Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
M MOIMI.
Ao 1878
22ste Jaargang.
No. 1061.
Bekendmakingen.
I)e nieuwe onderwijswet.
SCBAGE
Dit blad verschijnt op Woensdagavonddoch wordt
met een bijvoegselbevattende liet jongste Schagcr
marktberigt den volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlargen. Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worJtn door alle
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nommers f 0.07è.
ADVgRTE\Ttë>r van een tot vijf regels f 0.75 iedere
regel meer f 0.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biêu.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Burgemeester en Wethouders van Sc hagen, noo-
digen bij deze belanghebbenden uit, die over den
jare 1877 van de gemeente iets te vorderen hebben
hunne rekening vóór of op den le Fcbruarij a.s.,
ter plaatselijke secretarie inteleveren.
Schagen den le Januarij 1S7S.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
Do Secretaris
DENIJS.
LOTING Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte
van Art 28 der Wel op de Nationale Militie van
den 19den Augustus 1861 Staatsblad No. 72,
voor de eerste maal ter kennisse van de belang
hebbenden, dat de Loting, van de in 1877 voor
de Nationale Militie ingeschrevenen, overeenkomstig
de onlvangene aanschrijving van Zijne Excellentie
den lieer Commisaris dezer Provincie, dato 2 jan.
1878 No. S(4 M|S, zal plaats hebben op den 13
Februari 1878 des voormiddngs ten 9J ure, ten
Raadliuize dezer gemeente en worden zij, welke daar
aan moeten deelnemen, gelast, om op den bepaalden
tijd aldaar tot dat einde aanwezig te zijn, of, bij
verhiudering, zich aldaar door zijn vader, moeder
of voogd te doen vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde
Wet, dadelijk na de trekking van het Nummer,
de redenen van Vrijstelling, welke de Ingeschrevene
mogt hebben, moeten worden opgegeven.
Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen er
langen wegens broederdienst of op grond van te
zijn eenige wettige zoon, Zil hij op Vrijdag den
15e Februa ij, des voormiddag» te 10 ure, in het
Gemeentehuis moeten verschijnen, vergezeld van twee
bij den burgemeester bekende en ter goeder naam
en faam staande me.rderjarige ingezetenen, die de
vereischte getuigenis kunnen afleggen en bet aldaar
op te maken getuigschrift onderteekenen. Wanueer
hij aanspraak inaakt op viijstelling wegens broe
derdienst, zal hij mede voorzien moeten zijn van
zijne geboorte-acte en van de geboorte-acten van
al zijne uog in leven zijnde broeders.
Voorts zullen door den Burgemeester bij den
koramandant van het korps waarbij zijne broeders
dienen of gediend hebben, worden aangevraagd de
btwijzeu van werkelijke dienst of een uittreksel
uit het stamboek, mits hij zich binnen drie dagen
na de loting ter secretarie vervoege, ten einde
aldaar de voor die aanvrage noodige opgaven te
doen.
Schagen 22 Januarij 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secretaris,
DENIJS.
119. IJ<;t is verboden
le. Zich r*ii kennelijk beschonken
toestand op de ptihiieke straat of den
openbaren weg te bevinden.
2e Om in zoodanigen beschonken
toestand een rij-of voertuig met 1 paard
of meer paarden bespannen te besturen.
3e. Op de publieke straat of op
den op n baren weg otizodclij kc liederen
tc zingen.
121 Iedere overtreding van art.
Ii9 zal worden gestraft mol eene boete
van. 1 tot 3 gulden.
Brengt ter algemeenc kennisse dat door hem
burgemeester, met den meesten naditik, aan het
verzoek van den heer Commissaris voornoemd gevolg
zal worden gegeven, en mitsdien, gedurende den
dag der loting voor de Nationale Militie alhier, de
voor deze gemeente geldende verbodsbepalingen
betrekkelijk de openbare dronkenschap ten strengste
zullen worden toeirepast.
Wordende ten slotte nog aan de tappers in
herinnering gebragt ait. 28 in verband inet art.
3L van genoemd politie reglement, aarhij onder
meer straf, is bedreigd tegen het verstrekken van
sterken drank, aan personen kennelijk reeds ver-
keerendc in beschonken toestand.
Schagen 22 Januarij 18 78.
De burgemeester voornoemd,
G. J. MULLER.
De Burgemeester der gemeente Schagen
Gelet op de circulaire van den heer Commis
saris des Konings in deze provincie, d.d. 2 Janu
arij 1878, No. 8(1 M.S. 4e [afdeeling «rverzame.
ling No. 1,# waarin, met betrekking tot de a.s.,
loting voor de Nationale Militie, onder meer, voor
komt het volgende:
De Voorzitter van den Raad der Gemeente
Schagen, gelet op het 2de lid van art. 7 der wet
regelende het kiesregt, noodigt de inwoners dezer
gemeente uit, oid, zoo zij behalve in deze gemeente
ook elders in de Directe Belastingen zijn aangeslagen
daarvan voor den 15 Februarij 1878 door overleg
ging van de bij de «el gevorderde bewijsmiddelen
te doen blijken.
Schagen, den 22 Januarij 1878
De Voorzitter voornoemd,
G. J. MULLER.
Er wordt zeggen de dagbladen in de
bureanx van het Ministerie van Binnenlaunsche
zaken gewerkt aan een ontwerp voor de nieuwe
regeling Tau het openbaar lager onderwijs. Zal
daarvan spoedig buiten de bureaux iets blijken
De Minister Kappeijne is uiterst voorzichtig geweest
met zijne beloften omtrent dit punt. llij wenschte
zich, volgens zijne verklaring in de 2e Kamer niet
te binden wat het tijdstip van indiening van een
ontwerp betrof en ten opzichte van den inhoud
en de strekking der toekoisstige wet gaf hij enkel
te kennen, dat deze alleen zou rekening houden
met de persoonlijke overtuiging des Ministers en
niet gekuipt naar de wenschen van partijen of partij!
bdarg. Hij zou dit holle woord moest den vra-
gers den mond stoppen weldoen en niet omzien.
Niet onmogelijk is het dat de Minister minder haast
met de wet zal maken dan de volksvertegenwooi-
diger of het Kamerlid Kappeijne. En ter zijner ver
on'.schuldiging zou hij kunnen bijbrengen dat door
hem nooit eene schoolwet—agitatie is op het touw
gezet maar dat zijn drijven van den Minister
Heemskerk veel eer een gevolg is geweest van zijne
«Daar overigens de ondervinding
heeft geleerd, dat Tele lotelingen overtuiging dat aan diens «ankelende houding een
zicli op den dag der loling schul
dig maken aan het misbruik van
einde moest worden gemaakt, niet om tot eene
Dieuwe regeling van de zaak te komen, maar alleen
sterken drank zoo vei zoek" ik de ?pdat de verrooeien^ en afmatteude spanning, die
burgemeesters om al de heu teil eeu7g ,de ,°rde ste!le,n Tan het zelfde
dienste staande middelen te bezi
gen, om dit misbruik zooveel mo
gelijk tegen te gaan.«
Gezien art. 119 en art. 121 van het politie
reglement dezer gemeente luidende als volgt:
vraagstuk mede bracht, een einde nemen zou. Zoo
gemakkelijk zal z.irh echter de schoolkwestie niet
laten oplossen en na de eindelooze behandeling
dezer wet zoo veel ophef als Volkskwestie aangekon
digde vraag, zal toch wel iets meer dan niets
mogen worden verwacht.
Ter zijner liji Zal de Minister dat iels ook wel
te berde brengen maar hun die eene omkeering
van het onderwijs van zijne hïnd verwachten, zal
dit zonder twijfel moeten tegenvallen. Want die
vrrwachtingen zijn of voor geene vervul ing vatbaar
of hebben liet ooispronkelijke dat zij reeds vervuld
zijn. Ziet men eene regeling te gemoet die aan alle
klachten een einde zal maken, die bij uitzonde
ring van de lagere school eene ideale instelling
maken zal, die bij volkomen vrijheid van onderwijs
deugdelijk en onpartijdig, zedelijk en verstandelijk
onderwijs te gelijkertijd waarborgt, dan kan men
tegen di< ngelfdrn tijd ons Nederland in Arcadia
herschapen wachten. Hoopt men op eene regeling
waarbij aller nclit is verzekerd, waarbij voor
voldoend onderwijs is gezorgd, die de belangen
van het onderwijs to-verlrouwt aan de eerstbe-
laughebbenden, gesteun I en geleid door een toezicht
dat op loijale en liberale wijze van staatswege uit
geoefend wordt, dan kan men van die hoop zeggen
dat onze tegenwoordige wet haar in vervulling
brengt. De groote grieven tegen de school zijn
grieven ontleend aan eene trage waardeering van
de rechten en plichten, die het publiek tegenover
de scholen heeft en voor zoo ter wij weten zijn
de ingebrachte klachten steeds aan verzuimen van
den klager te wijten geweest. Men heeft het gezien
mek welk een nagenoeg algemeeuen tegenstand liet
voorstel van den Minister Heemskerk ontvangen is,
waarin te geinoet gekomen werd aan enkele klachten,
die men het luidst had laten hoorenbewijs ge
noeg, dat er onder de schoolwet beweging weinig
ernst is gemengd.
In ondergeschikte punten vereischl het onderwij»
zeker herziening. Er is behoefte aan uitbreiding
der rijkskweekscholen omdat de eischen der on
derwijskunde en de toeneming van het getal der
schoolgaande kinderen, voortdurend eene vergrooting
van hel getal hulponderwijzers vordert. Er is
behoefte aan eene trakteinents verhooging van de
hoofdonderwijzers en aan eene betere afbakening
van de verhouding tussche» hen en de hulponder
wijzers. De groote grief die wij tegenonze scholen
in het algemeen hebben, is het weinig verband^
dat tusschen de onderwijzers aan eene school be
staat, waardoor eene geregelde opklimming voor
den leerling wordt bemoeielijkt en het onder «ijs
niet uit een stuk gegoten aangeboden wordt. Indien
aan deze twee vragen voldaan word, hetgeen waarlijk
zonder wetsverandering ge-chieden kan, wat belang
had men dan bij de andere eischen, die men stelt,
zoo als schoolplicht, leerplicht, staatsonderwijs, be
noeming der onderwijzers door den Staat? Indien
er goed onderwijs gegeven wordt, en waar dit niet
geschiedt ligt dit in de meeste gevallen aan het
ontbreken der twee voorwaarden door ons genoemd,
zal er dan schoolplicht of leerplicht noolig zijn
Het zijn de slechte schooien, die slecht bezocht
worden, maar geen dwang «f wet is er noodig,
om waar de ouders kunneD, hen er toe te brengen
hun kindereu naar school te zenden. En waar de
ouders niet kunnen, waar hun kennis en waarder-
ring van het oudeiwijs ontbreekt, waar toevallige
omstandigheden hen verplichten niet om die kin
deren, gelijk dit vaak wordt genoemd en helaas!
ook enkele malen geschiedt, te exploiteeren, maar
om in aller belang hen niet op school maar in
het huis voor het leven op te voeden, wat zal de
wet vermogen tegen deze eischen van familie belang
en huiselijke omstandigheden zal de wet voor
familie en huisgezin zorgen terwij! de kinderen
hun leesles volgen Schoolplicht Doch leerplicht kan
gewenscht worden door een bezadigd man.
A'leen dweepers roet het onderwijs kannen die
vorderen, maar als aau alle dweepers ontbreekt het
hun aan kennis van de zaak waarvoor zij dweepen.
En eindelijk de ruil van gemeente scholen voor
Staatsscholen, van gemeente ambtenaren voor Staats
ambtenaren, zou de aanleiding, die nu doet klagen
niet dnbbele oorzaak vinden, wanneer geen gemeente