Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
ITOTOHBB®.
M 895.
AciiUtcndc Jaargang.
Ao. 1S74i.
Bekend maki tig.
IVog iets over liet scntimcn-
tcele tijdperk.
Gemengde berichten.
Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt
met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen
die znlks verlangen.
Brieven franco aan de nitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3,—. Franco per post f 3,60.
Afzonderlijke nummers f 0,07$.
Advertenticn van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder f 0,15. Groote letters naar de ruimte die
rij beslaan.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Schapen.
Gelet hebbende op tirt. 205 der Wet van 20
Junij 1S51 (Staatsblad No.85);
Brengen ter openbare kennis, dat bet door den
Baad vastgestelde Suppletoir-kohier van den Moof-
dplijken Omslag, alsmede dat voor de belasting
op honden, voor het loopende dienstjaar, geduren
de acht dagen, en wel van Pingsdag den 17 Nov.
tot en met Dingsdag den 24 Nov. aanstaande,
ter Secretarie dezer Gemeente, voor een ieder Ier
lezing zal nederliggpn.
En is deze afgekondigd en aangeplakt, waar
r.nlks te doen gebruikelijk is.
Sehagcn, den 17 November 1874.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. J. MULLER.
De loco Secretaris,
C. de PATER. Wethouder.
Voor zooverre ons bekend is was Rousseau de
eerste, die de juiste opmerking maakte, dat kunst
matige gevoeligheid bijna altijd hardheid en wreed
heid des harte aankweekt. Het was dan ook voor-
namelijk op dien grond dat hij in zijn zoo
welsprekenden brief aan d'Aleir.bert bet bijwonen
van treurspelen afkeurt. Later hebben Mevrouw
Beeeker fvtow in bet beeld van Saint Clairs echt
genoot uit de Negerhut en onze Tollens in zijn
overscboonen en toch zoo weinig bekenden roman
»de Kerkgang» ons deze gedachte aanschouwelijk
voorgesteld. Hoe meesterlijk naar de natuur ge- t
teekend, is bij den lamste die gevoelige adclijke J
dame, die" nog onder Hen vollen indruk van de
enkel liefde-preek des weisprekenden predikaitts,
zoo ongevoelig en onmeedoogend blijft bij bet
lijden van het arme kamermeisje achter op den
wagen. Had Roussean het mogen beleven hij
zou in zijn naaste leerlingen de waarheid zijner
opmerking op eenc vreeselijke wijze hebben zien
bevestigd. De bloedige mannen der revolutie,
die bij zijn contract social als bij een evangelie
zwoeren, waren toch bij al hunne wreedheid sen
timenteel. De particuliere brieven van st. Just
vloeijen over van sentimentaliteit; voor Robespierrc
waren Raci'-e. en de werken van den geneefschen
wijsgeer de geliefkoosde lectuur, omdat hij in
hen de gevoelvolste schrijvers der fransche letter
kunde erkende. 7.3t de man des bloeds soms niet
dagen te mijmeren bij het graf van den door
hem zoo vergoden schrijver
Fouquier ter Ville, die als openbaar aanklager
bij de Tevolutionaire regtbank Let onschuldigste,
en edelste ipenschenbloed, sondpr eenige wroeging,
bij atroomen deed vergieten, was te weekhartig
om het huilen van een geliefkoosd hondje aan
te hooren. Voor Napoleon waren in zijne jonge
lingsjaren de Werther van Go.be en ue Ossian
van Mac-phersoD de geliefkoosde lectuur geweest.
De sentimentaliteit scheen een geest, die heer-
schende ir. het rijk der denkbeelden en gevoelens
geen magt had om ig het gebied der daden en
handelingen over te stappen. Zij uitie zic.i in
woorden, gebaren, zuchten en tranen, maar verder
kon zij niet komen.
Het spreekt wel van zei ven dat ook in Nederland
die peest van sentimentaliteit moest overwaaijen.
Gelukkig had bij ons liet denkbeeld van een
practisch christendom steeds gezegevierd boven een
zuiver theorisch, bij zulk een christendom kan
fpne gevoeligheid, die zich blootelijk in woorden
en zuchten oploste, niet bestaan. Toen dus bij ons
Feith in zijn raeergenoemden roman Jufvrouw Post
en haar land en Loosjes in zijn roman Su'anna
Bronkliorst de tolken Ht sentimentaliteit werden,
hielden zij dat praetiscbe christendom daarbij in
bet oog. Niet de met de zinnelijkheid zoo naauw
verwante sentimentaliteit van Sterne en Rousseau
noch de ongodsdienstigheid die uit Gothe's Werther
ademde, maar de vrome en godsdienstige gevoelig
heid der Klopstocks en Lafaters plantten zij op
onzen bodem. Hun sentimentaliteit heeft onze natie
voor die een veel erger soort behoed. Zoowel in
zijn Julia als in zijn Ferdinand en Constantia gaat
Feith nit v.an'het denkbeeld dat liefde zonder deugd,
zonder verstandige leiding, niet kan bestaan. Hij
heeft dat wel aller ongelukkigst in de ongcschroefste
bewoordingen uitgedrukt, maar het heerschend
denkbeeld is daarom niet minder waar. Ook noeme
men niet, gelijk meestal geschiedt, in een adem
zijn Julia en zijn Ferdinand en Constantia. Had
ïeith zijn Julia, gelijk hij waarschijnlijk aanvanke
lijk van plan was, in versen overgegoten, misschien
ware het een voortbrengsel geworden dat als tegen
hanger van zijn graf kon strekken, maar in
dit opgeschroefde prosa is die roman bijna niet te
lezen. Daarentegen bevat zijn Ferdinand en Con
stantia verscheidene zeer mooije brieven; vooral die
gedeelten, welke handelen over letterkundige onder
werpen zijn zeer lezerswaardig, enkele hiervan kunnen,
wat eenvoud en hartroerendheid betreft, wedijveren
met «Ie bestp uit Gotln s Werther, of is bv. de volgende
brief nint treffend: Al mijn vermogens zijn uitgeput.
Ik kan mijne ziel geene denkbeelden meer ver
schaffen en mijn hart heeft zijn volle veerkracht
verloren. Ieder oogenblik schijnt mij eindeloos
te zijn en het is of elke morgen door geen avond
meer vervangen zal worden. Och! dat ik mij aan
iets verhalen, inet iets vermaken,
door iets bedwelmen kon.' Vindt men
in Gothe's Werther eenige /.insneden die beter en
schooner dan deze de akelige leegte van eeu aan
teleurgestelde liefde lijdend hart afschilderen.
De sentimentaliteit bleek een plaut. die in onzc
waterachtige en lage landstreek niet te huis behoort,
zij verdorde dan ook spoedig. Nogthans hadden de
schrijvers die de tolken der overgevoeligheid waren,
geen geheel onnut werk verricht, zij hadden ons
vaak al te koelzinnige Nederlanders in aanralrir.g
gebragt met het rijk des diepen gevoels en die
aanraking moest op ons prosa-menschen, als wij
meestal zijn, gunstig werken. Sinds het sentimentele
tijdperk is de.dampkring, die over onze letterkun
dige wereld hangt, als het ware, met meer bestand-
deelen des gevoels bezwangerd. Een voorbeeld ten
bewijze: Onno Zwier van Haren schetst in zijn
Rosemond eene vrouw, die voor hare kinderen,
in het afzijn van haar mail, de tederste zorg draagt;
zij hoort de stormen loeijen, die haren echtgenoot
met een bijna zekeren dood bedreigen; zij schijnt
eec voorgevoel te hebben dat zij op dat oogenblik
reeds weduwe is en toch laat de dichter haar als
slot vsn zijn tafreel, na een kort gebed tot God,
een rustigen slajp sluimeren. Zeker dat beeld :s
onovertroffen schoon, maar toch *ie onzer latere
dichters en schrijvers had z ch durven wagen aan zulk
een trek, wie bid dien rustigen, Hoor geen droom
verstoorden slaap van de arme weduwe, zoo op den
voorgrond durven plaatsen F.en ander voorbeeld,
wie kent niet Bellamij's Roosje? 't is bet werk
van den gevoeligslen dichter van zijn tijd, en toch
wat verraadt het een ongevoeligheid, dat de dichter
ons inet geen enkel trek herinnert aan den vader,
die toch zijn eenigstc hoop op aarde verloren heeft.
Onze voorvaderen die den beker der sentimentaliteit
nog nooit aan hunne lippen hadden gehad, waren
daarom rog niet in staat, deze ongevoeligheid op
(e merken. Iedere stroom van den tijdgeest die
over eenige bodem vloeit, laat er vmehllaar slijk
achter. Zoo deed ook de sentimenfelifeit.
Onze tegenwoordige critici zien dat te vpel over
het hoofj, maar daardoor is ook de letterkundige
geschiedenis, onder hunne handen, eene dorre ont
leedkunde geworden. Alleen dan wanneer men liet
volksleven beschouwt als een levend orgaiiismus,
waarin ieder deel, hetzij in het Verleden, het-ij in het
heden, moet zanienwerken tot den bloei van het
geheel, za! men zonder veroordeel naar dc waarde
van ieder deel onderzoek d>en. L)e letterkundige
geschiedenis wordt dan geen alles havcrendo
critiek, maar eene op prijsstelling van iedere plias
van iedere noance in het letterkundig leven eens
volks Ik geloof niet dat tot lieden, bij ous door
eeniuen pescLiedscbrijver aan deze noodzakelijke
voorwaarde nog is voldaan.
He heer P. van Duijvendijk, benoemd tot
secretaris der gemeeete Schagen, voor die betrekking
bedankt hebbende, is door Burgemeester en Wet
houders dadelijk uit de overige sollicitanten een nieuwe
nominatie opgemaakt, beslaande uit de heeren: S.
Kooger, secretaris te Smilde en V. A. Beijen, be
ambte ter Secretarie^te 's Heerenberg.
De raad benoemde bij besluit van 14 dezer, met
3 tegen 2 stemmen, de lieer Jacob Denijs Jz. woon
achtig te Schagen.
De spoortrien die te Schagen des avonds ten
10,11 behoort aan te komen, kwam gisteren avond
(17 dezer) eerst ten ruim half twaalf ure.
Naar wij vernemen was het oponthoud ontstaan,
door het, op de lijn Haarlem Rotterdam, in de
sioot raken van een locomatief van een zandtrein,
de laatste volkstrein uit Rotterdam was daardoor
opgehouden, en die vau Amsterdam moest te Haar-
jetn, zijn aankomst aldaar afwachten.
Van de Goudkust zijn ia Engeland zeer
gunstige berichten ontvangen. De Administratie
heeft eene groote verbetering ondergaan, terwijl de
handel zich vrij voorspoedig ontwikkelt. Door den
minister van oorlog zijn de noodige maatregelen
genomeu om de eigenlijken slavernij te doen ophou
den en de aan de Goudkust heerschende huisselij-
ke slavernij te verzachten. Het plan, om Engeland
en Frankrijk door middel van een onderzeesehen
tunnel tusschen Dover en Calais te verbinden, wordt
door de Regeering in ernstige overweging genomen
weldra wacht men haar besiuit over deze belang
rijke zaak.
Uit Thuringen wordt gemeld dat aldaar
groote onveiligheid heerscht; die met den dag nog
toeneemt. Men acht dit droevige verschijnsel