Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. OOMÖEROAG i 5 OTM. Ao, 1876. 20ste Jaargang, No. 977 Afkondiging, Brieven uit Utrecht. Een wit lam, Onze politieke toestand. 1 SCMGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Paus per jaar 3.Franco per post 3.00, Afzonderlijke nummers f 0.071 AovKRTRjmës van een lot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. Naar volksheil zonder deugd te dingen. Is arbeid aan een rot'a te biêu. De Rand «Ier gemeente Scbagen heeft besloten tot gedeeltelijke wijziging, of intrekking, van de hiernavolgende artikelen, voorkomende in het po- litiereglemrnt voor die gemeente, vastgesteld den 14e November 1866, gewijzigd den 4en Maart 1867, voortdurend geldend verklaard den 11 Maart 1872. Artikel 63. «Zonder vergunning van Burgemeester en Wet- irh»uders mest, ingewanden van dieren of ander «vuilnis te plaatsen in eenig gedeelte der gemeente «huiten de gevallen voorzien bij art. 4 der Wet wan den 2e Junij 1875 (S'aalsblad No. 95.) Art. 102. Met eone geldboete van een gulden zullen wor den gestraft, de eigenaars en houders van houden, welke verzuimd zullen hebben, de maatregelen van voorzorg, door Burgemeester en Wethouders of door den liurgemeester tegen kwaadaardigheid of anderen overlast van honden op de openbare straat, uitge vaardigd in acht te nemen, alles onverminderd de bevoegdheid om honden, ten aanzien van welke die maatregelen zijn verzuimd, te doen afmaken. Art. 158. Geen vuur zal mogen worden gestookt dan in daartoe bekwame stookplaatsen, ovens en schoor- steenen, gemetseld van kalk en tras, opgetrokken boven de daken, ten minste l Meter boven den nok van het gebouw uit, of welke zoodanig zijn ingerigt dat ze voldoettdè waarborgen opleveren tegen gevaar van brand, ter beoordeeling van Bur- g< meester en Wethouders op eene boete van een tot drie gulden. De artf 162 en 168 worden ingetrokken. Vastgesteld in de openbare vergaderiug van den 30e Mei 1876. De Secretaris, De Burgemeester, [get.] DENIJS. [get.] G. J. MULLER. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Noord—Holland, volgens hun berigt van den 7 Junij 1876, No. 8 in afschrift mede gedeeld. En is is hiervan afkondiging geschied daar waar zulks behoort, in overeenstemming met art. 173 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad No. 85.) De Secretaris, De Burgemeester, DENIJS. G. J. MULLER. POLITIE. GEVONDEN. ZONDER MERK. Reglhebbenae ver7oege zich ter gemeente Se cretarie van Scbagen. De afdeeliog «Scbagen en Omstreken" der Hol- landsche Maatschappij van Landbouw; Gelezen eene publicatie van den minister van landbonw in Frankrijk, betrekkelijk het vernielen van vogelnesten enz. Overwegende dat het vernielen van vogelnesten, als hoogst schadelijk voor den landbouw te beschou wen is; Besluit De ingezetenen dezer gemeente beleefd, maar dringend uit te noodigen, al de bun ten dienste staande middelen aan te wenden, om het vernielen van vogelnesten tegen te gaan. Schagen den 3 Junij 1876. De Afdeeling voornoemd, De Voorzitter, Jb. STAMMES. De Secretaris, H. R. de MÉÉR. Wij moeten erkennen, dat wij in den levensduur van het Ministerie meer dan vroeger vertrouwen stellen. De verdeeldheid en de machteloosheid der libe ralen houdt aan en intussohen gaat het Minisicrir voort, dikwijls bemoeijelijkt, zelden eerlijk gesteund, door voorzienig in wettelijke behoeften Ie regelen wat regeling noodig heeft. Naar onze meening heeft dit een diei er liggende oorzaak dan de eb en vloed die de politieke partijen naar boven brengt of ter neder werpt, liet verschijnsel hangt, naar ons dunkt te samen met eene opheffing van partij zucht. Na 1813 tot 18 48 bestond er eeae conservatieve partij, reactionair aan de beginselen van staatseeuheid en van algemeene vertegenwoordiging. De oude republiek inet haar sijmpathién en antipathiën voor het huis van Oranje besloi.il nog. In 1348 behaalde evenwel geen der beide pariijen de overwinning. Men vragc sli clits wal de groote staatslieden van de republiek gedacht zouden hebben van een sterk koninklijk gezag als in 1848 wi rd gegrond; wat een Maunts en een Willem III geoordeeld zouden hebben over eene mini-teriele verantwoordelijkheid. De door Thor- becke verkregen hervorming was eeno furie der partijen tot eene Nederlandsche, nationale partij. Na 1848 tot. op heden is deze verandering te vaak miskend. Men verdeelde zich in Thorbeckianen en Aiilithorbeckianen, en persoonlijke sijmpathiën brachten op nieuw scheiding, welke echter niet meer samenhing met historische overleveringen. Men heeft vaak verweten aan Thorbecke dat hij conservatief was, vooral in later dagen 'evenzeer, vooral onder zijn eerste Ministerie, dat hij een republikein en radicaal wasmen vergat dat naar zijne bedoeling alle onde veten begraven wa ren en meu eene gesloten eenheid gevonden had in de Grondwet, die Oranje en Nederland samen verbond, vrijheid van geweten waarborgde en Zoo wt-l het gezag van den Staal als dat van zelfstan dige, onafhankelijke kleinere centra handhaafde. Men komt thana langzamethand tot die ontdekking. Van daar evenwel de verwarring op ons staatkuu dig tooneel. Zij, die de vaan van het liberalisme omhoog hielden, waren onwillens en oiitwctens, partijgangers evenzeer de anderen, die het Konink lijk gezag wilden handhaven tegen de aanmatigin gen eener liberale partij. Onze staatsvorm toch gaf aan elke partij haar recht en verplichtte de eene tot verdediging der andere. Zoo lang Thorbecke leefde schaarden zich zijne bewonderaars om hem en daar waar achijnbaar zijn invloed en zijne macht hem ontzonk lag de oor zaak in misverstand bij zijnen aanhang. Het is dan boog tijd om de oude verdeeldheden le lateu rusten en om niet meer van partijen, vódr historische over leveringen, het heil van het vaderland te wachten. Hoe meer wij de Grondwet voorop zetten, den band onzer nationale eenheid, hoe gereeder wij slagen zullen in onze behartiging van het algemeene be lang. Thans is het dc tijd om re Grondwet te doen zijn eene nationale kracht. De onderscheiding tusachen liberaal en conseivatief heeft sinds lang bij ons geen reden meer van bestaan. Men streed voor en tegen peTsonen, die hetzelfde bedoelden en deze personenstrijd behoort thans weg te vallen en verdwijnt. Indien dit wordt ingezien, dan znllen allen gaarne medewerken tot ondersteuning van eeD Ministerie, dat over groote krachten te beschikken heeft en getoond heelt wat te kunneD. Dan zal ook bij dat ministerie al spoedig alles wegvallen, wat naar partijdigheid zweemt, omdat dit bij eene eerlijke opvatting der ministerieele taak spoedig misdadig dreigt te worden. Hierdoor wordt natuurlijk niet opgeheven alle I verschil van inzicht, maar ziju die staatkundige meeningen veroordeeld, welke de eenheid verbreken van ons volk. Welke is bijv. de Nederlandsche opvatting van de school De Slaat zorge dat overal voldoende onderwijs wordt gegeven. Deze inag das geen oorlog voeren tegen bizonder onderwijs. Alleen wordt aan den Staat het toezicht gegeven als recht en plicht, otn te zorgen dat het lager onderwijs overal voldoende zij. Welke partij kan iets daartegen hebben? Moe ien de lagere scholen zonder toezicht zijn of kan een ander dan de Staat dit toezicht uitoefenen? Let wel, dat zulk een toezicht niet zonder controle plaats heeft; elke regeerin0sdaad is ondirworpen aan de beoordeeling van elk vertegenwoordiger van het volk. Kan er nu bij zulk een toestand eene schoolkwestiebestaan? Er kan verschil van mening bi-staan over de vraag of het onderwijs voldoende zij, of er meer moet worden geJaan aan dezen belang rijken regeeringsplichtin hoever htt onderwijs voor >le jeugd meer of min de i rechlstreekschen steun van den S'aal noodig heeft, maar dit werpt, hoe ver ook de meenigen tegenover elkander staan, geene factiën in den Staat, welke alleen dan worden geschapen, wanneer men het toezicht aan den Staat wil onttrekken of liet bizon Ier onder wijs mits het voldoende zij bemoeijelijke. F.n hoe is het in Nederland inet de kerk Is er grond voor eene kerkelijke kwestie? Dreigt ge- lo ifshaat de zegeningen te verstik f>",die dc weldadige werking onzer Staatseeuheid ons brengen kan De Ne lerlandsclie Staat erkent geen wet boven zijn wet inaar die wet is gegrond, op de erkenning der behoefte aan godsdienst; der eerbiediging van ieders godsdienstige overtuiging; der bescherming van elke persoonlijke vrijheid. Zoo 1 mg men zich nu bewegen blijft binnen deze grenzen, zal elke uiting van kracht, toevoeging zijn aan nationale kracht, geen bron van tweedracht of ve'rdeeldheid, vbèr dat het ultramontanisme een gevaar wordt voor den Staat, wordt het strafbaar onze grondwet moet worden verscheurd eer er met recht aanleiding ge geven mag worden tot de klacht dat de vrijheid van godsdienst op onzen bodem gevaar loopt. Zoo zijn naar onze meening in ons gelukkig land de gevaren gebannen, die elders de maatschappijen beroeren en zal de opheffing van het vooroordeel der partij-schappen medewerken om ook onder een Ministerie Heemskerk de zegeningen te waar- deeren der grondwetsherzienig van 1848. IV. Den geest te verlichten, het verstand te bescha ven, kennis en kunst aan te kweeken, deugd en godsdienst te beoefenen, ziedaar een der eerste ken merken van het Nederlandsche Volkskarakter. In de laatste jaren is die trap van ontwikkeling snel vooruitgegaan. Sla slechts een blik rondom U- be schouw de menigte uitvindingen- zie, hoe de mensch van al wat de natuur voortbrengt, tot zijn nut gemak eu voordeel weet aan te wenden. Zoo dacht ik bij mij zelven, toen ik de prachtige plaat «Kon- stantinopel in den Amsterdamschen «Gids Paleis voor Volksvlijt,» No. 23 van 3 Juni beschouwde. Gelukkig denkbeeld van de Heeren Gebr. van Es te Amsterdam, om de Nederlanders wekelijks te doen zien, boe de nijverheid en vooral de koop handel zich ontwikkelt. Amsterdam vooral levert ons het bewijs, hoe noeste vlijt èn volharding de eeiste schreden leggen naar vooruitgang en volmaking De boerenstand moet steeds vooruitgaan- hij moet geluk, zegen èn voorspoed hebben, dan kannen handel, nijverheid en fabrijken bloeien, en allen in Nederland kunnen roemen in vooruitgang. Door dien Gids kreeg ik kennis, aan de uitmuntende, goedkoope en zeer gezonde bedden van den Heer G. J. van dc Waal te Rhenen. De Redactie Am- sterdamsche Gids had de goedheid mij een present Exemplaar te zenden en ze heeft daar goed aan gedaan. Is immer het spreekwoord waarheid «On bekend maakt onbemind' dan is het wel met zulke a 4 ii

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1876 | | pagina 1