Parijs in rouw. n. Daarom gelooven wij, dat zoowel het belang van het algemeen als dat van de landeigenaars medebrengt dat onze jagtwet worde gehandhaafd. Verbeteren en niet afschaffen moet voortaan ten opzigte van onze wetten, de leus zijn. En ook aan onze jagtwet ia veel te verbeteren. Zoo is b.v. de bepaling van art. 51 dier wet, volgens welke men eene bekeuring wegens jagtovertreding in vele gevallen, bij transactie kan afmakenvoor ons steeds een steen des aanstoots geweest. Het gaat nog aan met art. 254 van het wetboek der straf vordering te bepalen, dat men de vervolging we gens ligte overtredingen kan afmaken door vrijwil lige betaling van het maximum der boete, maar het toelaten van transactie laat zich niet vereenigen met het denkbeeld eener regtvaardige straf. En deze bepaling werkt te ongelukkiger daar zij moet strekken om het in strafzaken reeds zoo flaauwe regtsbewustzijn onzer natie nog te ver zwakken. Of kan men het kwalijk nemen aan het onontwikkeld publiek als het weigert in eene overtreding der jagtwet een zonde te zien als de wetgever zelf haar schijnt te houden voor iets over wier gevolgen men kan marchanderen. En het gaat met onze jagtwet als met vele andere wetten het flaauwe regtsbewustzijn der natie maakt de toepassing zoo tnoeijelijk, ja vaak verderflijk. Me nigeen zelfs uit den fatsoenlijken stand, ja! zelfs onder gemoedelijke christenen koopt zonder eenig gewetensbezwaar, wild waarvan men bijna met ze kerheid kan weten dat het gestroopt is, alleen om het zoodoende eenige stuivers goedkooper dan an ders te krijgen. Men bedenkt niet dat men zoo doende de wilddieverij in de hand werkt, dat men medepligtig wordt aan de strooperij, die gelijk de ondervinding getuigt, voor velen de eerste stap voor rooverij is geworden en aan vele brave jagt- opzieners reeds het leven heeft gekost. Wij her halen, wat wij zeer dikwerf reeds gezegd hebben, maar wat wij niet te dikwijls o. i. kunnen zeggen volksverbetering moet verbetering der wetten voor afgaan, eerst dan kan eenige hervorming heilzaam werken. Ook met het oog op de weerbaarheid onzer natie zouden wij de afschaffing der jagtwet met leede oogen zien, door die afschaffing zoude toch het jagtveld radicaal verwoest woiden, het jagtgenot zoude zijne aantreklijkhcid voor onze jongelieden verliezen. i Het schietgeweer zou voor goed uit de hand worden gelegd, en een natie wier jongelieden al- leen maatstok en el weten te behandelen zal, naar wij gelooven, spoedig hare onafhankelijkheid ver liezen. Maar, zegt men, voer dan de algemecne dienstpligt in, laat allen als soldaten onderwezen worden in het handteeren der wapens. Misschien bedriegen wij ons, maar het komt ons voor, dat gelijk de gvmnaslie, die de Jongens on der vrijwillig springen, loopenen en klauteren be oefenen veelal beter op de ontwikkeling van hun ligchaam werkt, dan de gvmnastü die naar bepaal de wetenschappelijke methode wordt onderwezen, evenzoo ligt er in het jagtgenot iets, dat nog be ter werkt om goede soldaten te krijgen dan de Plans van Parijs, mijnheer! vijf bij drie voet en met al de laatste branden er op gekleurd, net als wezenlijke vlammen, voor een daalder maar, mijnheer! Het is een vogel-perspectief, genomen terwijl de stad op twintig plaatsen te gelijk brandt. Zij kosten een franc meer op de Boulevards. Zie, i mijnheer! gedrukt bij den uitgever van den Mooi-j teur en autenthiek. Een daalder maar, voor een 1 kaart van Parijs in vlam! Dergelijke aanbiedingen hooren de voorbijgangers op straat. Meer uitgewerkte pracht uitgaven van de branden kan men in de winkels krijgen. Hier,1 hier hebt gij eene keurig uitgevoerde kleine zak-1 kaart, geteekend door een officier van hooger rang;1 daar een, even naaukeurig bewerkt, vernist en op i rollen en op grooter schaal. Beiden wijzen de j geweldadigheden aan, waaraan de stad ten prooi is geweest. Op bizondere wijze vindt men aan- geteekend wat geheel verbrand is, wat gedeeltelijk, 1 of het openbare of bizondere gebouwen zijn, die i schade hebben geleden, of de schade ontstaan is 1 door een granaat en welke huizen door kanonko-1 gels zijn doorboord. Een dezer kaarten ligt voor mijterwijl ik schrijf en het is zichtbaar dat1 men zich evenveel moeite en na&nkeurigheid ge-1' vergd heeft als of het landmeterswerk gold. De buitenste gedeelten der stad, Montmartre, La Vil- i lette en Belleville konden echter niet zoo in alle |i sterkste discipline en misschien waren de Switsers en Schotten daarom voornamelijk zulke goede krijgs lieden omdat zij ook in hnn jeugd zulke goede jagers waren geweest. CME.\(IDE lïEP. 1 iTE.Y Dublin is weder het tooneel geweest van moorddadige aanslagen, doch op een bijzondere wijze gepleegd. Dne personen reden in een chais door de stad. Voor het huis van een smid geko men, welke aan de deur stond, legde een der drie personen een pistool op hem aan en vuurde doch zonder gevolg, behalve dat de smid verdoofd werd door de nabijheid van den kogel die langs zijn hoofd snorde. Van de woning' des smids reden de drie personen naar die van een zadelmaker en vuurden ook op dezen, die in den winkel stond. De kogel, drong in een der voorwerpen in den winkel, «loch miste het hoofd van den zadelma ker. Voortgereden zijnde, vuurden zij op nieuw een pistool af op dr. Ashdrove, welke juist zijne woning verliet, hij ontsnapte insgelijks. Men kent geen aanleiding voor deze aanslagen. Tot nu is niemand in hechtenis genomen. In de Aquila latina, te Messina verschij nende, leest men het volgende In de afgeloopen week keerde de heer Placido Amato, des namid dags tegen vier ure, naar zijn landgoed Castel di Lucio terug, toen hij plotseling omringd werd door twaalf roovers te paard, allen van het hoofd tot de voeten gewapend. Zij bragten hem als ge vangene naar Castel di Lucio en eiscliten van hem dat hij aan het huis van zijn broeder zou klop pen en dezen roepen zou. De heer Amato over woog dat, zoo hij zijn broeder riep, dit slechts ten gevolge kon hebben, dat deze en zijn gansche gezin werden vermoord, terwijl zijn eigen leven er niet door zou worden gered. Hij klopte dus aan, maar riep er bij: #Open niet, men wil u ver-] moorden.» Een twaalftal schoten deden hem ter stond doodelijk gewond ter aarde storten. Een der roovers schoot zijn geweer af op de deur en een losgeschoten stuk hout kwetste den bewoner. Een buurman die op zijn balkon verscheen om te zien wat er gaande was, werd door twee kogels doo delijk getroffen. De roovers lieten Amato op den weg liggen en verwijderden zich, zonder achtervolgd te wor den. J1. Zaturdag is te Botterdam door een jon gen aan de stoomboot Johan de Witt een trom meltje bezorgd, met adres te Breda. Wijl het adres daar onbekend was, werd bet trommeltje aan den afzender teruggezonden. Op de terugreis evenwel verwekte het eenig vermoeden, zoodat men te Moer dijk overging tot de opening ouder getuigen, en alsnu vond men in den trommel een welgeschapen pasgeboren kind. Jl. Dingsdag werd te Botterdam door den koopman den Dreiver, aan de markt, van een hem onbekend persoon een schot (koebeest) gekocht voor bizonderheden afgeteekend worden als het overig gedeelte en daarom staat met groote roode letters over die geheele ruimte heen: gedeeltelijk vernield door bommen, gedeeltelijk door brandstichting. Overal is met eene ruime hand het rood aan gebracht, en hierin ligt, zooals de vriendelijke ver- konper mij verleide, eene geestigheid van den teekenaar, die met de kleur van de Commune hare wandaden afschilderen wilde. Teekeningen in waterverf van de karakteristieke persoonlijkheden onder de opstandelingen zijn in de beste winkels te koop. De Fétroleuse, een verschrikkelijk wezen, half monster en half waanzinnig, staat daar, een duivelachtigen glimlach op het bleek gelaat met de eene hand in den zak en een petroleum flesch iu de andereterwijl onder de benaming van Barricadisten een verzameling van mannelijke deug nieten wordt voorgesteld wier uiterlijk kenteekent als nergens goed voor dan om gevangen genomen of doodgeschoten te worden of de gelaatkunde is geen cent meer waard. Al deze teekeningen zijn keurig uitgevoerd, hebben kunstwaarde en een hon derd franken vraagt men voor het stuk. Zij zijn bestemd voor de portfeuilles van de rijken; voor de reizigers, die weder als gewoonlijk dezeu zomer naar Parijs zullen stroomen en vinden greti" af trek. De volgende prentwinkel op de Boulevards trekt zoo veel volk, dat het half de straat verspert Twee schilderijen, ieder vijf voet hoog en net be werkt zijn de punten van aantrekking. Op de f 160; de koopman had echter het ongeluk in plaata van een bankbillet van f 100 er een van f 1000 te geven. Tot heden is de prrsoon, die het ontvangen heeft, onbekend gebleven. Tengevolge van het benoemen van den kas telein van de Groningsche (tot kastelein van de Utrechtsche studentensociëteit door de commissie van laatstgenoemde inrigting heeft de oneenigheid tusschen het Utrechtsche eu Groningsche studen tencorps zulk een hoogte bereikt, dat eerstgenoem de met algemeene stemmen besloten heeft, de vriendschappelijke betrekkingen, die er tot nu toe tusschen beide bestonden, geheel af te breken en daarvan aan de bevriende korpsen kennis te geven. Dezer dagen had te Goes een brutale dief stal plaats. Drie personen hadden op een kamer van den logementhouder d. H. den nacht doorge bracht. 's Morgens verliet een hunner het huis, zijn koffertje achter latende. Toen hij terugkwam vond hij wel zijn koffertje terug, maar openge broken en vermiste daaruit f 700 aan bankbilletten. Toevallig is het, dat de persoon die de kamer het laatst verliet, met de noorderzon vertrokken is. Op de Heeren-Societeit te Doetinchem is door een bóeren-arbeider met veel succes een rede voering gehouden over de kracht van den wil. Op den dag van de gTOote paardenmarkt te Gorinchem, den 13 November, kwam eene als boerin gekleede vrouw in den manufactuurwinkel van de gebroeders B. te Gorinchem en kocht het een en ander voor f 2.50. Na dit betaald te heb ben, zeide zij: ,,Ja, nu is mijn beursje leêg en ik zou toch nog gaarne duffel voor een ja9 voor mijn man hebben; dat goud kon ik nog zoo ge schikt in mijn mandje ineê nemen. Morgen komt mijn man met beesten op de markt en dan zal hij het u wel betalen. Ik woon te Ottoland, naast die en die." De heer B. geeft haar de duffel mede maar tot nu toe is zij noch haar man komen afre kenen en is gebleken dat bedoelde vrouw te Ot toland onbekend en de heer B. dus slachtoffer ge worden is eener looze oplichterij. Een arbeider, die in het gehucht Botstergaart bezig was eeu stuk land te slechten, stiet met zijne spade op iets hards, dat bij onderzoek een aarden kanuetje of potje bleek te zijn, ten deele gevuld met oude munten. Hij heeft daarvoor, naar meu verneemt, eene som f 229,80 ontvangen. De bankier Bisschofsheim heeft bij gelegen heid van ïijn gondei* bruiloft een half uiillioeu fr. geschonken aan de Israëlitische gemeente te Parijs. Saphir, het paard dat Lamartine den 15 Mei 1848 bereden heeft, is jl. Zondag te St. Point, hel landgoed van den dichter, op dertigjarigen leeftijd gestorven. De dichter had het dier zijnen naam gegeven naar den blaauwachtigen tint van zijne huid en het na 15 Mei naar St. Point ge zonden, opdat het in de weide zou kunnen loopen en springeu. Na zulk een dag toch meende eene wordt eene schoone vrouw, die meer van borst en beeneu laat zien dau gewoonte is in fatsoenlijk gezelschap, voortgeleid door een persoon, die zonder heiligschennis niet tegelijk met haar kan genoemd worden. Op het voorhoofd van de vrouw staat het woord „vrijheid" en het hoofd van de andere persoon is omgeven door een straalkrans. De vrouw staat recht op, fier en krachtig en aan hare voeten lig gen vergruisd de overblijfsels van rijken, kroonen, troonen en vorsten. Deze jonge vrouw stelt het herboren en repabli- keinsche Frankrijk voor. De andere schilderij heet Despotisme en gij ziet voor u een ouden afzichtelijken huichelaar, met hermelijnen mantel en een zware grijze snor. Op vrome wijze knielt de man voor een Mephistopheles, die hem kroont. Deze oude heer is de keizer van Duitschland, afgeschilderd als onder de macht van helsche invloeden. Dit zijn wezenlijke kunststukken even als de photogra- phie Sédan, die dicht daarbij hangt. Deze stelt voor den onttroonden keizer Napoleon, den laatste uitverkozene des volks. Een winderig heer van sterk en gezond uitzicht zit op zijn gemak in een weelderig open rijtuig, een cigaar rookende. Zijne houding en de uitdrukking van zijn gelaat toonen een buitensporig zelfzuchtigen aard aan, in de hoogste mate daarover voldaan dat er aan zijn ge mak niets ontbreekt. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 2