»8I»BR»AB
25 Mm MM.
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
Gemengde berichten.
Ao« 48
21sle Jaargang;.
No. 1009
nekenrimaking.
Iets over lezingen.
SCiïAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wor<l'
met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager
marklberigt den volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post 8.60,
Afzonderlijke nummers f 0.07}
ADVERTENTiës van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biêu.
Postdirecteuren en Roekhandelaren aangenomen.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
noodigen bij dezen belanghebbenden uit, die over den
jaren 1876 van de gemeente iets te vorderen heb
ben hunne rekening vóór of op den 1ste Februarij
a. s. ter plaatselijlijke Secretarie in te leveren.
Schagen den 2de Januarij 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER,
De Secretars,
DENIJS.
M en kan in bet tegenwoordig saizoen bijna geen
dagblad inzien, waarvan men niet uit onderschei
dene, schier onbekende plaatsjes vindt vermeld dat
deze of gene spreker er heeft gelezen. In zulke
berigten vind ik een gunstig teeken voor onze
volksbeschaving, zij leeren ons toch dat die be
schaving in alle hoeken van ons land hare tolken
heeft of zendt, dat op alle plaatsen de zaak le
vendig is, om iels goeds en nuttigs te hooren en
zonderling, terwijl de kerken in den regel telken
jaren minder bezoekers vinden, krijgen die le
zingen steeds grooteren loop. De oorzaak van dat
verschil is niet moeijelijk nategaan, naar de kerk
gaande moet men zijn geweten en godsdienstzin
mede nemen, maar bij lezingen als zaken van uit
spanning kan men die thuis laten. De onderwerpen
door lezingen nagaande heb ik gevonden dat
soms over natuurkunde, soms over staathuishoud
kunde, enkele keeren over een zedekundig onder
werp wordt gelezen, maar dat zelden of nooit uit
de geschiedenis een stof wordt gekozen en dat
overigens drie vierde gedeelte der lezingen in
eenvoudige verhaaltjes bestaan. De lezers van
verhalen vinden overal het meeste bijval, Cremer,
Piet Paeltjes, Koopmans van Boekeren, de Veer,
Greve en wie niet al meer trakteeren ons volk op
zulke verhalen. De vertellingen zijn in den regel
aardig om aantehooren, en hebben eene zeer ze
delijke strekking, maar naar mij voorkomt is er
toch iu dit eindeloos vertellen iets dat ons volk
kinderachtig moet maken.
Geeft kinderen (zegt vader Cats) zoete koek en
vrouwen zoeten most,
Maar al wat op de tonge bijt is regte mannen-
kost,
en mij dunkt, dat mag ook op de lezingen wel
van toepassing zijn. In die verhaaltjes steekt,
buiten de vaak fraaije omkleeding, meest zoo
weinig in, de stijl is meest los en bevallig, maar
mist pit en kern.
Een stijl zoo als die van Hoof' en onzen nooit
overtroffen Puttgieter als grbijtcld uit marmer, deugt
over zalke verhaaltjes niet, men u ort wel over
bijval vinden, gemakkelijk te begrijpen pikant,
geestig en hier en daar gevoelig zijn. Bij het luiste
ren naar zulke lezingen blijft het verstand in
dommelingen rust en ziedaar etn zeer gevaarlijke
zijde. Geen ware volksbeschaving die zonder kracht I
en degelijkheid kan bestaan. ij leven in een eeuw
waarin de gijmnastie teiegt wordt gehuldigd. Tot
de goede ODtwikkeliug van den ligchaamsbouw onzer
knapen is inspanning en oefening der spierkracht 1
volstrekt noodig, maar met den geest van het
volk is het niet anders.
Eene natie, die geen andere lezingen hoort dan
d'.e waarbij zij zich niet behoeft intespannen om
ze te vatten, en geeu andere boeken leest, dan
die ze bij den eersten aanblik geheel begrijpt, moet
op den duur verslappen. Zeker ik wil de dicht
en schrijftrant van Hooft, Huighens, Bilderdijk,
Staring, Kinker en Pottgieter, geenzins in alle
deeleo, aanprijzen als model om n»tevolgen,*maar
toch zoude ik ons volk beklagen als alleen bet
kernachtige en vaak moeijelijk te begrijpen ln
hunne woorden het afschrikte oin ze voortdurend
te lezen, en toch vrees ik dat de verhaaltjes manie
ons dat gevaarlijke pad doet inslaan.
Men leze eens eene der schoone lierJicbten van Bil.
derdijk of Kinker of een der verhalen van Pott
gieter, wat zijn zij, in den beginne althans, moei
jelijk te begrijpen, wij zijn als op een stroom,
waar de golven links en regts om ons heen spuiten
wij weien niet waarheen wij ons zullen stuweu,
naauwelijks zijn wij de eene golf te boven of eene
andere komt ons overvallen, wij voelen het dat
wij met geesten te doen hebben, die boven ons
staan, geesten die hun eigen logica volgen en niet
dte van het algemeen. In den omgang met zulke
geesten voelen wij ons zeiven veriteffen. De moeite
die wij hebben om zulke stukkeu te begrijpen
loont zich spoedig zeiven. Terwijl onze heden
daagsche verhaaltjes niet anders dan allegaartjes
spelen zijn, z in zulke stukken als het schaakspel.
Men moei er bij denken, berekeningen maken,
zich inspannen, maar ziedaar juist voor den d<
gelijken man een bron van genot. Maar wat wilt
gij dan, vraagt men mogelijk, wilt gij den mond
der lezers doen verstommen, wilt gij de catheders
terugbrengen naar de plaats van waar zij van daan
kwamen en waar zij hooren,-de scholen Geenzins,
maar ik wil aan die lezingen, geen overdrevene
waarde gehecht hebben. Men spreekt van de
kracht des leveudeu woortls, in tegenstelling van
het onbezielde des geschrevenen, ook ik wil die
meerdere kracht niet ontkennen, ofschoon de voor-
dragt soms meer strekt om den indruk te ver-
flaauwen dan te verhoogen, maar toch zou ik met
volle gerustheid durven beweeren dal onze volks
beschaving meer op boeken dan op lezingen moet
steunen. Wil men dat de kracht van het levende
woord er bijkome, het zij zoo, inaar men volgt
dan het voorbeeld der va Ier-d na, de huisvader
leze dan zijn gezin de stukken voor. De degelijke
en uiigcbrtide kennis onzer vaderen in de 17e eeuw
steunde op het lezen van boeken en de voorlezing
door den huisvader, men kon toen morijelijker
stukken verduwen, omdat men alles kon herlezen.
Over het algemeen kan men bet als een groot
gebrek van onze wetenschappelijke kennis beschouwen
dat zij algemeenen inaar geen diepen grond heeft.
Ontleend aan tijdschriften en couranten is zij zonder
inspanning verkregen, en daarom ook bijna zonder
waarde. Slechts de kennis die door ernstige naspo-
ringen en nadeuken wordt ingeoogst, heeft voor
den inensch waarde. Ik vrees dat de lezingen alleen
hel gevolg zullen hebben dat ons volk allengskena
het populaire wetenschappelijk gepraat voor de ware
wetenschap, en oppervlakkige verhaaltjes voor ware
poësie zal houden.
Door het polderbestuur van Burghorn, ge
meente Schaden is, in de plaats van wijlen den heer
A. J. van Cantfoit, tot secretaris benoeuid de
heer P. Fuis Jnz.
Aanstaanden Ziterdag den 27 dezer des
avonds ten 7 ore zal de heer G. J. Hengeveld
leersar aan de veeaarisenij school te Utrecht, te
Schagen ten huize van den logementhouder A. Steen
man voor de leden der afdeeling Schagen van de
Hollandache Maatschappij van Landbouw, eene
voordragt houden.
De leden der omliggende afdeelingen, hebben
tot het bijwonen dier voordragt, vrijen toegang.
Een in Londen levende olifant werd daar
ten wtldoener der menschheid. Een zwaar beladen
omnibus bleef onlangs op een avond in een straat,
dié gerppareerd werd, steken, en de paarden spanden
zich vruchteloos in om het zware gevaarte weder
in beweging te brengen, ofschoon de helft der pas
sagiers was uitgestegen. Toevallig kwain een Van
de olifanten, die door den prins van Wales was
meegeno nen, uit Indtë, met zijn wachter voorbij.
Op een wenk van den oppasser drukte het dier
zijii kop tegen den achterkant van den .omnibus
en in een oogwenk was het voertuig weer in be
weging,
De justitie heeft te Huizum, „Friesland#
zich me.t een «onderliug voorval moeten inlaten.
Er werd til. ontdekt, dat een schip persvrouw reeds
eenigen lijd had verborgen g houden dat haar «nau
overleden was, ounlat zij vaii het dierbaar lijk niet
scheiden kon.
Middel tegen winterhanden en wintervoeten.
Misschien is hel voor 't oogenhlik overbodig,
middelen tegen de/.o kwaal meê te deelen. Het
schijat wel, dat de winter, na-lat hij ijjdens de
Kerst dagen even kwam kjjken, ons dit jaar niet
meer bezoeken zal. Maar hij kan uog wel komen,
en met hem het lastige en pijnlijke euvel, dat
wij hierboven noemdeu. Onder alle middelen, welke
lot hiertoe tegen winterhanden en wintervoeten, ook
als er 0|ieu wonden ontstaan zijn, werden aaubevolen,
heeft er geeu zoo goed succes gehad als eene op
lossing van 1 gewich'sdeel gesneden kamfer in 4
gewiohtsdee'en warme lijnolie. Door de ontstoken
plek daarmede dikwijls it: te wrijven, verdwijnt
gewoonlijk de piju reeds in drie dagen geheel, en
houdt men het dan nog acht dagen vol, dan is
geen spoor van roodheid uieer waar te nemen.
De Nederlajidsche vice-consul te Carlhagena
(Vereenigde State» vau Colutubia), de heer Moreno
en zijn zoon, riju, naar men aait den Messager
(ranco-américaiu schrijft, den 8sten December ver*
moord geworden. De zoon, die des avonds op een
bauk op een der openbare wandelplaatsen was gezeten
werd inet dolksteken vermoord. Tegelijkertijd werd
door een groep mannen iu de nabijheid op de
voorbijgangers geschoten. De heer Moreno werd,
toen hij zijn zoon te hulp wilds komen, met sa
bel houwen doodelijk gekwetst. Hij stierf spoedig
daarna. Twee uren later werd een rijk inuoner
vau Charthagena door oioordeuaara aangevallen en
in eeg kamer van een apotheker, bij wieu hij ge-
vlucht w?s, in koelen bloede geworgd.
De moordenaars ziju gevangen genomen.
Meu verwachtte dat de Nederlandsche Regeering
de noodige voldoening zou eischen.
De rechtbank te Wiesbsden in Duitschland
heeft Jen 22 der vorige maand een molenaar, die
meel roet zwaarspath had vervalscht en verkocht,
veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf, 1000
Mark (f 600} boete, en verlies van burgelijke rechten
voor 1 jaar, zi,n helper tot l maand gevangenisstraf,
beiden in de kosten, Zoo in ons lsud «ettelijke
bepalingen bestonden, tegen het opzettelijk verval-
schen, hoe menigen zou het lot van deze twee
bedriegers deelen; doch wellicht waren spoedig de
vervaLchingen minder, die thans op ongeloofelijk
groote schaal onbeschaamd plaats hebben.
Voor eenige dagen vermiste iemand te Utin-
geradeel een gouden horloge. Beden van vermoeden
was er tegen niemand; gemakshalve verdacht men
een koopman, die dien dag had rondgeloopen met
sinaasappelen; er kwam een oploopje en de koopman
werd uit eene herberg gehaald, en ofschoon er
niets bij hem gevonden werd en hij hoog en duur
zijne onschuld betuigde, naar den toren gebracht,
waar hij dien nacht op stroo doorbr cht. Morgeus
werd bij ontslagen, omdat hel horloge terecht ge
komen was.
Zoo iets gebeurt hier te lande, en dan roept
men wraak over Ru menie.
Een der conducteurs op den trein, die in de
vorige week van Gronau naar Enschede stoomde,
mag waarlijk van geluk spreken. Hij zag op den
spoorweg een hondje loopen en terwijl hij, nienws-
gterig naai den afloop, naar het hondje keek, had