til MKL
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
ÖOMBERÖAC
Ao 1877.
21sle Jaargang.
No. 1027
Bekendmakingen.
IIEDEN en MORGEN.
SCHAKER fSIHAAT
Dit blad verschijnt op Woensdag «vonddoch wordt
met een bijvoegsel bevittende het jongste Schager
marktberigtden volgenden avond venonden aan hen
die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.60,
Afzonderlijke nummers f 0.07J
ADVBRTtsTiëx van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder /0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aau een rots te biêu.
Politie-
Vermist TWEE LAMMEREN.
gemerkt het eene wet een roode stip op het oor,
en twee roode stippen op deu rug, en het andere
met een teerstip, van af de schoft lot over den kop.
Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen verstrek
ken worden verzocht zich te vervoegen ter gemeente
secretarie van Schagen.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen
Brengen naar aanleiding van art. 228, alinea 2
der Wet van den 29 Junij 1851, [«taatsbladNo.
85} aan belanghebenden in herinnering, dat alle
vorderingen ten laste der gemeente, zullen moeten
ingediend zijn binnen zes maanden, volgende op bet
jaar waarover dezelve loopen en dat bij g.-breke
daarvan, die voideringen zullen verjaard en vernietigd
zijn.
Wordende dus allen, die nog eenige vordering ten
laste dezer gemeente mogten hebben, over den jare
1876, uit genood igd die vébr den 30en junij a.s.
in te leveren, teu einde zich daardoor voorde nie.
tigheid en verjaring er van, te vrijwaren.
Schagen den 29 Mei 1877
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER
De Secretaris,
DENIJS.
ran
Brandspuitdienst.
Burgemeester en AA elliontlcrs
Schagen
tinken bij «leze hekend, dal op Za-
turdag tien 9 Junij aanslaande, des na
middags ten 6 uren, op de Marktplaats
aldaar, proeren zullen worden geno
men inet de
ROODE en BLAAUWE
BRANDSPUITEN
en roepen daartoe op al het dienst
doend personeel bij genoemde spuiten
om op dien dag voor of op gemeld
uur aldaar tegenwoordig te zijn op
verbeurte eener boete van EE'N GUL
DEN voor ieder afwezige, welke boete
voor de hoofdlieden wordt verdubbeld,
Schagen 29 Mei 1877.
Burgemeester en Wei houders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secreiaris,
DENIJS.
vooralen is tui «te fn het voorgaand artikel vermelde voorwerpen
Ik', wicni kleeding- of nitrustingstnkken, by het onderzoek
niet in voldoenden «taal werden bevonden
de. die kleeding- of nitrustingatnkkea, aaneen ander behsorende
al» de zfine vert -int.
Art. 142. 1» de verlofganger, wien krmrhten» het voorgaand
artikel arrnt i» opgelegd, bij het onderzo.k tegenwoordig, dan
kan hij dadelijk onder verzekerd ge'eide in zrreat worden gebracht;
la hjj niet tegenwuordig en omlerwtrpt hij zich niet aan de
hem opgelegde straf, dan wordt hy, op wbriftelijke aanvrage van
den milltieo-onmiiitsaris, te rigten aan d.-n burgemeester der woon
plaats van dien verlofganger, aangebonden en onder verzekerd
geleide naar de naaatbjj gelegen provoost rf het naastby zijnde
huis van bewaring of arrest overgebmgt.
Art. 143. Onverminderd de straf, in art 141 vermeld, is de
verlofganger verpligt, op den daartoe door den militie-commissaris
te bepalen tyd en plaats, en op de In art 140 voorgeschreven
*3ze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht.
Art. 144. l>c verlofganger, die zich by herhaling schuldig
maakt aan het feit, zub. 4o van art. 141 bedoeld, of niet over
eenkomstig art. 143 voor den milgieeouimissaris verschijnt-
of, aldaar verschenen zijnde, in het geval verkeert, anb. 2o en
8o van art. 131 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en
van drie tot zes maanden gehouden.
Art. 145. He verlofganger der militie, die niét voldoet aan
eene oproeping voor de werkelyke dienst, wordt als deserteur
behandeld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, vermanen allen wie
dit aan-aat om, do-r in achtneming Van hunne verpligting, zich
voor onaangenaamheden en straffen te vrijwaren
S« hagen 29 Mei 1877.
Burgemeester en Wel houders voornoemd,
G. J. MULLER
De 8"crelaris,
DENIJS.
Brandspuitdienst.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
Brengen ter kennis van het dienstdoend per
soneel
dat wegens vertrek, eervol ontslag is verleend
aan den Officier van de Einmerdragers bij de blaauwe
spuit Pieter Kant, en in diens plaats is benoemd
Cornelis Langerijs.
Schagen 29 Mei 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secretaris.
DENIJS,
Bevolking.
TRIJMJE ROSSEN,
den 25 April II. uil de gemeente Barsingerhorn
gekomen, wordt in haar belang aangemaand zich
zoo spoedig mogelijk te vervoegen ter secretarie
van Schagen.
NATIONALE MILITIE.
Orderzoek van Verlofgangers te lande.
Burgemeester en Wethouder» van Schagen, brengen ter lennia
ni dé in die gemeente Terblijf b- udende Verlofgangers dar
Militie te land, beboorende tot de ligtingen 1373. 1874, 1875 en
1876. voor zooverre zy voor den lste April 1877 in betgenot van
on oep»«ld verlof wuren gesteld dat zij zullen hebben tegenwoordig
te ziin hjj het onderzoek hetwelk zal plaats hebben te (schagen
op Dondenkg den 21 Jnny 1877 de» voormiddags ten 10 ore,
ten Rvvdhnixe aldaar.
Wiiders worden aan lelaaghebbenden in herinnering gel,ragt
de navolgende bepalingen uit de Wet op de Nationale Militie van
19 Augustus 1861 Staatsblad Xo 72).
Art. ISO. Het Crimineel Wetboek en het Beglemeat
i de m
Onder dezen titel nam de G ids in zijn Janu
ari nominer van dit jaar ren belangrijk artikel op
van professor J. T. B u ij s. Trouwens, van die
keurige hand is enkel uitstekend werk te verwachten.
Daarin wordt naar aanleidiug der bekende brochure
van Mr. O. B. „De crisis en de toekomst der
liberale partij" uiteengezet, wat deschiijver rekent
het heden en morgen der liberale partij ie
zijn. Vooral in deze oogenblikken is deze vraag
hoogst belangiijk. De volgende maand zal de kie
zers oproepeu tot hernieuwing van een deel der
Tweede Kamer. De leider der liberale partij, de
heer Kappeijne, heeft in een zijner laatste
i redevoeringen de hulpeloosheid van ons Ministerie
mans.iu™ beweerd iriaar verklaard, dat de nitspiaak daarover
Krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op
pen der Militie te land, die ziek onder de wapenen, bevinden, aan de kltzers behoorde en DIJ daarom op h e d e 11
Tan tcepwssing en met opzigt tot de verachilkidv geTalkn van geen strijd zoeken wilde
desertie op al de by de militie te land inralyfden
Die manschappen worden ge-acht onder de wapenen te xijn:
lo. Boolang xg xkh bij hun torp* berindea:
2o. gedurende den tijd, dien het in art. 138 bedoeld onderzoek
duurt; f
3a in het algeaeeo, wanneer xij in uniform xijn gekleed.
Art. 140c Dè verlofganger rertchgnt bij het onderzoek in wa| *uriK verlangen, een nationaal mini-
uniform gekleed, en voorzien ran de kleding- en uitruatikg V
stukken, htm bg zgn vertrek met Terlof medegegeven, van zjn Si ene - Btdenkelhk uorut het *0 woord op deze
Niet zooder ongerustheid verbeiden wij het
morgen; wel rekenen wij dat de liberale partij
versteikt in de Kamer terug zal komen, maar zal,
wanneer dit het geval is, zij ons kunnen geven,
>tp«s. vraag wanneer wij het bedoelde Gids artikel ge
leien hebben. Daarin t«h wordt op eene fo„t
otf<ost of het r.2astl-gzgtde huis t«u bewaring of arrest, door ge*ezen# die bet credo der J.Derale partij gf-
zakb-eki-- e« T!LD «Sn verlof
Behon^i
n
D miimwcemmis^riaWeu-epgekgdlaan dm vcslafeuf*- vaailijk maakt voor de toekomst van ons land.
lo die zonder geldig" rvd.E m«t by bet oucerzoek verschijnt; J
2o. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden, niet Slechts éeue wezen.ijk ze..;tandlge macht, heet het
in dat artikel, wordt door li-ar in den Staat ver
langd, daarnaast enkel afhankelijkheid. Die eene
zelfstandige acht is de Tweede Kamer regeering,
Eerste Kamer, publieke openie, alles wordt die
zelfstandigheid ontzegd. Men begeert dus eene Ka
mer regeering welk stelsel hier te lande terug
voeren moet tot de zegepraal der oude staatsgezinde
partij. Deze richting toch moet ziali onder de be
staande omstandigheden kanten tegen het gezag
van het huis van Oranje, hernieuwt al» het ware
de acte van sec I u si e en wakkert bijna vergeten
twisten op nieuw weder op. Deze in het verleden
zoo veel kwaad gewrooht hebbende verdeeldheid
dreigt op nieuwde zegtningen van het heden
norden opgeofferd aan een morgen dat zelfs alleen
de slechte zijden van het verleden hebben kan.
Het tragische tafereel van van Lennep, E1 i-
sabeth Mosch teekent ons de W i tt als
het hoofd der Staatsgezinde partij. Wij herinneren
ons uit de dagen toen deze roman verscheen, de
opmerking dat van Lennep in de Wilt den Thor
becke dier dagen had willen schilderen. Zijn er
voor zeker trekken tusschen beide Staatslieden
gemeen, welke bij dc lezing van dat schoone
boek in het oog springen, men zou zoo wel in
het karakter als in de Staatkunde van Thorbecke
mistasten, wanneer wij den de Wilt volgens van
Lpnnep, den Thorbecke van 1850 hielden. Zulke
hevige, aanvallende middelen als de Wilt juist in
dien roman bezigt, lagen geheel buiten Thorbecke'»
karakter. Terwijl deze toch aan de volks opinio
haar rrcht gunde en haar zijne meening niet wilde
opdringen, was Jan de Wilt een voorstander van
het stelsel, om het. koste wat het wilde, niet alleen
yijn beginsel te handhaven maar op te leggen aan
liet volk. Doch voooral wordt de Staatkunde van
Thorbecke bij die beschouwing geheel miskent. Het
is Thorbecke's roem voor het eerat in onze geschie
denis Staats en prinsgezinde partij vereenigd te
hebben; en uit de afhankelijke dcelen der oude
republiek één Staat gevormd te hebben. Naast de
macht der vertegenwoordiging, niet ineer van sleden
of provinciën, maar van het geheele volk zou die
staan van den Koning, mede als vertegenwoordiger
des volks en in de onafgebroken samenwerking dier
beide machten werd de behartiging van het natio
naal gezocht. Heftig dikwijls is Thorbecke tegen de
beschuldiging van een bedekt republicanismevaak
is hij als kampioen van het koningschap opgetreden,
zoo wel tegen vijanden die liet aanvielen, als tegeu
vrienden die het miskenden.
Het stelsel van de Wilt grondde zich, gelijk
bekend is, op de uitsluiting van het huis van Oranje.
Schoon in veel grootere mate dan elke vertegen
woordiging de persoon van den prins van Oranje
de wezeidijke veitegenwoordiger der natie was, voor
zoo ver er toen van eene natie sprake kou zijn,
toch wilde de Witt zelfs de regeering niet dtelen
met hem, omdat hij van die zijde overschrijding
van macht vreesde en omgeven door de inonarchiën
der 17e eeuw geen onderscheid kende tusscben
medewerking van persoonlijke macht en eenhoofdige
regeering. Wat de ilt niet mogelijk dacht, is in
1848 mogelijk gemaakt. Een regeering met, maar
niet door, maar ook niet zonder Kamer.
Thans echter wordt, merkt professor B u ij s op,
tegen die Grondwet gereageerd. De Kamer zal
regeeren, de Ministers zullen buigen, de Koning is
een pop. N\ ij duchten van deze theorie de grootste
gevaren en vreezen maar al te zeer de juistheid
der opmerking van den kondigen schrijver. De
geheele meerderheid van de Kamer meent zich, zoo
zegt hij, gouvernementeen groot ministerie van
4't 50 leden en een uitvoerend comité iu de
personen der Ministers. Hij brengt in herinnering
de uitdrukking van Thorbecke, wij hebben hier een
A' o n i n k 1 ij k Ministerie en geeli iu d.e volgende
woorden niet zonder eenige sa'ire de diepe betee-
kenis dier benaming terug. Thorbecke, uie enkel
een practicus, maar ook een gelukkig beoefenaar
van bet Staatsrecht, sprak van etu rkoniuklijk mi-