12
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
859.
Achttiende Jaarjjans.
Ao. 1874
Bekendmakingen.
Kiezerslijsten.
Herziening ïan de belastbare opbrengst der
gebonsde eigendommen.
Nationale Militie
Oproeping van Vrijwilligers
voor de Zeemilitie.
Onze Leestafel.
SCHAGER COURANT.
Dit blad verrschijnt op Woensdag avond; doch wordt
met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abouaementeu op dit blad worden door alle
Paus per jaar 3,—. Franco per poat f 3,tJÜ.
Afzonderlijke nummers f 0,07$,
ADVBRTEMTiëx van een tot vijf regel» f Q,75; iedere
regel meerder f 0,15. Qroote letter» naar de ruimte die
zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen
Gelet, op Art. 6 der wet van 4 Julij 1850
(Staatsblad No, 37]; brengen bij deze ter kennis
van de Ingezetenen, dat de lijsten aanwijzende
de personen, die bevoegd zijn tot het kiezen
van Leden van de Tweede Kamer der Staten
Generaal, van de Provinciale Staten en van
den Gemeenteraad, zijn vastgesteld en aange
plakt in het portaal van het raadhuis en van af he
den gedurende veertien dagen op de Secretarie de
zer Gemeente, van des morgens 10 tot des na
middags 2 ure (de Zondagen uitgezonderd) voor
een ieder ter inzage zijn gelegd, en dat mitsdien
zij die zich daarop niet geplaatst vinden of ver-
rneenen mogten dat anderen daarop ten onregte
zijn gebragt, worden uitgenoodigd hunne bezwaren
bij ongeregeld verzoekschrift, door de noodige be
wijsstukken gestaafd, binnen veertien dagen na
dagteekening dezer aan den gemeenteraad in te
dienen.
Schagen den 12 Maart 1874.
Burgemeester en Wethouders,
G. J. MULLER.
De Secretaris,
VAN BEVERVOORDEN
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Schagen
Gelet op Art. 35 van de wet van 4 Julij 1850
staatsblad na 37
Brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat bij de herzienining der lijsten aanwijzende de
personen die bevoegd zijn tot het kiezen van le
den voor de Tweede kamer der Statsn Generaal,
de Provinciale Stalen en den gemeenteraad, de
namen der navolgende personen daarop zijn ge
schrapt, als daarop verkeerdelijk te zijn gebragt of
wegens het verliezen van een of meer gevordende
vereischten en uit hoofden van overlijden, te weten
Voor de verkiezing van leden voor de Tweede
Kamer der Staten Generaal en der Provinciale
Staten
Gerrit Beate, Jacob de Boer, Cornelis Borst,
Pieter Commandeur, Simon Gerard van der Haagen,
Jacob Hopman, Meindert Kant, Heertje Kooij,
Jacob van der Oord, Jan Ratike, Berend Johan
Risselade, Ernst Lodewijk Schoeman, Pieter Stins,
Machiei Vries.
En voor den Gemeenteraad
Jan Bakker, Jacob de Boer, Cornelis Borst, Nico-
laas Caarls, Pieter Commandear, Cornelis Franken,
Jan Grootes, Jacob Hopman, Meindert Kant, Heertje
Kooij, Gerrit Kos, Berend Johan Risselada, Ernst
Ixidewijk Schoeman, Pieter Stins.
Schagen den 12 Maart 1874.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secretaris,
VAN BEVERVOORDEN.
De Burgemeester van Schagen
daartoe aangeschreven, herinnert de ingezetenen
>au het bepaalde bij de hiernavolgende artikelen
van de wet van 22 Julij 1878 [Staatsblad Ne 116]:
Artikel 9.
Zij (de commissie voor de herziening) is boven
dien bevoegd aan hem, die in gemeld tijdvak (1868
-1872) ten opzigte van een gebouw eene overeen
komst van jaarhuur heeft gesloten, inlichtingen te
vragen omtrent de over elk der jaren 1868 1872
bedongen huurprijzen en de bijzonderheden daartoe
betrekkelijk, bedoeld in art, 3 dezer wet. Tot dat
einde doet zij aan diens woning door een gemagtig-
de een daartoe strekkend, door Ons vast te stellen,
formulier vau verklaring of biljet uitreiken.
Artikel 10.
Die de overeenkomst, bedoeld in het vorig artikel,
beeft aangegaan, is, indien ten zijnen huize eeu biljet,
als in het vorig srtikel vermeld, is uitgereikt verpligt
dat biljet naauwkeurig en volledig in te vallen en
vervolgens te onderteekenen.
Artikel 11.
De biljetten worden door den gemagtigde der
commissie, minstens acht dagen na de uitreiking,
tegen schriftelijk bewijs opgehaald.
Indien het biljet niet of, naar het oordeel van
den gemagtigde, niet naauwkeurig of volledig is inge
vuld, zal deze den persoon, tot de invullig verpligt,
daarop opmerkzaam maken en hem daarin, op diens
verzoek, behulpzaam zijn.
Verklaart die persoon niet te kunnen schrijven,
dan geschiedt de invulling van het biljet op zijn
verzoek en met vermelding der redenen kosteloos
door den gemagtigde, die de verklaring, na voor-
lezing, in diens naam teekent, in tegenwoordigheid
en met mede-onderteekening van een derden per
soon.
Artikel 12.
De commissie kan san hem, die verzuimd of
geweigerd heeft de opgaaf te doen, in de twee
voorgaande artikelen bedoeld, of die er eene heeft
gedaan, waarvan zij de juistheid betwijfelt, door
een deurwaarder der directe belastingen kosteloos
eene uitnoodiging doen beteekenen om na verloop
J van minsten acht dagen binnen de gemeente, ter
plaatse en op den dag en het uur, iu de uitnoo-
diging aangewezen, voor haar te verschijnen, ten
einde de op bet biljet gestelde vragen alsnog te
beantwoorden of dienaangaande de noodige ophel
deringen te geven.
Artikel 13.
Indien de voor de commissie geroepene niet
verschijnt of weigert te antwoorden, wordt daarvan
door de commissie proces-verbaal opgemaakt.
Op dit proces-verbaal is art. 437 van het Wet
boek van strafvordering vsn toepassing.
Artiktl 14.
Het niet verschijnen of het weigeren, in het
voorgaand artikel vermeld, wordt gestraft met eene
geldboete van minstens f 1 en hoogstens f 80,
tenzij redenen van verhindering worden aangevoerd
die door den regter als wettig of aannemelijk wor
den erkend.
Artikel 16.
De commissie bepaalt de belastbare opbrengst
der gebouwde eigendommen, in hare controle ge
legen, bedoeld in art. 1 dezer wet, nadat die door
twee of meer harer leden zijn opgenomen.
Voorts wordt medegedeeld dat de herziening van
de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen
niet verordend is om meer opbrengst nit de grond
belasting aan de schatkist te verzekeren, maar om
idoor eene gelijkmatige schatting over het geheele
Rijk het tegenwoordige belasting-bedrag, wat de
gebouwde eigendommen aangaat, billijker te ver-
deelen.
8chagen den 8 Maart 1874.
De Burgemeester voornoemd,
G. J. MULLER.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Schagen;
Gelezen de missive van den heer Minister
van Binnenlansche zaken van den 5 Maart 1862
medegedeeld bij provinciaal blad No. 24 van
dat jaar
Gezien art. 150 der wet van 19 Augustus 1861
(Staatsblad No. 72);
Roepen bij deze op alle die lotelingen welke
genegen zijn om bij de Zeemilitie te dienen otn
zich daartoe aan te melden ter Secretarie der ge
meente, vóór den len April aanstaande, dagelijks
van des morgens 9 tot des middags 12 ure, des
Zondags uitgezonderd.
Schagen 10 Maart 1874.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secretaris,
VAN BEVERVOORDEN.
Wij plaatsen volgaarne op verzoek van de be
doelde vereeniging onderstaande circalaire.
„Bestuurderen der's Gravenhaagsche Vereeniging
tot Bescherming van dieren (Beschermheer Z. M.
de Koning) namen ten vorigen jare de vrijheid de
welwillendheid der Nederlandsche Dagbladpers in
te roepen, om door haren veelvermogeaden invloed
de bedoelingen der Vereeniging bevorderlijk te
willen zijn.
Zij waarderen de medewerking daarna van on
derscheidene dagbladen ondervonden.
In overeenstemming met de overige Vereenigiugen
tot bescherming van dieren in Nederland hebben
Bestuurderen der 's Gravenhaagsche Vereeniging
thans op nieuw pogingen aangewend ter verkrijgen
van de onmisbare wetsbepaling waarbij het mishan
delen van dieren strafbaar worde gesteld. Zonder
zoodanige wetsbepaling worden de pogingen onzer
Vereenigingen grooteadeels verlamd en worden da
ergerlijkste dierenmishandelingen straffeloos gepleegd.
Wij herhaalden tot dat einde dezer dagen een des
betreffend verzoekschrift tot de le en 2e Kamer
der Staten—Generaal, en met 't oog daarop veroor-
looven wij ons op nieuw een bescheiden doch
dringend beroep te doen op de welwillende onder-
steuning van de Nederlaudsche Dagbladpers. Be-
stuarderen der 's Gravenhaagsche Vereeniging tot
bescherming van dieren zouden met opregte dank
baarheid op prijs stellen, indien Uwe Redactie ook
thans zon willen herinneren, en ook later na en
dan herhalen, dat eene goede en liefderijke be
handeling van dieren niet enkel stoffelijke belangen
bevordert, maar ook beschaving en zedelijkheid;
zoomede dat Nederland bijna bet eenige land der
beschaafde wereld is, waar eene wet tegen dieren
mishandeling reeds veel te lang wordt gemist.
Bestuurderen der 's Gravenhaagsche Vereeniging
1 tot bescherming van dieren achten het overbodig
in eene breedvoerige bespreking te treden van de
wenschelijkbeid en de noodzakelijkheid van wets-