Brieven uit Utrecht.
Gemengde berichten.
dat de gevangenschap in God de hoogste vrijheid
is, wie heeft daar ooit bij een papagaaien kooi aan
gedacht. Dat vreemde, dat romantische was het dat
de Nederlanders in Oats trok. Onze voorouders
vonden zijn breedsprakigheid even vervelend als wij,
zijn platheid hinderde de meesten hunner, maar in
zijn vindingrijkheid en het moraliseren vonden rij
een bekoorlijkheid, die soms dat alles over het
hoofd deed zien.
ui.
Reeds scheen de zon helder aan den steeds
koud blijvenden horizon, toen ik ontwaakte en
mijn vederen bed verliet. Doch lezer of lezeres,
ik mag, wil en zal niet liegen in strijd zelf met
de hedendaagsche fraktie, wier leus: mooi praten—
hard liegen en geld- geld verdienen is. Stipt wil
ik ds waarheid blijven liefhebben, tenzij men mij
Nederland, Europa ofuitbant, zie dan wil
ik een waar Adamskind worden, want Nederland
is mij lief. Ik slaap op geen donsen bed- mijn
bed is noch zacht- noch hard- en toch wil ik het
niet verruilen met het beste dat te vinden is,
trots zelfs, dat vau onze beminde Koningin. Mijn
bed is goedkoop en toch goed- heeft een beste
tijk er om- en wordt hoe langer men het beslaapt,
beter in qualiteit en quantiteit. Ik zie wel, ge
wordt nieuwsgierig— nu ik zal dan maar met de
deur in het huis vallen- en U kort af zeggen-
mijn plantaardig bed, komt uit Rhenen, en is door
den Heer G. J. van de Waal aldaar, in den ban
del gebracht. Verbeeld U een 8[4 bed met peluw
en 2 goede kussens kost nog geen f16.—
Vroeger was ik dikwijls ongesteld- leed veel aau
de heerschende Rheumatiek en zie, radikaal ben ik
genezen, door het bed van G. J.van de Waal te
Rhenen. Mijnheer mijn kompliment hiervoor.
Doch waartoe ben ik vervallen- ik diende U
nieuws te schrijven- en zie ik moest u eerst in
kennis brengen met mijn bed, omdat ik zoo ver
schrikkelijk gedroomd heb, dat het klatnme zweet
nog op mijn voorhoofd gudst, zooals de sluizen
hier deden bij den laatslen watersnood. Een heir-
leger van kunstmannen en vrouwen bombardeer
den mijne zwakke huisdeur.- Ik zag, in mijn droom
vele schrale en magere gezichten met diep uitprui
lende oogen— verlepte eu verflenste wangen.— Mannen
en vrouwen met heesch gescheeuwde stemmen— met
keelen die op een doedelzak geleken- en midden
in dien mengelmoes, zag ik een schim, die een
brief in de hand hield, waarop ik met groote letters
lezen kon: VerslagRestitutie steltel
Ik zag en hoorde zoo veel, dat ik met angst wakker
werd. Na geruimen tijd sliep ik weder in— doch
de slaap heeft mij niet verkwikt.
Het theewater met het ontbijt stond gereed en
op tafel lag een hoop brieven, couranten en cir
culaires. Ik schoof alles op zijde, toch kon ik de
prachtige 16e Aflevering van den Modegids der
Heeren Noordhoff en Smit uit Grongingen niet
onaangeroerd liggen laten. Deze overtrof mijne
stoutste verwachtingen- en men moge mij toevoeren-
't is uwe ijdelheid of voorliefde voor Noordhotf en
Stuit te Groningen— ik houd staande, dat alle mo
deplaten in Nederlaud verspreid, achter moeten staan
bij dezen.- Dit bracht mij in betere harmonie, ook
de vroolijke natuur verkwikte mij en deed al dat
galachtige verdwijnen. Wij zijn in de wereld en
moeten met haar mede.
Zoo schreef mijne vriendin te Utrecht mij, die
me uitnoodigde Woensdag met haar naar «Tivoli*
te gaan, om den Reuzenballon «de Nederlanden*
te zien opstijgen, met den Heer Fran^ois de Pauw
uit Antwerpen.- Om u heb ik zulks gedaan- zeide
ik, in Tivoli aan mijne vriendin, want welk genot
geeft ons nu Tivoli.- Een legio menschen, meest
allen uit den hoogen stand, die u noch mij met
een enkelen blik willen aanzien. Kent gij, onder
de rijke lieden, aodere steden, dan Utrecht en Mid
delburg, waar men meer verwaand en trotsch is.—
Gewis kon niemand een pedant daartegen ovarstel
len.— Men ziet een ander mensch aan, alsof hij
uit de aarde kwam- en groet alleen zijns gelijken-
of bewijst alleen zijns gelijken de burgerlijke be
leefdheid.
En zie, daar wandelt een schatrijk baron- een
man, die meer te verteeren heeft in een uur, dan
ik in drie maanden— een man die geld als water
geeft, bij publieke bedelpartijen— die voor alle
e ristelijke scholen zijne beurs ontsluit- en gaarne
geeft, als zijn naam publiek gemaakt wordt— en
tocb, rijd hij naar zijne bezittingen, dan durft hij
1 a 2 centen aan den staljongen geven, die soms
een kwartier zijne paarden vast moet houden.-Ja,
onlangs kwam hij met twee rijtuigen, waarin 14
lieertn en dames zaten, bij eene herberg waar de
paarden moesten rusten. Allen verlieten de rijtui
gen, om eene wandeling in 't dorp te doen. Doch
er overviel hen eene regenbui—en zie—allen stroom
den de herberg binnen— gebruikten een glas melk-
èa eu glas bier— èn de rijke baron gaf voor dit
en z'jiiè paarden 25 cent.-Lezer, ditnde zulks niet
bekend gemaak te wordetf. Is dat edel- rechtvaardig-
Is het niet den burger als met den voet dood wil
lende trappen- en dat een man, die aan Prot.
kerken in Amerika handen vol geld geeft- aan
Heidenen in kluis zijne liefde bewijst.
Ik heb het meer gezegd- maar *t is altijd te
vergeefs geweestLaat ons eerst de Heideuen in
ons eigen land; menschen maken.
Doch die rijke baron- heeft veel— zeer veel
boerenwoningen, die hij tegen den uilersten pen
ning verhourt.- Dan heeft bij nog vele gronden
en landerijen, die hij per jaar, Uloor een Notaris
laat verpachten onder eene zoo strenge bepaling,
dat hangen of branden altijd hrt lot is, dier on
gelukkigen.- Verbeeld u, in 1875, zat hij op zijn
slot— vier boden liepen heen en weder, van de
dorpsherberg naar zijn kasteeel, om hem op de
hoogte der zaken te houden, want het was groote
verpachting.—
Hij had den moed niet- er heen te gaan- want
de trouwe landslieden, hadden gewis zijn kop
kleiner gemaakt.- De voorwaarden behelsden te be
talen op den 1 November a. s. één dag later 2
pCt. verhooging- en niet afbetaald in April van
het volgende jaar, door geregtelijke vervolging.—
Verbeeld u zulk een onmensch toch voorstander
der christelijke school- toch een man die de Ge
meerite een soort van zendeling wil geven, die van
het R. C. geloof overgeloopen is tot de II. K.-
en welke hij met f 800 j iarlijks wil beloonen.—Zoo
iemand martelt en pijnigt jaar op jaar, den kleinen
landbouwer, die met 2 koetjes en eenige akkers
voor aardappelen en uljen van den morgen tot den
avond zwoegt om voor zijn gezin iets te verdienen.-
Dat deed geen man als Groen v. Priiisterer- geen
van Loon, ofschoon ik hem niet bemin— geen
Mackaij, die door al zijne onderlioorigeii werd aan
gebeden.— Zie het gelaat van dien uian, met dal
air- bedroefde mij in Tivoli te zijn—omdat ik weet
hoe hij een bloedzuiger is, der landbouwers.—
Zijn er ook zulke barbaren bij U- neen Noord-
Holland kent die niet— enfin met groote snelheid
steeg de Reuzenballon op ten 5 ure en vbbr 6 ure
daalde hij reeds te Buren neder.- In 't kort gezegd
't was prachtig maar 't beteekende weinig.— Den
volgenden avond, gaf Carré zijn laatste voorstel
ling. Toen hij mij zag, kreeg ik een vrije kaart,
want Carré wil ook eens in Schagen komen, om
je duiten op te halen- en stelt er dus grooten
prijs op, dat ik u ren gunstigen indruk van zijn
spel geef.— Ik zal er dus deze week weinig van
zeggen, alleen dit, dat de tent vol zat, met menschen
uit lagere standen- dat Carré zich dus bewust was,
dat het volk, want dit zijn wij toch- geen kunst
kunnen beoordeelen— dat wij onmondig zijn en
geen stem zelfs hebben om kiezer te mogen zijn
en dat het nu de laatste voorstelling was, daar
de man nu naar Antwerpen ging.—Zijn spel benei
mij slecht. Zondag morgen, werd mij eene verras
sing bereid. Nadat Domiué al tweemaal gezegd had
wij zullen nog eens zingen, oui de slaap uit uwe
oogen te houden- en pij daar op liet achterste
bankje, ge zult met uw slapen vallen en j» nek
breken en er is hier geen 1'aulus, die hem her
stellen kan, kreeg ik eene beurt, over mijne Paascli-
eijeren.— Ja, zeide de man! men maakt mij be
spottelijk maar dat is onze eeuw- men schrijft in
Couranten dat wij den Piuksteren niet bcgeeren-
manr 't is altijd een gebruik geweest bij vrome
Christenen een goeden Paschen te houden— en zijn
Herder niet te vergeten— maar al die oud Hol-
landschc deugden gaan in damp weg.
Lezer— deze week, ben ik bitter maar ik moest
sprekeD, zooals het mij op 't hart licht— de vol-
geude weck heb ik u iets aaugenamers te zeggen
Gegroet dus
\V. 1 Junij 1876. P. V. O.
Ingezonden.
Onder de instellingen die in onze Gemeente
ia de laatste jaren in hel leven kwamen bekleedt
voorzeker die eene eerste plaats welke zich ten doel
stelt «het onderwijs in Bouwkundig teekenen.*
Te lang helaaswas onze Gemeente daarvan
verstoken en wij begroeten daarom met te meer
belangstelling de oprichting eener «afdeeling van
de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst.*
Deze tak van onderwijs is voor onze Gemeente
van groot gewicht en dit werd door den Raad
onzer Gemeente krachtig erkent toen, op verzoek
der Commissie, die met de ontwikkeling dier tee
kenschool en het toezicht daarop belast is, het
vrije gebruik der Raadzaal, met de middelen ter
verlichting en verwarming voor dat doel, gedurende
den verloopen winter werd afgestaan en daarbij de
belofte werd gevoegd zoo nodig ook minvermogende
leerlingen te willen ondersteunen
Zijn wij goed geïnformeerd dan bestaat bij het
Bestuur van genoemde afdeeliDg het plan op Zon
dag den II Juni a. s. in de kolfbaan alhier, de
teekeningen der leerlingen (cuicus 1S75[76) ten
toon te stellen en 's middags ten 4 ure aau de leer
lingen en verder geccod'gden en belanghebbend! n
in deze zoo nuttige tak van ouderwijs, toegang tot
de kolfbaan te verleeuen 's namiddags ten 4 nre
ten einde kennis te kunnen nemen van de vorde
ringen der leerlingen gedurende deze eerste cursus.
Na afloop der werkzaamheden dier afdeeling 's
middags 5 ure zullen aan de leerlingen prijzen
worden uitgereikt, deels voor bekroonde teekeningen
en verder wegens betoonde vlijt, gemaakte vorde
ringen en goed gedrag w.lke prijzen voor een deel
door de middelen der tei kenschool zelve en voor
een ander deel door de Afdeeling bovengenoemd
en hare leden zijn bijeengebracht.
De Raad der gemeente Schatren h eft in
zijne vergadering van 30 Mei j.l. lot makelaar be
noemd den heer J. Keet Cz., thans commissionnair^
alhier.
Nog is in die raadzitting vastgesteld 1eene vèr-
ordening bepalende de dagen voor de inschrijving
der huwelijks-aangiften en de voltrekking van hu
welijken. 2 eene verordening, behoudens nadere
goedlci-urig, tot heffing van leges op het sluiten
van echtverbintenissen, op andere dagen dan daar
voor zijn of zullen worden vastgesteld.
Uit hel jaarverslag der gemeente over 1875 h'ijkt
o. a., dat t< r markt werden aangevoerd pl. in. 8000
stuks rundvee en pl. m. 65,000 stuks wulvra. liet
getal ter markt gi-braglc varkens en biggen be.ltoeg
2493.
Petpr de Groote van Rusland, die gelijk be
kend is, niet minder dan 't respectabel getal van
100 onechte kinderen er op nahield, organiseerde in
,tjaar 1715, toen hem eindelijk een wettige Prins
was geboren, een groot feest. Zijn geliefde hofnar
Satof, een man van 81 jaar, huwelijkte hij bij deze
gelegenheid uit aan eene jonge weduwe van 22 jaren
Eeu gemaskerd en gecostumeerd gezelschap van 400
peisonen, in sleden gezeten, geleide het paar naar
de kerk. De Czar en zijn gevolg waren gekleed
als Friesche boeren. Zelf had Peter alles in orde ge
maakt. Fe vier grootst stntt<ranrs, die in,t land te
binden waren geweest, fungeerden als bruidsjonkers,
de vier dikste en plompste personen, die men bad
kunnen machtig worden, als voorloopers. Blinde en
lamme oude lieden moesten aan tafel bedieden. Toen
de stoet zich in beweging stelde werden alle klokken
geluid, en toen men zich aan tafel zette werden alle
trommen geroerd en allerlei verschillende ditren aan
't brullen en schreeuwen gebracht, 't Was zoo'n
geweldig leven, dat niemand zijn buurman kor»
verstaan. De Keizer echter vermaakte zich kostelijk
en beroemde er zich den volgenden dag op dat
te St. Petersburg niemand nuchter was geweest.
Russisch, Keizerlijk en groot
In de jl. Woensdag door de Amsterdamsche
Kanaal-Maalschnppij gehouden zesde veiling van
drooggemaakte gronden in het IJ, Ier grootte van
487 hectaren zijn al de aangeboden gronden veikocht
en al de perceelen gegund.
De geheele opbrengst bedraagt f J.275,749. alzoo
doorren f 2668 per hectare. De hoogst bestede soin
3100, de laagste f2225 per hectare.
Op Donderdag te Zwolle gehouden paarden
markt waren p. m. 200 stuks aangevoerd. De handel
was zeer slap Puike werkpaarden golden f 300 a
475, mindere soorten, f 150 èt 225, 2 jarige f 90 a
180, oude f S6 d f 50 voor de slaglbank f 40 a 95.
Er bleef veel on verkocht.
Te Parijs wekt een poedel, de geleerde hond-
Minos, zeer groote belangstelling. De Monde illustré
geeft zelfs een portret van den held van den dag, Deze
poedel is uit Havana afkomstig en staat onder leiding
van mevrouw Hager. Hij moet een verbazend geheugen
hebben. Minos zoekt namenlijk uit leterblokjes het
woord bijeen, dat men hem voorschrijft; legt ge
tallen, die men noemt, vermenigvuldigt ze, deelt;
trekt af, telt op enz. Het ten onzent alom beken
de «hondje Noruia« moet nog in de schaduw van
Minos blijven, te oordeeien althans naar 't geen
de Fransche bladen er van zeggen.
Te Drachten is bij gelegenheid van de ker
mis een bak van den Mallenmolen 1 osgeraakt, met
het noodlottig gevolg, dat van een kind de her-
senspan is verbrijzeld, zoodat liet oogenblikkelijk
stierf. Een ander kind heeft den'arm gebroken, cu
nog anderen werden licht gekwetst.
De vrome vader van Benjamin Frankliu had
de gewoonte-voor het middagmaal een zeer lang
tafelgebed te doen, zeer toi verdriet van zijn jeug
digen, doorgaans recht hongerigen zoon.
Op zekeren d.-»g assisteerde Benjamin zijne moeder
bij het inmaken van den wintervoorraad en ook
zijn vad^r kwam eens kjjken.
«Vader!* zeide toen de jeugdige Benjamin
«wanneer n, nu alles daar zoo bij elkaar staat,
voor al onze spijzen maar in eens den zegen wil-
det vragen, zouden we van den winter dan niet vtel
tijd uitsparen?*
Dergelijke practisclie raadgevingen van jeudige
spruiten vinden echter zelden gehoor 1