Burgerlijke Stand der gemeente Schagen
Bekendmaking.
IIooi stekers.
MARKTBERICHTE TST-
ajarig jongetje, spelende achter liet huis zijner
ouders, in een sloot. Na lang zoeken vond men
den kleine met liet hoofd naar beneden daarin,
het jongetje was gestikt.
Eergisteren is de hliksem geslagen in de
kloosterkazerne te Breda. Door een schoor-teen
bereikte de bliksem de cantine, waar een begin
van brand ontstond, die echter dadelijk gebhischt
werd. Verdere ongelukken hebben er niet plaats
gehad.
Tegen de processie, die jl. Zondag namid
dag in de parochie van de II. Mathias te Maas
tricht getrokken is, werd door den hoofdcom
missaris van politie aldaar procesverbaal opge
maakt.
De familie Nobiling te Dessau heeft bij de
Regeering aanvrage gedaan om van geslachtsnaam
te veranderen.
In ons land, mogten de Jutten dat voorbeeld
wel volgen.
Men zegt dat de vader en moeder van No
biling zeer slecht met elkander leefden; scènes
waren aan de orde. De oude Nobiling wilde
niet dat de bedienden daarvan getuigen waren
en had gelast, dat, wanneer hij met zijn vrouw
uit rijden ging, de koetsier nooit mocht omzien,
wat hij ook hoorde. Eerst liet hij inspanen en
gelaste hij den koetsier hem twee uur rond te
rijden. Nauwelijks waren 10 minuten verloopen,
of de koetsier hoort een schot afgaan. Gehoor
zaam aan het hem gegeven bevel keek hij niet
om en reed twee uur. Toen hij thuis kwain,
zag hij zijn meester dood in het rijtuig liggen
met een verbrijzelden schedel en een pistool in
de hand.
Weldra, zoo schrijft men aan de Zutf. Ct.
zal voor het hof te 's Hage een sensatieproces
worden behandeld. De eigenaar van een der
grootste, zoo niet den allergrootsten winkel uit
de stad is plotseling gearresteerd en wordt be
schuldigd een valschen wissel van f3o.OOo ge
fabriceerd te hebben. Den dag na de arrestatie
is de firma failliet verklaard. Het passief moet,
naar men zegt, zeer aanzienlijk zijn.
De landbouwer V., onder de gemeente
Hagestein, met de grasmaaiinachine werkzaam
zijnde, had het ongeluk, toen hij bij het kantelen
der machine er af sprong, dat zijne beide voeten
door de messen zoodanig werden verwond, dat
de groote toonen gedeeltelijk werden afgesneden.
Dr. A. M. Teljer, van Vreeswijk, verleende hem
zoo spoedig mogelijk heelkundige hulp. Het voor
gevallene strekt tot waarschuwing, om voorzieh-
t'g te zijn in het behandelen dier werktuigen.
Een oude boer verzekerde, op aanraden
van den burgemeester, zijn graan in de hagel-
assurantie. Drie dagen daarna komt een hevig
onweder op en vernielt den geheelen oogst van
onze armen boer. De eerlijke ziel ging dadelijk
naar den burgervader, bleef in de deur staan
en riep: "Burgemeester! burgemeester! daar heb-
det 't al, wat helpt 't mij nou al of ik den boel
verassureerd heb, daar leit al ine graan nou plat
tegen den grond geslagen." Eerst nadat de bur
gemeester met heel veel moeite den oude aan
't verstand gebracht had dat de assurantie maat
schappij hem nu kontant, circa f aooo uitbetalen
zou, ging hem een licht op en riep hij uitwel
burgemeester, je bent waarlijk nog zoo dom niet
als je er uitziet!"
Naar wij vernemen heeft den 28 dezer
aan het Zand, gemeente Zijpe, een felle brand
dat ik zelden of nooit geld heb, reeds duidelijk genoeg
bewijst dat ik geen prins benvoor een jezuit bun
ik te stomp, te grof, te babbelachtig, en voor een elf
kunt gij mij redelijkerwijze ook niet houden, want gij
hebt mijno gedichten gelezen, die zeker niet misera
bel zouden zijn uitgevallen, indien een poëtisch-geziude
elf die vervaardigd had
Mijn vader was soldaat, vocht als overste mede in
Napoleen's veldslagen; in Egypte, Spanjo en Rusland
voor hem, en tegeu hem, toen het er op aankwam,
om het vaderland van het vreemde juk te bevrijden);
kort na den vrode stierf mijne mooder. Mijn vader
had haar boven alles bemind en was langen tijd on
troostbaar. Zijne vrienden, die hem gaaine weder wil
den opbeuren, deden alles wat zij konden, om hem
tot een tweede huwelijk over te halen. Met afschuw
verwierp hij deze gedachten en toen zijne vrienden
met hunne voorstellingen niet ophielden, zwoer hij bij
hoog en laag, dat hij voortaan geene vrouw meer
wilde zien.
Hij hield woordHij begon met alle vrouwelijke
bedienden rijkelijk begiftigd, uit zijne dienst te ont
slaan vervolgens verliet hij met mij en eenigo oude
vrienden, allen voormalige solditen, de residentie, en
sloot zich op een klein landgoed op. Hier werd ik
opgevoed, of wilt gij liever, stelselmatig bedorven
voor de wereld. Wat de schoolweteusciiappen betrett,
zoo had mijn vader een leermeester gekozen, die zijn
vak in den grond verstond; maar overigeus niets
met mijne zedelijke vormiDg en ontwikkeling te maken
had. Deze had mijn vader zich zei ven voorbehouden
en wat hij mij leerde was de regel: l-'oe wel, vrees
God en niemand anders,, Dit was zijne eerste zorg,
dat ik dezen regel opvolgde en op een gruwzame wijze
werd ik door hem bt straft indien hij mij op een leu
gen betrapte Ik mogt geen twist met de dorpsjongens
beginnen, maar liet ik mij ecne beleediging welgeval
len, al had ook de grootste en sterkste mij dio aan
gedaan en ik bestrafte hem niet op staandcu voet
plaat- gehad, vier gebouwen zijn in de ascli I
gelegd, waaronder eene bakkerij en een sme-
derij.
In de gemeente Haarlemmermeer is een boe
renwoning met aanhoorigheden totaal afgebrand.
Te Zaandam werden niet minder dan 12 of
13 huizen door braud vernield.
Te Zwolle werd de sioonnvasscherij van den
Plr. Poppe, een prooi der vlammen, en dat alles
midden in den zomer, wanneer er bijna geen
vuur wordt gebruikt en voor zoo verre ons
bekend Lij een onbewolkte lucht zonder
donder.
Eergisteren viel te Oude Pekel A een 5
jarig meisje, dat een bloempje wilde plukken,
in het Hoofddiep. Wel werd er om hulp geroe
pen maar niemand bood redding en net kind
dreef inmiddels naar het midden van het vaar
water. Mej. J. H. Adriani, benoemde hulpon
derwijzeres te Goricbem, kwam uit bet huis des
Burgemeesters, zag den gevaarlijken toestand
waarin de kleine zich bevond, legde haar werk-
taschje op den wal, ging te water en bad bet
geluk de drenkelinge van een vrij zekeren dood
te redden.
Woensdagnamiddag is te Oudcarspel een
man op het land waarschijnlijk ten gevolge der
groote hitte of het overmatig gebruik van ver
koelenden drank, eensklaps dood gebleven.
Het warme weder beeft ook elders reeds ver
schillende slachtoffers geëischt, zooals te Steen-
wijk, 't Meer, Tjalleberd, Bovenknijpe, de Lem
mer en andere plaatsen in Friesland. Al de on
derscheidene personen waren werkzaam op het
hooiland of in de veenderij. Vooral Woensdag
hadden de meeste gevallen plaats.
Cheri-Montigny, zoon van den directeur van
bet theater du Gymnase te Parijs, een geacht
letterkundige, is (lezer dagen aan dc gevolgen
van dolheid overleden. Hij woonde met zijn
vader te Passy en was gewoon als hij 's avonds
te huis kwam op de voorplaats eenige oogen-
blikken met zijne honden te spelen. Ongeveer
14 dagen geleden beet een dog hem in den neus.
Zonder daaraan te hechten, wiesch hij eenvoudig
de wond met water uit. Den volgenden dag
deelde de knecht hem mede, dat de dog zich
zonderling gedroeg, onderscheidene honden en
ook hem had geheten. Bij onderzoek bleek nu
dat de hond dol was.
Ten einde zijn grijzen vader niet te veront
rusten, deelde hij hem liet gebeurde niet inede.
Na eenige dagen openbaarde zich bij hem de
vreeselijk ziekte. Hij leed verschrikkelijk en
was zich zijn toestand volkomen bewust. Zelf
verzocht hij liem een dwangbuis aan te doen
en Mi smeekte zijn vader niet in zijne nabij
heid te komen.
Diep wordt de troostelooze vader beklaagd, die
op 7ojarigen leeftijd zijne zaak alleen nog voor
zette, in de hoop die weldra aan zijn zoon te
kunnen overdragen.
In h» t laatst der vorigo week had te Postdam
een treurige begrafanis-plechtigheid plaats. Hot was
een jonge vrouw met haar eenig kindje dio ten gravo
werd gedragen. Zij had zich don vorigen dag met het
kind van den brug in het water geworpen, en eer er
redding opdaagde, waren beiden verdronken.
Do vrouw was tot deze wanhopende daad gebracht
door het gedrag van haar man, die zie!» overgaf aan
den drank en niet alleen niet in haar onderhoud voor
zag, maar haar dwong af te staan wat zij door haar
vlijt verdiende. Bovendien mishandelde bij haar, en
geen kans ziende haar kiud het uoodige te verschaffen,
daarvoor, dan kon ik verzekerd wezen, dat nvjn vader
mij voor mijne lafheid haid kastijden zou. Er bleef
mij dus geene andere keuze, dan zelf geslagen te wor-
deu, of zelf toe te slaan en zoo sloeg ik er ook maar
liever dapper op in.
Ik was zestien jaar oud, toen mijn vader stierf. Ik
kreeg een voogd, die mij maar al te spoedig voor een
deugniet verklaarde en mijne kleine erfenis met zoo
veel naauwgezetheid van geweten bestuurde, dat daar
van reeds na een jaar niets meer over was. Nu werd
ik herwaarts gezonden, waar de broeder mijner moeder
woonde, die een zeer braaf man en daarbij hofraad in
werkelijke dienst is. Hij nam mjj vriendelijk op en
wilde mij laten studeren. Maar bij het voorloopig on
derzoek bleek, dat ik meer wist, dan mijn examinator,
waarover deze zich zoo beleedigd gevoelde, dat hij mij
een hoogst ongunstig getuigschrift gaf, hetwelk be
helsde, dat het mij volstrekt aan alle bekwaamheid
om te studeren ontbrak. Dit kreokte mijn goeden oom
diephij deed mij de scherpste verwijtingeu omdat
ik niets geleerd had. Ik lachte en schreef eene ge
leorde verhandeling, zondt die naar de eerste hooge-
school de beste, eu ontving daarvoor den doctorshoed.
Ik zeide mijn oom daarvan niets, maar aan mijn on
wetenden examinator zond ik, benevens een boosaar
dig hekeldicht, een afschrift van mijn diploma, waar
over de oude heer zich bijna dood ergerde. Het duurde
niet lang, of geheel de geschiedenis wasbekend. Mijn
oom lachte, verzocht mij verschooning voor het aan
gedane ouregt, en verzekerde mij zijne hulp voor de
toekomst Iu do stad uoemdo men mij echter een boos-
aardigeu, spotlustigen vlegel, dio een waardig grijsaard
op eene schandelijke wijzo hal gekrenkt en belagchc-
lijk gemaakt.
Maar zoo zijn de meuschen! du boosaardige, satirieke
vlegel werd iu do salons opgenomen en kwam letter
lijk in de mode, en bad mij dit behaagd, dan zou het
voor mij eene gemakkelijke taak ziju geweest, 0111 iu
do modo to blijvuu en ecu echte salonridder ta worden
besloot do ongelukkige een eiud aaa haar leven en
dat van de kleine te maken.
De man volgde de lijken als eerste rouwdrager en
een talrijk menigte volgde den lijkstoet. Toen de be
grafenis was afgeloopen en de stoet terugkeerde,
uitte zich de verontwaardiging der menigte, die de
lynchwet op den moordenaar van zijn vrouw en kind
toepastte Deerlijk werd hij toegetakeld en slechts met
moeite gelakte het zijn leven althans te redden.
Ingeschreven van 25 tot en met 27 Junij 1878*
GEBOREN: 25 Junij. Nicolaas, zoon van Lou-
rens Koomen en van Neeltje Stapel.
ONDERTROUWD geene.
GEHUWD: geene.
OVERLEDEN: 2.5 Junij. Johanncs Denijs, oud
5 maanden, zoon van Joliannes Denijs en van
Margaretha Maria van der Haageu. 26 Junij.
Meindert Roer-en, oud 1 maand, zoon van Jan
Boersen en van Maria Magdelena Burger.
De gezondheids-commissie te Petersburg
heeft de invoer van de tecrkapsules van Guyot
geautoriseerd van wege hnnnc uitstekende uit
werking in geval van verkoudheid, catharren,
bronchites en teering. Twee kapsules ingenomen
telkens als men gaat etenbrengen spoedig
beterschap aan.
De behandeling kost slechts zes a acht centen
per dag.
Om zeker te zijn dat men de echte kapsules
heeft, moet men op de driekleurige handteeke-
ning van den Heer Guyot, op het etiquette
letten. In de meeste goede a|>othccken zijn de
kapsules te verkrijgen, te Schagcn bij W. A.
Hazen.
Burgemeester en Wethouders van Schagen.
Gezien artt 174 en 175 van het Politieregle_
ment dezer gemeente;
Gelet op art. 179 Letter O. der wet van 29
Junij 1851 (Stbl. No 85);
Brengen hij deze ter kennis van de ingezetenen,
dat door hen voorliet jaar 1878 tot Hooistekers
voor de geheele gemeente zijn aangesteld, JAN
ROOS en CORNELIS ROTGANS.
Wordende belanghebbenden tevens herinnerd
aan de bepalingen voorkomende in de hierbo.
veugenoemde artt. 174 e.» 175 van het Polit e-
reglement.
Sciiagen den 29 Junij 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
C. DE PATER Weth.
DENIJS Secretaris.
Schagen 27 Junij. Aangevoerd 8 Paarden fl00a240
Veulens f a Ossen f a 3
Btieren f 160 a 180; 5 Goldekoi ijon 190 a 240 12 vetto
1^—WW. -
Daartoe had ik echter noch lust, noch geschiktheid
en Goddank ik bragt het weldra zoo ver, dat zelfs
mijno bijna zeer verstandige, jonge, beminnenswaardigo
tante mij niet meer op hare ongemeen geestrijke en
vervelende avondgezelschappen noodigde.
Zoo leidde ik dan een vrij en vrolijk leven en daar
mijne behoeften van den eenvoudigsten aard zijn, druk
ken mij ook geeuo zorgen. Het weinige dat ik noodig
heb, verschaft mij mijne pen en nu en dan ook mijn
talont, want gij moet volstrekt niet gelooven, dat ik
altijd zulke domme romans schrijf als dio daar, die gij
Emilie, zooeven do eer aandeedt van te lezen. Daar
hebt gij nu mijn geheeie levensgeschiedenis, zoo be
sloot hij lagchendof gij er wijzer door geworden
zijt, weet ik natuurlijk niet.
En hebt gij volstrekt niets vergeten? vraagde
Emilie hem vriendelijk, scherp aanziende.
Dat ik weet niet.
En toch komt het mij sedert eenigen tijd voor,
alsof gij niet meer zoo opgeruimd, zoo onbevangen,
zoo tevreden met u zeiven zijt als vroeger.
Hebt gij dat ook opgemerkt? vraagde Lodewjjk,
zich haastig tot Egou wendende.
Sedert Emilio er mij aan deed denken, antwoord
de Egon, en ik u nauwkeuriger gadesloeg, moet ik be
kennen, dat Emilie niet verkeerd geoordeold beeft.
Aan die vrouwen-blikken ontgaat niets van het
geen zij zien willen, riep Lodewijk uit. Welnu dan,
Emilie, duif met den adelaarsblik en do slangenlist,
zeg, wat heb ik verzwegen?
Dat gij bemint en wel niet zeer gelukkig! aut-
woordde Emilie.
Of zij het ge'aden heeft! lachto Lodewijk, maar
weet gij dan ook, wie ik bemin?
Hoe zou ik dat hebbeu kunnen vernemen, b'j
do afzondering, waarin Egou eu ik genoolzaakt ziju
te loven?
Nu, dan zal ik het u zeggen. Ik bemin de jongste
dochter van don president vou Berg.