Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. 16 I0¥H1 738. Ao. 1871 De belasting der registratie. Vijftiende Jaargang. ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland door tusschenkomst van de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebben te: Hamburg, Frankfort a/d Main Berlijn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne. Policie. BEKENDMAKING. GRONDBELASTING. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt met een bijvoegselbevattende het jongste Schager- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Paus per jaar 3,Franco per post f 3,ö0. Afzonderlijke nummers,/ 0,07J. ADVERTBNTiëx van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Gotoi()oi. 1. Oabehecrd, tu§»che« den Lngedgk en de Keini een schaap, m-t gespleten oor, gemerkt awart op het schoft. J. Onbeheerd, tan den dijk onder de gemeente St. Maarten een .chaap, gemerkt rood op hel schoft. Hegthebbeoden worden opgeroepen en reraocht aich aan te melden ter Secretarie deaer gemeente. De Bnrgemeeater ran Schagen Geleien hebbende eene bij hem ingekomen circulaire Tan den diatricU-reearta in deie prorincie. Brengt naar aanleiding daarran, ter kennia ran de be langhebbenden het oarolgende; In het tegenwoordige jaargetijde aou het koooeo gebeuren dat door orerrloedigen regen of aterke nachtrorat do ree- hondera gedwongen werden hun ree plotaeling op te atallen. Dit opstallen ton eenige moeijelijkheid kunnen ondervin den eoor toorerre het ree betrof dat nog in verdachten toe.land verkeert, daar niet alle veehondera gelegenheid tot nfionderlijke opatalling van laatatgenoemdeo b.ntten De Miniater van Slaat en van Binuenlaodache taken vindt geeu betwaar om het vervoer uit de weiden naar éénen tal van het vee dat toowel in verdachten, sla niet ver dachten toeatand verkeert, toe te ataan, onder de bepaling dat te voren of tegelijkertijd bg het opatallen, al het vee van dien eigenaar worde ingeënt. De plaa lever vangend, dietricta-veearta in dete provincie ia uitgrooodigd om too apoedig mogelijk de verlangde in- ëntiagen te verrigten Mo'ten de belanghebbende veehondera echter niet kunnen bealuUen al hen vee .an de indnting te onderwerpen, dan kan ia geen geval worden toegeataan dat het niet verdach te en hel verdachten Tee op ééoen stal worde opgeatald, maar tal in toodanig geval liet nog in verdachten toeatand verkeerende vee in een nfionderlijke itnl, schuur of looda moeten worden geplaatst, tot dal de tijd van aftondering bij de wet bepaald, vervuld is Schagen den 13 .November 1871. De Wethouder, waarnd. Burgemeester D. Timmerman. De Borgemeeater vao Schagen Bren-t naar aanleiding van Art. 15. Ie lid, van do wet vao den 2(1 Mei 18711 iStaatablad No. 82l ter koemis vao de belaoghehbendeo dal hij Ier Secretarie vao de gemeeete gedureede dertig dagee lor iosage heeft nedergelegd eeae opgave vu oitkomiteo vao meliog eo achatliog bedoeld ia'de Artt. 16. 23 eo 13 vao voormelde wet; vaa welke «ederleggia» door hem op heden afkondiging ia gedaan ter plaalae waar tulka behoort te geschieden. Schagen den 14 November 1871 Da Wethouder, waarnd. Bnrgemeeater D. Timmerman. Onze radicale belasting-hervormers voeren o.a. ook de afschaffing der registratie, zij het dan ook in een nog verwijderd tijdstipin hun schuld. En aihoewel bij den tegenwoordigen vrij benarden toestand der schatkist, die afschaffing door geen minister van welke rigting ook, zal durven worden voorgedragen, zoo schijnt het toch niet geheel overbodig om enkele bezwaren dier mannen ter sprake te brengen. Het schijnt ons eene onge lukkige gewoonte in Nederlanddat men er de mannen met het hooge woord te veel alleen aan de praat Laat, de oppervlakkige menigte, welke die hooge woorden nooit hoort wederleggen, ge looft langzamerhand, dat zij ook onwederlegbaar zijn. Het zoogenaamde doodzwijgen is al een heel slechte wijze om het volk op den weg der waarheid wat verder te brengen. Het niet altijd verstandige maar luid sprekende hoopje heeft meer invloed op de denkwijze der natie dan een groote menigte van zwijgende wij len. Wat nn betreft de bewering der radicale hervormen ten aanzien van de registratie zoo schijnen zij meestal te weinig voortgevloeid uit eene grondige studie der zaak en te weinig ver gezeld van kennis der werking van die belasting om het onderwerp eener grondige discussie uit te kunnen maken. In den regel begaan de bestrij ders de fout, dat zij de gebreken, welke voort- vloeijen het zij uit eenige verkeerde bepalingen der wet, hetzij uit de averregtsche toepassing door de ambtenaren, aan de belasting der registratie zelve toeschrijven. Niemand kan meer dan de schrijver dezer doordrongen zijn van het bewustzijn dat de wetten, krachtens welke die regestratie- belasting geheven wordt, jammerlijk gebrekkig zijn en dat ook hare toepassing door de ambtenaren dikwijls veel te wenschen overlaat, maar toch ge looft hij te mogen beweren dat zij in het alge meen als een der beste soorten van belasting mag worden beschouwd en ver de voorkeur boven eene der natie tegen de borst stuitende inkomsten belasting verdient. De voornaamste bronnen der opbrengst van de registratie zijn de regten van 4J op de overgangen van vastgoed en IJ op de schuldbekentenissen en geldleeningett. Maar juist tegen deze regten is de aanval der bestrijders het meest gekeerd. Deze regten belemmeren, volgens hun zeggen, [den overgang van de vaste goederen, gaan het zoo noodige opnemen van gelden in den handel tegen, en belasten als het ware het ongeluk. Het eerste beweeren is allezins waar, maar be vat het wel een gegrond bezwaar tegen die belas ting, kan zij niet veeleer tot hare aanprijzing strek ken Vaste goederen zijn toch geen koopmans' goederen, bestemd om van hand tot hand Ie gaan, neen! wie ze koopt moet het doen om ze zoo lang mogelijk te honden. In den regel zijn de landerijen die een geruimen tijd in het bezit van eenen eigenaar zijn gebleven in vrij wat beter toe stand dan de zoodauigeu die gedurig van bezitters zijn veranderd, i Men schaffe het regt van overgang af, en men zal zien dat de vaste goederen aanstonds, even als thans de effecten, de voorwerpen van speculatie en windhandel zullen worden, van alle kanten zul len koopers komen opdagen, die de landerijen alleen zullen koopen met het oogmerk om ze weder tegeu hoogeren prijs aan anderen over te doen, met dat doel voor oogen zullen zij hun tijdelijk en oogen- blikkelijk voordeel stellen boven datgene, wat uit ver betering van grond eerst na verloop van jaren kau worden verkregen, met andere woorden, zij zullen de landerijen verwaarloozen en de algemeene wel vaart zal door deze verwaarloozing een geweldige knak krijgen. De in al onze standen doorge- drongene en zoo verderfelijke speculatie-zucht zoude door de afschaffing van het bedoelde regt eene nieuwe aanwakkering erlangen. Maar is de vrees daarvoor niet hersenschimmig, niet overdre ven? Wij gelooven het niet. De volgende om standigheid pleit althans voor de gegrondheid van deze vrees. Volgens onze registratie-wetten mag hij, die vastgoed heeft gekocht onder het voorbe houd van zijn lastgever te noemen, zulks binnen 24 aren doen, zonder dat hij deswegen op nieuw evenredig regt moet betalen. Van deze vrijgevigheid heeft zich de specula tiegeest, gelijk ieder notaris wel bij ondervinding zal knnnen getuigen, op eene onbeschaamde wijze partij getrokken. Speculanten maken van deze 24 uren gebruik om de gekochte vaste goederen, tegen hoogeren prijs aan den man te brengen, al moet ook dien hoogeren prijs in de uittebrengen verklaring natuurlijk worden verzwegen. Het regt van l j} gaat de geldopnemingen tegen en daardoor worden de voor handel en nijverheid zoo noodige kapitalen verhinderd om derwaarts te vloeijen, waar zij het meeste nut kunnen doen. Deze bewering der bestrijders van de registratie verraadt onkunde zoowel van de registratie-wetten als van den gewouen loop der handelszaken. In den handel geschieden alle groote geldelijke ope ratien bijna altijd bij onderhandsche akten van beleening, notariële akten van credietopneming en vennootschappen bij wijze van geldschieting; alle akten zijn van evenredig regt vrijgesteld, het regi- stratie-regt benadeelt dus den handel in geeneo deelen. Misschien is het regt van dat op akten van bodemerij is verschuldigd de eenige belemmering, waarop men in deze kan wijzenen hoe gemakkelijk ware deze nog uit den weg te ruimen. De eenige geldleeningen, waarop in den regel alleen het regt van IJ wordt geheven zijn dus de notariële akten, waarbij hypotheek wordt verleend. Nu gelooven wij, het zeer in het belang der maatschappij om het geven van hypotheek niet al te gemakkelijk te maken. Laat het rijkste ge deelte van Groningen, Friesland en Noord-Hol land het getuigen hoezeer de verkwisting onder den boerenstand wordt bevorderd door de gemakkelijk heid, waarmede nu reeds geldcu op hypotheek kunuen worden verkregen. Men schaffe het regt van IJ af, en die verkwisting zal nog meer toe nemen. Maar de registratie is toch eene belasting op het ongeluk. Iemand verliest zijn fortuin, daar door wordt hij genoodzaakt zijne vaste goederen te verkoopen en de schatkist leeft alzoo door het ongeluk der burgers. Eene weduwe ziet door den dood van haar min, haar kostwinner, zich tot de bittere verpligting gebragt om have en goed te l verkoopen en de hebzuchtige staat eischt ziju bloedgeld van het penningsken der weduwe en weezen. Is zulk eene belasting te verdedigen Zoo spreken de op eenmaal sentimenteele gewor den bestrijders dezer belasting, maar wij bidden u, mijne heeren, geene ontijdige sentimentaliteit bij de behandeling der ernstige, maar vrij drooge zaak der belastingen. Met u betreuren vrij het ongelijk der weduwe en de noodzakelijkheid, waarin zij vervallen is om hare goederen te verkoopen, maar is de registratie de oorzaak van haar ongeluk? En gij spreekt van bloedgeld door de weduwe te betalen, maar toI- gens de wet moet niet de verkooper maar de koo- per het registratieregt dragen, de weduwe behoeft das eigentlijk niets te betaleD. Ja! maar zegt men, bij zijn berekening Tan den koopprijs rekent de kooper daarop, hij betaalt aan de weduwe zooveel minder als hij registratieregt moet dragen, het wordt dus als het ware op den aan haar te beta len koopprijs gekort. Deze redenering zonde opgaan als de aaukoopen van raste goederen doorgaans plaats hadden met het oog op geldbelegging. Maar dat is geenzins het geval. In den regel koopt men vaste goede ren alleen omdat men ze noodig heeft. A koopt een weiland omdat het naast zijn erf ligt en daar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 1