Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
30 MART.
Ao. 1876.
20c Jaargang.
No. 966
IJckcndmakingcn.
bevolking.
Jagt en Vischerij.
Tweede zitting van den Militieraad.
IJ li- en II K R IJ k
Vader Cats.
SCnAI' ER l OU R A A T.
Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt
me» een bijvoegsel bevattende het jongste Schager
marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen. Brieven franco aan den uitgeefster
Abonnementen op dit blad worden door
Paus per jaar 8.Franco per post 8.60,
Afzonderlijke nummers f 0.07J
ADVERTKSTiëx van een tot vijf regels 0,75; iedere
regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen.
Is arbeid aan een rots te biên.
-
Nl'.LLTJE GROEN,
wordt in haar belang aangemaand zich zoo spoedig
mogelijk te vervoegen ter Secretarie van Schagen.
De Burgemeester der gemeente Sclntgen brengt
(er kennis van de ingezetenen, dal de aanvragen
ter bekoming van Jagt en Vischsicten en van kos-
telooze vergunningen tot uitoefening der vissclierij,
voor het saisoen 1876[77 ter Sectetarie dezer gr.
mecnte voor de belanghebbenden ter invulling ver
krijgbaar zijn, dagelijks zon- en feestdagen uitge
zonderd, des morgens van 9 tot 12 uur.
Schagen IA Maart 1876.
De Burgemeester voornoemd.
G. J. MULLER.
Burgemeester en Wethouders van Schagen bren
gen ter kennis van de lotelingen dier gemeente,
bchooie'nde tot de ligting van het jaar 1S76, die
door den militieraad voor de dienst der militie zijn
aangewezen of omtrent welke nog geene uitspraak
is gedaan, dat die raad op Maandag den 10 April
e. k., des namiddags 12$ uur, in het Raadhuis te
Alkmaar eeue tweede zitting zal houdenom
uitspraak te doen omtrent alle in de eerste
zitting niet afgedane zaken, alsmede omtrent hen,
die als plaatsvervanger of nommerverwi«selaar ver
langen op te treden, en dat, bijaldien omtrent hunne
redenen van vrijstelling nog geene uitspraak is
gedaan of zij zich in de dienst der militie wenselien
te doen vervangen, zij op den geinehien lijd voor
den militieraad moeten verschijnen, vergezeld van
de plaatsvervangens of im.ninerverwisaelaars en voor
zieu van dp navolggende stukken
lo. wat den plaatsvervanger betreft
a. van een getuigscbrif', dat hij is ingezeten, ot-
gehuwd of kinderloos weduwnaar ril een goed
gedrag heeft grieid. (Dit getuigschrift wordt af
gegeven door den Burgemeester.)
b. van het bewijs, dat hij zijne pligten ten aanzien
van de militie heeft volbragt, of dat hij er geene
te volbrengen had.
c. indien hij heeft gediend, van een bewijs van
ontslag eu een getuigschrift van goed gedrag,
afgegeven door den kommandaut eau het corps
waarbij hij laatstelijk heeft gediend (Dit getuig
schrift kan bij dien kummandanl worden aange
vraagd.)
d. zoo hij minderjarig is, van een bewijs van toe
stemming van. zijn vader of voogd, om als plaats
vervanger op te treden.
2o. wat den nominerverwisselaar betieft
a. van een bewijs, afgegeven door den Burgemeester
der gemeente, waar hij voor de militie is inge
schreven en o. a. inhoudende, dat hij tot dusverre
tot geene dienst hij dc militie is verpligt geweest;
b. van de hierboven onder lelt. c en d, vermelde
stukken
c. zoo hij voor de militie is ingeschreven, binnen
eeue gemeente van'eeu ander militie—distr-ct, dan
waartoe de loteling behoort, wiens dienst hij
verlangt waar te nemen, van een door den voor.
zitter van den militieraad van dat district afge
geven uittreksel uit het lolingsregister, waarop
hij voorkomt, bevattende de daarin te zijnen aan
zien vermelde opgaven.
Nadat de persoon, die als plaatsvervanger of
nommerverwisselaar zal optreden, als zoodanig is
toegelaten zal doOr of wege den loteling, die zich
doet vervangen, aan den militieraad moeten worden
overgelegd een afschrift van de notariële akte van
overeenkomst tusschen dien loteling eu dengene die
hem in de dienst zal vervangen.
Tot afgifte van de stukken, hierboven onder la
2a bedoeld, zal op Maandag, den 3 April e. k.,
des voormiddags van 9 tot 12 uur, in een der
localen van het gemeentehuis uiliing worden ge
houden. Die als plaatsvervanger verlangt op te
treden, zal alsdan vergezeld Snoeten zijn van twee
bij den Burgemeester bekend! en ter goeder naam
en faam staande meerderjarige ingezetenen, die de
vereischte verklaring omtrent het gedrag enz. van
den plaatsvervanger kunnen afleggen en ondertee
kenen.
Schagen den 21 Maart 1S76.
Burgemeester en Wethouders voorn.
G. J. MULLER,
De Secretaris.
DENIJS.
De Voorzitter van den raad der gemeente Scha
gen, brengt mits deze ter kennisse van de ingeze
tenen, dat de lijs ten aan»ijzende de personen, die
bevoegd zijn tot het kiezen van leden van de Tweede
Kamer der Staten Generaal, van da Provinciale
Staten en van den Gemeenteraad, op lieden geslo
ten, bij vernieuwing aangeplakt, en op de Secretarie
dezer gemeente voor eenieder ter inzage zijn ueder-
gelegd.
Sihagen den 27 Maart 1876.
De Voorzitter voornoemd,
G. J. MULLER.
van MATEN eu GEW1GTEN.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Gelet op het besluit van I lef ren Gedeputeerde
Staten der provincie Noord—Holland van den 5e
Janoarij 1876, No, 10, (Provinciaal blad No 8.)
Gezien hel koninklijk Besluit van 9 December
1875, (Staatsbl. No. 239 waarbij is bepaald dat
in het jaar 1876 nan den ijk— eu herijk zijn
onderworpeu, de lengtematen, de iuhoudsmaleu voor
natte waren en de gewtglen.
Brengen ter kennis van de ingezetenen dat de
ijk- eu herijk van malen eu gewigten met uitzon
dering dat van de Inhoudsmaten voor drooge waren
binnen deze gemeente zal plaats hebben in bel
locaal van Jan Nuë Junior, Wijk B, uo. 64, op
Vrijdag den 7 April 1876 van des voormiddags
8 tut des namiddags 4 ure.
Schagen, 28 Maart 1876.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secretaris
DENIJS.
IL
Niets natuurlijker dan het denkbeeld dat Vader
Cats niet altijd een oud insn was, en toch hoe
vaak wordt dit vergeten. Voor veleu is Cats alleen
de vrome grijsaard van het tachtig jarig leven,
of altans de zestig jarige schrijver van den spiegel
des ouden en nieuwen tijds. Wie zoude heui zien
kunnen voorstellen als een fraaije jonker, in fijne
lobben, zwierige krullen, wijde en fluweelen hosen.
En toch is die zelfde vader Cats dit ook in zijn
tijd geweest, 't Was een zwierig jong inensck toen
hij te Orleans iu het rotneinsche regt studeerde
en er bijna alleen omging met jonge schoonen,
en voor haar, boiken en studie vergat, een
zwierige jonker was Lij toen hij te Parijs vertoefde
eu deelnam aan dc hoofsche gaSanlerijen. Een zwierige
jonker was hij toeu hij in het vaderland terug
gekeerd in den llaag als advocaat zich voor de
balie oefende. Voor alles was hij wat men noemt
verliefd van complexje. Naauwelijks zet hij zich
eigens neder of hij wordt verliefd, dit was hij te
Orleaus, dit in den Haag, dit te Middelburg. Ou
derlusschen was verliefdheid üet de eenige harlstogt
die in zijn hart zetelde,naast die verliefdhei I woonde
er ook c.-ne nog grooter male van eerzucht. De groot
ste bediller van Cats zal in zij i werken een schat
vin wetenschap en kennis moeten bewonderen. In
uitgebn dlu id van we'eusclmp was hij een evenknie
van Hooft, Reaal, Vossius, ja J Hugo de Groot,
van den man, dien in den gouden tijd onzer
geleerdheid, het hoogleernarschr.p te Leiden werd
aangeboden, den Zeeuw, die in het naijverige Hol
land tol eerste ambtenaar (pensionaris; werd benoem I
inoet een roep van bekwaamheid en wetenschap
ztjn uil.egaan, die door weinigen cvenaard werd-
Zulk een rijkdom van geleeidheid en wetenschap
verkrijgt uien niet zouder een groote mate van
eerzucht.
Wanneer twee* liartstogten in het menschelijke
hart om den voorrang dingen, dan smeekt do
/»nk*te uit vrees dat zij anders geheel uit het hart
zal worden verdrongen, spoedig om vrede en dezen
wordt haar ouder de vernederende voorwaarde aan
geboden, dat zij een bnndgi noote vi n den sterkere
zal zijn. Zoo ging het ook bij Cats, altijd wist
zijne cer/mht dc verliefdheid aan zich dienstbaar
te maken. Te Orleaus leerde hij d uir den omgang
met de fransche juffers, dat vloeijend en ge nakkelijlc
fransch sprekin, dat hem later, in zijn hooge be
trekkingen, vooral als gezant zoo zeer te pas kwam.
Toen bij later wilde trouwen zocht en vond hij
eene vro^w, die terwijl zij de huishouding u et
krachtige hand kon besturen tevt ns deelde in zijn
zucht nsar wetenschap. Elke verliefdheid, die in
si rijd was m< t zijne eerzucht, hid in zijn hart
geen toekomst. In den Haag raakte hij verliefd
op een maagd die aau zijne domme ziel, om
haar bevallig oog ten hoogste wel geviel. Hij
kreeg de koor!» en daar de ziikte niet wilde
genezen, ging hij op raad van den dokter naar
Engeland, den ganscben zomer bragt hij daar door,
bezocht vlijtig de universiteiten van Oxford en
Cauibridge, vond daar gelegenheid om zich te
verdiepen iu het groote theologische vraagstuk, dat
toen met het politieke zoo naauw te zarnen hing
en zie zijne verliefdheid was vergeten. Eenige
jaren later was hij eens le Middelburg in de
fransche kerk, zijn oog viel op een meisje, wier
uiterlijk hem zoo uitnemendsl beviel, dat hij aan
stonds na de kerk ging onderzt eken waar zij
«toonde, schreef haar een hupst hen minnebrief, laat
haar verzoeken om des avouds na het eten aan
haar deur te staan, zij stond daar, de verliefde
advocaat sprak haar aan met fluweelen woordjes,
zij kreeg een kleur gaf hem goeden moed en
de zaak scheen beklonken, maar voor het tot
een huwelijk kwam ging hij een anderen vriend
sprtken, deze ontried hem de zaak, omdat de
vader van het meisje onlangs te Amsterdam bankroet
had gespeeld en op de beurs veracht was,voor een jong
neiisch, zeide hij, als Cats, die vooruit wilde was zulk
ren huwelijk in het geheel niet raadzaam. De jonge
advocaat twijfelde, want dat ir.ooije en lieftallige gr.
zigtje stond htm nog altijd voor ooger, maar bij een
u.au van zulk eene amoureuse complexie moest
bet zijn uit hel oog uit het hart, toen het meisje
naar Amsterdam ging, ging de verliefdheid over.
Had Cats dat alles zoo verteld als ik hier deed,
niemand zoude er zich aau geergerd hebben, want
wie die amoureus is van complexie heeft niet dergelijke
dingen voor zijne rekening? Wie* heeft Thacke-
raij's Paudennis om zijue dwaze en kwalijk geplaatste
verliefdheden er minder lief otn
Maar ongelukkiger wijze begint vader Cats in
het i.aïve verhaal van deze verliefdheden met een
lange zedepreek, die eindigt met de vermaning
om God boveu alles te minnen. Deze zedrles is
zeker hier erg misplaatst, maar zullen wij dit den
tachtigjarigen man, zoo bijzonder kwalijk nemen.
Het geven van zedelessen en godvruchtige ver
maningen is deu ouden man een tweede natuur
geworden, is het wonder dat hij het te pas of te
onpas doet Is het wonder dat de man dien het
rijmen zoo gemakkelijk afgtat, als hij eens op zijn