Gemengde Berichten,
De twee huwelijken.
beurs in gevaar en de geschiedenis van de laatste
ministerieele crisis in Frankrijk bewijst dat
daarvoor de grootste waaghalzen terugdeinzen
Busken Huet weet dat ook even zoo goed als
ik of ieder ander. Zijn raad is dan ook alleen
een gekscheren, hij wil er door aanduiding onze
toestand is zoo ellendig dat een coup d état
nog verkiezelijker zoude zijn. De houthakker
die om den dood smeekte, bad toen vriend Hein
zich vertoonde, hem alleen om zijn pakje hout
te helpen willen dragen. En zoo wil onze gees
tige schrij .er ook, hij wenscht van een coup
d'état alleen dat die ons van onze ellendige
kleingeestigheid verlosse.
En die wensch is geoorloofd: men moet den
schrijver der litterarische fantasien al zeer wei
nig genoten hebben om niet te weten dat men
zijn woorden nimmer a la leltre mag opvatten.
De khigl ver den achteruitgang onzer natie is
niet geheel ongegrond, en van dat ware in zijn
sitire moeten wij| partij trekken. Ik hoop
bier een volgende ke op terug te komen en
aantetoonen dat de liberale partij en de liberalen
in de Tweede Kamer werkelijk de verantwoor
delijkheid van den achteruitgang in een groote
mate moeten dragen. Als regeerende partij moe
ten zij in de eerste plaats worden aangesproken.
Zijn wij wel onderrigt dan bestaat bij den
heer A. Knikker, koffijhuishouder te Schagen,
het voornemen, tegen het aanstaande winter-
saisoen, zes a acht rederijkerskamers uit den
omtrek, tot het houden van een concours, uit te
noodigenmen zegt dat door hem zeer aan
zienlijke prijzen zullen worden uitgeloofd.
Wann-er dit plan wordt verwezenlijkt zal
het door ons nader worden besproken.
De gewone festifiteiten zullen dit jaar waar
schijnlijk niet plaats hebben, een poging om
nadat de commissie uit de landbouw afdeeling
haar mandaat had neergelegd een feestcom
missie uit de burgerij zaïnen te stellen, is mis
lukt De ingezetenen schijnen het feestvieren
moede; Schagen wordt te oud 0111 pret te ma
ken.
Gepasseerden Maandag geraakte te Schagen,
het zoontje van den timmerman Honijk, bij de
schoolbrug in 't water, doch werd gelukkig ge
red den volgenden dag viel een kind van W.
Kottel man, in de gracht, en ofschoon reeds in
zinkenden toestand, gelukte het den heer G. Kant
met veel moeite, den jongen, van een anders
wissen dood te redden.
IV.
Zestien maanden later dan de dagteekening, in het
vorige hoofdstuk vermeld, werpon wij weder een blik
op de familie van Rosedalo terug. Mary zit nog altijd
aan het hoofdeinde van de tafelzij hield zich bezig met
bet bakken van koeken en deed haar best om haar
vader haro bekwaamheid daarin te doen waarderen,
door hem aan te sporen er van te eten; maar hij
antwoordde geheel afgetrokken:
Ja, ja, mjjne dochter!
Maar, papa, gij deukt aan iets anders, zeidc
Mary. Is het niet lekker? Susanna zegt, dat gij het
meest van dezen koek houdt
Een pijnlijke glimlach speelde om zijn mond en hij
antwoordde op zachten toon:
Ik dank u, Mary, het is zeer goed.
En, papa vervolgde het meisje, voornemens zijnde
van het behaalde voordeel gebruik te makeu, uit vrees
dat hij weder afgetrokken mogt worden, hebt hij nu
beslist, dat ik van de dame les zoude nemen Ik
houd veel van haar, en ik zou gaarne les van haar
hebben.
Morgen zal ik trachten de zaak te overwegen,
mijne lieve! hernam hij.
0! ik dank u, lieve papa! wanneer zal ik het
u herinneren?
Zoodra het middagmaal afgeloopen is.
Dit gezegd hebbende, begaf hij zich naar zijn stu
deervertrek.
Mijnheer Ellingwood was geheel veranderd. Zijn
haar was grijs gewordenzijn stap, vroeger vlug, was
nu langzaam en voorzigtig geworden Hg glimlachte
zeldenmaar wanne.r dit gebeurde, dan was het een
glimlach, die u door het hart ging en, meer dan
woorden kunnen zeggen, deed gevoel n, dat hij onder
de smart gebogen ging. Nogtans beminde hem zijne
gemeente, zoo mogelijk, nog meer dan ooit; want hij
nam met meer liefde en medegevoel deel aau bunne
beproevingen, en traehtte hun geestelijk welzijn met
Tot lid voor den raad der gemeente Sint
Maarten is gekozen de Heer Gerrit A isser met
28 van de 53 geldig uitgebragte stemmen.
Een belangwekkend twistgeding van eco
nomisch juridischen aard zal na de vacantie
onzer rechtscolleges aan 's rechters beslissing
worden onderworpen.
Te Amsterdam bestaat eene Vereeniging van
werklieden, die zich ten doel stelt de onder
steuning harer leden bij voorkomende werk
staking. Tijdens een der laatste strikes in Enge
land vertrokken eenige leden dezer Vereeniging
derwaarts, om den werkliedenbehoevenden pa
troons hun goede diensten aan te bieden, waarin
zij ook slaagden. Toen dit feit ter oore kwam
van het bestuur der Vereeniging, dat daarin een
inbreuk op de statuten zag, werden de ontrouwe
leden geschrapt, waardoor zij hun recht op de
voordeelen der Vereeniging verbeurden. De door
gehaalde leden zagen in deze handeling een on
rechtvaardige daad en hebben uit dien hoofde
den weg van rechten ingeslagen.
Voor de werkstandkas zal optreden Mr. S.
Latz; voor de tegenpartij Mr. 1'h. Haas
De lieer Zeeman zegt in het liandhl., dat
de Bijhei, de katechismus op de school de eisch
is, die men tot vervelens toe hoort. Intuschen
als men beweert dat vroeger, toen be iden op de
school waren, de kinderen godsdienstiger en beter,
en de ouders vromer en meer christelijk waren
vergeet men,[dat de eerlijke Groen van Prinsterer,
de woordvoeder der orthodoxen, sprekende over
de scholen van 1713 tot 1795. dus in een tijd,
waarin hijbei en katechismus op de scholen als
leer- en leeshoek, als wegwijzer ter zaligheid
gebruikt werden, zeide: «AVel verrede volksschool
«te doortrekken, is het gebruik misvormd »tot
een erger lijk geprevel uit bijbel en katechismus,
waardoor het schoolwezen in diep verval geraakte,
en bjjbel en katechismus ontaarden in geheugen
werk en dooden vorm''. In i655 zelfs, toenopde
school de bijhei en katechismus waren, moest de
burgemeester van Haarlem een verbod tegen 't
vloeken uitschrijven; getuigde dat van de vroom
heid? en de burgemeester van Amsterdam vaar
digde in 't zelfde jaar een keur uit tegen het bras
sen, «zuipen en plakken" der vrome Ainster
dammers Laat men dus verstandig wezen, en
bekennen, zegt de heer Zeeman, dat het «deplicht
der regeering is te zorgen voor volksonderwijs,
maar in dien pltcht ook opgesloten licht, alles
van de school te weren, wat op de kerkelijke
denkwijze eenigen invloed zou kunnen hebben.
De bijhei behoort niet op de school, want in
een land als het onze, waar rooinschen en on-
rooiuschen te zamen komen, moet geweerd worden,
alles wat aanleiding zou kunnen geven, tot on
verdraagzaamheid, tot twist en tweedracht tus
schen kinderen van hetzelfde huisgezin. Hij die
dien eisch niet hegrijpen wil, bezondigt zich
tegen God, tegen de wet der rechtvaardigheid,
en heeft het aan zich te wijten, dat hij door
-zijn geloofsdwang, zijne eigene kinderen verlei
den zag tot huichelarij".
Earlang zal het aan de Parijzenaars gegeven
zijn, hun gefield verblijf te aanschouwen van een
hoogte van 600 meter hoven den begranen grond, en
wel in den ballon captif, die op de Place du Carous-
sel wordt gemaakt en die Maandag zijn eersten tocht
zal doen.
vernieuwdon ijver te bevorderen Hij vermaande hen
hun hart te zetten op de dingen daarboven, en niet
op de aardscho dingen. Slechts bij ééne gelegenheid
had hij in het openbaar gezinspeeld op zijne eigene
bijzondere beproevingen, en toen zeide hij, dat hij
vreesde zich te veei gehecht to hebben aan de schatten,
welke God hem had geschonken dat hij het schep
sel meer dan den Schepper bemind had en dat zijn
heraelsche ader in Zijne liefde de bezoeking over
hem gebragt had, opdat Hij hom van de aarde mogt
losmaken en hem voorbereiden om zijne dierbaren
daar boven te ontmoeten. Terwijl hij zijne geliefde
gemeente aldus toesprjk, was in het heiligdom zijn
oog alleen zonder tranen; en toen hij naar boren wees
waren er velen, die gevoelden, dat hij spoedig zijne
hemelsche woning zoude ingaan.
Zoodra het middagmaal geëindigd was, ging Mary
naar de zaal om den hoed en den rotting van haar
vader te halen, en ze bij hem brengende zeide zij tot
hem
Gij ziet, papa, dat ik het met vergeten heb.
Ik ook niet, mijne lieve! hernam hij. Ik ga ter
stond nit; wilt gij met mij gaan?
O ja, papa, gaarne.
Welnu maak u dan spoedig gereed.
Mary was in een oogenblik voor de wandeling ge
reed, en haar geliefd hondje vrolijk roepende, begaan
zij zich naar de woning van de muziek onderwijzeres.
Lucy Mansfield was de dochter van een advokaat
te Cheswellmaar nadat hare moeder gestorven was,
toen zij nog zeer joug was, werd zij door eene tante
aangenomen en opgevoed; deze tante, onlangs overleden
zijnde, was Lucy naar de vaderlijke woning terug
gekeerd. Zij was toen vjjf- en twintig jaren oud, of-
schi on zij door hare beschrooraheid veel jonger scheen
eu toen zij haar vader zwak vond en van vele ge
makken beroofd, welke zij hem wensebte to bezorgeu
gevoelde zij het haar pligt, van hare talenten gebruik
te maken, om hem te ondersteunen. Maar Lucy was
Zier wantrouwend; zij vertrouwde hare eigene krach
ten niet en had geen moed om leerlingen te zoeken.
Korten tijd te voren was Lucy Mansfield verzocht,
De ballon is reeds gevuld met gas, on steekt als
een groote glazen dom uit boven de ruïnes van de
Tuilerieën. Voorloopig is zij nog met stevige koorden
bevestigd aan den grond. Het touw dat den ballon
moet vast houden, is nog niet op ziju plaats aangebracht,
maar de trommel, om welken dat touw op- en afge
wonden zal worden, is gereed. De trommel is onge
veer tien meter lang, en heeft 1,70 meter middellijn,
zoodat het touw ter lengte van zes honderd meter
kan worden opgewonden zonder meer dan eenmaal
den trommel te bedekken. Hij wordt rondgedraaid
door twee liggende stoommachines, ieder roet twee
cilinders, wier stoomschuivcn gekoppeld zijn, zoodat
met één handgreep de beweging kan worden gestopt,
of omgekeerd.
Het touw zelf is 7 centimeter dik en wordt beves
tigd aan een ring onder aan den ballon; het loopt
daarop in een put van welks bodem een zestig meter
lange tunnel loopt naar den trommel, die het opwin
den zal.
Op den bodem van den put is natuurlijk een ijzeron
rol aangebracht, om de richting van het touw van
een verticale te voranderen in een horizontale Onder
aan den ballon is een groote, ronde klep aangebracht
voor mogelijke ongevallen.
Het net dat de geheele ballon bedekt en dat zoo
als gezegd eindigt in den ring, waaraan het touw
bevestigd wordt, draagt tevens het schuitje Dit is
ringvormig om in het midden het touw door te laten
De buitenmi Idellijn is ongeveer vijf meter en het zal
nagenoeg vijftig personen kunnen bergen. De e rste
aëronautenGiffard, Trosandier en anderen zullen de
tochten loiden, die nog een heel ander panoroma zul
len oplev.-ron, dan de top van do torens op hot Tro-
cadero, die 87 meter hoog zijn, en 120 meter boven
de Seine en die dezer dagen voor het publiek toegan
kei ijk zullen zijn met een asceuseur.
Er is te Berlijn een brochure verschenen
tlie niet van belang ontbloot is. De titel luidt:
«De politieke en militaire toestand van Belgie
en Kederland inet betrekking tot Frankrijk
Duitschland" De schrijver is kapitein F. Hoening.
«Zal Frankrijk weder met Duitschland in
oorlog trachten te komen?» vraagt de schrijver.
«Ja,» zegt hij, «Frankrijk zal en moet nogmaals
er toe komen. Gedurende a5o jaren heeft liet
politiek zwaartepunt in Parijs gelegeninet den
vrede van Frankfort is het naar Berlijn verplaatst.
Zal dit zoo blijven? Neen! Het zal en moet tot
oorlog komen», volgens den schrijver
«omdat, zoolang er eene wereldgeschiedenis be
staat, nog nooit een volk, hetwelk de eerste
plaats had ingenomen, door ééne nederlaag voor
altoos van die plaats is verdreven."
Naar aanleiding daarvan stelt hij zich de vraag:
in welke positie Belgie en Nederland bij eenen
nieuwen oorlog kunnen komen.
Sedert 1871 is in Belgie, en ook wel in Ne
derland, herhaaldelijk de vraag gerezen, langs
welken weg de Franschen alsdan Duitschland
zouden aanvallen. Het antwoord kwam altoos
hier op neder: De Franschen zullen niet tegen
den ijzeren muur MetzStraatsburg aanrennen,
maar over Belgie trekken, zoodat de Duitschers
hunne marschroute over het Nederlandsch grond
gebied zullen moeten nemen, waardoor Belgie,
evenals in 1815, het tooneel des oorlogs zal
worden.
Ongeveer zóó redeneert men in de Belgische
militaire kringen.
En nu de schrijver: «Door twee vestingen,
Metz en Straatsburg, is Midden-Duitschland te
gen Frankrijk gedekt. Met de Rijnvestingen
vormen zij eene schier onoverkotnenlijke afslui
ting, die eene offensive beweging tegen het Zui-
gedurendo de afwezigheid van den organist, het orgel
in de kerk van mijnbeer Ellingwood te bespelen; en
zij voldeed hieraan zoo goed, dat hare vrienden haar
voorstelden muzieklessen te geven, haar belovende,
dat, indien zij er toe wilde overgaan, zij baar een
genoegzaam aantal leerlingen zouden bezorgen. Mijn
heer Ellingwood was nog niet aan m» jufvrouw Mans
field voorgesteld geweestmaar toen Mary geregeld
les bij haar nam was het natuurlijk dat hij haar ging
bezoeken
Ofschoon hij weinig met mejufvrouw Mansfield
sprak, scheen haar bedaard en niet-indringend karak
ter hem kalmer te maken; hij begon ook hoe langer
hoe meer behagen in haar gezeldschap te scheppen,
en het kwam eindelijk zoo ver, dat hij twee of drie
avonden in de week bij haar en haar bejaarden vader
doorbragt. Mary vergezelde hem gewoonlijk, en het
di ietal las bij beuiten, of wel de onderwijzeres en de
leerlinge zongen een duo. Mary had veel genegenheid
voor hare vriendin opgevat, en toen mijnheer Elling
wood haar op zekeren dag in zijn studeervertrek
vertelde, dat mejufvrouw Mansvield weldra hare moe
der zoude zijn, bevond bij, dat hij het genoegen,
hetwelk dit berigt haar zoude geven, niet te hoog
geschat had Negentien maanden waren er verloopen
sedert de vroeselijke ramp, welke de familie getroffen
had, en de tijd had de grievende smart verzacht. Het
leven zag er neg bekoorlijk uit en Mary verheugde
zich in het vooruitzigt van in mejufvrouw Mansfield
eene vriendin en eene moeder te zullen hebben Zij
snelde heen om het nieuws aan Susanna te vertellen;
maar haar vader was haar reeds vooruit.
Ik ken niemand in de wereld, zeide Mary, die
ik liever mijne moeder zoude noemen dan mijne
dierbare onderwijzeres.
Susanna bekende meteen zucht, dat,wanneer mijn
heer Ellingwood weder eene vrouw moest nemen, zij
cr geen kon vinden, die meer voor hem geschikc was
dan mejufvrouw Mansfield. De gedachte aan een vro
lijke opgeschikte dame zou verschrikkelijk zijn geweest;
maar met mejufvrouw Mansfield was dit geheel anders.
AVij zouden den predikant van Rosedale onregt