B0B8EM&® 2 Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. EEN WIT SCHAAP. EEN RING MET SLEUTELS. EEN GOUDEN DOEKSPELD KI Donderdag 2 Julij 1874. des middags ten 12 uren, vóór bet Raadhuis al hier te koop zal worden aangebodeu: Ons Volkslied. in .deze courant het Wik Nbeblands blokü be- G. J. Muller. M 875. Achttiende Jaargang. Ao. 1874 SCHAGER COURANT. Dit blad verrschijnt op Woensdag avonddoch wordt met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar 3,Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers f 0,07 J. Advertenticn van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de rnïmte dis zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. „_i. -fare POLflTIH. De Burgemeester van Schagen Gezien art. 86 van het politie-reglement voor deze gemeente Brengt ter openbare kennis dat op Schagen, den 30 Junij 1871. De Burgemeester voornoemd, G. J. MULLER. I oordeeld, en het toen reeds als kleurloos, als te Geen onzer lezers zal het waarschijnlijk ons ten l palriotisch voorgesteldmaar liet heeft toch kwade duiden, dat wij ditmaal het thema van den het groote voordeel dat het door alle partijen en dag, du ministielb cuisis niet aanroeren. alle gezindheden met ingenomenheid kan Vicde Over dat thema kan men toch in honderdegezongen worden. t' couranten hetzelfde lezen. S Maar het Wilhelmus moet alle andere dan de Wij Nederlanders hebben er een uitneinenden slag orthodoxen eene bepaalde ergernis zijn. Maar er is nog meer, dat lied is ook in zekere zin onzedelijk <-i o\m\ op de openbare straat te Schagen Regthebbende wordt verzocht zich, zoo spoedig mogmijk ter gemeente Secretarie aan te melden. VKIIMKIKl den 24e Junij 1874, des morgens ten ongeveer drie ure, binnen de kooi der gemeente met een vierkant haarsteentje. Zij die omtrent dit voorwerp eenige inlichtingen kunnen verstrekken, worden verzocht die to geven ter Secretarie dezer gemeente. Bekendmakingen. Het hoofd van het plaatselijk bestuur der gemeen te Schagen, brengt bij deze ter kennis van de In gezetenen dier gemeente, dat het kohier No. I. voor de belasting op het personeel, dienstjaar 1874 1875 op den 27 Junij jl. door den heer provinci alen inspecteur in de Provincie Noord-Holland is executoir verklaard, en op heden aan den heer ont- vanger der Directe belastingen binnen deze gemeen» te ter invordering is ter hand gesteld. j Ieder ingezeten die daarbij belang heeft, wordt i al zoo aangemaand om op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk aebt te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeijen, te voorkomen. Schagen, den 1 Julij 1874. Het hoofd van het plaatselijk hestuur voorn G. J. MULLER. Burgemeester en Wethouders van Schagen, bren gen ter kennis: Dat ieder bruiker van een paud, huis, tuin of ander perceel verpliat zal zijn de straat voor en langs, het perceel liggende voor zoover zijn pand strekt te doen schrobben en voor zooveel noodig te doen -wieden. Dat hieraan gevolg moet zijn gegeven hintten dett tijd van drie dagen te rekenen van af lieden, op te straffen bij niet nakoming daartegen gesteld. Schagen 2 Julij 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris van Bevervoorden. van om de belangrijkste vraagstukkeu ouder een berg van verveling te begraven, wij brengen ze toch altijd zoo lang ter tafel dat niemand er hoe genaamd iets nieuws meer over kan zeggen, en eer het zoover gebragt ishebben zij zeker wel honderd malen de meeste argumenten herhaald Wij willen dus liever een vrij wat be langrijker onderwerp behandelen belangrijker Voorzeker. De iniuistriele veranderingen f hebben toch op ons volkskarakter hoegenaamd geen invloed zelfs in den gang der zaken brengen zij meesttijds weinig verandering. Ons volk begint het meer en meer te begrijpen dat zijn werkelijk leven buiten het twisten en de haarkloverijen der Kamers omgaat. Wij althaus zoude gaarne verscheidene door de Kamer geamandeerde wetjes prijs geven zoo wij er een voor ouzen tijd in alle opzigtcu passend volks lied in ruil voor kregen. Van twee geheel tegenstrijdige zijden wordt thans aangedrongen op de afschaffing van het door dezen al te zeer als kleurloos beschimpte Wik Nebrlands bloed en de daarvoor in de plaatsstel ling van het voorzeker scherp genoeg gekleurde Wilhelmus van Nassouwbn. Dat men dit lied van orthodoxe zijde aanprijst laat zich in zekere opzigten begrijpen doch ook slechts in zekere op- zigten. De ingenomenheid met het woord Gods, dat is met den calviuistischeu bijbel spreekt er luide genoeg uit, maar in andere opzigten is dat lied alles behalven orthodox, of is het alle roem is uitgesloten en iubetracht, als de Prins in het vijfde couplet zich noemt Edel en hoog geboren Van Keizerlijken stam Een vorst des rijks verkoren Als een vroom chris'emnau Voor Godes woord geprezen, Heb ik vrij onversaagd Als een held zonder vreezeu Mijn edel bloed gewaagd. Is het orthodox calvinistisch als het schuld besef overal zwijgt, als overal van christus wordt gezwegen. Men is in deze eeuw vaak te velde getrokken tegert het Deïtisch Opperwezen van het laatst der 18e éeuw, maar is de God uit het Wilhelmus minder deïtisch, minder tot een afgetrokken begrip herleid De ingenomenheid der orthodoxen met het Wilhelmus laat zich iutusschen nog verklaren maar onbegrijpelijk.is liet dat ook de uiterste linkerzijde zich in deze ophemeling vau dit lied met heu kan vereenigen. Het Wilhelmus is toch in de eerste plaats een godsdienstig calvinistisch lijd iu de dagen van verdrukking aangeheven. Hoe het mogelijk is dat volslagen oDgeloovigen als b. v. de schijvers iu de Spectator vrede kunnen hebbeu met een lied, waarin alles op godsdienst uitloopt omdat het eene groote onwAaHieid dit riog iM onder aanroeping V3n godsheiligen naam bevat, het begint met de verklaring: den Koning van His- panie heb ik altijd geeerd, en eindigt met de be tuiging in den vorm eener eedsaflegging Voor God wil ik belijden En Zijnen grooten raagt Dat ik tot geener tijden Den Koning heb veracht. Ja! dat was de leus tijdens de vervaardiging van het lied. Om het geweten des volks niet altezeer te verontrusten deed men voorkomen als of men wel tezen den landvoogd maar niet tegen dén Abning opstond, maar zij die dieper zagen, zoude een Prins Willem, een Marnix het ook geloofd hebben Zoude er eenige waarheid in deze aan den grins iu den mond gelegde betuiging hebben gelegen Wij gelooven dat de geschiedenis dat ten sterkste tegenspreekt. Naar onze meening schrijft men ook ten ouregte van Marnix vau St. Aldegonde dit lied toe, zijn geweten zoude met alle kracht tegen zulk een leugen zijn opgekomen. Vondel heeft in zijn treurspel Lucifer, de bedrie- gelijke leus, waaronder de opstand tegen Spanje is aangevangen ten sterkste veroordeeld, want dok laat Lucifer onder dezelfde leuze den oproerstau- daard tegen God opheffen. Ook hij zegt Ik ijver voor Gods eer om God zijn regt te geven Verstout ik mij en dwaal dus verre buiten 't fcpoor Van mijn gehoorzaamheid, en wanneer later twee der oproerige engelen over leggen hoe zij het beste den opstand zullen begin nen houden zij het volgende gesprek men moet zegt Belial de menigte winnen. Door iets wat gliuipelijksen met een schijn verbloemd ApolleouZoo geef het dan een naam: laat hooren, hoe gij 't noemt? BelialMen handhaaf 't engelendom, zijn handvest eer en staten En kieze een hoofd, waarop zich ieder mag verlaten Apolleondat hebt gij regt gevatik wensch geen schooncr stof Nog zaad tot muiterij en als verder Belial vraagt, hoe Lucifer zich moet houden zegt dezelfde spreker dat deze moet hau- delen. Niet plotseling, maar alengs en als door zijde gangen Hij veinze voor een poos. Dat onze Vondel hier te hard is tegen den hoe zij, die van een uitzigt aan gene zijde des grooten Zwijger, wie zal het ontkennen, gelijk me graff weinig of niets, niets1 van een bijbelgeloof willen weten, kunnen i. stemmen met regeL als deze: Tot God wilt u begeven Zijn heilzaam woord neemt aan Als vrome christen leveu 't Zal hier haast zijn gedaan. Bcgiijpcn wij niet. Voor jaren hebben wij reeds nig schrijver in onze dagen heeft hij, terwijl hij op zijn gemak al de goede vruchten van de verworven gewetensvrijheid plukt, met een critisch oog onder zocht of er niet het eene en andere viel af te dingen op het zedelijk gehalte der middelen, die in het werk zijn gesteld om het groote doel te bereiken maar dit uccmt niet wig, dat wij die veinzerij en P*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1874 | | pagina 1