e Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. 21ste Jaargang, No. 1052 De OOK LOG. Ao. 1877 Bekendmakingen. Een bastaard lange hond, (reu) Ilct nieuwe ministerie. Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch word' me' een bijvoegsel bevattende het jongste Schager mnrktberigtden volgenden avond verzonden aan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster Abonnementen op dit blad worden door a lle Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.60, Afzonderlijke nummers f 0.0 7 J ADVKRTKNTiëN van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te bieu. vj" ft AtA&J? POLITIE. Ter secretarie van Schagen zijn inlichtingen te bekomen betrekkelijk: (geel tijgerkleurig.) Sedert eenige dagen in deze gemeente verblij vende. PATENTEN. De Burgemeester van Schagen, maakt bekend, dat van af Woensdag den 2 le tot en met Za- turdag den 24e dezer maand, des voorroiddags van 9 tot 12 uren, ter secretarie worden afgehaald de patenten aangevraagd in de maanden Ao gustus, September en October 1.1.2e kwartaal dienst 18JJ. Wordende de patentpligtigen herinnerd dat de afhalib* persoonlijk moet geschieden; Schagen, den 20 November 1877. De Burgemeester voornoemd, G. J. MULLER. Laat ons iu het kort nagaan waf wij tot nu van dit Ministarie. genen hebben. Geen Roomsehe mi nister! Ik moet toegeven, dat ik in het onzekere ben of de verbazing grooter is geweest van Roomsehe dan van Protestantsche zijde. Ik zou haast het laatste denken. Het is toch inderdaad gebleken dat de geloofsbelijdenis van den Minister niets ter we reld beslist over zijn bestuur. De Protestant kan op een Roomschen Minister met evenveel gerust, beid rekenen als de Roomsehe op een Protestantsch Minister, waar het de eerlijke handhaving van rechten 'is. 's eene vraag, die wij niet aarzelen toestemmend te beantwoorden. Wat toch kan de drijfveer zijn, van den heer ds Roo, anders dan die om zich zeiven in moeielij'<heden te wikkelen? De belang rijke meerderheid, die dit ministerie in de Kamer voor zich heeft, maakt het onnoodig op die wijze zich van eene slem te verzekeren e.t bij den oppo sitiegeest van den heer d« Roo, is het niet onwaar schijnlijk dat het Ministerie spoedig in hem een vinnig bestrijder vinden zal. Hebben spotters reeds de opmerking gemaakt dat de heer de Roo lid van de Kamer wil blijven om tegen zich zeiven te kunnen opponeeren waarom zou zich dit bespottelijk verschijnsel niet kunnen voordoen, daar de heer de Roo als minister ongetwijfeld de zaken dikwijls anders zal mopten inzien dan als kaïnerlid? Zijne plaats in de Kamer zou zeer zeker door een liberaal lid zijn vervuld en het Ministerie hierdoor zijn versterkt. Dat de betrekkingen moeijelijk veree- nigbaar zijn ligt voor de hand. Een Minister, die als lid der Kamer zijne begrooting en die zijner ambtgenoofen veroordeelt; een Minister, die voor zitter der Kam<-r wordt; een Minister, die het besluit tot ontbinding eener Kamer, waarvan hij lid is, mede onderteekenteen Minister, die over laden met de werkzaamheden aan zijn departement verbonden, zich evenzeer belast met die van lid der Kamer, welk eene amphibieDoch dit zijn moeijelijkhrden, waaruit de heer de Roo zich moet weten te redden, het constitutionele bezwaar is niet weg te redeneeren. Het groote gevaar dat door onze staatkundige geschiedenis, is openbaar geworden, ligt in de bedreigde zelfstandigheid va de uitvoerende macht door de controle van de Karnpr. De Kamer wordt van controleerend, regee rend lichaam en dit is in strijd met ouze grondwet De Minister staat tegenover de Kamer; aanhaar is hij rekenschap verschuldigd niet alleen, maar er bestaat nevens de vertegenwoordiging des volks in de Kamei, eene vertegenwoordiging des volks in betreft. Is het te doen om Roomschen invloed te stijven, dan weet de Roomsehe wel dat het glad Iue ^ainer, eene verregeiiwuuruigiug uco .„.„o verkeerd is daartoe een Roomsch Minister te bezigen. *'en Koning. De aanwezigheid dier twee factoren Ik kan mij dan ook niet voorstellen dat de - l Roomsch Katholiek in Nederland zich de grief sterk 1*- 1'. li' ....egen. Thans toch heeft het den schijn als of hare goedkeuriug in verband staat met onverdraagzaam heid. Tot de leden van dit Ministerie behooren vier leden der Kamer, Kappeijne, Smiut, Tak en de Roo. De twee eersten hebben reeds te kennen ge geven, dat zij geene herkiezing als lid wenschtent uit de voorbereiding van de verkiezieg te Zutphen' in welk district de heer Tak gekozen was, kan men afleiden, dat ook de derde eene herkiezing niet begeert, maar nu te Leeuwarden de heer de Roo met groote meerderheid van stemmen tot can- didaat is gesteld, zou men uit het cordate karakter van den Heer de Roo kunnen besluiteu, dat hij als kamerlid zal zitting nemen, zoo hij gekozen mocht woiden. Na de Kamerontbindingen van het ministerie Heemskerk zijn enkele leden van dat ministerie ook bij de verkiezingen in aanmerking gekomen; wij herinneren ons op dit oogenblik den uitslag niet; daar zij tegen den stroom hadden op te zeilen, zijn zij wellicht in de minderheid gebleven of verhoedde de nederlaag der geheele partij, haar voor de gevolgen die de gedeeltelijke overwinning in den persoon des gekozen ministers haar dreigden. Het is tot nu eene aangenomen gewoonte geweest, dat het Ministerschap door de ministers onvereenig- baar werd gt-acht met het mandaat van volksverte genwoordiger. Vooral Thorbecke heeft steeds die vereenighaarheid bestreden en het mag dus wel eenige verwondering wekken, dat het liberale mi nisterie van deze traditie afwijkt. Of de heer de Roo eijne reeds moeielijke stelling als Minister h:erdoor niet voor goed onmogelijk heeft gemaakt, De kring van insluiting, die de Russen om Plewna getrokken hebben, is den 9 dezer weder versterkt geworden en nauwer toegehaald. Meu zal zich herinneren, dat bij den grooten algemeens tan val op Plewna van dpn 4 September de bekwame Russiesche generaal Skobeleff de Turksche posities op den Montacene veroverde, die hij echter den volgenden dag wederom prijs geven moest, omdat hem uit het Russiesche hoofdkwartier de door hem gevraagde noodzakelijke versterkingen niet gezonden werden. Daarmede ging het belangrijkste voordeel lat de krachtsinspanning van den voiigen dag dun Russen verschaft had, weder verloren. Generaal Skobeleff, die dien dag van spijt en verontwaardi ging over 't gedrag zijner chefs half waanzinnig was, schijnt voortdurend 't bewuste punt in 'toog te hebben gehouden,, met 't plan de nederlaag van dien dag ter zelfder plaatse te wreken. Dat plan te volvoeren mocht hem den 9de gelukken. Ter wijl de troepen, die op zijn linkervleugel geplaatst waren, onder een hevig kanon— en geweer vuur, een schijn aanval deden, naderde hij zelf, dooreen dikken mist begunstigd, met drie regimenten in fanterie, door scherpschutters voorafgegaan, de Turk sche posities en nog voordat de Turken hun tweede schot gelost hadden, stonden de Russeu met ge velde bajonet man tegen man tegen hen over en dwongen hen na een kortstondig uiaar bloedig ge* vecht hunne steil ng te ontruimen. Wel trachtten de Turken den volgenden dag tot tweemaal toe, evenals op den 12den September, de positie te hernemen; maar Skobeleff, die, na de overwinning, zijne troepen terstond aan 'l werk had gezet, om de positie naar de binnenzijde te versterken, wel vermoedende dat de Turken zich bij de verrassing niet voetstoots zouden uederleggen, is ditmaal ge* lukkiger geweest. De aanvallen der Turkeu werden afgeslagen en de stelling bleef behouden. Dat de verovering van deze positie der Turken op den Groenen Heuvel een. belangrijk wapenfeit mag genoemd worden, lijdt geen twijfel. De positie is ern der gewichtigsteu iu de Turksche verdedigings en wel uit tweederlei oogpunt; want het bezit stelling ten zuiden met de Grivica redoute ten noord—oosten maakte niet slechts de hoofd kracht uit van hnnne positie rondom Plewna in haar geheel; maar ook, zoolang de Groene Heuvel in hun bezit bleef, mochten de Turkeu de hoop koesteren, dat een uitval naar die zijde, met 't doel om zich over den Balkan in veiligheid te stellen, met gunstigen uitslag zou worden bekroond. Geen wonder, dat de Turken ook nu, evenals den 12den September, hunne aiterste krachten hebbeu ingespannen, om 't veroverde punt te hernemen. Deze verovering is echter ook alles wat van het Europeesche oorlogstooneel te melden valt. Van de vijandelijke legers aan de Lom hoort man niets noch van 't Russiesche noch van 't Turksche leger; aen opmerkelijk stilzwijgen blijft steeds heerschen met betrekking tot de krijgsbedrijven van generaal Zimmermann's legercorps in de Dobruscha, waarvan een flauwe herinniring bestaat, dat 't eenmaal bij Braïla de Donau is overgetrokken; en ook uit den ISchipka-pas hoort men niels meer. Het gerucht echter, door ons in 't voorbijgaan veertien dagen .geleden meegedeeld, en toen als onwaarschijnlijk moet het gevaar afwenden dat voor eene overlieer sching van een dier factoren dreigt en indieu een IIUUIIIUV U zal aantrekken dat geen geloofsgenoot in dit Mi- d«-'s Konings, tevens lid is van de Kamer,js efK nisterie zitting heeft. De goedkeuring kan echter ko,nk het ons onmogelijk voor dat de Koning «»»»|linie natuurlijk van hunne zijde niet uitgaan en het ware "jne overtuiging rekenen kan gediend te worden. derer wellicht beter geweest, zoo de protestantsche pers Mon «preekt veel van Fransche en Engelsche ge- over deze bizonderheid van dit ministerie had ge- wc,0"'pn, men heeft enkel met Nederlandsche c ic. i... .1. nf liare toestanden te doen; van de Fransche toestanden zouden de voorstanders van dit stelsel ook maar liever zwijgen, terwijl het verschil tusschen de Engelsche en Nederlandsche constitutie elke ver gelijking vei biedt. Eene derde opmerkelijkheid ia de optreding van een Minister van Waterstaat. Wij willen niet over de kosten klagen, gelijk wij reeds hebbeu hnoren doen. Wij zijn genegen om die verandering toe te juichen. Het ministerie van binnenlandsche zaken was met te veel werkzaamheden belast. M&ar het Ministerie achten wij door de verandering zwakker. De Minister van binnenlandsche zaken zat vaster naar mate zijn invloed grooter was. Thans mist dit Ministerie eene zijner aantrekkelijkste zijden en het nieuwe Ministerie, hoe schoon zijn werkkring op zich zelve ook zij, is van te geringe politieke beteekenis om door een vertegenwoordiger des de vertegenwoordiging in de splitsing van het De partement van Binnenlaudsche zaken, verlangd werd kleine ministcrien, met administratien, ge makkelijk te buigen en dienaren der A'amer, willen wij niet goedkeuren, maar toch zal blijken dat hij niet onjuist gezien heeft, want door die splitsing is de Minister van binnenlandsche zaken van zijn grootsten invloed beroofd, die overgegaan in de handen van een afzonderlijk Minister, geen de minste waarde heeft. gekwalificeerd, blijft aanhouden, dat te Tirnova ijverig gewerkt wordt aan de zamenstelling van een Ralkan-leger, van 75000 mat, «aarmede men om het einde van den oorlog te bespoedigen, een tocht regelrecht naar Kouatanlinopel wagen wil. 't Komt ons voor, dat die tocht, onder de tegenwoordige omstandigheden, op zich zelve geen waagstuk kan heeten waar zou Turkijë de troepen vandaan halen, oo. aan zulk een leger in Rumelië weer stand te bieden de groote vraag ia echter kan er in ,t Russiesche hoofdkwartier ernstig aan de zamenstelling van zulk een leger gedacht worden zonder zich in Rulgarijë op 't een of ander punt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1877 | | pagina 1