Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Ao. 1S7S.
22ste Jaargang.
No. 1087
Bekendmakingen.
Nationale Militie.
Rrandspuitdienst.
I)e grondtrekken van het
Nederlandsch Staats
bestuur.
c c
Du blad verschijnt twee maal per week: FFoens-
dag- en Zaturdaq avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertentiën in het eerstuitko-
mend No. geplaatstingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.6o.
Afzonderlijke nummers f 0.07J.
Advertentien van een tot vijf regels ƒ073; iedere
regel meer ƒ0.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen.
Is arbeid aan een rots te biên.
POLITIE.
GEVONDEN
Em katoenen zakje, blaauw (geruit)
waarin eenige goederen; de eigenaar kan zich ter
terugbekoming aanmelden ter Secretarie van
Schagen.
Onderzoek van verlofgangers te lande.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter kennis van de in die gemeente ver-
blijfhoudende verlofgangers der Militie te land,
behoorende tot de ligtingen 1874, 187"), 1876
en 1877 voor zooverre z.ij voor den 1 April
1878 in bet genot van onbepaald verlof waren
gesteld, dat zij zuiien hebben tegenwoordig te zijn
bij het onderzoek hetwelk zal plaats hebben te
Schagen op Donderdag den 6 Junij 1878, des
vooriniddags ten 9.) ure, ten Rnadhuize aldaar.
Wijders worden aan belanghebbenden in her
innering gebragt de navolgende bepalingen uit
de Wet op de Nationale Militie van 19 Au
gustus 18G1 (Staatsblad No. 72).
Art. 130 Het Crimineel Wetboek en liet Keelement van krijgs
tucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der
Militie te land, die zich onder de wapenen bevinden, van toe
passing en met opzicht tot de verschillende gevallen van desertie
op al de bij de militie te land inge!ijlden.
Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn:
lo. zoolang zij zich bij hun corps bevinden;
2o. gedurende den tijd, dathetin art 138 bedoeld onderzoek duurt;
3o. in het algemeen, wanneer zij in uniform zijn gekleed.
Gs DE PATER Wetli.
De Secretaris,
DENIJS.
den jare 1877, uitgenoodigd die vóór den3osten Nederlanden, hoezeer zelf een organisch geheel
Junij aanstaande in te leveren, ten einde zich c i- 1 ...J i^,r
ij 111 zich opneemt, of liever gebouwd is door
daardoor voor de nietigheid en verjaring ervan, 1
te vrijwaren. verschillende organieke zelfstandige deelen. Wie
Schagen den 28 Mei 1878 toch rekent de inrichting van onzen Staat be-
Burgemeester en Wethouders voornoemd, I schreven te hebben door van de organen gewag
De Burgemeester, a. i. ..1
te maken van het geheel, terwijl hij vergat te
spreken van de inrichting der gemeenten, hare
bevoegdheid en verhouding tot den Staat, zou
een gebrekkig werk geleverd hebben. De Staten
Generaal vertegen woord igeu ongetwijfeld, even
als de koning, bet geheele Nedcrlandsche volk,-
maar de voorstanders van een centraal gezag
mogen niet over het hoofd zien, dat in het
bizonder de gemeenten zelfstandige instellingen
zijn, beschermt door de grondwet, als zoodanig,
niet als deel van het geheel, maar als zedelijk
ligchaam, onafhankelijk van het algemeen gezag
en even als de gebee le Staat, en evenzeer als
Elke
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Maken bij deze bekend, dat op Zatur(lag den
8 Junij aanstaande, des namiddags ten 6 uren,
op de Marktplaats aldaar, proeven zullen wor
den genomen met de
ROÜDE EN IILAAI)WE RHANDSPUITEN,
en roepen daartoe op al het dienstdoend per
soneel bij genoemde spuiten om op dien dag voor
of op gemeld uur aldaar tegenwoordig te zijn
op verbeurte eener boete van één gulden voor j deze, door den Koning vertegenwoordigd
ieder afwezigewelke boete voorde hoofdlieden
wordt verdubbeld.
Schagen 28 Mei 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. DE PATER, Weth.
De Secretaris,
DENIJS.
Do milicien - verlofganger JACOB HED-
DES, wordt in zijn belang aangemaand
Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in nni- zich ZOO Spoedig mogelijk te Vervoegen ter
form gekleed, en voorzien van de kleeding- cn uitrustingstukken
hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje
en van ziju verlofpas.
Art. 141. Behoudens, het bepaalde in art. 130 kan een arrest
van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen pro
voost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest, door
den militie commissaris worden opgelegd aan den verlofganger.-
lo. die" zonder geldige reden niet hij het onderzoek verschijnt;
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden, niet
voorzien is van de in het voorgaand a>tikel vermelde voorwerpen;
So. wiens kleeding- ot uitrustingstukken, bij het onderzoek niet
in voldoenden staat worden bevonden;
4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan eeu ander behooren
de, als de zijne vertoont
Art 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand
artikel arrest is opgelegd, bij liet onderzoek tegenwoordig, dan
kan hij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden ge
bragt.
Is hij «iet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan dc
hem opgelegde straf, daa wordt hij, op schriftelijke aauvrage
van den militie-commissaris, te richten aan den burgemeester
plaatselijke Secretarie van Schagen.
De keurige eerste jaargangen van den prak-
tischen volksalmanak, ware schatkamers vol
bruikbare en ontwikkelde kennis, hebben plaats
gemaakt voorde vrij onbeteckenende nutsalmanak
waarvan de verspreiding intusschen door den
steun der Maatschappij tot Nut van't Algemeen
der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder 111
verzekerd geleide naar de naastbij geiegeu provoost of het uaistbij- °p groote schaal plaats heelt. Nog vaak halen
zijnde huis van bewaring of arrest overgehragt. vvii uit onze boekenkasten een dier vrienden
Art 143. Onverminderd dc straf, in art. 141 vermeld, is de
verlofganger verpligt op den daaitoe door den militie-com- vau vroegere dagen te voorschijn en het deert
missaris te bepalen tijd en plaats, en op de in a.t. 140 voorge- j
schreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. ons weinig (lat liet IlieuwerwetSChe, neuswijze
rl0^nger' di^riCihatbL^riïg„i^ho.d'g Nutsalinanakje daarover de schouders ophalen
lakt aan het feit, sub 4o van art. 141 bedoeld, of niet over- J I
mag, Zoo namen wij bekennen wij het maar!
maakt
eenkomstig art 143 voor den militie commissaris verschijnt, of
aldaar verschenen zijnde, in het geval verkeert, sub 2o. en 3o.
van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en van
drie tot zes maanden gebonden-
Art 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan
eene oproeping voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur
behandeld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, ver
manen allen wie dit aangaat oin, door in acht
neming van hunne verpligtingen, zich voor on
aangenaamheden en straffen te vrijwaren.
Schagen den ii Mei 1878.
Burgemeester en Wethouders voorn.
C. DE PATER, Burgemeester a. i.
DENIJS, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen.
Brengen naar aanleiding van art. 228, alinea
2 der wet van den 319 Junij 1801, (staatsblad
Ni 85) aan belanghebbenden in herinnering, dat
alle vorderingen ten laste der gemeente, zullen
moeten ingediend zijn binnen zes maanden vol-
gende op het jaar waarover dezelve loopen en
dat hij gebreke daarvan, die vorderingen zullen
verjaard en vernietigd zijn.
Wordende dus allen, die nog eenige vordering
ten laste dezer gemeente mogten hebben, over
eenigzins zoekende naar stof voor dit opstel
den jaargang van i863 en lazen daarin een stuk
van professor Fissering, waarvan wij den titel
ook gekozen hebben als titel voor ons opstel-
Onze lezers, die in de gelegenheid zijn het stuk
van den heer Vissering te raadplegen, zullen
ontdekken, dat wij weinig meer dan den titel
aan dien schrijver hebben ontleend. Hoe lezens en
wetenswaardig het stuk van den hoogleeraar ook
zij, naar ons voorkomt is eene der belangrijkste
factoren in ons staatsbestuur in dat opstel over
het hoofd gezien, reden genoeg om in deze re
gelen onze aandacht er in het hijzonder op te
vestigen. In dat stuk toch wordt alleen gespro
ken van de regeling van onze n Staat als consti
tutioneele monarchie, de schrijver bespreekt de
bevoegdheid des konings, de vertegenwoordiging
des volks, de wetgevende en rechterlijke macht
maar vergeet de aandacht zijner lezers te ves
tigen op het belangrijke punt dat de Staat der
gemeente is en moet zijn naar het verband onzer
staatsinrichting een zelfstandig zedelijk ligchaam
bestuurd door den zelfgekozen raad, met mede
werking des konings als uitvoerende macht in
den persoon des door hein benoemden burgen
meesters. Als vertegenwoordiger der gemeente
in de eerste plaats, eerst als vertegenwoordiger
des volks in de tweede plaats, kan de koning
een gemeenteraadsbesluit vernietigen. Men moet
zich dus volstrekt niet voorstellen dat even als
in militaire kringen, alleen de bureaus van den
Minister zelfstandigheid hebben, zoodat deze in
gemeenteraden of provinciale Staten slechts werk
tuigen bezitten, deze voorstelling is zoo on
juist mogelijk.
De burgemeester, ambtenaar van den Staat;
voor zoo ver hij even als de Commissaris des
Konings door den Koning benoemd wordt, is
ambtenaar der gemeente en staat alleen onder
den Koning, omdat de koning van Nederland,
ook de Koning of liet hoofd is der gemeente.
Tot het staatsbestuur der Nederlanden behoo
ren alzoo gemeenten, die een eigen zelfstandigen
werkkring bezitten. Thorbecke heeft ze aldus
gekenschetst als gevormd naar het beeld van
den gelieelen Staat en deze opmerking is tref
fend juist. Onze Staat bestaat uit IOOO konink
rijkjes, allen ingericht als het ééne groote Rijk
Kiezers, vertegenwoordiging, ministers, polili
financien, bestuur en wetgeving, wij vinden dit
alles in de gemeenten terug, in dezelfde verhou
ding en even krachtig georganiseerd, als in den
Staat. Hieruit volgt echter volstrekt niet de
onafhankelijkheid der deelen. Als deel van den
Staat is de gemeente onderworpen aan de lands
wet; de algemeene wet regeert allen; waar deze
voorziet kan een gemeente niet meer regelen
alleen gelijk wij het noemden de zelfstandigheid
van iedere gemeente is factor van ons Staatsbe
stuur en haar beschouwen wij als de kiem en
de voorwaarde van haar leven en bloei. Wij
vinden haar beeld niet terug, gelijk sommigen
willen, in de verhouding die tusschen den inensch
bestaat en zijn ledematen, maar in de leden
van één huisgezin, die samen verbonden, ieder
een eigen werkkring hebben, een eigen kracht
en een eigen doel.