Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. M 893. Achttiende Jaargang. Ao. 1874. 5WVKHBKR Bekendmaking. koepokinenting en licrinenting. Sentimentele tijdperk. G e m c n er (1 e berichten. f Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt met een bijvoegsel ^bevattende het jongste Schager- inarktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Pbijs per jaar 3,Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers f 0,07J. ADVKRTRNTiëx van een tot vijf regels f 0,73; iedere regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Burgemeester en Wethouders van Schagen. Gelet op art: 18 der wet van deii 4e Decem ber 1872 (Staatsblad no. 184); Brengen ter algemeene kennis: dat in den loop van Woensdag den llen November aanstaande door den geneesheer S. de Boer, te Schagen, ten zijnen huize aan een ieder de gelegenheid zal wor den gegeven tot kostclooze inenting en herinënting. Schagen den 3 November 1874. Burgemeester in Wethouders voornoemd G. J. MULLER. l)e loco Secretaris, C. de PATER. Wethouder. sehuwd; in een meesterlijk geteekend tafreel doelt hij er de aandacht der lezers, in liet hijzonder op, hij in liet la> tsle blijspel aan het licht komen, welnu in zijn Fannij wil hij de aau Tibullus onl- hoezeer niet de onschuld maar de reeds bevlekte leende les, dat de nare liefde ge n onmatige smart verbeelding de overdreven decentie noodig s over het heengaan kan voidrren, in praktijk brengen heeft. In het ge«prek namelijk tus?chen de on- 5 en nu laat hij Fannij op hit graf van Eduurd schuldige II en riet te en de overdreven kie«che Ar- zeggen«rik schrei n et edel inensch, geeu traan mande, wil de laatste het woord huwelijk niet l voegt bij uw zaligheid,/» hij scheen niet in te zien hebben uitgesproken, omdat dit woord voor haren i dat het mooi i* als een ster-ende zijn beminde geest allerlei walgelijke dingen roept en hare ge-5.toefluistert: ween niet al te zeer over mijn dood, dachten langs cene menigte virze voorwerpen S draatj ter mijner wille ook dan nog zog voor uwe sleept, zegt de eer«te geheel onschuldig dat zij dat schoonheid en gezondheid, maar uiterst leelijk, als niet vindt, daar het woord huwelijk haar alleen die raad nl te trouw wordt opgevolgd, aan een echtgenoot, kinderen en een huishouding I Nogtans hebben He romans van lYith hunne be doel denken en dat toch geen ziken waren waarvoor I trekkelijke waarde; wij zulle i later er op terug komen zij moest blozen. en aantooneu dat liet oppervlakkig geschrijf van den Ongelukkiger wijze bad de kerk en de opvoed- heer .louckbloet hen niet in het ware licht stelt, kunde tegen llenri/tte voor Armande partij gekozen. De Heer Jonckbloet heeft onlangs in zijne geschie denis der uederlandsche letteren nog al den draak gestoken met de sentimentele romans van Feitb, wij willen in geenen deele de deugdzaamheid dier romans verdedigen, maar toch gelooven wij niet dat bespotting, waardige criljek is, vooral niet dat zij helpt oui de populariteit, waarin die romans eens deelden te verklaren. Even als in onzen leeftijd de Max Havelaar en Klaasje Zevenster, zoo waren in de dagen onzer voorouders de Julia en de Ferdi* nant en Coustantia het geliefkoosd onderwerp der gesprekken geweest. Is Multatuli ee.is, naar onze meening, kinderachtig geweest om, in zijne idééën verscheidene malen teruggekomen op den opgestegen uitroep van een zijner beoordeelaars in den Tijd* spiegel, dat hij een standbeeld waardig was, Feith zoude, ware hij minder bescheiden geweest, zich aan even opgestegen uitroepen hebben kunnen te goed doen. Er was een tijd dat iedere brief, dien een meisje schreef moest gelijken op de met rozen geur omgeveu en in tranen zwemmende brieven van Julia en Constantie, waarin ieder maagdeliju bij de minste verkoudheid zich hel voorkomen van eene aan de tering kwijnende Cecilia gaf, dat twee geliefden niet anders dan in de nabijheid van een kerkhof en door 't licht der maan beschenen. In naam der decentie werd aan de onschuldigste 'I licfle het zwijgen opgelegd, allfh'n dm we'd zij gedold als zij zich in overdreven kicselie woorden en allerlei galante leugentaal kon uiten. Terwijl de liefde aldus zweeg sprak de zinnelijke lust in De indijking van het Wieringermeer was het verliorgen (e sterker. Sterk in liet bewustzijn, S het onderwerp, dal jl. Woensdag avond te Am- dat zij schoon in het geheim, toch overal hare j sterdam werd bdi&nddd in de vergadering der bondgeiiooten en tnedepliutigen had, sprak zij luider aldreling koophandel van Felix Merilus. Dit plan, en luider; alleen hield zij, om nog des te meer van veel actueel belang, daar iu de najaarsver te prikkelen zich altijd iu het halfJuisler op. Aau gadering van de Staten van dit cewest de vraag dat half donker hadden enkele, door en door gemeene zal worden besproken, of voor deze indijking al romans van Yullaireen anderen hunne populariteit le j dun niet subsidie zal wordeu verleend of toezeg- danken. - ging van 8 /bs'dii zal worden gedaan, werd toe- De sentimentele dichters en schrijvers wilden nu gelicht door den heer J. C. de Le.uw, dijkgraaf aan de verongelijkte liefde weder een steun leenenvan den Anna Paulowua-Polder, die niet de heeren aanvankelijk beproefJen zij ook het zinnelijke geJeelte J. Breebaart Kzii., A. J. Kaan, S. F. Sieuwerts, der liefde in hunne tafneleu op te nemen, maar jhr. tnr- l). van Foreest, V. l.oder, M. Cohen toen kregen zij het met beide partijen te kwaad, Stuart, J. Tool, J. van Gtjtenberk, D. Schenk, zoowel de geestelijkheid als de school van Vollaire A.' Schenk, jhr. tnr. J. H. van Foreest, F. L. de vielen de nouvelle lleloï*e van Kousseau op het Leeuw, P. Schuurman. B. Beukenkamp D. Mantel vinnigste aan, en roet de romans van Sterrie, die C. Zijp, J. Groot, K. Klnv, Th. J. kV aller, hetzelfde beproefden, ging liet niet veel beter; en J. L. T. Groneman, allen behoorende tot de daarom sloten lier nardus, Klopstock en Uü;he in bestur n van waterschappen in het Noorderkwartier, zijn Werther de zinnelijke zijde der liefde geheel j de commissie uitmaakt, welke zich ten doel heeft uit: zulk eene liefde inoet dan opgaan in een gesteld de indijking voor te bereiden, otn later smachtend verlangende liefde; z mals zij in die de uitvoering aan eeue Maitsc'iappij over te laten tafreelen wordt geschilderd is geen lief/Ie Uiss.-cheii aan welke de concessie zal overgedragen en de menschen maar tusschen geesten. He W erther eventuele subsidiën van den Staat en van de alleen maakt hier eene uitzond-riug op, daar provincie zullen worden afgestaan. De hoeveelheid altans liarlotte bij al bare gevoeligheid toch j grond door de indijking te verkrijg n is 20,000 konden vrijen. Yan waar toch was die geest van eeu meisje ook van vlersch en bloed blijft, koor? hectaren, puike groud, hetgeen door boringen ia sentimentaliteit gekomen, die eensklaps over geheel den streng zedelijten en steeds ingetogen levenden bewezen, (de waar le van iederen hectare geschat beschaafd Europa was gewaaid? Alen zal ons Feith kon de zinnelijke zijde der liefde geene aan- op f 1000 minimum, door anderen op f 4000) misschien op de romans van Kousseau en Bernardm trekkelijkheid hebben. Man der zedelijkheid en en een capitaal van 23 millioen is met de zaak de St. Pierre in Frankrijk, op de Werther van vriend der godsdienst als hij was, wilde hij bij gemoeid, en het renteverlies gedurende de vier ons dc liefde rehabiliteren door haar van elke zin- jaar dat de ingedijkte gronden, om betere geschiktheid nelijke lust te ontdoen. Niemand die beter dan bij ter bewoning te verkrijgen, onbebouwd zullen vooraf zijn onderwerp had bestudeerd, in de ver- blijven. .De indijking zal zijn begrensd: Ten noorden schillende verhandelingen over minnedichten en liefde door de Zuiderzee en het eiland kYieringen, ten vindt ii>en een bloemlezing van alles wat oude en 1 oosten door de Zuiderzee, ten zuiden door Medem- nieuwe schrijvers over den aard der liefde, schoons blik en de Noordhollaudsche kns», waar gevonden geschreven hebben. Nu lag het in Feith's aard worden de zeeweeringen van West-Friesland, van dat hij elke schoone plaats, elk dichterlijk gezegde, den polder Waard en Groet, een klein gedeelte dat h;j bij andere schrijvers vond, gaarne in zijne van die van den Wieringerwaard en eindelijk die werken overnam en dat vooral is zijn ongeluk bij 1 van den Anna Paulowna-Polder, tol op 500 metera liet zameustellen der romans geweest. Zijne romans j bewesten de van Ewijcksluis, ten westen door de. waren geene afspiegelingen der werkelijkheid, maar genoemde polders en de Zuiderzee, voorbeelden van lessen, die hij vroeger had gegeven. 1 De toelichting van den heer de Leeuw werd Een enkel voorbeeld ten bewijze't is een beeldig i voorafgegaan door een historisch overzigt van du raooije passage van Tibulles waarin hij zijne gelifde t indijking in het Noorderkwartier, en werd gevolgd Delia smeekte om eenmaal als de vlam zijn gebeente door een kort debat over technische bijzonderheden, zal verteeren, niet al te zeer tc treuren, daar de 1 waaraan deel namen de heeren H. J. van Lennep; droefheid hare schoonheid zal verwoesten. Ook deze 1 mr. P. J. Hingst, mr. J. G- A. Faber, Langer- plaats bekoorde Feitb, baar mededeelende vestigt j huizeD, burgemeester van Ilnizeu, en den ingenieut Göthe en de gedichten vau klopstock in Duitscln land, op de sentimentele reis van Sterne en den Ossian van Macpkerson als op zoovele bronnen der sentimentaliteit wijzen, doch dat heldert de zaak niet veel op; want die schrijvers drenkten het publiek met deze wateren omdat bet er naar dorstte, maar waardoor was dan die dorst ontstaan Deze behoefte aan sentimentaliteit was een verzet der menschelijke natuur tegen het geweld, dat een gekuustelde beschaving haar twee eeuwen lang had aangedaan. Toen die beschaving de galanterie en de overdreven decenlie had inge haald, had zij de edelste neiging van het menschelijk harte »de liefde* willen verbannen. Molière be gaafd met zulk een fijn gevoel om de verkrachting der menschelijke natnur, onder wat naam of vorm ook op te merken, had ieder, die ooren had om te hooren, zoowel in zijn sécole des maris* als in zijn vfemmes savanles* er reeds tegen gewaar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1874 | | pagina 1