Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. 20 utu'i' 692. Achttiende Jaargang. Au, 1374, Onze Winteravonden. Gemengde b o r i c h t c u. V-' V.I Uit blaJ verschijnt op Woensdag avondduc'i wordt met een b'jvocgsel bevatten lo bet jongste Scbager- in irktbcrigtdon volgenden avond verzandenaan beu die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rols te bién. Paus per jaar f 3,Franco per poet f 3,tt0. Afzonderlijke nummers f 0,07 J. Advbrtkntiün van ecu tot vijf regels f 0,73; iedere regel meerder /0,13. Grouto letters naar de rdluito die zij beslaan. Boekhandelaren eu I'ostJirectcuren aangenomen» 3 l)e winter is weer naderend en met den winter zullen onze kaartavoinlj» s terug Jteervn. Viees uitt, geachte lezer! dat ik het oordeel van de üeiiestet over U zal uitspreken, die na de vraag: «llouiit Gij van Lofton, whist, van hombre of quadrilleren* zeer dichicrlijk antwoordt «Zoo ja dan zouut gij mij verschrikkelijk tegenvallen.* Neen! ik ben van voornemen voor liet kaartspel een lans le breken om liet a onder zekere voor waarden op nieuw aan te bevelen als een gezil- lige tijdkorting van dc winteravonden. Uo tijd is vooibij, waarin een zekcic godsdienstige schroom het kaartspel onheiig achtte; indien het zijne rechten kan handhaven op den naam van een otideihoudend, gezellig spel, motten wij zijne ge loofsbrieven goedkeureu. Althans zeker zullen weinigen genegen zijn om. het vonnis te onder- t« ekei en d.it door W alter S c o 11 in zijn K r o n ij k van C a u o n g a l e in do volgende woorden over het kaartspel, zoo als wij dat Lij U, lezer! plegen te doen, uitspreekt: «Er was eenmaal ecu tijd, waarin ik ook den onweêrstaanbaren aandrang om te spelen in inij voelde; waarin ik voelde dat deze harts tocht te strufkaardir is, naar mate hij sterker wordt. Maar toch hij wekt een soort van ondiriiemings- zucht op en kun voordeel aanbrengen, en ik kan mij da ai uit verklaren, dat deze hartstocht kan gepaard paan aan een streng, mannelijk karakter. Doch de tijd voor een ellendige winst van een dublchje of een kwartje le verbeuzelen met het wisse en. van geklourde stukjes borJpapier aait een ronde, groenelafel, dat kan alleen een gek of eelt zwakhoofd. Een zoodanig speler is gelijk aan iemand, die op een hobbelpaard rijdt eu trotsch al zijne inspanning geen schrede verder komt, dat spel gelijkt op een tredmolen van geestelijken aard, waarin u-en altijd een voet stijgt, maar toch geen voet hoogtr komt.» liet oordeel door den groolen romanschrijver hier uitgesproken, is niet onwaarschijnlijk zijne persoon lijke overtuiging, wai.t in zijne romans wordt, voor zoo ver w'j ons herinneren, iiet kaartspel nimmer als eert tijdverdrijf van zijne helden of heldinnen geschetst ofschoon de hartstocht vau het spel men denke aan zijn n.eer bekende St. Rouins bron er niet zoo goed afkomt als wij reden hadden te denkeD, naar zijn welwillend oordeel over em spel w .erbij veel gewaagd wordt. Zoo wij intosschen de voorstelling vau Scott nader be schouwen, kunnen wij eensdeels niet ontkennen, dat er teuige waarheid in haar ligt maar zij blijft daarom toch een paradox. Het is waar, dat uit het door Seolt ingenomen oogpunt bij, die kaart speelt op ouze eenvoud ge en gezellige manier niets vordert. Er bestaan uitspanningen, van welke een weldadige invloed kan gewacht worden, al kiezeu wij met de Genestet nu juist het rak ets pel, dat binnenskamers op een winteravond ook minder uit voerbaar is. Maar anderdeels is zijn oordeel zeer onbillijk. Zijne grieven tegeu de bekladde stukjes bordpapier ea de ronde, groene tafel kannen wij voorbijgaan. Maar zijne twee andere grieven zijn eenzijdig en ongegrond. Hij noemt het kaart spel eeue verspilliug van den tijd. Maar moeten er dan gfcvje oogeublikkea van ontspanning zijn in h^t menschel ijk leven kan hij die een onbegrijpelijk werkzaam leven gewijd heeft aan de ontspanning zijner mei euienschen, in het gelijk gesteld worden, wanneer hij den tijd niet aan wiustgevenden arbeid besteed, verbeuzeld acht? Hij keurt het kaartspel daaruin af, wijl htt zulk een luttele winst bic<il. Deze redeneriug is geheel valsch. Terwijl wij ou gun gen zijn om de behoefte aan spel, in den iihmiscIi gegeven, hooghartig te ontkennen, zullen wij altijd tegenspreken, dut dit genoegen gestreeld wordt door een hoog bedrag aan winst. Het heeft ecu diepen, zedelijken grond, dat de wet het spel als oorzaak van schuld ontkent. Wat door arbeid aan ons getrokken wordt, kan aliccn ons wettig eigen dom ziju. Het spel te krooiieu is dcu arbeid ont- troourii. Het spel betaalt zich zelve in het ge not dat het geeft maar dat genot verdwijnt Wanneer er winst beoogd wordt. Hoe gering dus dc kans is op winst of verlies; boe meer wij, om hit beeld van Scott te gebruiken, op de zelfde plaats blijven, terwijl wij op het schominelpaard van het spel zitten; hoe meer bet spel ons zijn eigenaardig ge not,-onvermengd zal afstaan. Eu dit genot beslaat over het algemeen. Cicero prijst in zü» ouderdom liet rpcl als oon iler genoegens, die aan den ou. derdom is overgebleven. Het menscbelijk hart ver andert niet. Daariu is altijd iets, dat van belang stelling spreekt in de wisselingen eu nukken van het lot; dat zich gaarne meet met dc kansen die het aanbiedt en de verstandige en aangename speler is ons veelmeer bet beeld van den inenseli in het werkelijk leven, dan van bet iu zijne verbeelding slechts rijdende kiud. Want is dc arbeid ook hoofdfactor in het menscbelijk leven, toch bepaalt die arbeid zich vaak tot een kamp tegen liet lot of een gebruik makcu van een gelukkig toeval, dat slechts als eeu prijs, zelfvoldoening aau den win ner geeft. l En wat nu het kaartspel zelve betreft, wij hebben niets in te brengen, tegeu de wijsheid die zich er boven verheven acht; wij geven gaarne toe, dat aan een verstandig meusch beter gelegenheid ge geven kan wordeu tot eeu ontspanueud vermaak, wanneer hij deel helpt uitmaken van een onder houdend gesprek. Maar wij mogen niet te veel vergen van alle menschen. Wij weten immers bij onder vinding, dat wij niet altijd praten kunnen; vooral met hen, die wij meermalen zien of het peil van het gesprek daalt en koeijes en kalfjes worden on- gevotlig het onderwerp, 't Is waar, in een gez: Ischap behoeven niet uitsluitend praters te zijn, want van waar zouden de hoordcis dan moeten komen; toch ligt ieder gaarne een duit in het zakje eu welk onpartijdiger uitdeeler van rellen kan men kiezen dan het kaartspel. Wij moeten ons evenwel naar onze meemng altijd voor twee dingen wachten. Vooreerst moet van het spel geene gewoonte ge maakt worden. Zoo lang wij nog weten, wat wij zullen doen, als wij niet kunnen kaarten, blijkt bet dat wij iu dit opzicht niet te ver zijn gegaan. Daarom zou ik niet durven aanraden vaste p a r- t ij t j e s. Zij geven aan het spel al te veel van onzen tijd. En dan moet het spel iu de tweede plaats nimmer op eene onaangename wijze worden gespeeld. Wie niet aangenaam kan spelen moet het laten. liet spel moet spel blijven. Het behoort gedaan te worden met die gemakkelijkheid, die welwillendheid, welke ook ons gezelschap begeerlijk maakt. Naar het bekende oordeel van B e e t s hebben slechts weinigen aanleg voor zulk spel. Wij hopen evenwel daarvan weder iets te leeren in de dreigeudo w iiitenvonden en wenschen dit ook too aau onze j lezers, omdat we meenen dat wc althans in zelfbe- heerscliinv, .die grootste aller kuurden, meer zullen gevorderd zjj.i (jan wij van het hobbelpaard van Scott zouden litbbcit verwacht. De Rand der gemeente Seinden heeft bij besluit van 2S deze aau Jonkhr. Ph. A. II. v.iii Bevervoorden tot Oldeuieuleu, benoemd Burge meester van Landsmeer, op zijn veVzoek eervol uulsiag verleend a's secretatis der gemeente Sclia- gci-, ouder dankbetuiging voor de vele en gewigiigo diensten, gedurende ziju betrekkelijk kortstondig secretariaat, aan de gemeente bewezeu. De jongste storm heeft geen goed gedaan aan de zaak vair du honing Wilhelm, bij. Huis duinen. liet schip is 85 meiers verplaatst en daarbij nog ecu weinig meer landwaarts. Een lo comobiel, welke op eeu terp stond, zit nu lot di u ketel iu 't zand. Twee mannen zouden op zekeren Zondag morgen naar liet dorpskerkje gaan. Hun weg liep langs een boerderij en bij die boedcrij was eeu eendenkooi. V elke prachtige eendenzei de een. Willen wc ir teil zieu te krijgen? vroeg dc ander. Willen we lierman ziju makker. En de mannen vingen eeu eend en draaiden haar den hals out, waarop hij, die den dicpsten zak had, er het dier instak. Daarna vervolgden zij, al babbelend over het heerlijke hapje, dat zij zouden hebben, hun weg naar de kerk en kwa men daar eerst aan, toen de eerste psalm gezon gen eu het eerste gebed uitgesproken was, zoodat zij door hu» laat binnenkomen aller aandacht op zich vestigden. Domiué nam tot tekst deze drie woorden: «ik zie het," weike woorden hij met zooveel nadruk en zoo dikwijls uitsprak, wijzende in de richting van de twee schelmen dat de een, die de eend niet had, den ander iu de zij begon te stooteu, herhaaldelijk bleek vau angst fluisterende: «Pas op, bij ziet het beest: stop het gocdweg!'' De man die de eend in den zak had, kon dat ten laatste niet langer uithouden. Voor hem had hij den prediker, die telkens liep «ik zie het." en naast hem ziju makker, die voortdurend zeide: «Pas op!" Een en auder maakte hem zoo zenuwachtig, dal hij eindelijk den vogel bij de pooten uit den zak baalde, eenige walen boven ziju hoofd in de lucht slingerde eu iu de richting van den preekstoel wierp, schreeuwende: «Ziedaar dan, houd het dier, als gij bet ziet!" En na die woorden liep de gauwdief de kerk uit gevolgd door zijn kameraad. De hoofd-Commissid van het «Willem III fonds" berigl: Dat de inleekeulijsten aan de bestaande Sub—Com- missiën en Heercn Correspondenten zijn verzonden. Dat met het oog op de herinnering aan de plaats gehad hebbende feesten, ter gelegenheid Zijner Majesteits 25-jarige Ilegeering, en op het doel van het Willem ui fonds, de Hoofd—Com- missie elke aansporing tot medewerking, eu die tot het tcezendea van bijdragen overbodig acht-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1874 | | pagina 1