Gemengde berichten.
dagen, waren de 5 kop aardappelen van 40 op
65 cents gekomen, en in een uur tijd?, was het
brood bijna overal verdobbeld in prijs.- De groote
dag breekt aan— Tiet groote leger van Xerxes stroomt
de Mijterstad binnen. Het sticht schijnt te klein te
wezen.— De Bisschopsstad kan schier de menscben
niet bevatten. Het aantal rijtuigen, is ontelbaar.
Met ongeduld slaat men te wachten, naar den ste-
vgen Dom ie ndp, of 't haast 3 uur zonde
zijn. Aan de munsterkerk staat de gekostumeerde
optocht gereed.- Karei den Stoute, vertegenwoor
digd door den lieer Nagelt, zal zijn intocht in
Zutfen 1473 houden.- Prachtig was zijn koslum-
koslbaar zijn mantel, fier zijn edel ros.- 't Heeft
dat jonge mensch, duizende guldens gekost.— On
afzienbaar was de stoet- en 't is met geen.woorden
te verklaren, noch te beschrijven, wat ge m ;er roe
men moet, de kostbare kleederen of de schitterende
wapens, vlaggen, wapenborden, den zegenwagen of
den hemel, waaronder de Bisschop liep.
Hebben de Studenten duizende bij duizenden uil-
gegeven, de Stichtenaren zijn ook niet achterge
bleven om van hunne belangstelling blijken te geven.
Om der wille van de smeer, lekt de kat de kande-
leer.— Het was laat, cn reeds 8 uur in den avond,
eer deze ontzaggelijke stoet, de hoofdstraten der stad
rond was geweest. Karei den Stoute zond zijn ad
judant naar de Oranjestraat, dat ook zijne Hoog
lieid die straat zonde passeeren. Leve Karei Leve
Oranje! Leve Willem III- zie daar alles wat
daar hooren kon. Het donderde daar, met die
geestdrift, die hartstocht, welke ge alleen hebben
kant van een volk, dat zijn Vorsl lief heeft.— Om
10 uur begon de optocht weder met fakkellicht.
Leve de Poorters van Utrecht, voor hun luister
rijke illiminatie. Deze was overheerlijk.— Utrecht
heeft veel geld verdiend, «naar het is het nu ook
waardig geweest.- Met goed eten en drinken was
de jool besloten en Woensdag was rerds lang aan
gebroken, om ook drze in eten en drinken— met
rauzitk en keuvelen te besluiten.- Gelukkig voor
de Dames— een bal besloot de pret.-Ge weet, wat
Utrecht he.ft- mooie en lieve meisjes. Jammerdal
zooveel Dametjes er zoo erg pedant, koket cn trotsch
zijn. Vooral de dochters van Professoren, Dominés
en Onderwijzers munten hieiin uit-en schijnen den
toon aan te slaan, in die kt illebrordersche stijf,
heid, waarvan Maria van R< ijgersuergen eti Maria
ïessclscbade altijd zoo zeer den mond vol van
hadden.- De heeren en boerenmeisjes om- en
nabij Utrecht— velen ec.Mer uiigezonderd, vooral
van kale mijnheeren, die de Modegids van Smit
en Noordhoff uit Groningen, niet koopen kunnen—
onderscheiden zicb zeer van hare steedsche popjes
en zijn daarom dan ook de lievelingen der Studentin.
Op 't bal liet men mij zitten- zeker omdat mijne
neus wat te groot is- want ik hoorde een student
nog zeggen, die mij aanzig-Christenen ziele, wat
een neus is dat Dat is me een kokker zeide
een ander; neen sprak een derde: 't is een schuim-
spaan of een roode kroot.— Ik groeide van toorn—
eu liep weg.- Toch bleef ik in Utrecht- bij mijne
nicht.— Hier trof ik liet niet beter- Man en vrouw
waren aan den wandil— alleen een 13jarigen knaap
te huis, die druk bezig was, rikenkundige vraag
stukken op te lossen, uit de Rekenkundige werken
van den Heer J. Notermans, te Gulpen.- De j tngen
blokte er op, want morgen middag kwam zijn
meester hem lts geven, en dan moest liet af.— Tante
helpt me eens, zeide hij- en zie, ik dacht dat ik
nog al goed rekenen kon, maar ja wel- ik moest
ook de som in den brui laten.— Dat hinderde mij
meer, dan ik zeggen kon, waarom ik den heelen
nacht er op studeerde. Nu lub ik eerst de waarde
van het uitgebreide werk iles Heeren Notermans
leeren begrijpen en alvorens eene lans te breken,
over de bewering, dat dit voor jongelieden liet
beste, duidelijkste en het meest begrijpelijke reken
hoek is, dat Nederland heeft- zou ik gaarne de
Wekker— 't Schoolblad— en Uns Onderwijs willen
verzoeken— hiervoor eens plaatsruimte af tc staan.
Mij dunkt, er is un genoeg gescholden en gehekeld
op deze of gene goede of kwade mar— dat het nu
in Nederland tijd wordt— personen te laten slapen
èn zaken te bespreken.— Zaken, die belangrijk zijn
voor 't onder fijs.—'I Is geen kleinigheid, zooals de
Heer Alberts doet, zijn pers en kapitaal te steken
in 't ui'geven van een achttal n kenkundige werken
over theorie en praktijk— dat de Hollander, die
maar stil zouden laten rusten, omdat het uit Lim
burg komt.- Moeten wij ons blijvtn neerleggen bij
Hernkes en Slrooinan, die zeggen e«n getal met
zijn eigen vermenigvuldigen en menige andere non
sens.- Neen onderwijzers het beste moet gij zotken—
en niet vragen: welk geloof beeft die man Het
beste en volledigste moet gij bézittenen wij zeggen
niet te veel, zoo gij dat van Notermans neemt, die
zijn leven geheel alleen da rop heeft toegelegd.—
Doch 't is Donderdag— en 't is eten eu drinken
nu met den senaat—volksvermaken op het Vreeburg
gejoel van o.ensclien- muziek eu vuurwerk op 't
water- theerandjes ronddeelen en baldadigheden
uitvoeren— meisjes zoenen en gekke kunsten ver
richten.— 't Is uitspattingsdag— doch alles binnen
de perken.— Ja, 't moet gezegd worden, alles is
beleefd en ordentelijk afgeloopen- en hoewel ik de
dienders hier niet acht, hebben ze toch nu getrouw
hun plicht betracht.- Ongelukken en vechtpartijen
hebben niet plaats gehad. Vrijdag is 't dag om
de ledematen- te laten rusten— de voeten met olie
te bestrijken- 't houl.1 te balsemen en de maag te
laten honger lijden en voor mij om naar huis te
gaan. Ik «as het dan ook zat.- Moet ge ook niet
naar Velsen, zeide mijn man, neenwant ik heb
een man- doch was ik weduwe, ja, zie je dan ging
ik bepaald, ge kunt nroit weten hoe een stoivertje
rollen kon.— En daaion meisjes in Scbagen, allen
na3r Velsen op 5 Juhj- of wacht ge op de groote
Vrijstermarkl Ie Barsingerhorn, mij ook goed.— Ik
eet mijn boterham Ie huis, met appel krant van
de H. II, Vink en Sipman te Hien hij Nijmegen.-
Zaterdag, weet U, matinee van de stafmuziek der
guides uil Brussel.— Des avonds concert— verlichting
in Tivoli en een soupt5.— Uit is de pret, tot over
5 jaar— neen 1 nog niet— heden Zondag gaat men
naar Arnhem, want in Zutfen is 't afgesprongen.-
Ziedaar Lezersalles wat ik weet.— 't Brood was
goed, de Volksgaarkeuken slecht en duur.— 't Bier
tamelijk— de kamers op de voornaamste straten,
werden voor goud verhuurd.— Orde en inschiklijk
heid was er algemeen.— Duizende bij duizende
guldens zijn verteerd.- Mijn man, gaf me goed wat
geld mede en ik bracht geen scheercenten terug-
alleen een zak theerandjes van Rt-nnes en kon mijn
waarde man alleen zeggen— dat een student ahj
op Vreeburg omhelsd en gezoend heeft, terwijl pen
ander in Tivoli op mijn kokkert schimpte.- Ziedaar
mijn verhaal- met mijne Novelle ga ik nu begin
nen.- Gegroet.
W. 1 Julij 1S76.- P. v. O.
iNgKZONDBN.
Het verzoek om gratie, door Jut voor zijne
tot 12 jaren tuchthuisstraf veroordeelde vrouw in
gediend is afgewezen.
Aan den uitslag der bekrooningen der land
bouwkundige Tentoonstelling te Amsterdam ontlee-
nen wij hel volgende:
Afd. fokvee. Spriigstieren Ned. ras, 2de prijs
f30, 11. J. de Haart, Oosterblokker: prijs van de
Vereen. Holl. Nooi derkwartier f '.00, J. Wit, alid
woud. Melkg. koeijen, zuiver NeJ. ras, 1ste prijs
f 80 dezelfde. Idein schotten id. 2de prijs f 30
Jb. Clay, Verkliout. Kuispinken of hokkeliiigen id.
1de prijs f 15, Jlir. J. H. v. Foreest v. d. Palm,
Anna Paulowna. Springrammen, Eng. ras, 1ste pr.
f 35, K. Rezelman, Winket. Melkgevende foksrha-
pen Tcxelsch ras, 1ste pr. f 25, dezellde. Idem
Eng. Ras, 1ste pr. f25 H. J. de Haart; 2de pr.
f 10, K. Rezelman. Tot opluistering K. Rezel
man bestuursprijs, voor een Engelsche Ram.
Aan de harddraverij met paard en sjees die
te Amsterdam gehouden is bij gelegenheid van liet
3'.'stc Landhuishouiikuudig cong-es werd deelgeno
meu door 20 paarden. De winner van den prijs
ffiOO was het paard Graaf Adolf. van G. J. Ritzema
van Garstliuizeit. De tweede prijs f 250 werd be
haald door liet paard NV ilhelinina, van H. van
Haaren, van Amsterdam, en de derde prijs f 125
dooi liet paard Viorno, van G. Bareudreclit te
Barendrecht.
Niet lang geleden lag te M., een gamizoens
plaats van den tweeden rang, een jeugdig verdediger
des vaderlands dronken in du guot. Een patrouille
kwam voorbij en bracht hem naar de kazerne, waar
hij in de policiekauier werd gedeponeerd om zijn
rees uit te slapen.
Den volgende morgen moest de delinquent op
't rapport komen. De kapiirin ziet hem ten paar
sekonden heel har aan, en zegt daarop
'Hoe heet je, kerel
Karei Verknolle, kapitein.
«Je bent milicein, niet waar? En gister-avond
flink dronken geweest?/
„Om u te dienen kapitein.'
N\ at, vent, denk je dat je mij daar een piei-
zier mee doet? Hoe kwam je er toe je zoo liederlijk
te bedrinken, was het omdat de Koningin jarig
was?' 1
Neen, kapitein, maat ziet u, al ben ik maar een
milicien, ik wil toch mijn best doen om een goed
soldaat te zijn.'
f NV at bli< f je
'Ja kapitein, verleden week heb ik in de cou
rant gehzen, dat een van de heeren van de Tweede
Kamer, die nog wel hoofdofficier is geweet, en
het dns goed weten kan, gezegd heeft, dat de
doordraaiers de beste soldaten zijn. Nu beb ik ook
willen proberen, hoe ver ik het in die kunst kan
brengen; heel best ging het nog met, want met
het zesde slokje kreeg ik a! een ferm stuk in den
kraag, vrind Verknolle keek zoo ernstig als een
cathechiseermcester.
NN il ik je eens een goeden raad geveu kereltje?'
«Asjeblieft, kapitein I'
«Je inoet voortaan maar niet zoo letterlijk op
vatten wat daar in den Haag wordt vertelt. Die
heeren daar praten maar wat, zonder dat zij zelvcn
welen wat ze zeggen. Ontbond dat.«
Donderdag avond is te Harderwijk een ko
loniaal tengevolge van het overmatig gebruik van
sterken drank plotseling doodgebleven. In een
paar uren tijds had hij ruim 30 glazen jenever ge
dronken. De beschonken kolonialen, die men te
Harderwijk ziet,zijn ontelbaar, doch als iedere herberg
wat wil verdienen en zij verdienen veel is
dit geen wonder, daar men er legenwoordig 120
kroegen heeft, welk getal in 1875 ruim 80 was.
Men verneemt dat bij de hardglasfabriek van
de firma Jeekel en Co. te Leerdam eer.e fabriek
zal worden gebouwd ter vervaardiging van wit glas
welk fabrikaat dan onmiddelijk gehard zal worden.
De luchtreizigers zijn dezer dagen niet ge
lukkig. Gndard, die tegenwoordig in Berlijn is,
verloor bijna 'l leven bij een opstijging, daar er niet
vo'doende gas te krij gen was. Aanvankelijk wilde
hij den tocht uitatellen, maar het publick, dat van
2 tot 8 ure gewarht had, werd zoo dreigend, dat
hij besloot den tocht te beproeven. Zonder ballast
of eenig voorwerp dat niet gebiedend noodzakelijk
was, klom hij in het schuitje, en na velerlei po
gingen gelakte hel hem den ballon een weinig te
doen rijzen, doch niet genot g om boven de huizen
te komen. Toen nu een windvlaag den half gevul-
den ballon als in zeil veranderde, werd hij met het
schuitje tegen de daken en schoorsteenen geslingerd,
zoo lat hij zich ernstig bezeerde. Reeds wilde hij
den gevaarlijken sprong naar beneden wagen, toen
de ballon in een boom verward geraakte en de rei
ziger 't geluk had naar beneden te kunnen klim-
rneu.
Blijkens berichten uit Mainz van 24 Junij,
heeft de Rijn in de nabijheid dier stad groote
verwoestingen aangericht.
Ten gevolge van den sterken stroom en feilen
waterslag, hadden de dijken in de nabijheid van
Eich en Gimsheim beneden Maintz zeer veel ge
leden, zoodat zij den 23 zijn bezweken. In een
wijden omtrek staan de velden en akkers onder
Eich, Gimsheim, Gunthersblum, Ludwigshöhe, Dien
heim, Oppenheim en Nierstein, onder water. Meer
dan 2 Meter hoog bedekt het water die gansche
streek, zoodat slechts hier cn ginds de toppen der
boomen boven den waterspiegel zich verheffen. De
doorbraak was zoo groot, dat binnen weinige mi
nuten de gansche laag gelegen vlakte hoog onder
water stond. De veldarbeiders moesten in allerijl
de vlucht nemen, met achterlating van al hun
gereedschap, wagens paarden, enz.
Ook andere naburige plaatseu worden met gelijke
gevaren bedreigd.
Voor een vrederegter in het verre westen van
de Vereenigde Staten moest een gewezen soldaat,
die in den oorlog beide armen verloren had, getui
genis afleggen. De griffier was juist begonnen met
de voorlezirg van de eed-formule, toen de regter
hem in de rede viel met de opmerking, dat de
getuige zijn regterhand moest opheffen. Dit was
natuurlijk onmogelijk en evenmin kon hij zijn lin
kerhand gebruiken, daar hij ook deze niet meer
bezat. De regter liet zich evenwel niet van zijn
stuk brengen en riep uit: „Dan moet hij het
regterbeen opheffen, een getuige mag niet beëedigd
wordpn zonder dat hij iets omhoog houdt. Aan het
voorschrift der wet moest worden voldaan.' Zoo legde
dan de getuige, tot groot genoegen der aanwezigen,
den eed af, staande op een been en met het andere
zoover mogelijk omhoog.
Men schrijft uit Amsterdam d.d. 29 Junij
De verschrikkelijke donderslag, die hedenmorgen
te ongeveer 7 uur al de slapende Amsterdammers
ten bedde uitjoeg, en vele bewoners aan de zijde
der Ufrechtschepoort in den waan deed verkeeren,
dat de easfahriek in de lucht was gevlogen, was
vergezeld van bliksemschichten, zooals we die hier
ter stede slechts zelden gezien hebben.
De schoorsteen op het huis des heeren J. J. Wit-
sen, hoek NYesteinde en Wissenkade, werd door
den clectiischen stroom omvergeworpen en met
donderend ge>> raak stortte hij op de daken der
naastliggende huizen neder.
Op den zolder werd het binnendeel van den
schoorsteen totaal uit elkander geslagen, eu in alle
kamers die met deze rookgeleiding in verbiuding
stonden, werden de ijzeren dekseltjes die in de
schoorsteenen zaten, met geweld op de grond gesme
ten.
In de keuken kwam de bliksem door een muur
heen, waar hij een gaspijp blootlegde, die onbescha
digd bleef. Twee dienstboden, die ontbeten vlak
onder de plaats, waar de bliksem den muur stuk
sloeg, zageu hunne boterhammen, versteenen, daar
de stukjes steen, die uit den want vielen, tot diep
in het brood doordrongen De bliksem ging hoogst
galant tusschen de beide meisjes door, zonder
ze te deeren, en door een geopend raam verdween
hij in den tuin.
»Het was net een vuurpijl, die in de vrije lucht
gekomen in drie sterretjes uiteenspatte", zoo luidt