BOMBKHBAG 22 jvkul Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Ao, 1876. 20ste Jaargang. No. 978 Het Volk en de Volksvertegen woordiging. Brieven uit Utrecht. v. SCHAGER €011 Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster Abonnementen op dit blad worden door alle Paus per jaar 3.Franco per post 3.60, Afzonderlijke nummers f 0.07 ADVKRTBüTiës van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. Naar volksheil zonder deugd te dinge Is arbeid aan een rots te biên. POLITIE. VERLOREN: een PORTE MONNAlEmet zilveren dubbele slui ting, waarin eenig geld. Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen geven wor den verzocht zich te vervoegen ter gemeeute se cretarie ven Schagen. En gij ook, Brutus mag onze Tweede Kamer wel uitroepen nu het Vaderland eindelijk ook hare wonderlinge houding afkeurt. Maar even als een slimme duivels-advocaat altijd een uit- wegje weet te vinden om de schuld van zijnen cliënt op een ander te werpen, zoo ook weten de verdedigers van onze volksvertegenwoordiging de aanklagt van hun hoofd op dat van het volk over te brengen. Als zij daarmede bedoelen dat het volk slecht, jazeer slecht gekozen heeft, dan stemmen ifij volkomen met hen in onze kiezers op het dwaalspoor gebragt door kiesver- eenigingen eu dagbladen, zijn natnurlijk de ware schuldigen sinds jaar en dag hebben wij dan ook ons volk aangemaand zich aan de voogdij der kiesvereenigingen te onttrekkenden bijl te leggen aan den voet van de vermolmde boomen en frrssche stammen iu hun plaats te stellen, maar onze stem was steeds als die eens roepen den in de woestijn, of liever als die eener Cas sandra. Maar de verdedigers van onze Kamer ge ven san hunne apologie eene andere [strekking, zij killen zeggen zie, gij volk van Nederland, zijl zelf zonder geestkracht, zonder geestdrift, zon der karakter, waarom beklaagt gij u dan dat gij een zwakke, suffende cu karakterlooze volksverte genwoordiging hebt. Zulk eene redenering is echter ten eene male valsch, de gebreken des volks verontschuldigen geen- zins de gebreken der Kamer, evenmin als de fou ten des onontwikkelden die des ontwikkelden ter verschooning kunnen strekken. Het volk is, in massa genomen, nog onontwikkeld, van zeiven kleven hem dan alle gebrekeu der onbeschaafden en onontwikkelden aan, maar de volksvertegen woordigers behooren uit dm aard tot de ontwik kelden. Wat zoude men zeggen indien onze Ka mer goed vond zich op een keer over te geven aan dronkenschap, en als ren kreet van veront waardiging daarover uit den boezem des volks op ging dan dood leuk antwoordde goede vrienden wat maakt gij een lawaai over iets, waar dui zenden en tien duizenden onder u zich minstens twee malen in de week aan schuldig maken, zie nn ben ik eerst uw ware vertegenwoordiging ge worden, kunt gij in uw eigen beeld mij als in etn spifgel niet zien weerkaatsen? Mal zoude men er van zeggen als een predikant, die beroe pen werd in eene grmeente waarvan een groot gedeelte leefde van strandroof of van smokkelhan del, zich mede ging bezighouden met zulke zaken? Zouden de gebreken der gemeentenaren dan hem ter voldoende verschooning kunnen verstrekken Wat dikwijls verschoonbaar is bij het volk is ten hoogste afkeuringswaardig bij diegenen welke juist gerot pen zijn om een beter voorbeeld te ge ven. Het is natuurlijk en daarom ook te veront schuldigen dat een eenvoudig burger of boer die een zoon heeft rijp voor de nationale militie een afkeer heeft van elke vermeerdering der militie, die de kans om er in te vallen voor dien 2ocn vermeerdert. Zijn oog, beneveld door eigenbelang, ziet op dat oogenblik in die militie niets dan een onnutte bloedbelaslingeene plagerij, die alleen bet werkvolk wat schaarscher maakt, maar wanneer de volksvertegenwoordiging even kortzig- tig is als die vader dan kan dat niet genoeg gelaakt worden. Ileel natuurlijk en daarom te [verontschuldigen vinden wij het als de inwoner van het plaatsje X wenscht dat een spoorweg langs zijne stad kome, ofschoon het over het al gemeen viij wat beter zoude zijn als hij langs Y werd gelegd, maar als een kamerlidomdat hij toevalliger wijze ook te X woonde, eveneens be krompen dacht, sprak en stemde dan zoude zijn naam vrij aan de bespotting ten prijs mogen worden gegeven. Wij vinden liet natuurlijk en daarom te verontschuldigen als een dorpsbewoner, d e van zijn dotniné's en van zijn oude tante* allerlei kwaad van roomsche priesters en jezuiten he< ft gehoord zich zonder eene speciale bescher mende wet tegen die hrlsche magten niet langer veilig waant en daarom iederen dag dien de re gering voorbij laat gaan zonder zulk een ontwerp .in te dienen haar ten verwijt doet strekken, maar eene volksvertegenwoordiging die op zulk een wet aandroi g zoude in ons oog zich schuldig rraken aan een onvergeeflijk vergrijp, daar de geschiede nis haar had moeten leeren dat het jezuitismus door wetten niet is te keer te gaan en dat de in het verborgen opstokingen eener vijandige geeste- l.jkheid vrij wat gevaarlijker zijn dan de aanvallen die zij in het openbaar doet. Eindelijk vinden wij het dood natuurlijk en daarom verschoonlijk dat rer. eerzaam winkelier, die met zijn zuur ge spaarde penningen een zoontje laai studeren meer op heeft met de zoo doodgemakkelijke faculteils- examens, dan met de staats-exainens, die te weeg zouden brengen dat zoonlief nog een jaar langer aan de academie zouden moeien doorbrengen, maar onvergeeflijk noemen wij het als eene Kamer in de vreeze over strenge exaitens deelt. De gebre ken, die de inviduen, waaruit het volk bestaat aankleven, verontschuldigen geenzins de volksver tegeuwoordiging. liet volk is toch niet bloot een verzameling van individuen, het is ook etn levend orgauisnius, het voik is niet enkel een in hel oogenblik levend wezen, maar ook een ideaalwe zen, een wezen, dat een ideaal voor oogen zweeft, en in dat ideaal alleen zijn waarachtig beeld vindt. De geschiedenis van een volk is niet anders dan de geschiedenis, van het zoeken naar zijn ideaal, zoo zocht oude Israël ziju ideaal iu de zelfopoffe rende liefde voor de godsdienst, Athcue in de litfde voor de kunsten, Sparta en Borne in de liefde voor het vaderland. Nederland zocht zoo zijn ideaal in de liefde voor de vrijheid, bovenal voor de godsdienstvrijheid Een volk levende voor de vrijheid, een volk levende om aan elk zijner kinderen in alle rigtingen de vrij heid te verzekeren, *t moet het ideaal zijn dat alle Nederlanders voor oogen zweeft, wanneer de grond', wet zegt dat de Kamers het geheele nederlandsche volk vertegenwoordigen, dan zal zij toch ook zeker daaronder het ideaal-vo'k begrijpen. En nu vragen wij is die twistende, niets dan gebrekkige dingen lot stand brengende Kamer, een afbeeldsrl van ons ideaal-volk? Waar vinden wij in die Kamer eenigen trek, die aan dit ideaal beantwoordt Geen denkend Nederlander die niet over. de Kamer denkt zoo als wij en toch laten wij dien toestand voortduren en juist hierin is bet gebrek aan energie zigtbaar, wij zijn ingedommeld, en laten Gods water over Gods akker heen vliegen. Een eerste bewijs van het ontwaken onzer oude energie zal zijn de keuze van een geheel andere Kamer. Geheel ben ik in de war- ja totaal van streek- verbeeld je, hoe brutaal daar springt me eene koe, van landbouwer Vogel in mijnen tuin, ze loopt bijna mijne pomp om, en vernielt, verwoest ja bederft mijn lief aardig tuintje. Wat aan te doen— ja wie weet raad- Arme peulen en doperwtjes Moet ik in het dure Utrecht die koopen- zeker wel— en dan moet ik tol betalen voor al die feestvreugde welke men daar heeft- en zal vieren.— Vrijdag was de stad om den Paus, Zaterd*g oin Je Koningin en nu Zondag om Waterloo geheel en al bevlagd.— Dat was me een gevlag iu Utrecht en dat zal me vlaggen zijn, den 26 dezer, de dag waarop alle Stndenlen los barsten en de een minder, de ander ineer— zijn oude lui een hoop poppen uil den zak heeft getrommeld, maar- daar deze krom misschien moeten liggen- Ja, de Heeren Studenten geven de Utrechtenaren nu handeu vol met goud— 't staat aan het postkantoor niet aiil met aangeteekende brieven en postwissels. Deukelijk zal Z. M. er nog een bediende bij moeten zetten, om de lui in dat kleine kamertje van het postkautoor, wat spoediger te kunnen hel pen.— Wat een hoop geld zal er niet verzwolgen- wat een massa schulden niet gemaakt worden, eu lat alles om een reeds dooden Karei, die een intocht in de stad doet, en nu door de Studenten wordt nagebootst. Enkele costumes heb ik gezien, en- 't is waar- ze zijn prachtig- het overtreft de verwachtig.— Nu 't is weder goed voor de Stad, de armen en de werklieden moeten ook leven, en al springt nu hier en daar zoo een rijkaard, bij wijze van ban kroet of failliet- zie dat hindert de werklieden niet.- De optocht zal 27 dezer plaats hebben, en ik zal zien er ook bij te wezen.— Haarfijn zal ik U dan alles zeggen. Weet IJ wat ik zoo vreemd vind in Utrecht de groöte lui, zien zulke aardsche menschen als wij, dorpelingen, niet eens )>an— ze beschouwen ons als lastdieien.— Ze zeggen, wij boeren zijn beeslen— ossen- ezels ja rekels.- Toch zien ze ons des Zaterdags, marktdag gaarne komeu, want van ons buitenlieden, moeten zij hunne keel openhouden.- Ze zouden rammelen van den honger als ze geen boereu hadden, die hen hielpen iu het doen verminderen hunner winkels of pakhuizen— en toch is er geen ondaukbaarder stad in Nederland bekend, dan Utrecht.— Be-teed f 100 in een kruidenierswinkel, en men zegt je niet eens dankjtEr wonen ook wel goede uieusch< n ja wel, maar zie je vriend 1 dat getal is zoo klein.— 't Was Zaterdag koe en paardenmarkt- Vee was er genoeg, doch geen lust tot koopen.- Eukele frausche kooplui waren er, met Asperensche com missionairs, doch ze deden geen zakeu. Algemeen klaagt men, dat de Utrechtsche Volksgaarkeuken zeer duur is- en vuil bovendien. Geen tafelkleed zelf over eene niet zindelijke tafel en dan zoo al- tnenschelijk duur- tegen andere plaatsen gerekend- neen! heilig Amsterdam iu alles- 't Schijnt hier opgelicht te wezen, niet om den Werkman goed eu goedkoop te doen eten, maar met de philan- tropie Menschenliefde, om zelf goederenten temaken. Een particulier richt zelf zoo een huis op— en wij hopen dat hij goedkooper zijn zal. Tivolie, ja dat is mooi— doch dan is alles gezegd met dit nog eeue prettige- eerlijke en onpartijdige Utrechtsche Courant van den Heer Bosch.- Dit blad kon beter den titel voeren van oprecht— dan Uw Haarlemsch Dames dagblad. Zaterdag hebben de Heeren onderwijzers daar vergadering gehouden en men zegt, bet m»et er duchtig gespannen hebben- de Inspecteur beeft ze de les gelezen.— Ik weet het niet, maar goed heeft het niet gezeten.— Zou Uilenspiegel gelijk hebben gehad, over den Heer Husen, die het woord voereu moest. Waar heid spreken aan te kweeken bij de jeugd doch de mau kon niet beginnen want het applaus bleef orlduren. De houderde schoolblaadjes in de Nederlanden, zullen die affjire wel behandelen.— Ik herinner mij dat die Utrechtsche schoolmannen nog al eens vaak kwetsie hebben— bij 's Koniugs kindergeschenk waren zij het ook niet eens.— 't Is ook ten ware rom melpot. In Antwerpen, Brussel, Geut enz. slaat men den boel kort en klein, en ik vices dat hier zoo iets ook zal geleuren, als die verkiezingen niet anders

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1876 | | pagina 1