De Gemzenjager. EARKTBERI6TEN. Burgerlijke Stand der gemeente Schagen Burl. Sta-id der gemeente Haringcarspel den. Een met zorg vervar.digde catalogus TTol lmndsch en Engelsch vergezelt de zending. In Westfalen is op rieuwjaarsdag een kind ge doopt, in tegenwoordigheid van vader, grootvader, overgrootvader en bet-overgrootvader; de laatste is geboren in 1780. Toor eenige dagen zette de kastelein C. een koperen fiesch met water gevuld in de oven van zijn kagehel om het water warm te maken. Na eenigen tijd ontplofte de flesch plotseling met zoo veel kracht, dat de kagehel naar alle kanten van de kamer uit elkander vloog. Een bejaard man, die bij de kagehel stond, werd weggeslingerd, maar kwa m er gelukkig met eenige verwonding» .1 af. De oorzaak tot de ontploffing is daarin te zoeken, dat de flesch stevig was digtgemaakt, zoodat de zich ontwikkelenden stoom geen uitweg had. Uit alle oorden des linds kan men berichten lezen omtrent goedgeslaagde hardrijderijen op schaat sen, uit alle oorden des lands kan men ook van tijdingen kennis nrmen betreffende zeer droe vige ongelukken, ten gevolge van 't ijs berokkend, die voor een groot deel uit onvoorzichtigheid, bij den plotseling ingevallen dooi, voortkwamen. Te Zaandam is Donderdag morgen omstreeks 5 ure de pelmolen «het Vergulde Kalf,» toebehoo rende aan de Wed. Ateu te Wormerveer en staan de aan het Kalf te Zaandam, geheel afgebrand, niettegenstaande de brandweer outniddelijk was aangerukt, De voormalige uitgever en drukker van bet weekblad Kennemerland is door de rechtbank te Haarlem tot f 25 boete cn in de kosten veroordeeld, wegens het drukken en verspreiden van een smade lijke en beleedigende mededeeling. Het bedoelde bericht betrof een candidaat voor de geinrenternads verkiezing te Assendelft in het vorige jaar; het was door een jongen aangenomen en in het week blad geplaatst, want de uitgever hield zich, tijdens het aangenomen werd, uiet bloeuikwerken bezig. De justitie te Sneek moet een onderzoek ingesteld hebben naar een zaak, welke daar terecht Veel gerucht gemaakt. Een heer eu vooral diens vierde vrouw zouden een voorkind, dat f 40,000 bezit en teer van gestel is, onophoudelijk tnishan deld hebben. De vader eou na den dood van het kind eenig erfgenaam zijn. Het kind is thans naar den toezienden voogd gezonden. Omtrent het spoorwegongeluk te Grouw meldt men ons nader van 21 dezer: «Hedenmorgen is de trein, die ten 7.80 van Leeuwaiden vertrekt, alhier ongeveer een paar meter voor de groote spoorbru. gederailleerd. De locomotief helt sterk links over, doordien een* der voorste wielen, buiteu de rails diep in het zand is geraakt. De passage is op dat punt geheel gestremd, de reizigers moeten nu telkens een klein gedeelte van den spoorweg te voet passeeren, om van den eenen trein io den anderen te kunnen overstappen. Voor zoo verre bekend, heeft geen der passagiers letsel bekomen. Men herinnert zich de drie slangen, welke te Marseille uit de lading van zeker schip te voorschijn gekomen, in een pakhuis schuil gingen; men poogde door middel van vergiftige duiven de monsters te dooden. Aan dit lokaas ontsnapte Vervolg van No. 956. Aldus bekent gij het, hernam hij met bevende lippen, en echter weet gij, dat ik ook Neli voor mijne vrouw gekozen heb zeg, weet gij dit niet Neen, zeide de jonge beeldhouwer, die deze verklaring verwachtte; maar daar Neli vrij is, geldt onze wil niets; zij alleen zal kiezen. En gij weet wel, dat zij dit reeds gedaan heeft, niet waar? voegde de jager er met fonkelde oogen bijgij hebt van uwe voordcelen gebruik gemaakt, om haar hart naar uwe zijde te doen keeren; ik heb nimmer iets weten te doen dan te lijden en te zwijgen, terwijl gij haar wist te spreken. Ik bragt niets te huis dan het zwarte brood van iederen dag, terwijl gij kunstig beeldhouwerrwerk medebragt. Ik heb gisteren genoeg gezien. Maar gij hebt toch niet kunnen denken, dat ik mij mijn geluk zou laten ontrooven zonder mij te wreken. Vat bedoelt gij viel Ulrich hem bevende in de rede. Hans vatte zijn arm. Luister, vervolgde hij, ik heb u willen spre. ken op eene plaats, waar niemand ons konde sto ren versta wel wat ik n ga zeggen. Neli moet de mijne zijnhet moet, wat er ook gebeure) verstaat gij En zoo iemand mij baar durfde ont nemen, zou ik hem, zoo waar als ik zoon tnijrer moeder ben, dooden, al ware hij ook mijn vriend, ja zelfs mijn broeder! Het is reeds zes jaren, dat ik Neli bemin, dat ik dat denkbeeld met mij naar den berg neem, om mij steeds te vergezellen, dat ik in gedachte met haar spreek, en dat ik er mijne rust, mijne uitspanning van gemaakt heb. Geloof er eene, welke drie dagen lang aan lekkernijen weerstand bood, doch eindelijk, gelijk thaus gemeld wordt, voor verleiding van vergiftige warme melk bezweek. Door den plotselinge dood van Mejufvrouw Du pré te Utrecht zijn sommige bewoners van huizen, die deze van de overledene op lijfrente hadden, bijzonder gelukkig geweest. 0. a. twee hunner, waarvan de een, een perceel ter waarde van p.m. f 8000, roet f52 betaald heeft en de andere een bnis, dat op f 12000 geschat wordt, met een jaarlijksche rente van f 24 per week betaalde. In Je vorige week stond voor de Recht bank te AMSTERDAM een man terecht, die door een zonderlinge kwaal meende aangetast te zijn. De zaak wat deze; Den 29en Decem'rer werd in 't Café Francais, van den heer Adrian, in de Kalverstraat te Amsterdam, een jas vermist, iets wat zelden of nooit voorkwam, en groote sensatie verwekte. Te vergeefs werden alle hoeken en ga ten doorzocht. De jas werd niet gevonden. Terwijl men den volgenden dag nog in zak enassche zat, en met verdubbelde werkzaamheid alle onbekenden gadesloeg, werd, schier terzelver tijd, geroepen om een jas en een parapluie, die vermist werden, ook thans zocht men vruchteloos. Jas en parapluie waren en bleven verdwenen. Doch thans had men tevens argwaan opgevat, een atgaaan die volkomen gerechtvaardigd bleek, en weldra tot de ontdekking leidde. Sinds eenige dagen toch had een vreemdeling die. er volstrekt uiet chique of deftig uitzag, het koffijhuis bezocht. In weerwil daarvan, zou hij, te midden der menigte, op het drukke beursuur, wellicht de aandacht niet getrokken hebben; had hij niet de beide laatste dagen wonderlijk ge noegvergeten zijn gelag te betalen. Dit was ren aanwijzing: een draad in den doolhof, die men behendig volgde, en waarmee men den verdachte spoedig op het spoor kwam. Het lang verblijf in de gevange nis had zijn veerkracht gshroken. Wie weet, of hij niet heimelijk verlangde, er terug te keeren! „Ik geloof, sprak de beklaagde,* dat het een ziekte is, waaraan ik lijd. Ik kan geen jas zien, of ik moet er de hand naar uitsteken. Een parapluie. of iets dergelijks moge ik daarbij nemen, mijn verlangen drijft mij steeds naar jassen!* «Een zonderlinge ziekte», inerkte de rechter, mr. Suringar op: die bijna 80 jaren lang duurt!" »En te opmerkelijk", voegde de officier van justitie er bij, „omdat zij zich meeat in groote sleden, den Haag en Amsterdam openbaart, waar natuurlijk minder gevaar voor ontdekking bestast «Ben ik dan niet te Delft geboren en werd ik niet tevens te Nijmegen veroordeeld Aan de groote steden ligt het niet evenmin als aan bere kening van mijne zijde. Ik geloof wel degelijk, dat ik een ziekte onder de leden heb. Toen ik knecht was op Meerenberg, heb ik er velen opgepast, die aan detgelijke kwalen leden. Is het onmogelijk dit het mij gaat als hen? Ik heb er lang en ernstig over nagedacht, en ik ben tot de slotsom gekomen dat ik niet de minste schuld heb aan de daden Het O. M. wil vaD een dergelijke „jassenziek- te" niets weten. Het kwalificeeit den diefstal als gepleegd in een herberg, waar de beklaagde zijn intrek had, na vroegere veroordeeling tot een mij, verwoest mijne hoop niet, of, bij God, er zal een ongeluk gebeureo. Wat gij daar zegt, komt niet uit u zeiven, neef, hervatte Ulrich een weinig ontroerd, het is de satan, die u beproeft en in uwe plaats spreekt. Laat God voor alles zorgen wie weet of Hij binnen kort niet zal doen wat gij verlangt Gij kent de voorwaarde om Freneli te verkrijgen: wanneer wij ieder van onze zijde beproeven haar te vervullen, zou dan daarbij het lot niet een onzer kunnen treffen, dat voor allen Hausers bewaard is gebleveu. en den ander de plaats vrij laten Har.s rigtte op Ulrich zijne als kolen fonkelende oogen, en zeide En dien anderen hoopt gij te zijn, niet waar Uliich schudde het hoofd. Gij weet wel, dat ik altijd ongelukkig ben, her vatte hij een weinig bitter, en ik alleen zoude het regt hebben om mij te beklagen, zoo ik niet op Hem hoopte, die boven ous is. Maar wanneer zal het tusschen ons beslist zijn riep Hans driftig. Misschien op het oogenblik, hernam de beeld houwer, die sedert eenigen tijd afgetrokken scheen door bet vergrootende gedruisch en door de duis ternis, die den berg begon te omringen tot op dit oogenblik heeft de toorn u blind en doof gemaakt maar luister nn en zie eens voor u uit. De jongeling wees met zijne hand naar het zni- den de jager wierp er een blik heen en beefde. Hij zag hoe langs de verhevendste punten groote vaalroode wolken als door ten hevigeu wind voort gestuwd werden; de scherpe- lucht der ijsvelden werd eenigzints zachter, en een van tijd tot tijd crimineele straf, en requireert tegen hem een ge vangenisstraf van 6 jaren en 8 maanden. De rechtbank, veroordeelde den beklaagde tot de geëischte straf. Schagen 20 Jan. Aangevoerd 5 Paarden f 40 a 80 Veulens f a Ossen f a Slie ren f a 8 Geldekoeijen f 70 a 90 Kalf. koeijen f a Vaarsen f a Hokke- lingen a 15 Nuchtere Kalveren f 6 a 16 Schapen f a vette dito f a Lammeren f a 480 Overhouders f 16 a 27 Bokken en Geiteu f a 7 Varkens f 12 a 18 3 Biggen f 7 a 12 10 Konijnen t 0,10 a 060, 20 Kippen f 0,50 a 1,75 125 Eenden f 0,75 a 1,50 Duiven f a Gans-Eijeren f a Zwanen f a Boter f 1,46 a 1,60 Kaas f 0,40 a 0.50 per kilo. Kip-eijeren f 4 a 5 Eend-Eijeren f a per 100 stuks. Purmerende, 25 -Tauuarij Boter, 145 a 155, Paarden, vette Kalveren f 80 a 100 ct. per N. P., 62 Nuchtere Kalveren f 10 a 26 per stuk 28 vette Varkeus 58 a 70 ets. per N. magere Varkens f 12 a 18, 120 Biggen f 6 a 9. 453 Schapen en Lammeren, Kippeneijeren f 6 a Eeudeijeren f a Ingeschreven van 18 tot en met 24 Januarij 1876. GEBOREN 21 Janij. Johannes, zoon van Jan Heddes en Stephania Lokat. ONDERTROUWD 21 Janij. Pieter Gaardhuis j. m. van beroep arbeider oud 24 jaren te Eg- mond binnen en Maartje Dekker j. d. zonder beroep oud 21 jaren te Schagen. GEHUWD Geene. OVERLEDEN 17 Janij. Pietertje Snijders oud bijna 5 maanden dochter van Pieter Snijders en en Marijtje Hausman. 28 dito. Aaltje Krom hout oud 1 jaar eu 9 maanden, dochter van Pieter Kromhout en Grietje Portegijs. 22 dito. Jan Harbrink Nutnan oud 1 maand zoon van Karei Eli Numan en Klaziua Hoekstra. Ingeschreven van 8 24 Januarij 1876. GEBOREN: 4 Jau. Grietje dochter van Dirk Groot en Neeltje Portusrijs. 4 dito Siuion zoon van Simon Stam en Aafje Bakker. 12 dito IJsbrand zoon van Pieter Kuiper en Klavrtje K'eijn. 19 dito eu Grietje dochter van Klaas Leijeu en Maartje Schoen. ONDERTROUWD: 6 Jan. Klaas Kuiper en Maartje Zijdewind. 14 dito Willem Booij en Grietje Rutsen. 14 dito Cornelis Bruin en Agatha Maria Beneden. 21 dito Jan Mulder en Elisabeth Smit. GEHUWD: Gerrit Ott jra. oud 29 jaren te Haringcarspel en Grietje Slipriaan jd. oud 27 jaren wonende te Zijpe. 13 diio Gerrit Mak jm. oud 27 jaren wonende te Heerhugowaard en Jantje Bruin jd. oud 19 wonende te Haringcarspel. 21 dito Klaas Kuiper jm. oud 20 jaren wonende te Winkel en Maartje Zijdewind jd. oud 22 jaren afgebroken gebrom liet zich van uit de sneeuw hooreu. Na deze verschijnseleu haastig waargenomen te hebben, verscheen er een trek van woeste vreugde op het gelaat van den gemzenjager. Gij hebt, bij mijne ziel I als een profeet gesproken, zeide hij, zich tot zijn neef wendende, en uwe voorzegging zal misschien spoedig vervuld worden. Ik geloof, inderdaad, dat er een onweder op hauden is, merkte Ulrich op. Het is de f o e h 11, hernam Hans, de oogen altijd naar den horizon gewend houdende gevoelt gij dezen heeten wind niet Ziet gij die wolken daar Diet opkomen Ulrich herinnerde zich terstond de woorden, die oom Job bij hun vertrek gesproken had. Zooals al de bergbewoners, kende hij dit brandende graf, dat, van uit de woestijnen van Afrika, zich op de Alpen werpt, alles op zijn togt doodende en ver slaande onder zoo vele gevaarlijke natuurverschijn selen, waartegen de vindingrijkheid en de moed der menschen onvermogend blijveo, kan er geen ver geleken worden bij dat, welks naam wij zoo even genoemd hebben. Zelfs in de diepte der dalen bragt men het vee Daar de stallen, bij de enkele aan- kocdiging van den foehn, de vuren werden uit gedoofd, en niemand durfde zich buiten de deur wageD. Ook vraagde de joDge beeldhouwer aau zijn medgezel of hij er wel zeker van was, dat het de foehn was. Zoo zeker als ik weet dat ik eenmaal sterven moet, hernam de jager, die de hand had opgeligt, om den wind te kunnen voelenbinnen eenige oogen blikken zal zij hier zijngij hebt gewild dat God zoude beslissen, God heeft u verhoord; het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1876 | | pagina 2