Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Ift'NöAG
i
Ao. 1S78.
22stc Jaargang.
No. 11 IA.
Bekendmakingen.
De Burgemeester van Sc' agen
Maakt bekend, dat van af Maandag
26 Augustus a s. tot en met Dingsdag
den lOen September 1878, (de zonda
gen uitgezonderd), des vooriniddags
van 9 tot 12 ure, ter Secretarie der
gemeente kunnen worden afgehaald:
De voljaarspatenten voor het dienst
jaar 1878[79; en
De palenten aangevraagd in den loop
van het Ie kwartaal van da dienst
jaar.
Wordende patentpligtigen herinnerd
dat de afhaling persoonlijk moet ge
schieden.
Schagen23 Augustus '878,
De Burgemeester voornoemd;
Cs. DE PATER, Welh.
Dit blad verschijnt twee maal per week: fFoens-
dag- en Zaturdaq avond. Bij inzending tot 's mid
dags l1 ure worden advertentiën in het eerstuitko-
mend No. geplaatstingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.(io;
Afzonderlijke nummers f 0.07}.
Advertentiën van een tot vijf regels ƒ075; iedere
regel meer f o. 15. Groote letters naar plaatsruimte.
Naar volksheil onder deugd te dingen,
|s arbeid aan een rots te bién.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Het Hoofd van het plaatselijk Bestuur der
gemeente Schageu, brengt bij deze ter kennisse
van de ingezetenen dat het kohier van het pa-
tentregt, voor het dienstjaar 187* (eerste kwar
taal) op den 21 Augustus 11. door den Heer
Inspecteur der directe belastingen te Amsterdam j
is executoir verklaard en op lieden aan den Heer j
Ontvanger van 's Bijks Belastingen voor deze
gemeente ter invordering is ter hand gesteld.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt
alzoo vermaand op zijnen aanslag behoorlijk acht
te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen
welke uit nalatigheid zouden voortvloeijeu, te
ontgaan.
Schagen den 24 Augustus 1878.
Het hoofd van het plaatselijk bestuur voorn.
Cs. DE PATER Weth.
De Burgemeester van Schagen;
Gezien de art. 23 en 29 van het Politie re
glement dezer gemeente;
Verleent vergunning aan de tappers 0111 op
Dingsdag 3 September 1878, na bezetten tijd
te mogen tappen, muziek te laten inaken en
danspartijen te doen plaats hebben.
Schagen, 3o Augustus 1878.
De Burgemeester voornoemd.
Cs. DE PATER, Weth.
tot armoede, lot gebrek vervielen 't Was meestalj digheid en de schoonste meosehlievendheid eischt
de beantwoording der vraag «werd er gespaard?#
die omhoog of omlaag voerde.
Geen wonder dan, dat ten allen tijde sparen
eene deugd werd genoemd. Onze voorouders
reeds zeiden, dat «spaarzaamheid met vlijt, hui
zen deed bouwen als kasteelen.»
Er is evenwel meer!
De omwenteling in '89 verklaarde alle men-
scheu gelijk en tot burgers.
Doch de arbeidende stand eischt nog wat
anders. De werkman vraagt lotsverbetering en
te recht. Maar de middelen om daartoe te ge
raken, zijn niet altijd de geschiktste. Het coin-
munisinus wil omverwerping van de bestaande
maatschap[>elijke orde, wil afschaffing van den
eigendom. Zij, die gematigder zijn, eischen
hoogere loonen. DanT eene is onmogelijk zonder
gchcolcn ondergang der samenleving, 't andere
is nutteloos zonder spaarzaamheid. Er broeit
een zwaar onweder, dat öf vernielend, 6f wel
dadig zal werken; vernielend, wanneer de werk
man in overdaad een middel zoekt om een
verkwistend en onbeteugeld leven te leiden;
weldadig, als de arbeider tot het bewustzijn
komt. dat zijn geluk, zijne welvaart van hein
zeiven afhangt, als hij in 't ontwikkelen van
zijne verstandelijke en zedelijke vermogens en
in 't matigen van zijn begeerten, den weg zoekt,
men ook poëzie Voor den werkman, genot na
eene moeijelijke dagtaak, pleizier in 't leven.
Is die eisch onbescheiden? Geenszins.
Wie zou een zonnestraal benijden aan den
vermoeiden arbeider? Wie hem geen rozen
gunnen op den moeijelijken weg? Wie hem
geen geluk toevvenschen, evengoed als den meer-
gegoede
Maar wat maakt den arbeider gelukkig?
Is het ongelukkig zijne neigingen te leeren
beperken, zijne driften te moeten beteugelen?
In tegendeel. Het voldoen er aan maakt ramp
zalig. Uit de eene begeerte volgen anderen, en
die nooit zijne hartstogten heelt bestreden, daalt
van tritp tot trap in 't ongeluk. Immers de
begeerten der menschen zijn oneindig en allen
kunnen niet bevredigd worden, daarvoor ont
breken de middelen aan iederen zelfs de
meest vermogende moet perk en paai stellen
aan zijne begeerlijkheden, even goed als de
minder ruim bedeelde.
Is het een ongeluk voor den werkman geen
cent voor jenever te kunnen geven? Jammer
voorzeker, dat menigeen meent, in een glas
helsch vocht een troost voor den arbeider, eene
vergoeding voor den arbeid, als 't ware een
kracht voor 't vermoeide ligchaam te vinden
Zou het, in tegendeel, geen vergift zijn in 't
0111 tot welvaart te geraken, als hij leeit te bloed? Zijn dan werkelijk de honderden, de
sparen. duizenden guldens, daarvoor uitgegeven, niet
Sparen en sparen alleen, is 't radicale middel l ontstolen aan de welvaart en 't geluk der ar-
0111 den werkman te verheffen, te verheffen inibeiders? Laat ons toch niet langer verblind zijn
Hij die gebruik weet te maken van het
geen hij zich onthoudtis altijd rijk, gelijk
hij altijd arm is, die zich zeiven niets
weigert. paul clemïn xiv.
Sparen, ziedaar 't machtwoord, dat uit nietige
beginselen verbazende rijkdommen schiep; en
dat armoedige gezinnen tot welvaart bracht. Hoe
velen toch zijn er, die met niets begonnen,
weldra iets waren en eindelijk rijk werden Hoe
velen daarentegen, die langzamerhand daalden
uit den stand, waarin ze geplaatst waren, en
voor de pest der Maatschappij, voor den on
dergang van zoo vele huisgezinnen, voor den
zoeten giftdrank, die schatten verslindt en nooit
eenig voordeel aanbrengt. Zou 't geluk bekort
worden van den arbeider wanneer de huishou
ding ordelijker, de vrouw zindelijker en netter
was? Wij gelooven het niet.
Neen, dit alles maakt den werkman in waar
heid niet gelukkig.
In tegendeel, het bedwingen, het matigen zijner
neigingen, het sparen verheft hem, bevordert
zijn geluk.
De ra den zomer verkwiste guldens zouden
hem 's winters warm inaken 'en hem brood
geven; en een ingebeeld genoegen bij een over-
dadigen disch of zwelgpartij te midden van
goede verdieusten, opgeofferd, zou in tijden van
en gij ziet honderde centen vervliegen, die schraler loon, inenigen hartdoorsnijdenden kreet
evengoed gespaard hadden kunnen blijven; gij van hongerige kleinen stillen, menige traan van
ziet menig zuur verdiend dagloon weggeworpen smart en ellende doen drogen, menig hoogst
0111 ellende te brengen en verdierlijking; gij gelukkig oogenblik Verschaffen,
ontwaart huismoeders, die door wanordelijke. Zoo vele stuivers voor drank uitgegeven, zou-
huishouding, door vuilheid of slordigheid veleden, omgezet in degelijk voedsel, hooge rente
stuivers wegwerpen als in een bodemloos vat; gij j afwerpenzoo vele ceuten bespaard, zouden
moreel cu fiuautieel opzicht.
Immers, waar de arbeider leert sparen, d. w. z..
waar hij onnoodige uitgaven vermijdt, daar
heeft hij, bij ongunstige omstandigheden, niet
dadelijk de aigemeene weldadigheid in te roepen
daar vervalt hij niet aan armbesturen, of, erger
nog, in ellende! En waar men tot bedelen over
gaat, in welken vorm ookdaar wordt de
menschheid vernederd: eergevoel en zelfstandig
heid geknakt.
Doch wanneer de ongunstige omstandigheden
niet vernietigen, wat bespaard werd, dan worden
de spaarpenningen langzamerhand vermeerderd
tot een klein kapitaal, zoodat rijkdom armoede
verdringt. Tot welstand gekomen, is er reeds
een groote stap gedaan ter verheffing.
Slaat een blik in 't leven, beschouwt de wereld
bemerkt dochters, die in overdadigen opschik,
door ijdelheid en pronkzucht verleid, meer ver
doen daa hun stand, dan hun inkomen veroor
looft. En deze beschouwing geeft een bevestigend
antwoord op de vraag van velen: «kan de ar
beider sparen?"
Dan men voert andere gronden aan om
de onverantwoordelijke handelwijze van den ver
kwister te verzachten. Met de meeste edelmoe-
toereikend zijn 0111, door dadelijke betalingen
aan den koopman, betere en toch nog goedkoo-
pere waren te krijgende werkman zou wel
varend worden. Misschien schoot bovendien iets
over in 't jaar, en de oude krot van een woning,
ongezond voor ligchaam en ziel beiden, werd
verruild voor een aardig huis, misschien het
eigendom van den bewoner. Man, vrouw en
kinderen zouden opgeruimd en vergenoegd leven,