarige echtvereeniging tevens den gedenkdag, waarop hij een vierde eeuw geleden zijne loopbaan als hoofd onderwijzer begon. Algemeen waren de blijken van belangstelling, zoo wel van de ambtsbroeders in Belgisch Vlaanderen, waar de jubelaris eertijds werkzaam was, als van de zijde der ingezetenen, leerlingen, gemeente bestuur en tal van vrienden en onderwijzers, welke belangstelling zich vooral kenmerkte, niet alleen door liet uitsteken der vlag gen, maar vooral door vele prachtige geschenken. Dat de algemeen beminde en regtschapen man nog lang in zijne gewigtige dienst raogt werkzaam wezen, was de algemeen geuite wensch. Barsingerhorn, 25 October. Den 20sten de zer had to Haringhuizen, den 23sten te Kolhorn cn heden alhier het schoolfeest plaats dat door de, in dezo gemeente bestaande, afdeeling van het Nederl. schoolverbond aan de jeugd was toebereid. Na oen onthaal op krentcbrood, koek en choco- Florella Luigi. Vrij naar het Eogelsch door K. L. S. Slot. Men zegt dat hij als balling in Engeland ver keerde, maar dat was jaren geleden, en de zaak werd zorgvuldig stil gehouden. Eerst onlangs ver nam ik dat hij verscheidene jaren in Oostcnrijkschen dienst was. Ik heb hem nooit gezien, Pietro, en uie- m&iid wist zijn naam. Maar ik zag wel, mijn jon gen, uit Signora's oogen, dat het haar echtgenoot was, die dood is.» Lieve hemel!» zeide Pietro; ven hij is dan gestorven in de armen van den Kaptein, die haar zoo beminde. Wel dit is een zonderlinge wereld." De arme Florella, terneergedrukt door smart en aandoening, bereikte de villa en sloot zich in haar kamer op, waar zij aan hare droefheid den vrijen tengel vierde. »Te laat, te laat; ''snikte zij;,, mijne vrijheid baat mij nu niet. Dood, beide doodt Waarom ben ik nu overgebleven om voor altijd te treuren? God vergeve hem de ellende, die hij mij heeft doen ondervinden. En toen dacht zij aan Feruando en aan hetgeen haar deel had kunnen zijn. Wederom spoedde de zomer ten einde; de sche mering begon al wéér de heuvels te omringen. Het tooneel van vroeger en het droevig afscheids uur kwamen Florella terstond wéér voor den geest, en die gedachte was nu inderdaad wreed. Dikwijls had zij in den zelfden stoel ouder de warande ge zeten op hetzelfde uur, terwijl hare verbeelding dat treurige tafereel voor hare oogen schilderde. Ze gevoelde nu weder behoefte om zoo te peinzen. Zachtjes ging ze naar beneden, en zat in den wel bekenden stoel. Haar gelaat met haar zakdoek bedekkende, begon ze te droomen. Uit de heldere lade werd een tombola gehouden, welke plaats had in de herberg of in de kolfbaan, ten einde daar door aan de ouders der kinderen gelegenheid te geven er bij tegenwoordig te zijn. De voorzitter der afdeeling, da heer K. Breebaart, rigtte, na afloop, tot bet publiek eene eenvoudige J doch hartelijke toespraak, waarin hij het ernstig tot medewerking aanspoorde, ten einde de pogm- j gen van het verbood te ondersteunen. Jl. Dingsdag avond, omstreeks 6 ure, werd van de bewaarderswoning van den Domtoren te Utrecht cn waschmand afgeheschcn. Toen die af gehaakt was en het touw naar boven werd gche- schen, hield een schoolknaap zich aan dat touw vast, zonder daarvan het gevolg te voorzien: want nog voor dat hij zich kon loslaten, was het touw al in beweging. Krampachtig klemde hij zich met beide handen daaraan vast, terwijl inmiddels een der verbaasde toeschouwers den Domtoren op vloog, oin dn bcwonens te waarschuwen en totom- zigtighcid aan te sporen. Met behoedzaamheid mogt hot gelukken den waaghals door het raam van de hewaarderewoning op den tweeden omgnng van den Domtoren behouden biiiuen te halen. Een Noordhollandschc lxoer had een gunst tc vragen aan het bestuur zijner gemeente, (lij begaf zich achtereenvolgens bij alle leden van dit achtbaar collcgie aan huis en werd door allen met groote vriendelijkheid ontvangen. De eerste bood hem wijn, de tweede jenever, de derde citroen, de vierde brandewijn, de vijfde een kop chocolaad, de de zesde een glas punch cn No. 7 de burge meester, die juist zijn avondbrood nuttigde ge bakken paling met een glas Amstcrdamsch Beijcrsch. Vol hoop wachtte hij nu 's raads beslissing den volgenden dag af, doch.... zijn verzoek werd met algemeene stemmen, als niet voor inwilliging vat baar, afgewezen. De Westfriesche vctweijer kon zijn spijt en woe de niet verkroppen en gaf daaraan in de dorps herberg lucht door de verzokering, dat hij de vhecren» niet beter kon vergelijken dan bij't geen zij hem gisteren voorgezet hadden: »Elk afzonder lijk is uitmuntend, maar te zamen is 's een poes pas, die de duivel niet lusten zou!» Ecne daad van zelfopoffering, zoo als zeer weinig gevonden worden, zelfs in het trotsche Engeland, dat zoo luide spreekt van de zelfver loochening zijner burgers, is voorgevallen bij een brand in Londen. In een apotheek brak een hevige brand uit. In een paar minuten kwam reeds een brandspuitgast Ford met een reddings- toestcl, dat hij tegen het brandende gebouw plaat ste, waarna hij met behalp van een politie-ageut kerktoren klonk het negen uur. Het was hetzelfde uur, waarop Fernando haar verlaten had. Toen de laatste slag wegstierf, hoorde Florella een voetstap en bemerkte iemand achter zich. Het was ongetwijfeld baar vader, die haar kwam herinneren, dat het al laat begon te worden. rLaat mij slechts een oogenblik alleen,* zeide zij, zonder haar zakdoek voor haar gelaat weg te nemen. »Ik kom dadelijk het is nog zoo laat niet. Dierbare Florella, ik ben het!" Met een luide vreugdekreet ontwaakte ze uit haren droom, en in het volgende oogenblik vloog ze in de armen van Fernando Benoni. vZult ge me nu weder wegzenden, Florella? zeide Fernando, 's meisjes verwilderd haar glad strijkende. »God heeft mij gespaard. Ik heb vreeselijke ge varen doorworsteld; ik ben van een ziekte hersteld; en is dit nu geen belooaing Wat zou ik mij be kommeren om het ontstuimige verleden? Ik gevoel, Florella, dat ik eindelijk te huis ben. Is het niet zoo Ik heb nacht en dag gereisd om op dezen dag en op dit uur' hier te zijn. Alles zou verkeerd uitgekomen wezen, indien Pietro met een enkel woord er van gerept had, dat ik nog leefde. Ik kon niet dulden, dat andere lippen dan de mijne u mijn veiligheid zouden mededeelen, Mijn lot is in uwe handen Florella. Zal ik heengaan of blijven.? Daar zaten zij in het liefelijke schemerlicht, en toen vertelde zij het, voor het eerst van haar le ven, al de wederwaardigheden van haar verleden. vFlorella, kunt ge mij nu beminnen? Voor de tweede maal viel zij voor Fernando op hare knieën; maar nU fluisterde zij, hem teederin de oogen ziende v Waarom niet er in slaagde, vijf menschen te redden. Nog meer hulpgeschrei hoorende, liep Ford weer den touw. ladder op en wa9 juist bezig eene vrouw naar beneden te brengen, toen de vlammen hen beiden omringden en den ladder in brand staken. De man moest de vrouw loslaten, die echter bijna geheel ongedeerd beneden kwam. De redder ver warde echter in het netwerk en in de pogingen om zich te bevrijden viel hij midden in de vlam- men met het hoofd op de steenen, zoodat zijn braiidhelm barstte. De man werd naar het hos- J pitaal gebragt, waar hij kort daarna stierf; het af gebroken deel van den helm was in den schedel I gedrongen. Dc politie-agent liet zich bij een der touwen neerglijden en ontkwam zoo het gevaar De overledene stierf dus, na met zijn eigen leven dat van zes mederaenschen gered tc hebben. Zeker een daad van moed, die vrij wat meer beteekent dan die van menig krijgsheld. 20 dezer heeft een treurig ongeval twee huisgezinnen to Helder iu diepen rouw gedompeld. Gisteren nacht staken vier vletterlieden in hun rank vaartuig gezeten in zee, om op het binnen komen van schepen te wachten, waaraan zij iets trachtten tc verdienen. Ongelooflijk ver gingen zij, in die kleine vletjes in zee en wachten zoo den dag af. Ter hoogte van Petten viel een valschc wind over de duinen in het zeil en de vlet sloeg om. Dadelijk klampten zij zich aan de vlet vast, 1 maar een hunner was spoedig uitgeput en zonk in de diepte. Met den dood onder de voeten, 1 trachtten zij nu het zeil los te maken en nadat i nu de mast enz. was weggespoeld, rees de sloep overeind, maar vol met water. Met het meeste i beleid trachtten zij daarin te komen cn nauwlijks was dit gelukt of een hunner werd er uitgeslagen en zonk mede weg. Met hetzelfde lot voor oogen dreven de beide andere in hopeloozen toestand, nog vier lange bango uren, in een stikdonkeren nacht in zee rond, totdat zij hedenmorgen door een loodskottcr werden gezien eu opgevischt. Zoo zeker hadden zij den dood voor oogen gehad, (lat hunne redding hun nog lang na het ongeval een raadsel was. Op eene Duitsche oude prent staan de vol gende sprekende figuren een koning, een geestelijke, een soldaat, een burgemeester, eeix doctor, eeu boer, een kastelein, een muzickant, een meisje, een Griek en een duiveltje. De koning zegt.: ik regeer u alien; de geestelijke: ik leer u allen; de soldaat: ik bescherm u allen: de burgemeester: ik bestuur u allende doctorik help u allende boerik voed u allen; de kastelein ik verkwik u allen de muzikant: ik verheug u allen; het meisje: ik verleid u allende Griekik bedrieg u allen terwijl het duiveltje roept: pasop of ik haal u allen. Een Belgisch blad berigt het volgende. Een landbouwer, die gedurende de laatste aard appelziekte had opgemerkt, dat een zijner vrienden leerlooijer, niet het minste nadeel door die ziekte aan zijn aardappeloogst ondervond, kwam op he denkbeeld om van deze opmerking partij te trek" i ken. Bij bet pooten der aardappelen wierp hij in elk gat waarin een aardappel gelegd werd, een handje vol run. De uitslag was, "dat die gedeel ten van zijn land, waar hij run had aangewend, geheel van de ziekte verschoond waren gebleven, terwijl de overige velden zwaar door het kwaad werden geteisterd. Hij verzekert, dat de aardappe len, die men onder run voor den winter oplegt, voor het kwaad beschut blijven. Een veehouder te Mastenbroek verkocht d. d. aan een slachter te Zwolle een stier van 2| jaar voor f 355. Zondag morgen was er te Deventer een menigte volk op de been, terwijl men uit alle straten jongelui met en op vélocipodes zag ver schijnen. Er waren 31 rijders bijeen en het plan was een uitstapje naar Zutphen te maken. Twee aan twee reden zij daarheen. Om acht ure ving de reis aan en na te Zutphen eenige uren door- gebragt te hebben, waar ze heel wat bekijks had den, kwamen ze tegen half vier binnen Deventers veste terug. In Gracechurchstreet te Londen reed voor een paar dagen een wagen, door het steigeren der paarden, regttoe regtaau door de groote spiegel ruiten van den winkel des juweliers Kibble. Al de voor de vensters uitgestalde kostbaarheden, di amanten, paarlen, gouden sieraden, kostbare bij- outeriëu, alles rolde laugs de straat eu in een oogenblik zag men van alle kanten pickpockets en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 2