Gemengde berichten.
De Gemzenjager.
want zoozeer is hij schepper, dat zijne scheppingen
een ziel hebben, wier geheimen reen eerst langza
merhand verstaat.
Een tweede eisch is deze; datger.e hetwelk de
eenheid van het stuk uitmaakt moet schoon
zijn. Bet moet ons treffen door de organen van
ons schoonheidsgevoel. Het moet nieuw zijn,
verrassen d, stellig, nat u ur lijk, waar,
m e n s c h e 1 ij k. Deze omschrijving van het seboo-
ne staan nog veel woorden ten dienste, maar wan
neer een pennevrocht, uitgegeven als dichtstuk,
niet zoodanige bekoorlijke, aan een der hoogste
behoeften van de menschelijke natuur vo,doende
of te gemoedkomende hoedanigheid bezit, noem
het vrij, geen dichtstuk. Boe beperkend deze be
paling voor de dichtkunst ook schijnezij maakt
inderdaad haar veld nagenoeg onbeperkt. M ant al
die woorden ni e u w, v er r a ss en d, enz. AiJ"
niet eigen aan de dingen, dan voor zoo ver de
dichter hen er mede begaaft.
Hij staat hierin gelijk met de andere kunstenaars.
Wat is een toon, wat is een kleur voor het oog
of het oor Juist dat, wat de kunstenaar wil, of
liever wat hij er wede vermag.
Doch ds dichter ofschoon aan dezelfde
wet onderworpen of liever gelijk gerechtigd met de
priesteis der andere kunsten, heeft oneindig meer
gelegenheid dan zij om de dingen te bezielen met
zijn "eest. Want woorden zijn toch juist de dragers
der gedachten en waar is een rijkdom van kleuren,
of een stoutheid van toonen, die onbereikbaar zou
ziin voor den machthebbende over het woord Het
is dus uiet het oorspronkelijk schilderachtige of de
absolute waarde der woorden, die het dichterlijke
er van bepaalt, de dichter zelf maakt er edelsteenen
van. Alles wordt goud onder zijne handen en waar
dit niet het geval is of ook wanneer dit maar ver
guldsel blijkt, blijft hij beneden zijne roeping. Ik
gebruikte het woord woorden maar ik wil daar
onder verstaan hebben g e d a c h t e n, VN ant met
die woorden, maar de gedachten spreken voorna
melijk tot ons en het geldt van boar, dat hij wie
dichter is goud kan maken uit wat voor ons gewone
menschen, lood of koper is. Hierom juist ligt de
volkomenheid zoo ver boven het gewone. De kunst
des dichters is zoo rijk, dat hij in hare voortbreng
sels al ligt tamelijk voldoet. Wie zijn Ual eenigzins
meester is, kan er gemakkelijk in slagen om dich
terlijk te schrijven, maar staat de knoeier 111 dit
vak boven den knoeier, die het penseel hanteert
of den strijkstok, de maestro's zijn door eene kroon
onderscheiden van hunne kunstbroeders, daar de
taal veel meer dan de bouwstoffen der andere schoone
kunsten het schoone vermag te naderen.
Wordt vervolgd.
>t "Was al meer dan tijd, de diligence welkt
gereed stond te vertrekken was al vol studenten,
die naar hunne colleges te Oxford terugkeerden.
„Is is nog één plaatsje van binnen vroeg op
«t laatste oogenblik een meisje, zoo allerliefst als
men 't op een mooijen zomerschen dag maar zou
kunnen wenscben.
„Dat 's iets moois!' riep er een.
',',Een lieve deern!' zeide een ander.
"Alleraardigst!» zuchtte een derde.
Net vol dame,* antwoordde de conducteur.
"Maar misschien nog wel plaats voor eentje,*
vleide de lieftallige vraagster.
„Onmogelijk dame, tenzij de heeren willen op-
Tervolg en Slot.
Eenige uren daarna bragt men het ontzielde en
misvormde ligchaam van Hans in de hut van Euae
Moeder Trina, die reeds door oom Job gewaarschuwd
was, ontving het stoffelijk overschot van den moe.
diccn jager aan de deur der hut. Zij zag den doode
eenigen tijd met door een wilde smart verwrongen
trekken aan.
Nog een! mompelde zij eindelijk op een
droogen toon maar het moet zoo zijn hij
had, even als de vader van Nel., de dwaalgems
„ezien het was eene waarschuwing 1 Met den
berggeest is het niet ligt te spotten op d.t uur
zal de laatste Hauser onder de aarde slapen
En, zonder er een woord meer bij te voegen,
ein" zij, met het hoofd in de beide handen, op een
steen zitten. Freneli en Uirich wilden haar naderen;
maar zij gaf een teeken, om haar alleen te .a en.
Het was niet dan op het oogenblik dat men de toe
bereidselen voor de begrafeuis begon te maken, dat
zij langzaam opstond, de hut weder binnentrad en
zichzelve met de kisting van Hans belastte. Insge
lijks waakte niemand dan zij, tot cp den dag er
ter aarde bestelling, bij het lijk. De bewoners van
het dal, van het voorgevallen ongeluk onderligt,
waren in menigte toegesneld, om aan de overb.ijfselen
van den gemzenjager de laatste eer te
Deze werden op eene vin takken vervaardigde
draagbaar geplaatst terwijl zijn h°°f(* ®p den gem-
zenkeizer, die hem het leven gekost had, rustte.
Achter de taai liepen de grootmoeder, met een
schikken.»
„Nu als de heeren er niet tegen lebben, ik ook
niet,» zeide de conducteur, een zoo goedhartig man
als er maar een op twee becnen liep.
„INjj vinden het allen zeer goed,* riep men
van binnen.
„Best dan zeide de conducteur. De vracht
werd betaald, de conducteur opende het portier en
liet de trede neder. „Kom dame, asjeblieftwe zijn
al over den tijd,* zeide hij.
„Kom, grootvader, stap maar in,* sprak de
jonge dame tol een eerwaardigen grijsaard, „de vracht
is betaald u kunt instappen en moogt de heeren
wel bedanken.*
Terwijl zij dit met een ondeugend lachje zeide,
hielp zij haar grootvader in de diligence.
„Maar dat is eene vergissing; gij zult ons dood
drukken,* klonk het op vrij wat veranderden toon
vau binnen.
„Al klaar! Vooruit maar!» riep de conducteur
op 't zelfde oogenblik, en voort reed de diligence
met haar pleizirig gezelschap naar Oxford.
Een zeer groote wolf, die zich buiten het
bosch vau Cabrerie in de Dordognc had gewaagd,
heeft de dieren aangegrepen, die hij tegenkwam.
De inwoners van 't dorp les Marsales maakten
dadelijk jacht op hemt Een boer trof hem met
een geweerschot, maar het dier, woedend door
ziju wond geworden, wierp zich op alle lieden,
die hij op zijn weg vond. Te Fontaneau heeft hij
een grijsaard verschrikkelijke beeten toegebracht
en nog drie andere personen ondervonden de kracht
van zijn tanden. Eindelijk werd hij doodgeschoten;
doch men gelooft, dat twee der door hem gebeten
personen sterven zullen.
Uit een provinciestad wordt een vergiftigings
geschiedenis met een vrolijk einde medegedeeld.
De vrouw van een eerzaam burger kwam in de
apotheek en begeerde arsenicum, zoo zij voorgaf
om de vele ratten onschadelijk te maken, waar
haar woning van memrldc. De apotheker, die dc
vrouw als «een booze heks# kende, dacht dat cr
onraad was cn zeide haar, dat zij over eenige uren
het vergif kon halen. Maar de apotheker stuurde
terstond naar haar man en deelde hem 't verlangen
van zijn wederhelft mede. De man verklaarde, dat
zich geen enkele ral in zijn huis bevond en dat
zijn bedgenoot het gift wel koopen zou om iemand
anders als ratten van het leven naar den dood te
bevorderen. De apotheker stelde den doodelijk ver
schrikten man gerost en zeide hem, dat hij getroost
alles mogt eten, wat zijn goede vrouw hem zou
voorzetten, maar om daarbij tevens aan een genezing
voor goed te denken. De apotheker stootte in een
mortier dadelijk een stuk suiker tot fijn poeder.
Kenigen tijd later verschijnt de vrouw van den
burger om haar «vergif* te halen en krijgt het
zonder bedenken. Den volgenden dag is zij
bijzonder lief jegens haar man, ja zij maakt hem
■zelfs zijn lievelingskostje pannekoeken klaar
en bestrooit ze dik met suikeruit de apotheek.
De man is hoogst verblijd en laat zich de panne
koeken voortreffelijk smaken. Plotseling vergaat hem
alle lust, bij ziet spijtig op zijn eten neer, laat
een versch aangebeten pannckoek op den grond
vallen en tast naar zijn buik. Vreeselijke kramp
pijnen overvallen hem, hij huilt van pijn, zijn ge"
voelige vrouw jammert ontzettend en binnen weinige
minuten is hij een lijk, Nauwelijks heeft hij
den laatsten adem uitgeblazen, of de arme weduwe
wordt weêr vrolijk en maakt zich druk. Zij haalt
barech gelast, Uirich en oom Job, beiden zigtbaar
aangedaan, en Freneli, die hare traneu niet kon
weerhouden.
Op het oogenblik, dat de lijkstaatsie het voetpad
verliet, dat naar de hut geleidde, verscheen de zon
boven de bergtoppen, waarboven zij zich in vier maan
den niet vertoond bad, en wierp een harer gouden
stralen in de vallei van Euge. De gansche menigte
maakte dezelde bewegingaller handen wezen op
het blijde lichtmoeder Trina zelve ontroerde, maar
zij wierp onwillekeurig een blik op den doode, cn
hare uitgedroogde oogen werden Tochtig.
Het verlies vau Hans was voor haar een slag,
dien zij niet weder te boveu kwam. lederen dag
werd zij zwakker, totdat haar laatste uur na eenize
maanden aanbrak. Zij stierf de oogen gewend
houdende op de eikenhouten kast, waarin de kop
van de door Hans gedoode gems bij de andere
gevoegd was.
Voortaan alleen en meesteres van haar lot, werd
Freneli de vrouw van Uirich, met wien zij naar M«-
rengen vertrok, waar oom Job zich weldra bij hen
voegde.
Al wie de valleijen van den Hasli, of de hoogten
van den Brsnig en den Scheideck, of de spitsen
van den Grimse! doorloopt, kan er bijna zeker
van zijn, op de afgelegendste paden den ouden kris
talzoeker te ontmoeten, alwaar hij, altijd nog
vrolijk en welgemoed, zijne gezaDgen, die door niets
dan door het geraas der water— en sneeuwralleo
geaccompagneerd worden, naar den Hemel opzendt.
Einde.
een touw, doet het den overledene m3n om den
hals en tracht hem aan den eersten spijker den
beste op te hangen, alleen met het doel, om bet
den schijn te geven, alsof haar man zicb-zelve,
had opgehangen. Zij had het touw om zijn hals
evenwel nog niet omgedraaid, of de «gestorvene
echtgenoot ontwaakt; hij rnkt de strop van den
hals, pakt zijn doodelijk ontstelde vrouw bij de
kraag en ranselt haar met het touw bijna tot
mosterd, zoodat zij thans nog ziek te bed ligt.
Volgens de Gron. Ct. is bij toeval ontdekt,
dat aan het nieuwgebouwde postkantoor, te Kampen
geen brievenbus was gemaakt. In 't bestek moet
daar van zelfs geen melding gemaakt zijn 1
Figaro heeft een eigenaardig plan gevormd.
Het blad zal het publiek eens van a tot z laten
zien hoe de wourant in de wereld komt. Daartoe
zal in het paleis de ITiidus'rie een tijdelijk bureau
opgericht worden, waar alles te zien zal zijn van
het oogenblik dat het blad «de hersenen der re
dacteuren verlaat#, totdat daarop de courant kant
en klaar is. Van die tentoonstelling zal door muziek
tombola's en andere dingen een heel feest gemaakt
woxden, waarvan de opbrengst ten voordeele der
armeu zal strekken.
Parijs telt, zegt men, 2250 somnambnlen,
van welke een dertigtal meer dan 60.000 frs
jaarlijks verdienen. Onder de laatsten bevindt zich
een Russische prinses B., die, nadat zij haar ver
mogen verloren of verkwist had, dit beroep heeft
gekozen en een aristocratische clientèle wist Ie
verwerven. Het schijnt echter dat de politie maat
regelen neemt om het gild zijn handwerk te
ontnemen.
Volgens Schotsche couranten zal weldra het
merkwaardigste van alle registers van den burger
lijke stand, nl. het trouwregister van den smid van
Gretna-Green, verkocht worden. Dat merkwaardige
boek zal zeker meer dan één liefhebber vinden en
duur verkocht worden. Dit geheele volumineuse boek
bevat nauwelijks een bladzijde, waarop niet stof
voor een roman, en dat wel eeu uit de volste waar
heid des levens te vinden is.
Prof. Alfred Newton komt in de «Times»
op tegen de schandelijke mode, die de dames ve
deren en opgezette vogeltjes op hoeden, bontwerk
en chignons doet dragen. Op een veiling te Londen
werden onlangs de veeren van 10000 indicche rei
gers, benevens 15000 stuks kolibri's aan denman
nuhracht. Waar moet dat heen vraagt Prof. Newton?
Moet de natuur roekeloos beroofd worden van haar
liefste sieraden, moet zooveel levensvreugde ea
schoonheid ophouden te bestaan, enkel opdat onze
vrouwen en dochters door op haar, hoeden cn in
het haar willen drageu wat bestemd is om te flad
deren of te zingen in 't groen?
Men meent vrij algemeen, maar ten onrechte
dat de heerlijke, vurige Tokayer uitsluitend wast
op het plaatsje Tokai, waarvan de wijn zijn naam
ontleent: ook de omtrek levert dien wijn op. De
eigentlijke Tokayer-berg is wel tot eene hoogte
van 250 voet met den wijnstok bebouwd, doch de
eerste, de beste soort wordt slechts geteeld op
den kleinen heuvel Mezes-Male, welke voor een
deel nog aan Tarczal behoort, De eigenlijke naam
voor de bergen, waar deze edele wijn groeit een
groep van Trachyt en pophyr is Hegyallya. De
bergen behooren voor bet grootste deel tot het
kroondomein. Overigens zijn de voornaamste eige
naren het Vorstenhuis Bretzenheim ea de heeren
von Szumay. Het overige is in kleine perceelen
verdeeld.
De oogst van Tokayer bedraagt in goede jaren
niet mii.der dan 3,200,000 anker. De vader van
den wijnbouw in die streek is Koning Bela IV van
Hongerije, hij lint Italiaansche kolonisten naar Tokai
komen. Reeds in bet jaar 1531 leverde de tiende
van het bisdom Elau 10,000 ducaten op
Tegenwoordig ziju er elf voortreffelijke druiven-
soorten, de Forminldruif is daarvan de beste en
edelste. De Tokayer wijn is vooral daarom zoo goed,
omdat hij zoo uiterst zorgvuldig gekweekt wordt
voornamelijk komt daarbij in aanmerking bet late
tijdstip waarop hij gewonnen wordt, want gewoon,
lijk begint men daarmede eerst den 28en Oatober,
vaak nog later.
De wijnbouw geschiedt voornamenlijk door vreem
de arbeiders, want dn bevolking van Tokai zon
daartoe niet voldoende zijn. Tegen het einde van Maart
treden geheele. scharen uit het Noorden van Hon.
garije, zelfs uit Gallicië, naar de Hegyallya, ver
zorgen den wijnstok, gaan dan naar huis en keeren
tegen den oogsttijd weer terug. Die tijd is het
nationale feest in Hongarije. Uit alle oorden komen
gasten. De adel vereenigt zich hoofdzakelijk niet
te Tokai zelf, maar in het vlek Mada of Maad in
den omtrek. Daar is ook de beurs voor den handel
in Tokayer wijn. Men geeft er in den oogsttijd bals,
welke vaak 700 tot 800 gasten tellen.
Men kan visch in levenden staat verzenden,
als men hem den bek vol stopt met een stuk in
brandewijn gedoopt brood zonder korst en er dan
nog wat brandewijn opschenkt. Men wikkele het