n B8ITOKR8&G Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. 910, Negentiende Jaargang Ao. 1875 Bekendmakingen. Nationale Militie. Kamer welsprekendheid. Gemensrde berichten. Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager roarktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar f 3.Franco pe» post 8.60, Afzonderlijke nummers f 0.07 J ADvatvitSTië.v van een tot vijf regels f 0,75; ieder regel meerder /0,15. Groote letters naar de ruimte die ij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Naar volksheil zonder deug 1 te dingen Is aribed aan etn rots te biên. Oproeping voor de eerste zitting van den Militieraad Burgemeester en Weihouders van Schagen Gezien art. 86,87 en 88 der wet op de Nationale Militie. Gelet op enne Missive van den Heer Militie- Commissaris in het 3e district van Noord-Holland. Brengen tpr kennis van de belanghebbenden. Dat de eerste Zitting van den Militieraad zal worden gehouden te HOORN, op Dingsdag den 9 Maart eerstkomende, des morgens ten 10 ure. En dat voor dien Raad moet verschijnen: le. de Vrijwilliger voor de Militie; Ue. de Loteling die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of gemis van de gevorderde lengte 3e- Hij die voor een Loteling als Plaatsvervanger of Nummerverwisselaar verlangt op te treden, fcclt&gen den 2e Maart 1875. Burgemeester en Wethouders voornoemd G. J. MULLER. De Secretaris, DENIJS. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennis van de Inge zetenen dier Gemeente, dat het Kohier voor de belasting op het personeel dienstjaar 1874|75 No. 5. op den 24e Februarij 1875 door den Fleer Provincialen Inspecteur in de Provincie Noord- Holland is executoir verklaard, en op heden aan den lieer Ontvanger der Directe Belastingen binnen deze Gemeente ter invordering is ter hand gesteld. Ieder Ingezeten die daarbij belang heeft, wordt alzoo aangemaand otn op de volJoeiiing van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeijen, te voorkomen. Sclipgen, den 26 Februarij 1875. Het Hoofd van het Plaatselijk llestuur voornoemd, G. J. MULLER. Spraakzaamheid. In eene der boeiendste gedeelten van .Macauleij's geschiedenis van Engeland wordt de Btsschopskweslie behandeld. Zij wordt daarin op nieuw voor onze oogen gespeeld. Wie iets van de brtoovering voelen wil, die Macauleij's pen uitoefent, neeine het 3e deel der Tauchnitz editie, van zijn werk en leze de 25 laatste bladzijden van het 8e hoofdstuk. Zal meu ons gelooven wanneer wij zeggen, dat onze bijbladen der Staats courant, een honderd bladzijden druks over de laatste halve maand,- de eer gehad hebben ons Macauleij's welsprekende bladzijden in het geheugen terug te roepen Het is toch zoo. We dachten onder die lengte van redenen en die veelheid van sprekers aan de volgende zinsnede uit Macauleij's verhaal. Somers stond het laatst op. Hij sprak niet veel langer dan vijf minuten, maar ieder woord was van gewicht en toen hij weer plaats nam had hij zijn naam gevestigd als iedeuaar en kenner van het staatsrecht. Hoe gevoelden wij het gemis van zulk een spreker! O! Dat er slechts eenige toeleg zich openbaarde bij de leden der Kamersom zich dergelijke wel sprekendheid. in plaats van de banale spraakzaamheid, die wordt nagejaagd, eigen te maken. Hoe afmattend moet het aanhooren der rede voeringen zijn, welke ons opgesierd in het bijblad worden aangeboden. Hoe wordt het onderwerp ver waterd en deelt zich de middelmatigheid der be handeling mede aan de belangstelling in d< zaak. Geen spoor van deze welsprekendheid hebben wij in die honderd bladzijden kunnen ontdekken. Niemand zal aan den heer K a p p e ij u e den naam van een goed redenaar ontzeggen, maar hij is een veel te spraakztan man; hjj vreest veel te veel om in eene vergadering van 80 leden, die zaken te behandelen hebben, nuttig te zijn. Het is de volkomen vrijheid in den vorm, welke tot uitspat- tingea leidt als die van de K-eren Nierstrasz en Gratama. Somers sprak 5 minuten maar ieder woord was gewicht en dat dit ook ten onzent niet onmogelijk is hebben Groen en Thorbecke menigmaal bewezen. Die breedsprakigheid der redevoeringen heeft noodlottige gevolgen. Zij ontslaat elk, schoon geen geboren spreker, van de verplichting o:n ziclt in te spannen, wanneer hij het woord voert7an daar de zonderlingste wanverhouding tusscheu vorm en inhoud, tusschen uitgebreidheid en belaug. De goede smaak gaat verloren en zelfs een Kappeijne overtreedt dien onbeschaamd. Slaan wij even de z^ak van S t r ij p na; ieder kent de zaak van S t r ij p. Een verzoekschrift dien aangaande aan de Kamer ingediend leidt de commissie tot de doodeenvoudige conclusie om den Minister dank te zpggen voor zijne inlichtingen. Maar de heer van li o u t e u heeft een amendement op die conclusie voor te stellen. Zijne rede vult 5 ko lommen in het bijblad. Daarop spreekt de heer L e n t i n g, die het met den heer van Houten eens is, 2 kolommetjes uit. Mijnheer Kappeijne heeft 5 kolommen noodig voor zijne redevoering, waarin tal van onpasseude aardigheden als sieraad gebruikt worden. De Minister Heemskerk, wiens handelwijze door Kappeijne verdedigd is, reclameert nog 4 kolommen. Daarop wil ieder nog eens spreke i schoon de ambitie verminderd is; Mijnheer van Houten heeft nog een antwoordje vau l kolom; Mijnheer Kappeijr.e vau i ko' >m, Mijnheer de Minister van j kolom en de beraadslaging wordt gedoien. Het amendement van den Heer van Houten wordt verworpen met 52 tegen 12 stemmen. De conclussie der commissie wordt zouder hoofde lijke stemming aangenomen. Doch, indien nu eens geen woord gesproken was? Men had da uilkraming van eenige verdachte geleerdheid gemist, maar zonder eenige schade, want men vergunne ons de kleine ijJelheid er op te uijzen dal de na dit debat genomen conclusie reeds genomen wordt iu ons hoofdartikel van 24 September 1874. Dit euvel der welbespraaktheid wordt algemeen gewild. Meu zoekt naar middelen om het te keeren. Wij geven er twee in bedenking. Ieder spreker wordt slechts 15 minuten toegestaan en het bijblad heffe men op. Evenmin als in Engeland bestaat er hier behoefte aan deze dikke boekdeeleu vol onbeduidendheid. Het goede woord gaat in de massa verloren. V o lksvertegenwoordiger. Eene con- stitutioneele rechtzinnigheid bracht er den heer S m i d t tce om de heeren Nierstrasz en Fabius de les te lezen. Deze beide laatste heeren zijn gewezen zeeofficieren. In behandeling was de wet tot «eene verhooging van het pensioen der slecht bttaalde officieren van de marine. Door den heer Fahius werd voorgesteld aan de wet eene teru* werkende kracht te verleern-n. Het voorstel kon slechts elf stemmen verwerven. De billijkheid kon h:er niet tot recht komen en de voorstellers vergaten dat recht te doen de eenige roepiDg van de Kamer was. Nu kan het wel zijn dat de voorstellers hunne J vroegere betrekking tot de marine wat te veel op den voorgrond hebben gesteld. Maar dit doende konden zij toch ook wel volksvertegel» woordiger blijven. En wat zeide nu de heer Smidt? #Wij hebben hier onze stemmen uit te brengen als leden der vertegenwoordiging. Wan neer de eerste voorsteller zelf verklaart, tot het voorstel te worden geleid als oudste admiraal bij de marine en van ons offers van dankbaarheid vraagt, terwijl de tv. erde voorsteller een beroep doel op ons hart ten brhoeve van zijne vroegere wapeibroeders, dan schijnen mij dit tnoitven te zijn, die ons als leden der kamer niet mogen be wegen. Wij in-igen slechts één motief doen galdeu behartiging van 's land* belang.* D ze w vir ten, Mijnheer S in i d tzijn goed ge sproken, schoon ze ons wit onmenschelijk hard voorkomen, doch wat wij u raicn, spreek ze eet» volgend tnial uit tegenover een kamerlid dat eene dergelijke terechtwijzing meer noodig heeft en wij zullen o»er het harde uiv.-r woorden niet klagen. Wij doelen op den beer S t o r rn van 's Graven- sande. Deze. heer is inderdaad geen volksvertegen woordiger, iu mr eenvoudig vertegenwoordiger van Ie exploitatie van «Ualsspoorwegen. Wordt er eene klacht in de Kamer tot den Minister gerichtda delijk staat de heer Storm op om den onbescheiden spreker terecht te zetten. De tegenwoordigheid van den heer Storm in de Kamer moet de behandeling van spoorweg saken voor de ledeu ontzettend be- moeielijken. Terwijl zij daar over 's lands belang te spreken hebben met den Minister, valt oogenblikkelijk de ad'okaat der Maatsch ippij, gebruik makende van zijn recht als volksvertegenwoordiger, ieder aan die dit belang tegenover de exploitatie maatschappij verdedigt. Nu is de heer Storm commissaris der exploitatie maatschappij, maar indien het hem on mogelijk valt die betrekking te scheiden van zijn lidmaatschap der Kamer, zal de heer Smidt een goeden dienst aan het land bewijzen, zoo hij deh heer Storm tot plicht weet te brengen. In het circus te Parijs is een elfjarig knaapje, dat met andere knaapjes onder kouimando en me dewerking van een kunstenmaker, de vliegende mannen voorstelde, buiten het gespauneu net ge vallen, nadat hij tweemaal in het net was terecht gekomen, iu plaats vau in de armea der kunstenma kers. Hoewel de knaap zich ciet ernstig had bezeerd, eischte tweeduizend stemmen de staking, zoo mogelijk voor goed, vau deze oitineuschelijke kun-tenarijen Wel zeker! En ze kwamen er toch naar kijken en gaven zelfs nog geld toe! Een vrouw van 70 jaar die te Amsterdam in een kelder woont, heeft eene erfenis van eenige millioenen gekregen. Naar men verneemt, bestaat het voornemen om de mil ciens van de lichting van 187 5 een maand vroeger dau gewoou'ijk onder de wapenen te roepen. Op vele bals te Parijs wordt aan de ge- noodigde dames bij het binnenkomen de keus ge laten uit eeu pakje dolken, slechts aan de da mes. De heeren ontvangen een soort van de insigne, waarop het wapen van eene Fransche stad prijkt en dat zij op hun borst bevestigen Zoodva nu de muziek begint, trekken de dames den dolk uit de scbeede, die dan een allerliefste waaijer blijkt te zijn; eveneens voorzien van het wapen van een stad. De heeren en dames, die toevallig hetzelfde wapen hebben, dansen den eersten dans met elkaar on zitten ook naast elkaar aan het souper. In Chicago kan men zich nu laten scheeren door dames, onder begeleiding van muziek. Drie lieve meisjes hebben daar een scheerwinkel opgezet. De een zeept in, de tweede scheert en de derde zit op een verhevenheid en speelt op de h>rp. In het laatste jaar zijn te Weenen nog meer paarden geslacht dan in 187-3. Het verbruik is in dat jaar met ongeveer 1800 paarden toegenomen. Uit het noorden des lands meldt men ons» dat tegenwoordig aldaar Parijsehe handelaren op de botermarkten rondreizen, om zoogenaamde Fran sche boter (een mengsel, naar men verzekert, van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1875 | | pagina 1