BIJVOEGSEL
Brieven uit Parijs.
SCIIAGEll COURANTvan Donderdag 25 October 1877-
1
BEHOORENDE TOT DE
Parijs 2 0 October 1877.
Flet is nu ruira 80 jaren geleden, dat een
slacbter, die maar met geen mogelijkheid in de
klanten scheen te kunnen komen, op de gedachte
kwam om van het vleesch, dat hij overhield bouil
lon te koken en die deels uit te slijten, deels
bij zich aan huis te laten gebruiken.
Het oogenblik om die proef te nemen was
uitmuntend gekozen. De bouillons h o 1-
1 a n d a i s, dat wil zeggen een soort van restau
raties, waar hoofdzakelijk, zoo niet uitsluitend, voor
billijken prijs bouillon te verkrijgen was, en «aar commissie anderzijds de meest gewenschte overeer-
soep te verkrijgen.
Maar genoeg hiervan, ge zoudt anders misschien
zeggen, dat mijn brief ook tamelijk soeperig was
en die kwalificatie zal ik steeds zooveel mogelijk
trachten te voorkomen.
Met de groote tentoons'elling gaat het goed
vooruit; zelfs met reuzenschreden vooruit. De po
litieke toestand moge ook m>g zoo gespannen zijn
en op alle takken van handel en nijverheid als met
looden hand drukken, zoodat wij, volgens meeding
van velen, als op een vulkaan wandelen, niets wat
met de tentoonstelling in verband staat lijdt daar-
onder. Te dien opciihte bestaat (usschen de Re—
geering eenerzijds en de industrieelen, eu de
mede, op initiatief van een hollander, Parijs lan
gen tijd als overdekt is geweest, de bouil
lons hollandais, zeg ik, begonnen hun
reputatie te verliezen en de eerste groole wereld
tentoonstelling was op handen en zou dus dui
zenden vreemdelingen herwaarts brengen, waaron
der er ook stellig veel zouden zijn, die gaarne
's middags iels goeds w ilden hebben, zonder daarvoor
lieel veel geld te willen uitgeven.
De ondervinding leerde onzen slachter al spoedig
dat hij niet verkeerd geoordeeld had, zijn bouillon
had beter aftrek dan zijn vleesch, zijn établis
sement de bouillon viel in den smaak,
hij moest het spoedig vergrooten, een tweede en
derde openen en aldra had zijne vinding geheel
en al de plaats ingenomen der door onzen land
genoot in het leven geroepen bouillons hol
1 a n d a i 8.
Die man was Du wal, de millionair die
Duwal, want dat is hij later geworden.
Inmiddels hebben zoowat alle slachters zijn voor
beeld gevolgd door ook bouillon uit te slijten en
allen maken daarmede goede zaken. Trouwens, dit
lag ook voor de hand. De Franschen zijn van
bouillon, althans van de daarmede nauwverwante
soep, steeds groote liefhebbers geweest. Zij leven
om zoo te zeggen, bij soep, brood en wijn en ver
staan bij uitnemendheid de kunst, om van hun
soep een overheerlijk gerecht te maken. Zij gebruiken
haar juist, waarvoor ze bestemd is, ter preparecring
van de maag om het eigelijken diner te ontvangen;
als een ouverture om zoo te zeguen van de
diner opera.
Dat de Fransche liefhebbers zijn van lekker elen,
bewijst de superioriteit waarin hun keuken zich mag
verheugen, en het idéé alleen, dat een fransche
kok uw diner zal klaar maken, doet u reeds wa
tertanden. Er beslaat hier dan ook een uitgebreide
keukenlitteratuur, eu alleen over de kunst oin soep
ta koken, zijn een aantal «wetenschappelijke* wer
ken geschreven.
Zelfs bestaan er Huizeo, welke zich uilslnitend
bezig houden met het fabriceeren van ja, hoe zal
ik het nu noemen? van patés aliinentaires
zegt de franschman, maar onze rijke hollandscbe taal
heeft er strikt genomen geen woord voor; voor
grutterswaren zal ik maar zeggen, uitslui.
tend voor de soep bestemd, als daar zijn sago(
vermicellie, macaronie, tapisca enz. Een dier fabri
kanten, de Hr. Boudier alhier, brengt zelfs een
tapioca bouillon in den handel; nam. een
tapioca zoodanig met vleesch extract doortrok-
Ken, dat men ze maar een minuut of wat iD zuiver
water heeft te koken, om een krachtige en heerlijke
stemming. Allen begrijpen dat de eer van Frank
rijk gemoeid is met het welslagen dezer grootsche
onderneming en alle kenteekencn doen zich nu reeds
véór om veilig te kunnen aannemen, dat de Fran
sche het volgende jaar op het Trocodere en het
Champs de Mars een sthillerendeoverwinning zullen
behalen op wat Engeland, Oostenrijk en Amerika in
dit opzicht tot dus verre hebben geleverd. Vrees
voor hel niet doorgaan der Expositie behoeft geen
zins te bestaan. Men is hier teveel overtuigd, dat
terugkceren of uitstellen zelfs, eene bepaalde on
mogelijkheid is; de verbintenissen door de gebeelc
wereld heen aangegaan verbieden dit te zeer. Het
komt dan ook bij geen een franschman meer op,
om te vreezen dat, wat ook gebeuren moge, van
uitstel geen kwestie meer kan zijn.
Gisteren nog bezocht ik de terreinen en kon mij
toen met eigen oogen overtuigen, hoe krachtig door
honderden arbeiders schier dag en nacht wordt
doorgewerkt om met alles op tijd gereed te zijn.
Verschillende aannemers zelfs, hebben hun werk
reeds véér den opleveringstermijn klaar gehad.'En
het is ook hieromtrent dat de Staat bet loffelijke
voorbeeld geeft. Alles toch, wat hij voor hare re
kening heeft genome» is al zoo goed als af. Het
buitenwerk nadert zijne voltooing met rassche schre
den en met het binnenwerk is op vele plaatsen be
reids een begin gemaakt.
't Is er evenwel ovrral nog een doolhof waarin
ik stellig niet zoo goed den weg zou gevonden hebben
als een beleefde franschman, de Secretaris van een
der Comités mij niet tot Cicerone gediend had.
Toevallig ontmoette ik hein op het terrein en nauw.
lijks had hij vernomen dat ik hollander was, of hij
bood mij aan mij rond te gehiden; iets was ik
natuurlijk gretig aannam.
Zoo rond* andelende, vernam ik dat mijn gids
de Hr. Gnerlain was. een der grootste parfumeurs
uit Parijs, wiens in de rue de la Paix gevestigd
hnis in Holland bijna even goed bekend is als in
Frankrijk zelf.
Het bijzonder penchant dat de man blijkbaar
voor Hollanders had scheen gezocht te moeten in
de omstandigheid dat meer dan 30 jaren lang
H. M. onze Koningin een zijner beste klanten was
geweest. Schier nimmer zeide hij kwam uwe Vorstin
in Parijs zonder mijn magazijn een bezoek te
brengen ze bleef dan soms een uur lang, terwijl
men zich geen minzamer vronw dan zij was kan voor
stellen.
t Waarlijk mijnheer» besloot de man, het is niet
meer dan natuurlijk dat het verlies van zulk een
Koningin de natie diep getroffen moet hebben.
Trouwens de Hr. Gnerlain was de eerste fran-