Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. li Ao. 1878. 22sto Janrgfang. i\o. 1103. I lekend makingen. PATENTEN. Notionalc Militie. Vasthou lcn van Eenden. Busken Huët over Nederland. SCHAVER COURANT. Dit 1 lad verschijnt twee maal per week: Woens dag- en Zaturdag avond. Rij inzending tot s mid dags ia ure worden advertentiën in het eerstuitko- mend No. geplaatstingezonden stukken een dag vroeger. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.6oï Afzonderlijke nummers f 0.07 j. Advertentien van een tot vijf regels o 73iedere regel meer o. 15. Groote letters naar plaatsruimte. Naar volksheil zonder deugd te dingen, Is arbeid aan een rots te hiên. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen bij deze ter kennis van belanghebben den dat de patenten tot uitoefening der beroepen van tapperslijter in wijnen en sterke dranken, kroeg- en koffij huishoudervoor het dienstjaar 187J ter secretarie kunnen worden afgehaald, des morgens van 9 tot 1 a uren, onder over- eggiug van de kwitantie wegens voldoening dei- helft van den aanslag. SchaCkn den 4 J"Bj 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd C. DE PATER Weth. DENIJS Secretaris. De Burgemeester van Schagen, daartoe ont vangen hebbende de noodige aanschrijving van den heer Commissaris des konings in deze pro vincie, brengt ter algenieene kennis, dat tegen 7 Augustus 1878, tot de werkelijke dienst wor den opgeroepen de onderstaande verlofgangers van de ligtmg 1873, te weteu: HENDRIK MONÉ belioorende tot het te re giment Husaren (garnizoen Haarlem.) A1UE VAN SCHEIJEN, belioorende tot bet 7e regiment infanterie (garnizoen Amsterdam.) BAREND BRÜIJN 1 PI ETER ROOTJES behoorende tot DIRK VERDWAALD het 7e regiment JAN ZWAAG infanterie [gar- GERARDpS ZOMERDIJK en nizoen Helder.) JAN GüDEKE Welke verlofgangers op den opgegeven datum bij hun korps present zullen moeten zijn vóór des namiddags 4 ure- Scliagen a3 Julij 1878. De Burgemeester voornoemd, C. DE PATER Wethouder. Burgemeester en Wethouders van Schagen Gezien art: io3 van het politieregelement voor deze gemeente. Brengen bij deze ter algemeene kennis dat van af heden tot en met den i5 September as. de eenden binnen deze gemeente opgesloten of gehokt zullen moeten worden, op de boete bij het politieregleineut bepaald. Schagen, z3 Juli 1878. Burgemeester en Wethouders v00rnd, Gs. DE PATER Weth. DENIJS, Secretaris. De directeur van het postkantoor alhier, breng in herinnering, dat de heer C. ->SERT, aan de Marktplaats, Rijksdepótbouder is van post zegels, briefkaarten en postwisselformulieren welke door hem worden verkocht, tegen den zelfden prijs welke daarvoor aan de postkanto ren wordt betaald. De Directeur van het postkantoor voorn. HEIJLIGERS. 't Was nacht toen hem zijn moeder baarde Een nacht, zoo zwart als immer was. In het Algemeen Dagblad van Nederlandsch Indië dat onder leiding staat van den heer Bus ken Huëtdie uit Parijs aan dit blad artikelen zendt, wordt naar aanleiding van het huwelijk van Z. K. H. prins Hendrik, ons volk o. a. op de volgende wijze gehoond: »Men moet niet meenen, dat de prinses, omdat zij de oudste dochter van den meest oorlogznchtigen onder de pruisische vorsten is, in 's Gravenhage hei melijk als een schrikbeeld beschouwd wordt. Het denkbeeld eener annexatie door Pillissen, namens Duitschland, is in Nederland reeds zoo populair, dat ecu huwelijk ineer of minder als eene onverschillige zaak beschouwd wordt Weten wij niet uit te munten in de wetenschap pen, de letteren, de kunsten, de politiek, dan verdienen wij niet zelfstandig voort te bestaan De kleine volken zijn niet geschapen 0111 te rentenieren of voor hun pleizier te leven, maar 0111, met de groote, zelfstandig werkzaam te zijn .«tot nut van 't algemeen."Prins Hendrik volgt slechts zijne natuurlijke neiging, wanneer hij voor de tweede maal eene duitsche prinses huwt. Een dag of veertien geleden is hij voor het eerst van zijn te leven te Parijs geweest, en heeft er tamelijk vreemd staan kijken. Een cu- ropesch vorst van acht en vijftig jaren, iu deze eeuw, vreemdeling te Parijs'. Men maakt zich van zoo iets bijna geen voorstelling. «De Chi- neezen zijn nieuwsgieriger.» In hetzelfde artikel komt de volgende jubel kreet voor: «Als een donderslag hij onbewolkte lucht, heeft door het zelfgenoegzaam Nederland de tijding weerklonken, dat op de bloementen toonstelling te Gent de haarlemsche bloembollen het hebben afgelegd tegen de gentsche. De ne- derl. bollen zijn geslagen door de Belgische. Haarlem viert dit jaar, met haar bloembed in den tuin van het Trocadero-paleis der wereld tentoonstelling, haar laatste zegefeest. Zoo ver dwijnen allengs alle nederl. oude gloriën! Onze handel, onze scheepvaart, onze nijverheid, onze kaas, onze haring, onze boter, niets wordt door een nijdig lot ontzien. Thans zijn wij ook onze bollen kwijt. Onze twee grootste likeurstokers zullen te Parijs dit jaar elkander verslinden. Dus ook geen curacao, geen anisette meer. Onze jenever zal ten slotte het eenige zijn, wat over blijft. Helaas, zoo Duitschland, onder die om standigheid, ons maar hebben wil? Zoo het maat niet eindigt, den neus voor ons op te halen?" In een ander artikel in het zelfde blad zegt hij eenige dagen later: Nederlaud negende ouder de han deldrijvende staten van Europa, heeft minder schepen in de vaart dan Hamburg of Breinen. Verleden jaar ving het nog wat haring. Seder^ z. exc. Kappeyne aan het bew ind is, vangt Ne derland alleen bot. Nederland brengt niets voort, zaken, in haar onderling verband, weder eens openlijk aandacht schenken. Men kan dit niet onafgebroken doen en krachtig van geest blijven. 1c ontzenuwend werkt daartoe het beschouwen van den Ontzenuwden toestand, te uitdoovend de omgang, in gedachte, met zooveel middel matigs. Maar van tijd tot tijd is het nuttig en noodig. De goede overlevering mag niet inslui meren. Als de vriend, die wakend den nacht aan de legerstede van zijn krankeu vriend door brengt, moeten wij, door nu en dan de armen te rekken en de oogen uit te wrijven, ons zelvefi tot wakker blijven dwingen. Zes maanden zijn verloopen, sedert de tegenwoordige minister Kappeyne door Z. M. den Koning met de sa menstelling van een nieuw kabinet belast werd en wanneer wij op den afgelegden weg terugzien, dan blijkt gebeurd te zijn, wat, uit den gegeven toestand, van te voren als onvermijdelijk kon aangeduid worden. Te weten er is niets gebeurd. Eerzuchten of eerzuchtjes, zoo die er waren, vonden bevrediging. Ook werden enkele nieuwe baantjes geopend. Verder bleef alles bij het oude. De koning had de zaïnenstelling van een nieuw ministerie evengoed aan zijn rijpaard kunnen opdragenAl deze hatelijkheden en belee- digingen dienen tot inleiding van eene aanspo ring aan den koning 0111 tot een staatsgreep te besluiten. De heer Busken Huët herhaalt zijne vroegere voorstellen. «De kroon moet terugko men zegt hij, «op de in 1848 haar afgeperste coiicessien.» De Koning moet de kamer uiteen jagen en (in nabootsing van Napoleon III!) het algemeen stemregt invoeren en daardoor regee- ron. Als de koning dit niet doen wil, verklaart de hoer Busken Huët langs den weg der wet in verzet te zullen komen. «Aan den koning, die niet het algemeen stemregt invoert en mi nisters, die aan den leiband der Tweede Kamer 100pen, der Tweede Kamer naar de oogen zien, niet ontslaat, aan een koning, welke niet in dien geest de regeering wilde aanvaarden, zouden wij ons vertrouweu moeten ontzeggen Wij zouden in dat geval moeten beproeven, ons los te maken uit het nederlandsche staatsverband, en burgers van een land te worden, waar de regeeringstoonenhunne roeping ernstiger te beseffen «Niets dus moet ons weerhouden ons allengs gemeenzaam te maken met het denk beeld van een rationeel petitionnement, recht streeks aan den koning. Op gronden, aan de geschiedenis ontleend en door de lessen van het heden bekrachtigd, zouden wij hem moeten dan wat vaatjes delftsche boter, wat edammer voorhouden, dat de eer van zijn huis en het kaasjes en wat schiedammer jenever. De haar-' heil van zijn volk 0111 strijd opheffing van nood - lottige misverstanden eischen. In Nederland lemsche bloembollen, die wel niet voor Indië konden dienen, maar des te meer aftrek vonden in den Levant, hebben ons ook al begeven. En ook al onder het ministerie Kappeyne." Ver der schrijft hij «De Nederlanders zijn een goed volk. In soiniuige opzigten minder begaafd dan moet de leus zijn regeert de koning.» De gronden welke de heer Buiken Huët aan de geschiedenis ontleent, zijn de volgende: «Her haaldelijk zijn de prir.sen van Oranje, in naam des volks, tusschenbeiden moeten komen, om de de Maleijers, ouderscheiden zij zich niettemin vrijheid en het volksbestaan, te redden uit den door een merkwaardigen zin voor orde; en er nood, waarin beide door de olicbargen gebracht zijn maar weinig dingen, die een goed bestuur- Waren. Prins Maurits heeft dit gedaan in 1618, der niet van hen gedaan zou kunnen krijgen!.... toen Oldenbarneveld de volksregten vertrad. Wij moeten aan de nederlandsche en de indische Prins Willem III heeft het gedaan in 1672

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1878 | | pagina 1