Brieien uit Utrecht.
Gemengde berichten.
handelwijze van deu geachlen afgevaardigde en de
mijne kenmerken? Mijn lost, ook bij oppositie, is
nuttige maatregelen tot stand te brengen, de lust
van den geachlen spreker is het tol stand komen
van alle maatregilrn tegen te werken. Is tegen
werken een te sterk woord, ik trek het in en zeg,
zijn lust is tegen elk voorstel, dat eene uitkomst
hebben kan eu tegen eiken maatregel te strijden.
Ik wensch niet, dat de Kamer niets anders zij dan
een werktuig van wetgeving. Maar mogen wij de
wetgeving zoo ter zijde stellen, dat wij doen gelijk
de geachte spreker, die onvermoeid strijdt, maar
zonder ooit in eenige wet, zoo veel ik mij herinner,
een spoor van hetgeen hij wil of bedoelt na te
laten
Een hard tn scherp woord voorzeker! Maar wat
hier gekastijd wordt is eene echte Nationale eigen
schap.
Doch heeft ook Groen geen spoor nagelaten van
hetgeen hij wilde of bedoelde tn de wetgeving, zoo
wel den aanleg van geest als katakter, doch hoofd
zakelijk omdat zijne richting, d:\attoe onbekwaam
is: wij danken hem de handhaving van het gods
dienstig element in ons modern volksleven en de
waarschuwing van voorzichtigheid tegen overijlden
vooruitgang, waar wij aan Thorbccke danken een
zelfstandig staatkundig leven en het geloof aan
ontwikkeling en vooruitgang, mogen wij den zegen
niet ontkennen in het gelijktijd'g bezit van een
man die uit overtuiging waarschuwde tegen de
verkeerde gevolgen uit de heerlijke oinkeering, welke
Nccrlands eerste staatsman tot stand bracht.
ii.
Niet bemoedigend kan ik rr.ijn gekeuvel tegen
en over den edelsten stand in Nederland, //de
Landbouw// beginnen.
De voorgaande week, was niet rg aanmoedigend
en opbeurend. Hoewel ons aller streven is, «rgeld
te verdienen// en wel hoe meer, hoe heler- heeft
toch ieder mensch wel eens oogenblikken, dat hij
de aardsche zorgen, achter de bank plaatst, en
over andere zaken nadenkt, liet is een leugen
dat de Predikant zegtrnensehen ik herder en
leeraar, alleen om je eeuwige ziel- neenhet is
om geld te verdienen, tl at de man zoo ijvert of
propaganda maakt.— De Schoolmeester liegt ook
al, als hij zegt Kinderen 1 't is om je best wil, dat
ik me zoo inspan— neenl boeren en burgerlui!,
't is alles om geld te verdienen.— Het is waarheid,
omdat het al heel natuurlijk is, dat een onder
wijzer spreken kan, over gebrokene glasruiten en
tochtgaten, omdat zij voor de gezondheid der jeugd
al heel nadeeling zijn- maar 't is bespottelijk dal
een huisvader, zooveel lawaai kan maken, over eene
gebrokene ruit of een klein t klein muisengaatje.
Etlieve kom eens hier- mijn kleine Adriaan, 't is
een ondeugende bengel van 8 h 9 jaar- hij had
het verbruid op school, met den zoon van den
Burgemeester, en moest dus schoolarrest hebben
en nu, wat doen me die negenjarige kerels, ze
slaan koel bloedig een ruit in— kruipen er door
komen te huis, alsof er niets gebeurd is en hebben
groote pret. Die ruit tocht nu geweldig— maar
hier te land, plakt men daarom eene oprechte
Haarlemmer er voor, met het beeld van Ilolloway de
pilleman naar buiten— en zie je— dan is die woud
alweder genezen.—Moest de Burgemeester, alle dagen
naar die grapjes komen zien, mijn God, nog toe
wie zou dan Burgemeester willen zijn.— M ij zeg
gen hier, vlioe dwaas kan al niet een mensch
zijn, om over zulke nietigheden te vallen.- Of weet
die goede burgervader bij u dan niet dat de on
derwijzer andere autoriteiten heeft, die wet degelijk
ook t/aar 't gebouw zien- als Schoolcommissie-
Schoolopzieners en Inspecteurs enz.— Ik voor mij
hoop dat Uw Burgemeester— geen lor zegt- en
zwijgt.— Heeft iemand reclames, dat hij zich openl-
lijk bij bet Bestuur op het Raadhuis beklaagt—
maar geen anoniem geschrijf in de Courant, dat
alleen haat en nijd doet geboren worden.- Maar met
al die luchtgaten bij U- die overtollig zijn- had
den wij in de voorgaande week wel iets wat meer
lucht mogen hebben- om van onzen schrik en
droefheid te be aren.
Velen hier- en gewis ook velen bij U, zijn met
ons verslagen over den verwachten en toch zeer
bedroevenden dood van den edelsten en braafsten
/Staatsman, Groen van Picsterer die Nederland noe
men kan.
Hoort, wie ge wilt—hij zij een geestverwant of een
bestrijder van dien echt vromen Christen- allen
zonder onderscheid roemen en prijzen hem in zijne
daden, woorden en verrichtingen. V ij zeggen niets
te veel, als wij er rond vooruitkomen, dat het een
gevoelige slag is, voor ons land- dat Groen van
Prinsterer niet meer is.- In alles beaam ik, het
geen ter zijner eer gezegd is, in Dagblad Z. H—
/Standaaid en in de Utr. Courant— maar ik, en
velen met mij- laken de onhandige eu linksche
wijze, hoe Ds. Son, Dr. Kuijper met de haren er
bij scheurde. Wij hebben gune verwachtingen van
Dr. K- alleen ellende en rouw te verwachten -en
de A. R. partij zal het zien en ondervinden, dat
Dr. K. hunne partij meer afbreuk doet— en heeft
gedaan, dan 8 mannen als G. v. P. goed konden
doen.— Denk slechts even aan het Ultramontani-
sche Restitutie Stelsel.— Dr. K. is geen s'aatsman
en zal het nimmer worden ook—en 't kleine kud-
deke, dat hem nog volgt is te klein en nietig om
iets weerklank bij te zetten oid zijne daden, die
nog in de toekomst liggen te droogtn.—
Groen was een man voor het Volk— voor het
Vaderland— voor hel Oranje Huis.— Hij was edel
efi oprecht—. Hij was een Christen.—
Hij bestreed zijne tegenpartij met eerlijke wapens
hij bleef zich zelf gelijk- en trad geen voet bteed
terug.— Doch genoeg— de slag is gevallen— laat
ons allen de handen in één slaan, en zien een
tweeden Groen te krijgen-zijn er geen meer—gewis.
God heeft Nederland gestraft, cn bezocht, doch nog
niet verlaten.-
A1 zoo deze. «eek voortmijmerende, ging ik tot
ontspanning eens naar Oscar Carré, die met zijne
tent waarvoor het wapen prijkt van H. ?«f. onzr
Koningin— om verstrooijing van gedachten t>'
krijgen— en zie ik viel diidr in slaap- en ik
droomde- en ik moet nog al hard gedroomd hebben
ook, want mijn buurman had alles opgeschreven-
en gaf mij dit lijstje.— Ik droomde van piarde. -
spelen— ongelukken— hoe hier en daar een kind
gestolen is, om het de beentjes te breken, den
hals te verdraaien om ijzingwekkende toeren te doen,
voor de kinderen der groote lui, o n hen hard
vochtig te maken. En d it alles, zelfs ook op He
melvaartsdag, en wel laat in den avond, omdat
stedelingen de pret alleen kunnen hebben, daar
inen zich overtuigd acht, dat b'j geen kermis
gelegenheid, de boerenzoon of dochter hen hinderen
zullen.— 't Is ook erg, als die zijden mantel, mis
scliien nog niet eens betaald, zoo droo nde ik, in aan
raking komt met het boerenkleed der boerendochter,
dat misschien koeien of schapenlucht bij zich heeft.
O, die kunst die kunst, zeiJc ik- en dat mag
het wapen voeren,' even als een koopman in laarzen
sigaren etc. etc.,— die eenmaal in zijn .leven mis
schien eene bestelling voor het Hof heeft gehad.-
En zoo ik droomde verder- dat een braaf onderwijzer,
die 40 jaiigen diensttijd met eere achter den tug
had, wal boekjes kreeg, in plaats van een lekker
varken, dat de man oneindig beter kon gebruiken.-
Zoo droomde ik alverder- en altijd maar over die
kunst— ofschoon ons land, en ons volk toch ge
noegzaam getoond heeft, hoe veel het met een Thor-
becke op heeft, want het was hun nog te veel
moeite om de ving op 18 Mei in Amslellerdam
uit te steken.— Die kunst— die kunst 1 handen vol
werpt uien in de bedelzak voor Mevrouw Kleine
en zoo iets durft men nationaal noemen.— Dat men
Mevrouw Bosboom Toussaiut eene verrassing heeft
bereid- prachtig- doch men doet het op humane
wijze— en zoo ook hielp men Mevr. Ibueg te 's
llage- maar men dreef liedriestheid niet zoo ver,
om het bedelen nu nationaal huldeblijk te uoe
men.— Die kunst, gaat al te ver— wat beeft een
Landbouwer daaraan— mag die geen pouden kruis
krijgen- is die niet sterk genoeg in de beenen of
lendenen, om Hidder geslagen te worden.Wij heb-
hen duizende edele Landbouwers in Nederland, op
wien het kruis of een lintje, millioe» maal beter
aan liet jaspand hangen zou, dan nau vele van die
kunstinaurien.
- Doch ik droomde meer— dc tijd van strikjes en
lintjes geven zijn wij ingetreden, en wie weet hoe
velen er zijn, die nog met vlammende oogen daarop
gluren.
De rijke, zeer ontwikkelde vrije en ouafhanke
lijke boer, lacht om die pret— en zegt, wat zijn de
rnensehen toch dol en gek- en zoo voortpratende
in mijn zeiven, stootte mijn buurman mij aan, want
de A n g a l— dans zou beginnen en ook de Utr.
Courant roept daar zoo erg over.— Zou het ook
zijn om de Advertenliën sant om de wille van
de smeer enz. euz.- en ik vond er nu letterlijk
niets aan.
Ja die paarden, waren prachtig, of komt dat om
dat ik liever een mooi paard zie, dan een kunst
man. Of zeg ik dit uit medelijden, omdat van alle
kunsteparen bijna, de helft kunt ge gerust noemen—
dood arm of schat arm zijn en zakken met schuld
bovendien.— Doch spoedig meer— 't eenige nieuws
dat hier is, isdat alle geestelijken van plan zijn,
te beginnen met 1877, geen pinksterfeest meer
te vieren, maar tweemaal in 't jaar Paaschfeest,
omdat met Paschen 1876 de kippen der boeren
zoo slecht eieren gelegd hebben, als men ooit een
jaar heeft mogen beleven. De kippen kunnen het
nu met Pinksteren nog herstellen, als zij van haar
dwaalweg terug komen, en onze geestelijken niet
vergeten.
't Blijft hier kond, en er valt veel regen.
W. 28 Mei 1876. T. T.
Lxgezondes. P. V. O.
De gewassen in den onlangs drooggemaakte
IJ palder staan uitstekend. Men verwacht ccn goede
opbrengst, vooral van het vlas.
Ook in den Oocli meerpolder is roen begonnen
het land door branden te verbeteren.
Te Aalsmeer zal dezen zomer, van wege de
afd. Alsineer der Holl. Maatsch. van Landbouw,
weder eene aarbeziën-lentoonstelling plaats hebben.
In Noord-\roerika heeft men reeds twee fa
brieken opgericht, waar vaten van slroopapier worden
vervaardigd. Z'j rijn kokervorinig en nemen bij het
vervoer minder ruimte in.
Het middel om zewaterdicht te maken, heeft men
ook reeds gevonden. Men dompelt het stroopapier,
alvorens het in lagen op elkander gelegd en vervol
gens geperst wordt, in eene aramoiiiacule oplossing
van koper. Men vekrijgt op die wijze vaatwerk,
waarin kokend water kan worden vervoerd.
l)e biide fabrieken, waavan hor melding
wordt gemaakt, zijn opgericht te Wenonain den
S'aat Mimiessota, cu te Dccorah, in den Staat
lowa.
Met de werkzaamheden voor de to leggen
spoorbian ZaansteekEukhuizen zal welhaast een
aanvang gemaakt worden. Het technisch ho.rfdbi reau
zal gedurende het eerste vijftal jaren te Purinerende
gevestigd zijn; althans men is in onderhandeling om.
trent het huren van geschikte woningen en lecken-
lokalen
r Lieve man over acht dagen vieren we onze
koperen bruiloft, dan houden wij toch feest, en laten
het in de couranten plaatsen
//Zeker, zeker vrouwl ef! ik zal laten veten aan
het publiek, dat wij zilveren bruiloft vieren."
r Maar wat praatje nu; het is dan immers eerst
twaalf en een half jaar, dat wij getrouwd zijn
Hij (zuchtend): gO hemel? is het eerst zoo kort
ik dachtdat het al veel langer was Nu vrouw? ik
houd het er voor, dat wij vijf-en-tuintig jaar getrouwd
zijn. Wij waren allij I op den voet van oorlog, eu mijn
vader, die een oud—milittir was, zei altijd, dat kaui-
pagnejaren dubbel tellen.,,
Omstreeks 1730 werd den toenmaligen gou
verneur van Zuid Carulina een eigenaardig verzoek
gedaan door al de meisjes uit dien 5.aal. Het merk
waardig stuk door tal van maagden geteekend luidde
als volgt
0Overwegende, dat wij, die dit eerbiedig verzoek
lot u richten, in ee.i zeer droevige geinoedslem
ming geraakt zijn, nadeinaal wij voor onze oogen
moeten zien hoe alle jongelieden lials over kop iu
de boeien der weduwen geraken en onze frissche
bekoorlijkheden verwaarloozeu
„Zoo is het dat wij bij -deze Uwe Excellentie
verzoeken, in het vervolg niet te gedoogen, dat «eene
weduwe met een jonkman trouwt, zoolang niet alle
meisjes voorzien zijn, of anders, dat eene boete voor
haar ingesteld worde als straf voor de benadeeling
onzer vrijheden, en eveneens eene boete voor iede-
ren jonkman die eene weduwe trouwt. Het grootste
kwaad voor ons meisjes is, dat de wednwen door haar
losser, tegemoetkomend gedrag de jonge mannen
voor onzen neus wegsnappen en daarenboven nog
ijdel genoeg zijn hare verdiensten boven de onze
te stellen, hetgeen toch eigemlijk de 'mannen en
ons bedriegen is, daar wij door onze o>.schuld den
voorrang moesten hebben.
t M ij wensclien het bovenstaande beleefdelijk
onder de aandacht van Uwe Excellentie te brengen,
en beloven getiouweiijk Uwer Excellenties welzijn
in onze gebeden te gedenken.
De geschiedenis meldt niet, of die booze wedu
wen werkelijk gestraft zijn voor liet uwegsnappena
der jonkmannen, en of de petitie veel geholpen
heeft .Ja miner genoeg, want 't kon mettertijd nog
«vel eens noodig worden.
IJ. Dinsdag avond heeft met den laatsten
trein van 8.10 uit Utrecht vertrokken een ongeluk
op den Centraal-spoor plaats gehad en is de trein
tusschen de stations Nijkerk en Putten gederailleerd.
Nadat de reizigers, die in de laatste waggocs waren
geze'en, eerst eenigen lijd vrij hevig dooreengeschud
waren, bespeurden zij eindelijk, na een hevigen schok,
dat zij stil stonden. De lichten waren uit. Bij onderzoek
bleek,dat de locomotief met negen en een hal ven goe
derenwagen nog een 500 meter was vooruitgereden.
De onderste helft van den 1 i i'sten goederenwageu lag
bezijden de rails. Daarbij lag eeu ledige wagen leen
2e klasse onderste boven over een telegraafpaal in een-
sloot, terwijl de volgende wagen (le en 2e klasse),
waarin 8 personen waren in een schuine rigting
van de rails was geraakt en tot den vloer in het
zand zat.
»Van de 5 in één coupé gezeten heeren, bekwam
de heer Eidema te Zwolle een lichte kwetsuur aan
voorhoofd, knie eu elleboog, daarbij was zijn klee
ding gescheurd, in de daarop volgende coupé W3ren
gezeten de heer S. van Wijhe en zijn zoon. Eerst
genoemde weid aan den mond gewond, terwijl zijn
zoon er met een lichte schram aan de knie afkwam.
Een dame, in dc andere coupé gezeten, bekwam
geen kwetsuren, een juffrouw in een wagen 3e
klasse, te Kampen te huis tchoorende, bekwam een
ernstige kneuzing aan deu arm.